Reglement van orde Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. Commissie:

de toetsingscommissie inzet bevoegdheden, bedoeld in artikel 32 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

b. betrokken Minister:

de Minister, bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

c. de wet:

de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017

Artikel 2

De Commissie beraadslaagt in beginsel op woensdag en op vrijdag om de rechtmatigheid van de door de betrokken Minister verleende toestemming voor de voor de uitoefening van in artikel 32, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 vastgelegde bijzondere bevoegdheden te toetsen. Indien de beraadslaging op de woensdag of de vrijdag niet kan plaatsvinden bepaalt de voorzitter een andere dag in die week. De voorzitter stelt de agenda op en zit de vergaderingen voor. De secretaris van de Commissie is belast met de verslaglegging en woont uit dien hoofde de vergaderingen van de Commissie bij. Andere medewerkers van de Commissie kunnen worden uitgenodigd bepaalde vergaderingen of gedeelten daarvan bij te wonen.

Artikel 3

De Commissie streeft naar unanimiteit in de besluitvorming, maar beslist zo nodig bij meerderheid van stemmen. Bij aanwezigheid van slechts twee leden is geldige besluitvorming mogelijk. Bij verschil van mening geeft alsdan de stem van de voorzitter of bij afwezigheid daarvan, het lid als bedoeld in artikel 33 lid 2 van de wet de doorslag. Bij aanwezigheid van slechts één lid is geldige besluitvorming mogelijk mits het een lid als bedoeld in artikel 33 lid 2 van de wet betreft.

Artikel 4

Bij afwezigheid van de voorzitter worden diens taken vervuld door een door de voorzitter aan te wijzen ander lid als bedoeld in artikel 33 lid 2 van de wet.

Bij afwezigheid van de secretaris worden diens taken vervuld door de plaatsvervangend secretaris.

Artikel 5

De voorzitter of een lid kan zich onder omstandigheden verschonen deel te nemen aan de besluitvorming indien het te nemen besluit iemand uit zijn persoonlijke of zakelijke kenniskring zou kunnen raken.

Artikel 6

De voorzitter van de Commissie onderhoudt in principe de contacten met de media.

Artikel 7

De Commissie initieert minstens eenmaal per jaar een overleg met de betrokken Ministers, met de hoofden van de AIVD en de MIVD, de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 8

De leden van de Commissie, alsmede de secretaris en overige medewerkers, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hun in hun werkzaamheden ten behoeve van de Commissie ter kennis komt voor zover zij het vertrouwelijk karakter daarvan kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden. Zij nemen de ten aanzien van dit onderwerp vastgestelde instructies omtrent de bewaring van stukken strikt in acht.

Artikel 9

Het door de Commissie jaarlijks voor 1 mei uit te brengen openbaar verslag als bedoeld in artikel 35, derde lid, juncto artikel 132, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, bestrijkt de verslagperiode van 1 april van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 maart van het lopende.

Artikel 10

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Commissie. Indien de voltallige Commissie ontbreekt, beslist de voorzitter.

Artikel 11

De Commissie behoudt zich het recht voor om, indien zij dit noodzakelijk acht, van dit reglement af te wijken.

Artikel 12

Dit reglement wordt in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking met ingang van 1 mei 2018 zijnde de dag van vaststelling.

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden, namens deze: Voorzitter M. Moussault

TOELICHTING

Bij artikel 32 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) is een Commissie ingesteld die belast is met het toetsen van de rechtmatigheid van de door de betrokken Minister verleende toestemming als bedoeld in de artikelen 40, derde lid, 42, vierde lid, 43, tweede en vierde lid, 45, derde, vijfde en tiende lid, 47, tweede lid, 48, tweede lid, 49, vierde lid, 50, tweede en vierde lid, 53, tweede lid, 54, tweede lid en 57, tweede lid. De Commissie bestaat uit drie leden van wie één tot voorzitter is benoemd. Voor de taken en bevoegdheden van deze Commissie wordt verwezen naar de artikelen 32 en volgende van eerstgenoemde wet. Artikel 35 bepaalt dat de Commissie een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststelt.

Er is in dit reglement van afgezien om de in de Wiv 2017 voorkomende bepalingen die op de werkwijze van de Commissie betrekking hebben of daarmede verband houden opnieuw uit te schrijven. Een dergelijke herhaling is weinig zinvol. Zo is in artikel 35 van de Wiv 2017 reeds bepaald dat de vergaderingen van de Commissie niet openbaar zijn en gaan andere artikelen in op de wijze van uitoefening van de toetsing. Het reglement is dus te beschouwen als een samenstel van aanvullende bepalingen op deze wetsteksten. De meeste bepalingen van het reglement spreken voor zich. Waar nodig wordt de volgende toelichting gegeven.

Artikelen 2–4

Deze bepalingen zijn geschreven in het belang van een goede voortgang van de werkzaamheden van de Commissie. De Commissie is zich terdege bewust van het uitgangspunt van de Wet; namelijk toetsing door drie leden. Nu de Wet niet voorziet in plaatsvervangend leden, zal het in de praktijk niet mogelijk zijn in alle gevallen als volledige commissie te besluiten. Dit betreft zowel het feit dat leden in redelijkheid niet het gehele jaar beschikbaar kunnen zijn, maar de commissie ook rekening moet houden met de situatie dat leden door ziekte, overlijden of ontslag niet langer inzetbaar zijn. Derhalve ziet de Commissie zich genoodzaakt, hoe wellicht onwenselijk ook, te voorzien in de mogelijkheid om ook te kunnen besluiten in geval van aanwezigheid van twee leden, of slechts één lid. Indien een besluit door één lid moet worden genomen kan dit slechts gedaan worden door een lid dat voldoet aan het criterium van artikel 33 lid 2 van de wet. De Commissie houdt zich daarbij het recht voor om indien zij dit nodig acht in specifieke gevallen de toestemmingsduur te beperken zodat op korte termijn een nieuwe toetsing kan plaatsvinden.

In de Wiv 2017 (artikel 34) is voorzien dat de Commissie terzijde wordt gestaan door een secretariaat. Daartoe beschikt de Commissie te harer ondersteuning over een coördinerend secretaris en plaatsvervangende secretarissen.

Artikel 5

De Wet kent met betrekking tot de Commissieleden geen verschoningsregeling zoals die geldt voor de rechterlijke macht. De Commissie acht het wenselijk wel een dergelijke regeling te hebben en heeft daarbij aansluiting gezocht bij de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak. Ook in het geval dat leden zich verschonen blijft geldig dat de besluitvorming altijd zal moeten plaatsvinden door een lid dat voldoet aan artikel 33 lid 2 van de wet.

Artikel 9

Om het jaarlijks uiterlijk op 1 mei uit te brengen openbaar verslag van de werkzaamheden van de Commissie zo actueel mogelijk te doen zijn, is bepaald dat het verslagjaar loopt van 1 april tot 1 april. Aangezien de Commissie per 1 april 2018 is begonnen met haar werkzaamheden, zal het eerste openbare jaarverslag de periode 1 april 2018 – 31 maart 2019 bestrijken.

Artikel 12

Plaatsing in de Staatscourant is in artikel 35 van de wet voorgeschreven. De inwerkingtreding van het reglement, als zijnde een vooral intern werkend stuk, behoeft daarop echter niet te wachten.

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden, namens deze: Voorzitter M. Moussault

Naar boven