BIJLAGE BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 2, EERSTE LID EN 3, EERSTE LID
I. Nadere aanduiding van investerings-, exploitatie-, onderhouds-, administratie-
en personeelskosten die rechtstreeks kunnen voortvloeien uit het voldoen aan een opdracht
als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de wet in verband met de toepassing van
artikel 47, eerste lid en artikel 48, eerste lid, van de wet
De kosten verbonden aan de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 53,
eerste lid, van de wet in verband met de toepassing van artikel 47, eerste lid, onderscheidenlijk
artikel 48, eerste lid, van de wet zijn declarabel voor zover wordt uitgegaan van
de salariskosten, vermeerderd met 5% voor andere kosten en voor zover de kosten betrekking
hebben op de volgende werkzaamheden:
|
Gerichte interceptie (artikel 47)
|
Onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (artikel 48)
|
|
1. Het voorbereiden van de interceptie
|
1. Het voorbereiden van de interceptie
|
|
1.1. Aannemen van de opdracht
|
1.1. Aannemen van de opdracht
|
|
1.2. Administratieve/technische toets
|
1.2. Administratieve/technische toets
|
|
1.3. Vaststellen plan van aanpak
|
1.3. Vaststellen plan van aanpak
|
|
1.4. Opbouw technische voorziening
|
1.4. Opbouw technische voorziening
|
|
1.5. Archiveren
|
1.5. Archiveren
|
|
1.6. Factureren
|
1.6. Factureren
|
| |
|
|
2. De uitvoering van de interceptie
|
2. De uitvoering van de interceptie
|
|
2.1. Invoeren van gegevens in het systeem
|
2.1. Instandhouden van de interceptie
|
|
2.2. Instandhouden van de interceptie
|
2.2. Archiveren
|
|
2.3. Archiveren
|
2.3. Factureren
|
|
2.4. Factureren
|
|
| |
|
|
3. Het verlengen van de interceptie
|
3. Het verlengen van de interceptie
|
|
3.1. Aannemen van de opdracht
|
3.1. Aannemen van de opdracht
|
|
3.2. Administratieve/technische toets
|
3.2. Administratieve/technische toets
|
|
3.3. Vaststellen plan van aanpak
|
3.3. Vaststellen plan van aanpak
|
|
3.4. Invoeren van gegevens in het systeem
|
3.4. Instandhouden van de interceptie
|
|
3.5. Instandhouden van de interceptie
|
3.5. Archiveren
|
|
3.6. Archiveren
|
3.6. Factureren
|
|
3.7. Factureren
|
|
| |
|
|
4. Het (vervroegd) afsluiten van de interceptie
|
4. Het (vervroegd) afsluiten van de interceptie
|
|
4.1. Aanname (vervroegde) afsluiting
|
4.1. Aanname (vervroegde) afsluiting
|
|
4.2. Administratieve/technische toets
|
4.2. Administratieve/technische toets
|
|
4.3. Vaststellen plan van aanpak
|
4.3. Vaststellen plan van aanpak
|
|
4.4. Invoeren van gegevens in het systeem of afbouw technische
|
4.4. Afbouw technische voorziening
|
|
voorziening
|
4.5. Archiveren
|
|
4.5. Archiveren
|
4.6. Factureren
|
|
4.6. Factureren
|
|
| |
|
|
5. Storingen
|
5. Storingen
|
|
5.1. Oplossen van storingen
|
5.1. Oplossen van storingen
|
|
5.2. Factureren
|
5.2. Factureren
|
II. Aanwijzingen voor de specificatie van kostenopgaven als bedoeld in de artikelen
2, tweede lid, en 3, tweede lid
Elke kostenopgave met betrekking tot de uitvoering van een opdracht als bedoeld in
artikel 53, eerste lid, van de wet in verband met de uitvoering van de bevoegdheid
als bedoeld in artikel 47, eerste lid, dan wel 48, eerste lid, van de wet, bevat een
specificatie ten aanzien van de verrichte werkzaamheden, de desbetreffende tijdsbesteding
en de daaruit voortvloeiende kosten.
Kostenopgaven bevatten voorts, voor zover van toepassing, de volgende gegevens op
de verrichte werkzaamheden:
-
a. kenmerk op de opdracht
-
b. dienst die de opdracht heeft gegeven
-
c. (indien van toepassing) werkzaamheden verricht door de betrokken derde partijen
-
d. startdatum en tijd van de interceptieactiviteiten
-
e. einddatum en tijd van de interceptieactiviteiten
-
f. contactpersoon voor de aanbieder bij de desbetreffende dienst
TOELICHTING
1. Inleiding
In de artikelen 51 tot en met 53 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017 (hierna: de wet) wordt voor aanbieders van communicatiediensten als bedoeld in
artikel 46, aanhef en onder a, van de wet de informatie- en medewerkingsplicht geregeld
bij de verwerving van telecommunicatie op grond van artikel 47 (gerichte interceptie1 van telecommunicatie) en artikel 48 (onderzoeksopdrachtgerichte interceptie van telecommunicatie).
Artikel 51 van de wet bepaalt dat deze paragraaf van toepassing is op de uitoefening
van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 47, eerste lid, waarvoor de medewerking
is vereist van een aanbieder van een communicatiedienst op wie niet reeds op grond
van artikel 13.2 van de Telecommunicatiewet (Tw) een verplichting tot medewerking
rust, alsmede op de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 48, eerste
lid, van de wet. Dat betekent dat deze paragraaf niet van toepassing is op aanbieders
van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten voor zover het gaat om de medewerking
aan een opdracht tot gerichte interceptie ex artikel 47, eerste lid. Hoofdstuk 13
van de Telecommunicatiewet regelt immers reeds die verplichte medewerking en regelt
voorts ook diverse andere aspecten in verband met de medewerking bij gerichte interceptie
van telecommunicatie door deze categorie aanbieders; het betreft onder meer de verplichting
om hun netwerken en diensten op voorhand aftapbaar te doen zijn (artikel 13.1 Tw),
de verplichting om aan een taplast medewerking te verlenen (artikel 13.2 Tw), maar
ook wordt voorzien in een regeling inzake de verdeling van de kosten verbonden aan
interceptie tussen de aanbieders en het Rijk (artikel 13.6 Tw).
Waar het gaat om de regeling inzake kostenverdeling in artikel 13.6 Tw geldt voor
de desbetreffende aanbieders een ten opzichte van de Wiv 2017 afwijkende regeling:
de investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten voor de technische voorzieningen
die nodig zijn om de netwerken en diensten aftapbaar te maken komen volledig ten laste
van de desbetreffende aanbieders; de administratie- en personeelskosten die rechtstreeks
voortvloeien uit het voldoen aan een (concrete) opdracht tot interceptie worden uit
’s-Rijks kas vergoed. In de Wiv 2017 is ervoor gekozen om in alle andere gevallen
(die onder de reikwijdte van paragraaf 3.2.5.6.4 vallen) aan de aanbieder van een
communicatiedienst die ingevolge artikel 53 verplicht is medewerking te verlenen aan
de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 53, eerste lid, naar redelijkheid
aanspraak te verlenen op vergoeding uit ’s Rijks kas van de investerings-, exploitatie-
en onderhoudskosten voor de technische voorzieningen die zijn of worden gemaakt teneinde
te kunnen voldoen aan de opdracht, alsmede van de door de aanbieder van een communicatiedienst
gemaakte administratie- en personeelskosten rechtstreeks voortvloeiend uit het voldoen
aan de opdracht (artikel 53, zevende lid).
In artikel 53, achtste lid, van de wet is aansluitend bepaald dat bij ministeriële
regeling regels worden gesteld met betrekking tot de vaststelling en de vergoeding
van de kosten, bedoeld in het zevende lid. Onderhavige regeling strekt daartoe. Daarbij
is deels aansluiting gezocht bij de inhoud van de Regeling kosten aftappen en gegevensverstrekking
die op grond van artikel 13.6, derde lid, Tw is vastgesteld. Met deze regeling wordt
duidelijkheid gegeven aan de aanbieder welke specifieke kosten voor vergoeding in
aanmerking komen en voorts biedt het de AIVD en de MIVD inzicht in de (te) verrichte(n)
werkzaamheden en de kosten van de daarvoor benodigde handelingen. In het onderstaande
zal op de diverse onderdelen van de regeling worden ingegaan.
Aangezien de Wiv 2017 van ook van toepassing is op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
(artikel 140 Wiv 20..), geldt onderhavige regeling ook ingeval artikel 53 toepassing
vindt ten aanzien van een aanbieder van een communicatiedienst, die is gevestigd in
een van deze openbare lichamen.
2. Voor vergoeding in aanmerking komende kosten
In artikel 53, zevende lid, van de wet is bepaald welke kosten naar redelijkheid voor
vergoeding uit ’s-Rijks kas in aanmerking komen. Deze vallen in twee categorieën uiteen:
-
(1) de investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten voor de technische voorzieningen
die zijn of worden gemaakt teneinde te kunnen voldoen aan een opdracht als bedoeld
in artikel 47, eerste lid, of artikel 48, eerste lid, van de wet, en
-
(2) de administratie- en personeelskosten rechtstreeks voortvloeiend uit het voldoen aan
een dergelijke opdracht.
Eerstgenoemde categorie ziet op de kosten die door een aanbieder gemaakt moeten worden om de door hem aangeboden
communicatiedienst in technische zin geschikt te maken voor het uit kunnen voeren
van een opdracht tot interceptie. Dat zal veelal een eenmalige investering betreffen,
die in de gevallen waar deze regeling op betrekking heeft bovendien pas aan de orde
komt indien een aanbieder als hier bedoeld voor het eerst wordt geconfronteerd met
een opdracht ex artikel 47, eerste lid (gerichte interceptie), of 48, eerste lid (onderzoeksopdrachtgerichte
interceptie), van de wet. Anders dan bij de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken
en -diensten waarop hoofdstuk 13 Tw van toepassing is, is hier geen sprake van een
aftapbaarheidsverplichting (ex artikel 13.1 Tw) waaraan, voorafgaand aan het aanbieden
van het netwerk of de dienst, voldaan dient te zijn. Er zit tussen beide vormen van
interceptie bovendien een markant verschil. Voor de eerste vorm van interceptie (gericht)
zal de aan te brengen voorziening (voor zover die al niet aanwezig is) veelal makkelijker
(en sneller) te realiseren zijn en naar verwachting minder kosten met zich meebrengen,
dan voor de tweede vorm van interceptie (onderzoeksopdrachtgericht). De tweede vorm
van interceptie is voorts andersoortig van karakter, aangezien het ziet op de interceptie
van grote hoeveelheden communicatie, en de aan te brengen voorziening zal naar verwachting
op maat voor het door de desbetreffende aanbieder gebruikte technische systeem moeten
worden ontworpen. Tot de eerstgenoemde categorie moeten ten slotte ook de kosten worden
gerekend die door de aanbieder van een communicatiedienst worden gemaakt om te voldoen
aan de verplichting ex artikel 53, zesde lid, van de wet. Op grond daarvan is de aanbieder
gehouden om de door hem getroffen voorzieningen van technische aard als onderdeel
van de van hem verlangde medewerking voor een periode van een jaar na afloop van de
periode waarvoor de opdracht als bedoeld in het eerste lid is gegeven in stand te
houden. Het zal hier voornamelijk om onderhoudskosten gaan. Overigens kan de Minister
of namens deze het hoofd van de dienst ontheffing verlenen van de hier genoemde verplichting
(artikel 53, zesde lid, laatste volzin).
De tweede categorie ziet zowel op administratie- en personeelskosten die gerelateerd zijn aan (1) het
treffen van de noodzakelijke technische voorzieningen om de communicatiedienst aftapbaar
te maken (als onderdeel van de opgedragen verplichting tot medewerking) als (2) die
gerelateerd zijn aan de opdrachten waarbij de aanbieder verplicht wordt mee te werken
aan de daadwerkelijke interceptie van communicatie en de doorgifte van de desbetreffende
gegevens aan de diensten. Wat betreft de onder 2 genoemde opdrachten, wordt opgemerkt
dat ingeval van een opdracht tot gerichte interceptie (artikel 46 van de wet) de situatie (grotendeels) overeen zal komen met
de kosten die ook op grond van artikel 13.6 Tw worden vergoed aan aanbieders van openbare
telecommunicatienetwerken en -diensten voor het voldoen aan een door de opsporingsinstanties
of een inlichtingen- en veiligheidsdienst afgegeven taplast. In de Regeling kosten
aftappen en gegevensverstrekking is daarvoor een specifieke regeling getroffen. Bij
een opdracht tot onderzoeksopdrachtgerichte interceptie is de situatie in die zin
anders dat niet de opdracht wordt gegeven om de communicatie op een specifiek nummer
(telefoonnummer, IP-adres en dergelijke van een bepaalde persoon of organisatie) aan
de diensten door te geven, maar – al naar gelang het gaat om niet-kabelgebonden of
kabelgebonden communicatie – alle communicatie (in bulk) die afkomstig is van een
bepaald satellietkanaal of getransporteerd wordt via een bepaald deel van een glasvezel
(duplicatie datastroom) en welke (vermoedelijk) is gerelateerd aan een of meer specifieke
onderzoeksopdrachten, waarvoor op grond van artikel 48 van de wet toestemming is gegeven.
De aldus aan de diensten doorgegeven communicatie wordt vervolgens op de voet van
het bepaalde in artikel 49 en 50 van de wet verder verwerkt door de diensten. Bij
de uitvoering van de interceptie is in beginsel geen actieve rol weggelegd voor de
aanbieder.
Tot slot wordt opgemerkt dat in artikel 53, zevende lid, van de wet is bepaald dat
de aanbieder naar redelijkheid aanspraak heeft op de vergoeding van de door hem gemaakte of te maken kosten als
hier bedoeld. Dat betekent dat alleen kosten die direct herleidbaar zijn tot het treffen
van de noodzakelijke technische voorzieningen en de uitvoering van een opdracht tot
interceptie voor vergoeding in aanmerking komen. Indien het (langdurig) uitvoering
geven aan een dergelijke opdracht tot intercepteren het bijvoorbeeld noodzakelijk
maakt om extra personeel aan te nemen komt dat voor vergoeding in aanmerking. Kosten
die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd, blijven buiten
beschouwing van de vaststelling van de vergoeding door het hoofd van de desbetreffende
dienst.
3. Kostenopgave en informatieplicht
In de artikelen 2 en 3 worden regels gesteld voor de opgave van de kosten door de
aanbieder. Artikel 2 ziet op de kosten die verband houden met het treffen van de benodigde
technische voorzieningen om de technische aftapbaarheid van de communicatie te realiseren,
alsmede de daarmee verband houdende exploitatie- en onderhoudskosten. Artikel 3 ziet
op de administratie- en personeelskosten die verband houden met de uitvoering van
een opdracht. Voor beide situaties geldt in beginsel dat de kostenopgave wordt ingediend
na afloop van de werkzaamheden (het aanbrengen van de technische voorzieningen en
het plegen van onderhoud alsmede het uitvoeren van de concrete opdracht tot interceptie;
artikel 2, derde lid, en artikel 3, derde lid). Waar het gaat om de kosten voor de
te treffen technische voorzieningen of kosten voor (de inhuur van extra) personeel
biedt de regeling de mogelijkheid om de opgave ook voorafgaand aan het treffen van
de voorzieningen of de inhuur van extra personeel worden ingediend (artikel 2 en 3,
vierde lid); daarbij kan ook worden overeengekomen, dat de kostenopgave in fasen wordt
ingediend. De reden voor het openen van deze mogelijkheid is dat – met name waar het
gaat om het aanbrengen van technische voorzieningen ten behoeve van een onderzoeksopdrachtgerichte
interceptie – de (totale) kosten van de aan te brengen technische voorzieningen of
het langdurig inzetten van (schaars) gespecialiseerd personeel een zodanige omvang
(kunnen) hebben, dat het niet redelijk is om – ook rekening houdend met de financiële
positie van de desbetreffende aanbieder – die kosten door de aanbieder te laten voorfinancieren.
Tevens biedt dit de mogelijkheid aan de diensten en de aanbieder om naar aanleiding
van de voorbereidende gesprekken door middel van een offerte overeenstemming te bereiken
over de noodzakelijk geachte kosten nog voordat deze hebben plaatsgevonden en in goede
samenwerking te bepalen of deze kosten als redelijk zijn aan te merken. De kostenopgave
wordt ingediend bij het hoofd van de desbetreffende dienst en dient te voldoen aan
de in de regeling gestelde eisen.
In de bijlage bij de regeling is – uitgesplitst naar type interceptie (gericht dan
wel onderzoeksopdrachtgericht) – nader gespecificeerd welke activiteiten te onderscheiden
zijn en voor vergoeding in aanmerking komen. Verder wordt bepaald welke kostensoorten
declarabel zijn. Het gaat hier primair om de directe personele lasten, te weten de
salariskosten, die in een uurtarief kunnen worden uitgedrukt. Voor andere, bijkomende
kosten kan een opslag van ten hoogste 5% op dat tarief worden gehanteerd. In paragraaf
5 van deze toelichting zullen – waar nodig – de verschillende onderdelen van de bijlage
nader worden toegelicht.
Ongeacht de hoogte van de kostenopgave kan het voor het hoofd van de dienst gewenst
zijn nader inzicht te krijgen in de wijze waarop de kostenopgave tot stand is gekomen.
Op grond van artikel 4 kan het hoofd van de dienst de aanbieder om nadere informatie
verzoeken; de aanbieder is gehouden die informatie te verstrekken. Het kan daarbij
in ieder geval gaan om een toelichting op de verrichte of te verrichten werkzaamheden
en een toelichting op het kostenniveau, waaronder voor zover van toepassing, het gehanteerde
uurtarief. Indien dat noodzakelijk is voor een beoordeling van de kostenopgave kan
het hoofd van de dienst de aanbieder ook vragen om een accountantsverklaring over
de kostenopgave te verstrekken. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de kosten die
een aanbieder moet maken voor het nader onderbouwen van een kostenopgave, met inbegrip
van de kosten van een accountantsverklaring, voor zijn rekening blijven.
4. Vaststelling vergoeding door het hoofd van de dienst
In artikel 5, eerste lid, van de regeling is geregeld dat indien het hoofd van de
dienst van oordeel is dat de kosten zoals die zijn opgenomen in de kostenopgave als
bedoeld in artikel 2 dan wel artikel 3 naar redelijkheid voor vergoeding in aanmerking
komen, hij de vergoeding vaststelt op het gedeclareerde bedrag. Indien het hoofd van
de dienst van oordeel is dat de kosten, zoals opgenomen in de kostenopgave als bedoeld
in artikel 2 dan wel artikel 3, naar redelijkheid niet dan wel slechts ten dele voor
vergoeding in aanmerking komen, stelt hij de vergoeding dienovereenkomstig vast. In
laatstgenoemd geval ligt het in de rede dat daaraan voorafgaand met de desbetreffende
aanbieder nader overleg heeft plaatsgevonden en deze – al dan niet met toepassing
van het bepaalde in artikel 4 – ter zake van de door hem ingediende kostenopgave nadere
informatie heeft verstrekt. Tegen het besluit is de mogelijkheid van bezwaar en beroep
overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht opengesteld, waarbij is aangesloten bij
hetgeen voor vergelijkbare besluiten op grond van artikel 13.6 Telecommunicatiewet
gelet, te weten beroep bij de rechtbank Rotterdam en hoger beroep bij het College
van beroep voor het bedrijfsleven. Overigens zal de inspanning vanuit de overheid
er primair op gericht zijn om een gang naar de rechter te voorkomen. In voorkomend
geval kan er bijvoorbeeld voor mediation worden gekozen. Via bemiddeling door een
onafhankelijke, door beide partijen aangewezen derde (mediator) kan worden getracht
een eventueel meningsverschil over bijvoorbeeld de hoogte van de voor vergoeding in
aanmerking komende kosten langs deze weg op te lossen. Gelet op het gevoelige en staatsgeheime
karakter van de interceptie-activiteiten van de diensten verdient een dergelijke vorm
van conflictoplossing de voorkeur.
5. Toelichting op de elementen uit de bijlage
In de bijlage zijn – uitgesplitst naar gerichte interceptie en onderzoeksopdrachtgerichte
interceptie – (limitatief) de werkzaamheden benoemd die – naar redelijkheid – voor
vergoeding in aanmerking komen. In het onderstaande wordt per element een korte nadere
duiding gegeven.
Gerichte interceptie (fasen)
-
1. Onder het voorbereiden van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin hem formeel opgedragen wordt
mee te werken. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk
nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.
-
• De aanbieder verricht een administratieve/technische toets. Door de aanbieder wordt
gecontroleerd of degene waarop de opdracht betrekking heeft nog klant is van de aanbieder.
Daarnaast wordt gekeken naar de (technische) mogelijkheden en de impact van uitvoering
van de opdracht.
-
• Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin de voorgenomen werkwijze
voor het mogelijk maken van interceptie vastgelegd wordt.
-
• De aanbieder realiseert de voor de interceptie noodzakelijke technische voorziening:
de aanbieder kan de opbouw van de voorziening zelf verrichten, maar kan dit ook uitbesteden.
Bij dit laatste kan gedacht worden aan uitbesteding aan een hiertoe op te richten
of opgerichte organisatie zoals de Nationale Beheersorganisatie Internet Providers
(NBIP).Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt
worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
2. Onder het uitvoeren van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• Zodra de technische voorziening is aangebracht, kan tot interceptie worden overgegaan.
De aanbieder verricht handelingen om de interceptie te activeren. Hiertoe behoort
het invoeren van gegevens in het systeem, zoals kenmerken van degene waarop de interceptie
betrekking heeft en de begin- en de eindtijd en -datum.
-
• Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit
technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is.
Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten
gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
3. Onder het verlengen van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin de in fase 1 formeel opgedragen
medewerking wordt verlengd. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd
die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.
-
• De aanbieder verricht een beperkte administratieve/technische toets. De aanbieder
controleert of degene waarop de opdracht betrekking heeft nog klant is van de aanbieder.
Daarnaast bekijkt de aanbieder of de interceptie door kan gaan op de eerder vastgestelde
wijze.
-
• Indien noodzakelijk kunnen de dienst en de aanbieder een nieuw of aangepast plan van
aanpak opstellen.
-
• Indien noodzakelijk verricht de aanbieder aanpassingen aan de technische voorziening.
Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.
-
• De interceptie wordt feitelijk verlengd. De aanbieder verricht handelingen om de interceptie
te activeren. Hiertoe behoort het invoeren van gegevens in het systeem, zoals kenmerken
van het subject en de begin- en de eindtijd en -datum.
-
• Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit
technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is.
Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten
gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
4. Onder de afsluiting van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht teneinde de interceptie te beëindigen.
Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om
de opdracht in ontvangst te nemen.
-
• De aanbieder verricht een administratieve/technische toets om te bezien hoe de interceptie
afgesloten kan worden en wat voor impact dit heeft.
-
• Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin wordt vastgelegd hoe
de interceptie afgesloten wordt en of en zo ja, hoe de technische voorziening verwijderd
wordt.
-
• De technische voorziening wordt afgesloten en al dan niet afgebouwd. Bij deze activiteit(en)
kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
5. Onder storingen vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• Het oplossen van storingen ten aanzien van de interceptie betreft handelingen die
nodig zijn om te controleren waarom de interceptie vermeend of feitelijk niet functioneert.
Hieronder wordt niet verstaan het oplossen van feitelijke storingen in het systeem
van de aanbieder. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten
gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
Onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (fasen)
-
1. Onder het voorbereiden van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin hem formeel opgedragen wordt
mee te werken. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk
nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.
-
• De aanbieder verricht een administratieve/technische toets, waarbij wordt gekeken
naar de (technische) mogelijkheden en de impact daarvan.
-
• Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin de voorgenomen werkwijze
voor het mogelijk maken van interceptie vastgelegd wordt.
-
• De technische voorziening wordt in gezamenlijkheid (dienst en aanbieder) opgebouwd.
Dit betreft maatwerk en kan per geval anders zijn. Het inhoudelijk afhandelen van
de datastroom gebeurt door de dienst. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-
en exploitatiekosten gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
2. Onder het uitvoeren van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• Zodra de technische voorziening is aangebracht, kan door de dienst tot interceptie
worden overgegaan. Hierbij is in beginsel geen actieve rol weggelegd voor de aanbieder.
In geval door de dienst anders opgedragen wordt, kunnen bij deze activiteit(en) tevens
investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.
-
• Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit
technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is.
Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten
gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
3. Onder het verlengen van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin de in fase 1 formeel opgedragen
medewerking wordt verlengd. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd
die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.
-
• De aanbieder verricht een beperkte administratieve/technische toets en bekijkt daarbij
of de interceptie door kan gaan op de eerder vastgestelde wijze.
-
• Indien noodzakelijk kunnen de dienst en de aanbieder een nieuw of aangepast plan van
aanpak opstellen.
-
• Indien noodzakelijk verricht de aanbieder aanpassingen aan de technische voorziening.
Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.
-
• De interceptie wordt feitelijk verlengd. Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd
wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt
onderhoud indien dit noodzakelijk is. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-,
exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
4. Onder de afsluiting van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
-
• De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht teneinde de interceptie te beëindigen.
Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om
de opdracht in ontvangst te nemen. De aanbieder verricht een administratieve/technische
toets om te bezien hoe de interceptie beëindigd kan worden en wat voor impact dit
heeft.
-
• Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin wordt vastgelegd hoe
de interceptie afgesloten wordt en of en zo ja, hoe de technische voorziening verwijderd
wordt.
-
• De technische voorziening wordt afgesloten en al dan niet afgebouwd. Bij deze activiteit(en)
kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
-
5. Onder storingen vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:
Het oplossen van storingen bij de interceptie betreft handelingen die nodig zijn om
te controleren waarom de interceptie vermeend of feitelijk niet functioneert. Hieronder
wordt niet verstaan het oplossen van feitelijke storingen in het systeem van de aanbieder.
Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.
-
• De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd
te worden.
-
• De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding
wordt naar de opdrachtgever gezonden.
6. Administratieve lasten voor de aanbieders
Deze regeling heeft tot gevolg dat de aanbieders geheel nieuwe werkzaamheden moeten
gaan verrichten. Beoogd is de regeling zodanig in te richten dat de administratieve
lasten van de aanbieders tot het minimum worden beperkt. Ook om die reden wordt in
de regeling duidelijkheid verschaft over de werkzaamheden en kostensoorten die declarabel
zijn. Aangezien de diensten de direct verband houdende kosten zoals nader aangeduid
in deze regeling volledig, doch naar redelijkheid vergoeden, zijn de regeldrukeffecten
voor de sector wat dat betreft nihil. Het verantwoorden van gemaakte kosten is evenwel
een administratieve last die voor rekening van het bedrijfsleven komt. Dit is een
gebruikelijke en redelijke eis om voor vergoeding van kosten door de overheid in aanmerking
te kunnen komen. Indien dat noodzakelijk is voor een beoordeling van de kostenopgave
kan het hoofd van de dienst de aanbieder ook vragen om een accountantsverklaring over
de kostenopgave te verstrekken. De kosten van de accountantsverklaring zijn voor rekening
van de aanbieder. In het algemeen kan gesteld worden dat het vragen om een accountantsverklaring
een uitzondering betreft en daar alleen sprake van kan zijn als de diensten en de
aanbieder er in goed onderling overleg niet uitkomen. Mocht er toch sprake zijn van
een accountantsverklaring, dan kunnen de kosten hiervoor als volgt worden geschat.
De kosten voor de accountantsverklaring kunnen alleen betrekking hebben op de hoogte
van het salaris van de betrokken medewerkers en de tijd die in rekening gebracht wordt.
Voor een accountantsverklaring kan worden uitgegaan van drie uur per verklaring tegen
een uurtarief van gemiddeld € 200. In het algemeen zal een accountantsverklaring ook
voor toekomstige declaraties die vergelijkbaar zijn, een afdoende onderbouwing kunnen
bieden. Om die reden wordt hier voorshands ervan uitgegaan dat gemiddeld niet vaker
dan één keer per jaar een accountantsverklaring verstrekt zal moeten worden. Alle
bedrijven uit de internet- en telecommunicatiesector kunnen in potentie worden verplicht
tot medewerking. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat bij een zeer beperkt aantal
bedrijven interceptie- of informatieverstrekkingsactiviteiten zullen worden verricht,
en dat evenmin valt te verwachten dat van elke aanbieder die wel deze activiteiten
verricht een accountantsverklaring gevraagd zal worden. Het is in verband met afscherming
van de modus operandi niet mogelijk een meer precieze inschatting te maken van bedrijven
die feitelijk effecten zullen ondervinden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren