Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie van 20 april 2018, nr. 2018-0000241494, houdende vaststelling van regels inzake de vaststelling en vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 53, achtste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Regeling kosten aftappen Wiv 2017)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie,

Gelet op artikel 53, achtste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

b. aanbieder:

aanbieder van een communicatiedienst;

c. hoofd van de dienst:

het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst dan wel het hoofd van de Militaire Inlichtingen- en veiligheidsdienst.

Artikel 2

  • 1. De aanbieder doet aan het hoofd van de dienst een opgave van de door hem gemaakte investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten, zoals nader aangeduid in de bij deze regeling behorende bijlage, voor de technische voorzieningen die door hem zijn getroffen teneinde te kunnen voldoen aan een opdracht als bedoeld in 53, eerste lid, van de wet. Het bepaalde in de eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de gemaakte kosten in verband met het in stand houden van de door een aanbieder getroffen technische voorzieningen als bedoeld in artikel 53, zesde lid, van de wet.

  • 2. De kostenopgave bevat een omschrijving van de getroffen technische voorzieningen alsmede een nauwkeurige specificatie van de direct daaraan gerelateerde kosten, uitgesplitst naar investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten. De kostenopgave wordt opgesteld overeenkomstig de in de bijlage gegeven aanwijzingen.

  • 3. De kostenopgave wordt ingediend nadat de opdracht is voltooid.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan een aanbieder een kostenopgave van de door hem te maken investeringskosten bij het hoofd van de dienst indienen voorafgaand aan het treffen van de vereiste technische voorzieningen, indien dit in overleg met de desbetreffende dienst is overeengekomen.

Artikel 3

  • 1. De aanbieder doet aan het hoofd van de dienst een opgave van de door hem gemaakte administratie- en personeelskosten, zoals nader aangeduid in de bij deze regeling behorende bijlage, die rechtstreeks voortvloeien uit het voldoen aan een opdracht als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de wet.

  • 2. De kostenopgave bevat een specificatie van de verrichte werkzaamheden als aangeduid in de bijlage bij deze regeling en van de desbetreffende tijdsbesteding. De kostenopgave wordt opgesteld overeenkomstig de in de bijlage gegeven aanwijzingen.

  • 3. De kostenopgave wordt ingediend nadat de opdracht is voltooid.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan een aanbieder een kostenopgave van de door hem te maken personeelskosten bij het hoofd van de dienst indienen voorafgaand aan het uitvoeren van de opdracht, indien dit met de dienst is overeengekomen.

Artikel 4

Indien de kostenopgave als bedoeld in de artikelen 2 en 3 onvoldoende duidelijkheid verschaft, kan het hoofd van de dienst de aanbieder verzoeken nadere informatie over de kostenopgave te verstrekken, waaronder:

  • a. een toelichting op de verrichte of te verrichten werkzaamheden,

  • b. een toelichting op het kostenniveau, waaronder voor zover van toepassing, het gehanteerde uurtarief;

  • c. een accountantsverklaring omtrent de kostenopgave.

Artikel 5

  • 1. Indien het hoofd van de dienst van oordeel is dat de kosten, zoals opgenomen in de kostenopgave als bedoeld in artikel 2 en artikel 3, naar redelijkheid voor vergoeding in aanmerking komen, wordt de vergoeding vastgesteld op het gedeclareerde bedrag.

  • 2. Indien het hoofd van de dienst van oordeel is dat de kosten, zoals opgenomen in de kostenopgave als bedoeld in artikel 2 en artikel 3, naar redelijkheid niet dan wel slechts ten dele voor vergoeding in aanmerking komen, stelt hij de vergoeding dienovereenkomstig vast.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2018.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kosten aftappen Wiv 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

BIJLAGE BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 2, EERSTE LID EN 3, EERSTE LID

I. Nadere aanduiding van investerings-, exploitatie-, onderhouds-, administratie- en personeelskosten die rechtstreeks kunnen voortvloeien uit het voldoen aan een opdracht als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de wet in verband met de toepassing van artikel 47, eerste lid en artikel 48, eerste lid, van de wet

De kosten verbonden aan de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de wet in verband met de toepassing van artikel 47, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 48, eerste lid, van de wet zijn declarabel voor zover wordt uitgegaan van de salariskosten, vermeerderd met 5% voor andere kosten en voor zover de kosten betrekking hebben op de volgende werkzaamheden:

Gerichte interceptie (artikel 47)

Onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (artikel 48)

1. Het voorbereiden van de interceptie

1. Het voorbereiden van de interceptie

1.1. Aannemen van de opdracht

1.1. Aannemen van de opdracht

1.2. Administratieve/technische toets

1.2. Administratieve/technische toets

1.3. Vaststellen plan van aanpak

1.3. Vaststellen plan van aanpak

1.4. Opbouw technische voorziening

1.4. Opbouw technische voorziening

1.5. Archiveren

1.5. Archiveren

1.6. Factureren

1.6. Factureren

   

2. De uitvoering van de interceptie

2. De uitvoering van de interceptie

2.1. Invoeren van gegevens in het systeem

2.1. Instandhouden van de interceptie

2.2. Instandhouden van de interceptie

2.2. Archiveren

2.3. Archiveren

2.3. Factureren

2.4. Factureren

 
   

3. Het verlengen van de interceptie

3. Het verlengen van de interceptie

3.1. Aannemen van de opdracht

3.1. Aannemen van de opdracht

3.2. Administratieve/technische toets

3.2. Administratieve/technische toets

3.3. Vaststellen plan van aanpak

3.3. Vaststellen plan van aanpak

3.4. Invoeren van gegevens in het systeem

3.4. Instandhouden van de interceptie

3.5. Instandhouden van de interceptie

3.5. Archiveren

3.6. Archiveren

3.6. Factureren

3.7. Factureren

 
   

4. Het (vervroegd) afsluiten van de interceptie

4. Het (vervroegd) afsluiten van de interceptie

4.1. Aanname (vervroegde) afsluiting

4.1. Aanname (vervroegde) afsluiting

4.2. Administratieve/technische toets

4.2. Administratieve/technische toets

4.3. Vaststellen plan van aanpak

4.3. Vaststellen plan van aanpak

4.4. Invoeren van gegevens in het systeem of afbouw technische

4.4. Afbouw technische voorziening

voorziening

4.5. Archiveren

4.5. Archiveren

4.6. Factureren

4.6. Factureren

 
   

5. Storingen

5. Storingen

5.1. Oplossen van storingen

5.1. Oplossen van storingen

5.2. Factureren

5.2. Factureren

II. Aanwijzingen voor de specificatie van kostenopgaven als bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid

Elke kostenopgave met betrekking tot de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de wet in verband met de uitvoering van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 47, eerste lid, dan wel 48, eerste lid, van de wet, bevat een specificatie ten aanzien van de verrichte werkzaamheden, de desbetreffende tijdsbesteding en de daaruit voortvloeiende kosten.

Kostenopgaven bevatten voorts, voor zover van toepassing, de volgende gegevens op de verrichte werkzaamheden:

  • a. kenmerk op de opdracht

  • b. dienst die de opdracht heeft gegeven

  • c. (indien van toepassing) werkzaamheden verricht door de betrokken derde partijen

  • d. startdatum en tijd van de interceptieactiviteiten

  • e. einddatum en tijd van de interceptieactiviteiten

  • f. contactpersoon voor de aanbieder bij de desbetreffende dienst

TOELICHTING

1. Inleiding

In de artikelen 51 tot en met 53 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (hierna: de wet) wordt voor aanbieders van communicatiediensten als bedoeld in artikel 46, aanhef en onder a, van de wet de informatie- en medewerkingsplicht geregeld bij de verwerving van telecommunicatie op grond van artikel 47 (gerichte interceptie1 van telecommunicatie) en artikel 48 (onderzoeksopdrachtgerichte interceptie van telecommunicatie). Artikel 51 van de wet bepaalt dat deze paragraaf van toepassing is op de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 47, eerste lid, waarvoor de medewerking is vereist van een aanbieder van een communicatiedienst op wie niet reeds op grond van artikel 13.2 van de Telecommunicatiewet (Tw) een verplichting tot medewerking rust, alsmede op de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de wet. Dat betekent dat deze paragraaf niet van toepassing is op aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten voor zover het gaat om de medewerking aan een opdracht tot gerichte interceptie ex artikel 47, eerste lid. Hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet regelt immers reeds die verplichte medewerking en regelt voorts ook diverse andere aspecten in verband met de medewerking bij gerichte interceptie van telecommunicatie door deze categorie aanbieders; het betreft onder meer de verplichting om hun netwerken en diensten op voorhand aftapbaar te doen zijn (artikel 13.1 Tw), de verplichting om aan een taplast medewerking te verlenen (artikel 13.2 Tw), maar ook wordt voorzien in een regeling inzake de verdeling van de kosten verbonden aan interceptie tussen de aanbieders en het Rijk (artikel 13.6 Tw).

Waar het gaat om de regeling inzake kostenverdeling in artikel 13.6 Tw geldt voor de desbetreffende aanbieders een ten opzichte van de Wiv 2017 afwijkende regeling: de investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten voor de technische voorzieningen die nodig zijn om de netwerken en diensten aftapbaar te maken komen volledig ten laste van de desbetreffende aanbieders; de administratie- en personeelskosten die rechtstreeks voortvloeien uit het voldoen aan een (concrete) opdracht tot interceptie worden uit ’s-Rijks kas vergoed. In de Wiv 2017 is ervoor gekozen om in alle andere gevallen (die onder de reikwijdte van paragraaf 3.2.5.6.4 vallen) aan de aanbieder van een communicatiedienst die ingevolge artikel 53 verplicht is medewerking te verlenen aan de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 53, eerste lid, naar redelijkheid aanspraak te verlenen op vergoeding uit ’s Rijks kas van de investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten voor de technische voorzieningen die zijn of worden gemaakt teneinde te kunnen voldoen aan de opdracht, alsmede van de door de aanbieder van een communicatiedienst gemaakte administratie- en personeelskosten rechtstreeks voortvloeiend uit het voldoen aan de opdracht (artikel 53, zevende lid).

In artikel 53, achtste lid, van de wet is aansluitend bepaald dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld met betrekking tot de vaststelling en de vergoeding van de kosten, bedoeld in het zevende lid. Onderhavige regeling strekt daartoe. Daarbij is deels aansluiting gezocht bij de inhoud van de Regeling kosten aftappen en gegevensverstrekking die op grond van artikel 13.6, derde lid, Tw is vastgesteld. Met deze regeling wordt duidelijkheid gegeven aan de aanbieder welke specifieke kosten voor vergoeding in aanmerking komen en voorts biedt het de AIVD en de MIVD inzicht in de (te) verrichte(n) werkzaamheden en de kosten van de daarvoor benodigde handelingen. In het onderstaande zal op de diverse onderdelen van de regeling worden ingegaan.

Aangezien de Wiv 2017 van ook van toepassing is op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (artikel 140 Wiv 20..), geldt onderhavige regeling ook ingeval artikel 53 toepassing vindt ten aanzien van een aanbieder van een communicatiedienst, die is gevestigd in een van deze openbare lichamen.

2. Voor vergoeding in aanmerking komende kosten

In artikel 53, zevende lid, van de wet is bepaald welke kosten naar redelijkheid voor vergoeding uit ’s-Rijks kas in aanmerking komen. Deze vallen in twee categorieën uiteen:

  • (1) de investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten voor de technische voorzieningen die zijn of worden gemaakt teneinde te kunnen voldoen aan een opdracht als bedoeld in artikel 47, eerste lid, of artikel 48, eerste lid, van de wet, en

  • (2) de administratie- en personeelskosten rechtstreeks voortvloeiend uit het voldoen aan een dergelijke opdracht.

Eerstgenoemde categorie ziet op de kosten die door een aanbieder gemaakt moeten worden om de door hem aangeboden communicatiedienst in technische zin geschikt te maken voor het uit kunnen voeren van een opdracht tot interceptie. Dat zal veelal een eenmalige investering betreffen, die in de gevallen waar deze regeling op betrekking heeft bovendien pas aan de orde komt indien een aanbieder als hier bedoeld voor het eerst wordt geconfronteerd met een opdracht ex artikel 47, eerste lid (gerichte interceptie), of 48, eerste lid (onderzoeksopdrachtgerichte interceptie), van de wet. Anders dan bij de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten waarop hoofdstuk 13 Tw van toepassing is, is hier geen sprake van een aftapbaarheidsverplichting (ex artikel 13.1 Tw) waaraan, voorafgaand aan het aanbieden van het netwerk of de dienst, voldaan dient te zijn. Er zit tussen beide vormen van interceptie bovendien een markant verschil. Voor de eerste vorm van interceptie (gericht) zal de aan te brengen voorziening (voor zover die al niet aanwezig is) veelal makkelijker (en sneller) te realiseren zijn en naar verwachting minder kosten met zich meebrengen, dan voor de tweede vorm van interceptie (onderzoeksopdrachtgericht). De tweede vorm van interceptie is voorts andersoortig van karakter, aangezien het ziet op de interceptie van grote hoeveelheden communicatie, en de aan te brengen voorziening zal naar verwachting op maat voor het door de desbetreffende aanbieder gebruikte technische systeem moeten worden ontworpen. Tot de eerstgenoemde categorie moeten ten slotte ook de kosten worden gerekend die door de aanbieder van een communicatiedienst worden gemaakt om te voldoen aan de verplichting ex artikel 53, zesde lid, van de wet. Op grond daarvan is de aanbieder gehouden om de door hem getroffen voorzieningen van technische aard als onderdeel van de van hem verlangde medewerking voor een periode van een jaar na afloop van de periode waarvoor de opdracht als bedoeld in het eerste lid is gegeven in stand te houden. Het zal hier voornamelijk om onderhoudskosten gaan. Overigens kan de Minister of namens deze het hoofd van de dienst ontheffing verlenen van de hier genoemde verplichting (artikel 53, zesde lid, laatste volzin).

De tweede categorie ziet zowel op administratie- en personeelskosten die gerelateerd zijn aan (1) het treffen van de noodzakelijke technische voorzieningen om de communicatiedienst aftapbaar te maken (als onderdeel van de opgedragen verplichting tot medewerking) als (2) die gerelateerd zijn aan de opdrachten waarbij de aanbieder verplicht wordt mee te werken aan de daadwerkelijke interceptie van communicatie en de doorgifte van de desbetreffende gegevens aan de diensten. Wat betreft de onder 2 genoemde opdrachten, wordt opgemerkt dat ingeval van een opdracht tot gerichte interceptie (artikel 46 van de wet) de situatie (grotendeels) overeen zal komen met de kosten die ook op grond van artikel 13.6 Tw worden vergoed aan aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten voor het voldoen aan een door de opsporingsinstanties of een inlichtingen- en veiligheidsdienst afgegeven taplast. In de Regeling kosten aftappen en gegevensverstrekking is daarvoor een specifieke regeling getroffen. Bij een opdracht tot onderzoeksopdrachtgerichte interceptie is de situatie in die zin anders dat niet de opdracht wordt gegeven om de communicatie op een specifiek nummer (telefoonnummer, IP-adres en dergelijke van een bepaalde persoon of organisatie) aan de diensten door te geven, maar – al naar gelang het gaat om niet-kabelgebonden of kabelgebonden communicatie – alle communicatie (in bulk) die afkomstig is van een bepaald satellietkanaal of getransporteerd wordt via een bepaald deel van een glasvezel (duplicatie datastroom) en welke (vermoedelijk) is gerelateerd aan een of meer specifieke onderzoeksopdrachten, waarvoor op grond van artikel 48 van de wet toestemming is gegeven. De aldus aan de diensten doorgegeven communicatie wordt vervolgens op de voet van het bepaalde in artikel 49 en 50 van de wet verder verwerkt door de diensten. Bij de uitvoering van de interceptie is in beginsel geen actieve rol weggelegd voor de aanbieder.

Tot slot wordt opgemerkt dat in artikel 53, zevende lid, van de wet is bepaald dat de aanbieder naar redelijkheid aanspraak heeft op de vergoeding van de door hem gemaakte of te maken kosten als hier bedoeld. Dat betekent dat alleen kosten die direct herleidbaar zijn tot het treffen van de noodzakelijke technische voorzieningen en de uitvoering van een opdracht tot interceptie voor vergoeding in aanmerking komen. Indien het (langdurig) uitvoering geven aan een dergelijke opdracht tot intercepteren het bijvoorbeeld noodzakelijk maakt om extra personeel aan te nemen komt dat voor vergoeding in aanmerking. Kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd, blijven buiten beschouwing van de vaststelling van de vergoeding door het hoofd van de desbetreffende dienst.

3. Kostenopgave en informatieplicht

In de artikelen 2 en 3 worden regels gesteld voor de opgave van de kosten door de aanbieder. Artikel 2 ziet op de kosten die verband houden met het treffen van de benodigde technische voorzieningen om de technische aftapbaarheid van de communicatie te realiseren, alsmede de daarmee verband houdende exploitatie- en onderhoudskosten. Artikel 3 ziet op de administratie- en personeelskosten die verband houden met de uitvoering van een opdracht. Voor beide situaties geldt in beginsel dat de kostenopgave wordt ingediend na afloop van de werkzaamheden (het aanbrengen van de technische voorzieningen en het plegen van onderhoud alsmede het uitvoeren van de concrete opdracht tot interceptie; artikel 2, derde lid, en artikel 3, derde lid). Waar het gaat om de kosten voor de te treffen technische voorzieningen of kosten voor (de inhuur van extra) personeel biedt de regeling de mogelijkheid om de opgave ook voorafgaand aan het treffen van de voorzieningen of de inhuur van extra personeel worden ingediend (artikel 2 en 3, vierde lid); daarbij kan ook worden overeengekomen, dat de kostenopgave in fasen wordt ingediend. De reden voor het openen van deze mogelijkheid is dat – met name waar het gaat om het aanbrengen van technische voorzieningen ten behoeve van een onderzoeksopdrachtgerichte interceptie – de (totale) kosten van de aan te brengen technische voorzieningen of het langdurig inzetten van (schaars) gespecialiseerd personeel een zodanige omvang (kunnen) hebben, dat het niet redelijk is om – ook rekening houdend met de financiële positie van de desbetreffende aanbieder – die kosten door de aanbieder te laten voorfinancieren. Tevens biedt dit de mogelijkheid aan de diensten en de aanbieder om naar aanleiding van de voorbereidende gesprekken door middel van een offerte overeenstemming te bereiken over de noodzakelijk geachte kosten nog voordat deze hebben plaatsgevonden en in goede samenwerking te bepalen of deze kosten als redelijk zijn aan te merken. De kostenopgave wordt ingediend bij het hoofd van de desbetreffende dienst en dient te voldoen aan de in de regeling gestelde eisen.

In de bijlage bij de regeling is – uitgesplitst naar type interceptie (gericht dan wel onderzoeksopdrachtgericht) – nader gespecificeerd welke activiteiten te onderscheiden zijn en voor vergoeding in aanmerking komen. Verder wordt bepaald welke kostensoorten declarabel zijn. Het gaat hier primair om de directe personele lasten, te weten de salariskosten, die in een uurtarief kunnen worden uitgedrukt. Voor andere, bijkomende kosten kan een opslag van ten hoogste 5% op dat tarief worden gehanteerd. In paragraaf 5 van deze toelichting zullen – waar nodig – de verschillende onderdelen van de bijlage nader worden toegelicht.

Ongeacht de hoogte van de kostenopgave kan het voor het hoofd van de dienst gewenst zijn nader inzicht te krijgen in de wijze waarop de kostenopgave tot stand is gekomen. Op grond van artikel 4 kan het hoofd van de dienst de aanbieder om nadere informatie verzoeken; de aanbieder is gehouden die informatie te verstrekken. Het kan daarbij in ieder geval gaan om een toelichting op de verrichte of te verrichten werkzaamheden en een toelichting op het kostenniveau, waaronder voor zover van toepassing, het gehanteerde uurtarief. Indien dat noodzakelijk is voor een beoordeling van de kostenopgave kan het hoofd van de dienst de aanbieder ook vragen om een accountantsverklaring over de kostenopgave te verstrekken. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de kosten die een aanbieder moet maken voor het nader onderbouwen van een kostenopgave, met inbegrip van de kosten van een accountantsverklaring, voor zijn rekening blijven.

4. Vaststelling vergoeding door het hoofd van de dienst

In artikel 5, eerste lid, van de regeling is geregeld dat indien het hoofd van de dienst van oordeel is dat de kosten zoals die zijn opgenomen in de kostenopgave als bedoeld in artikel 2 dan wel artikel 3 naar redelijkheid voor vergoeding in aanmerking komen, hij de vergoeding vaststelt op het gedeclareerde bedrag. Indien het hoofd van de dienst van oordeel is dat de kosten, zoals opgenomen in de kostenopgave als bedoeld in artikel 2 dan wel artikel 3, naar redelijkheid niet dan wel slechts ten dele voor vergoeding in aanmerking komen, stelt hij de vergoeding dienovereenkomstig vast. In laatstgenoemd geval ligt het in de rede dat daaraan voorafgaand met de desbetreffende aanbieder nader overleg heeft plaatsgevonden en deze – al dan niet met toepassing van het bepaalde in artikel 4 – ter zake van de door hem ingediende kostenopgave nadere informatie heeft verstrekt. Tegen het besluit is de mogelijkheid van bezwaar en beroep overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht opengesteld, waarbij is aangesloten bij hetgeen voor vergelijkbare besluiten op grond van artikel 13.6 Telecommunicatiewet gelet, te weten beroep bij de rechtbank Rotterdam en hoger beroep bij het College van beroep voor het bedrijfsleven. Overigens zal de inspanning vanuit de overheid er primair op gericht zijn om een gang naar de rechter te voorkomen. In voorkomend geval kan er bijvoorbeeld voor mediation worden gekozen. Via bemiddeling door een onafhankelijke, door beide partijen aangewezen derde (mediator) kan worden getracht een eventueel meningsverschil over bijvoorbeeld de hoogte van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten langs deze weg op te lossen. Gelet op het gevoelige en staatsgeheime karakter van de interceptie-activiteiten van de diensten verdient een dergelijke vorm van conflictoplossing de voorkeur.

5. Toelichting op de elementen uit de bijlage

In de bijlage zijn – uitgesplitst naar gerichte interceptie en onderzoeksopdrachtgerichte interceptie – (limitatief) de werkzaamheden benoemd die – naar redelijkheid – voor vergoeding in aanmerking komen. In het onderstaande wordt per element een korte nadere duiding gegeven.

Gerichte interceptie (fasen)

  • 1. Onder het voorbereiden van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin hem formeel opgedragen wordt mee te werken. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.

    • De aanbieder verricht een administratieve/technische toets. Door de aanbieder wordt gecontroleerd of degene waarop de opdracht betrekking heeft nog klant is van de aanbieder. Daarnaast wordt gekeken naar de (technische) mogelijkheden en de impact van uitvoering van de opdracht.

    • Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin de voorgenomen werkwijze voor het mogelijk maken van interceptie vastgelegd wordt.

    • De aanbieder realiseert de voor de interceptie noodzakelijke technische voorziening: de aanbieder kan de opbouw van de voorziening zelf verrichten, maar kan dit ook uitbesteden. Bij dit laatste kan gedacht worden aan uitbesteding aan een hiertoe op te richten of opgerichte organisatie zoals de Nationale Beheersorganisatie Internet Providers (NBIP).Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 2. Onder het uitvoeren van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • Zodra de technische voorziening is aangebracht, kan tot interceptie worden overgegaan. De aanbieder verricht handelingen om de interceptie te activeren. Hiertoe behoort het invoeren van gegevens in het systeem, zoals kenmerken van degene waarop de interceptie betrekking heeft en de begin- en de eindtijd en -datum.

    • Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 3. Onder het verlengen van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin de in fase 1 formeel opgedragen medewerking wordt verlengd. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.

    • De aanbieder verricht een beperkte administratieve/technische toets. De aanbieder controleert of degene waarop de opdracht betrekking heeft nog klant is van de aanbieder. Daarnaast bekijkt de aanbieder of de interceptie door kan gaan op de eerder vastgestelde wijze.

    • Indien noodzakelijk kunnen de dienst en de aanbieder een nieuw of aangepast plan van aanpak opstellen.

    • Indien noodzakelijk verricht de aanbieder aanpassingen aan de technische voorziening. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.

    • De interceptie wordt feitelijk verlengd. De aanbieder verricht handelingen om de interceptie te activeren. Hiertoe behoort het invoeren van gegevens in het systeem, zoals kenmerken van het subject en de begin- en de eindtijd en -datum.

    • Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 4. Onder de afsluiting van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht teneinde de interceptie te beëindigen. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.

    • De aanbieder verricht een administratieve/technische toets om te bezien hoe de interceptie afgesloten kan worden en wat voor impact dit heeft.

    • Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin wordt vastgelegd hoe de interceptie afgesloten wordt en of en zo ja, hoe de technische voorziening verwijderd wordt.

    • De technische voorziening wordt afgesloten en al dan niet afgebouwd. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 5. Onder storingen vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • Het oplossen van storingen ten aanzien van de interceptie betreft handelingen die nodig zijn om te controleren waarom de interceptie vermeend of feitelijk niet functioneert. Hieronder wordt niet verstaan het oplossen van feitelijke storingen in het systeem van de aanbieder. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

Onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (fasen)

  • 1. Onder het voorbereiden van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin hem formeel opgedragen wordt mee te werken. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.

    • De aanbieder verricht een administratieve/technische toets, waarbij wordt gekeken naar de (technische) mogelijkheden en de impact daarvan.

    • Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin de voorgenomen werkwijze voor het mogelijk maken van interceptie vastgelegd wordt.

    • De technische voorziening wordt in gezamenlijkheid (dienst en aanbieder) opgebouwd. Dit betreft maatwerk en kan per geval anders zijn. Het inhoudelijk afhandelen van de datastroom gebeurt door de dienst. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 2. Onder het uitvoeren van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • Zodra de technische voorziening is aangebracht, kan door de dienst tot interceptie worden overgegaan. Hierbij is in beginsel geen actieve rol weggelegd voor de aanbieder. In geval door de dienst anders opgedragen wordt, kunnen bij deze activiteit(en) tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 3. Onder het verlengen van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht waarin de in fase 1 formeel opgedragen medewerking wordt verlengd. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen.

    • De aanbieder verricht een beperkte administratieve/technische toets en bekijkt daarbij of de interceptie door kan gaan op de eerder vastgestelde wijze.

    • Indien noodzakelijk kunnen de dienst en de aanbieder een nieuw of aangepast plan van aanpak opstellen.

    • Indien noodzakelijk verricht de aanbieder aanpassingen aan de technische voorziening. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.

    • De interceptie wordt feitelijk verlengd. Gedurende de tijd dat er geïntercepteerd wordt, zorgt de aanbieder ervoor dat dit technisch mogelijk is en blijft. Hij pleegt onderhoud indien dit noodzakelijk is. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 4. Onder de afsluiting van de interceptie vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    • De aanbieder ontvangt van de dienst een opdracht teneinde de interceptie te beëindigen. Onder het aannemen van de opdracht wordt verstaan de tijd die feitelijk nodig is om de opdracht in ontvangst te nemen. De aanbieder verricht een administratieve/technische toets om te bezien hoe de interceptie beëindigd kan worden en wat voor impact dit heeft.

    • Samen met de dienst wordt een plan van aanpak opgesteld waarin wordt vastgelegd hoe de interceptie afgesloten wordt en of en zo ja, hoe de technische voorziening verwijderd wordt.

    • De technische voorziening wordt afgesloten en al dan niet afgebouwd. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings-, exploitatie-, en onderhoudskosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

  • 5. Onder storingen vallen de kosten die samenhangen met de volgende activiteiten:

    Het oplossen van storingen bij de interceptie betreft handelingen die nodig zijn om te controleren waarom de interceptie vermeend of feitelijk niet functioneert. Hieronder wordt niet verstaan het oplossen van feitelijke storingen in het systeem van de aanbieder. Bij deze activiteit(en) kunnen tevens investerings- en exploitatiekosten gemaakt worden.

    • De door de aanbieder verrichte handelingen en de factuur dienen bij de aanbieder gearchiveerd te worden.

    • De factuur voor kosten die op basis van deze regeling in aanmerking komen voor vergoeding wordt naar de opdrachtgever gezonden.

6. Administratieve lasten voor de aanbieders

Deze regeling heeft tot gevolg dat de aanbieders geheel nieuwe werkzaamheden moeten gaan verrichten. Beoogd is de regeling zodanig in te richten dat de administratieve lasten van de aanbieders tot het minimum worden beperkt. Ook om die reden wordt in de regeling duidelijkheid verschaft over de werkzaamheden en kostensoorten die declarabel zijn. Aangezien de diensten de direct verband houdende kosten zoals nader aangeduid in deze regeling volledig, doch naar redelijkheid vergoeden, zijn de regeldrukeffecten voor de sector wat dat betreft nihil. Het verantwoorden van gemaakte kosten is evenwel een administratieve last die voor rekening van het bedrijfsleven komt. Dit is een gebruikelijke en redelijke eis om voor vergoeding van kosten door de overheid in aanmerking te kunnen komen. Indien dat noodzakelijk is voor een beoordeling van de kostenopgave kan het hoofd van de dienst de aanbieder ook vragen om een accountantsverklaring over de kostenopgave te verstrekken. De kosten van de accountantsverklaring zijn voor rekening van de aanbieder. In het algemeen kan gesteld worden dat het vragen om een accountantsverklaring een uitzondering betreft en daar alleen sprake van kan zijn als de diensten en de aanbieder er in goed onderling overleg niet uitkomen. Mocht er toch sprake zijn van een accountantsverklaring, dan kunnen de kosten hiervoor als volgt worden geschat. De kosten voor de accountantsverklaring kunnen alleen betrekking hebben op de hoogte van het salaris van de betrokken medewerkers en de tijd die in rekening gebracht wordt. Voor een accountantsverklaring kan worden uitgegaan van drie uur per verklaring tegen een uurtarief van gemiddeld € 200. In het algemeen zal een accountantsverklaring ook voor toekomstige declaraties die vergelijkbaar zijn, een afdoende onderbouwing kunnen bieden. Om die reden wordt hier voorshands ervan uitgegaan dat gemiddeld niet vaker dan één keer per jaar een accountantsverklaring verstrekt zal moeten worden. Alle bedrijven uit de internet- en telecommunicatiesector kunnen in potentie worden verplicht tot medewerking. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat bij een zeer beperkt aantal bedrijven interceptie- of informatieverstrekkingsactiviteiten zullen worden verricht, en dat evenmin valt te verwachten dat van elke aanbieder die wel deze activiteiten verricht een accountantsverklaring gevraagd zal worden. Het is in verband met afscherming van de modus operandi niet mogelijk een meer precieze inschatting te maken van bedrijven die feitelijk effecten zullen ondervinden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

In deze regeling wordt het begrip interceptie als algemeen overkoepelend begrip gehanteerd.

Naar boven