Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 mei 2018, nr. IENW/BSK-2018/81959, tot wijziging van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport in verband met de verhoging van twee subsidieplafonds voor 2018

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 8, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 12 van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 7.753.000,–’ vervangen door ‘€ 12.753.000,–’.

2. In het derde lid wordt ‘€ 8.100.000,–’ vervangen door ‘€ 18.100.000,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

1. De wijziging

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en – innovaties in transport (hierna: de subsidieregeling). De subsidieregeling geeft een kader voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de totstandkoming van klimaattechnologieën en – innovaties in de sector transport en mobiliteit. Met de wijziging van de subsidieregeling wordt voorzien in een verhoging van de subsidieplafonds voor de projecten cofinanciering en voor de projecten experimentele ontwikkeling, – haalbaarheidsstudies en – proeftuin (hierna: demonstratieprojecten).

Projecten cofinanciering zijn gericht op de lokale infrastructuurvoorzieningen die gebruikt worden voor alternatieve brandstoffen en waarvoor reeds Europese subsidies zijn toegekend. In demonstratieprojecten wordt aan de hand van demonstraties, door middel van proeftuinen, experimentele ontwikkelingen en haalbaarheidsstudies, het gebruik van duurzame alternatieven in de transportsector geoptimaliseerd.

Met de beleidsintensivering van het kabinet op het gebied van klimaat zijn in 2018 meer middelen vrijgemaakt om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs na te leven. Dit heeft ertoe geleid dat onder andere € 15 miljoen extra beschikbaar is gesteld voor de subsidieregeling. De in die regeling opgenomen subsidieplafonds voor 2018 zijn reeds uitgeput. Dit heeft ertoe geleid dat aan kwalitatief goede projecten die op termijn een bijdrage kunnen leveren aan de klimaatdoelstelling voor de sector transport en mobiliteit geen subsidie kon worden verleend. Naar aanleiding van het beschikbaar komen van extra middelen is besloten om het subsidieplafond voor de projecten cofinanciering te verhogen met € 5 miljoen en het subsidieplafond voor de demonstratieprojecten met € 10 miljoen. Dit zal ertoe leiden dat wat betreft de projecten cofinanciering alsnog subsidie kan worden verleend voor projecten die reeds financiering van de EU toegewezen hebben gekregen, maar door loting zijn afgevallen voor een subsidie op grond van de subsidieregeling. Voorts kan voor meer demonstratieprojecten subsidie worden verleend. Het gaat hierbij om projecten waarvoor reeds een aanvraag om subsidie is ingediend en die positief zijn beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie op basis van de in de subsidieregeling opgenomen criteria.

2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden, zoals vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de doelgroep is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding. De verhoging van de plafonds leidt er immers toe dat voor meer projecten subsidie kan worden verleend.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven