Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 april 2018, houdende mandaatverlening aan de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst voor het verlenen van toestemming voor het aanwijzen van personen die bij uitsluiting van anderen bevoegd zijn tot kennisneming van de inhoud van verworven gegevens (Mandaatbesluit AIVD functiescheiding 2018)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 47, vijfde lid, 48, vierde lid en 49, vijfde lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. AIVD:

de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;

c. Hoofd van de dienst:

de directeur-generaal van de AIVD;

d. Wet:

Wet op de inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017.

Artikel 2

De Minister verleent het hoofd van de dienst mandaat om toestemming te verlenen aan door hem bij besluit aangewezen ondergeschikte ambtenaren, welke ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 47, vijfde lid, 48, vierde lid en 49, vijfde lid, van de wet, bij uitsluiting van anderen kennis mogen nemen van verworven gegevens ten behoeve van de in die artikelen bedoelde activiteiten.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop de wet in werking treedt.

Artikel 4

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit AIVD functiescheiding 2018.

30 april 2018

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Functiescheiding is de aanwijzing van personen die bij uitsluiting van anderen bevoegd zijn tot de bij de aanwijzing vermelde werkzaamheden in het kader van het verzamelen of verwerken van gegevens. Het doel van functiescheiding is om te zorgen dat de inbreuk op de privacy van de burger of organisatie zo beperkt mogelijk wordt gehouden. Door het verzamelen of verwerken van gegevens wordt een inbreuk gemaakt op de privacy van burgers. Er zitten in de verzameling gegevens van burgers die niet in onderzoek zijn en mogelijk ook nooit in aanmerking zullen komen voor een onderzoek in het kader van de goede taakuitvoering. Om deze burgers te beschermen worden via functiescheiding, zoals wettelijk verplicht is, de verzamelde gegevens alleen toegankelijk voor de medewerkers die toegang nodig hebben tot de gegevens voor het doen van onderzoek in het kader van de goede taakuitvoering.

Daar waar in een aantal wetsartikelen de aanwijzing van personen in het kader van functiescheiding bij het hoofd van de diensten is neergelegd (artikelen 24, tweede lid onder c, 45, zesde lid en 58, tweede lid van de wet), is deze bevoegdheid in de artikelen 47, 48 en 49 van de wet bij de Minister neergelegd. Wel is in alle gevallen de mogelijkheid opgenomen deze bevoegdheid te mandateren aan het hoofd van de dienst.

In het Aanwijzingsbesluit AIVD Functiescheiding 2018 is specifiek opgenomen welke personen bij uitsluiting van anderen bevoegd zijn tot het verrichten van de in de artikelen 47, 48 en 49 van de wet genoemde werkzaamheden. Overigens wijst dit Aanwijzingsbesluit ook de personen aan zoals bedoeld in, dan wel volgt uit, de artikelen 39, vierde lid, 43, achtste lid, 45, zesde lid en 58, tweede lid van de wet. Gelet op de AIVD-specifieke functies die in dit Aanwijzingsbesluit zijn genoemd, is dit besluit gerubriceerd en komt het niet voor publicatie in aanmerking.

Naar boven