Bestuursovereenkomst fietsenstalling station Tilburg

Partijen:

1. de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Stientje van Veldhoven, handelend als bestuursorgaan en als rechtsgeldig vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te Den Haag, namens deze de Directeur-Generaal Mobiliteit, de heer drs. M.M. Frequin, hierna te noemen: het Rijk;

2. de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Tilburg, zetelende te Tilburg, ter uitvoering van het besluit van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 9 januari 2018, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. M.J.J. Jacobs, wethouder Mobiliteit, hierna te noemen: de gemeente Tilburg;

Overwegende:

  • 1. Het kabinet heeft op 4 juni 2010 de ‘Voorkeursbeslissing Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)’ genomen voor het realiseren van hogere frequenties in het reizigersvervoer en het herrouteren van het goederenvervoer.

  • 2. Onderdeel van de plannen van PHS voor Tilburg zijn de aanleg van het 3e perron, het 4e perronspoor en seinoptimalisatie tussen Breda-Tilburg-Liempde, ook wel aangeduid als Project Tilburg 4e perronspoor.

  • 3. Partijen hebben in samenspraak met ProRail - gezien het fysieke raakvlak met de fietsenstalling aan de noordzijde van het station Tilburg – voorgesteld een deel van de perronscope over te hevelen.

  • 4. Het DirecteurenOverleg PHS (DO PHS) heeft in zijn vergadering van 24 november 2016 besloten om een deel van het toekomstige 3e perron nu mee te nemen in de planstudie en realisatie van de Noordelijke fietsenstalling.

  • 5. Ter invulling van dit besluit wordt vanuit PHS een eenmalige vaste bijdrage aan het project fietsenstallingen Tilburg (R-474200) beschikbaar gesteld.

  • 6. Deze bijdrage is gebaseerd op het door Cepezed opgestelde schetsontwerp (934C.20170329.schetsontwerp fietsenstalling tilburg; bijlage 1),en de door ProRail Procurement gemaakte kostenraming (Kostennotitie v2 AFP Tilburg 20161116 Stalling Noordzijde; bijlage 2) die als bijlagen onderdeel uitmaken van deze bestuursovereenkomst

  • 7. Partijen hebben besloten om de gemaakte afspraken nader uit te werken in onderhavige bestuursovereenkomst.

Komen als volgt overeen:

Artikel 1. Definities

In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:

project:

geheel aan verplichtingen, maatregelen en werkzaamheden die zijn genoemd of voortvloeien uit de bij of krachtens deze bestuursovereenkomst gemaakte afspraken ter realisatie van de Noordelijke fietsenstalling bij station Tilburg.

Artikel 2. Doel bestuursovereenkomst

In deze bestuursovereenkomst worden afspraken vastgelegd over:

  • a. het in cofinanciering realiseren van het project;

  • b. het beheer en de instandhouding (onderhoud en vernieuwing) van het gerealiseerde project.

Artikel 3. Reikwijdte

De bestuursovereenkomst heeft betrekking op het project zoals weergegeven in de bijlage 1. Het betreft het realiseren van het cascodeel van het perron tussen de Stationspassage en de Willem II passage (3e perron). Dit deel valt samen met de Noordelijke fietsenstalling bij station Tilburg. De betonnen vloer van het 3e perron is een gedeelte van het dak van de Noordelijke fietsenstalling en wordt daarmee zowel onderdeel van het project als van de Hoofdspoorweginfrastructuur.

Artikel 4. Financiering en risico’s

  • 1. De bijdrage van het Rijk voor het project is een eenmalige vaste bijdrage en bedraagt € 2.200.000, inclusief BTW, en dient eveneens ter afkoop van de mogelijke project- en procedurerisico’s. Dit bedrag en alle overige bedragen in deze bestuursovereenkomst, uitgedrukt in prijspeil 2017, worden jaarlijks geïndexeerd met de prijscompensatie op basis van de door het Cpb geraamde Index Bruto Overheidsinvesteringen (IBOI) bij MEV.

  • 2. Het Rijk draagt zorg voor de financiering van het PHS-rijksdeel via een aan ProRail te verlenen beschikking. ProRail is verplicht om conform de door het Rijk afgegeven beschikking verantwoording af te leggen over de door het Rijk beschikbaar gestelde PHS-bijdrage als genoemd in het eerste lid conform de in deze beschikking gestelde voorwaarden. De gemeente Tilburg is niet aansprakelijk voor het niet dan wel niet tijdig, onvolledig of onjuiste informatieverstrekking door ProRail aan het Rijk.

  • 3. De gemeente Tilburg en ProRail dragen gezamenlijk verder zorg voor de financiering van de bouw en instandhouding van het project op basis van de voorwaarden van het Actieplan Fietsparkeren.

  • 5. Voorafgaand aan de feitelijke realisatie sluiten de gemeente Tilburg, ProRail en NS Stations/NS Vastgoed de "Overeenkomst bouw en instandhouding Fietsenstallingen station Tilburg" waarin verdere afspraken over onder andere de financiering en risico’s worden gemaakt.

Artikel 5. Planning

Partijen streven ernaar de werkzaamheden ten behoeve van de realisatie van het project uiterlijk in 2020 te hebben afgerond.

Artikel 6. Beheer en onderhoud

  • 1. Het beheer en de instandhouding (onderhoud en vernieuwing) van het 3e perron, als bedoeld in artikel 3, dat onderdeel uitmaakt van de hoofdspoorweginfrastructuur zal als zodanig door ProRail binnen de voorwaarden van de beheerconcessie, als bedoeld in artikel 16 van de Spoorwegwet, worden uitgevoerd.

  • 2. Voor de Noordelijke fietsenstalling maakt de gemeente Tilburg met ProRail afspraken over het beheer en de instandhouding, vastgelegd in de "Overeenkomst bouw en instandhouding Fietsenstallingen station Tilburg”.

Artikel 7. Wettelijke procedures

  • 1. Partijen verbinden zich jegens elkaar om de voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen, dat de uitvoering van deze bestuursovereenkomst publiekrechtelijk is toegestaan.

  • 2. Partijen bevorderen daarbij zoveel mogelijk, met inachtneming van wettelijke procedures en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, dat de procedures tot het nemen van publiekrechtelijke besluiten met voortvarendheid worden doorlopen.

  • 3. Indien de in het tweede lid bedoelde procedures ertoe leiden dat uitvoering van de bestuursovereenkomst niet of althans niet op de door partijen bij het aangaan ervan voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien partijen of de bestuursovereenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Artikel 9 wordt hierbij in acht genomen.

Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden

  • 1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die van dien aard zijn dat naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze bestuursovereenkomst niet mag worden verwacht.

  • 2. Indien zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in het eerste lid treden partijen in overleg. Dit overleg vindt plaats binnen vier weken nadat een partij daartoe mededeling heeft gedaan aan de andere partij. Partijen bezien in goed overleg of deze bestuursovereenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft.

Artikel 9. Wijziging

  • 1. Elke partij kan de andere partij schriftelijk verzoeken de bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij schriftelijk heeft medegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaring tot instemming worden als bijlagen aan de bestuursovereenkomst gehecht.

Artikel 10. Geschillenregeling en toepasselijk recht

  • 1. Deze bestuursovereenkomst is in rechte afdwingbaar.

  • 2. Er is sprake van een geschil indien een van de partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere partij, waarna partijen binnen twintig werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.

  • 3. Indien binnen twee maanden na melding van het geschil, bedoeld in het eerste lid, tussen partijen geen overeenstemming is bereikt, staat het ieder van de partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Den Haag.

  • 4. Op deze bestuursovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 11. Ongeldigheid

Indien een bepaling van de bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, uit de bestuursovereenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

Artikel 12. Bijlagen

  • 1. De bij deze bestuursovereenkomst behorende bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze bestuursovereenkomst, mits gedateerd en geparafeerd door partijen, zijnde:

    • a. bijlage 1: schetsontwerp Cepezed (934C.20170329.schetsontwerp fietsenstalling Tilburg);

    • b. bijlage 2: Kostennotitie v2 AFP Tilburg 20161116 Stalling Noordzijde.

  • 2. Bij strijdigheid tussen het bepaalde in de bijlagen en de bestuursovereenkomst prevaleert de bestuursovereenkomst, tenzij partijen de strijdigheid in de bijlagen expliciet hebben benoemd en de bijlage hebben gedateerd en geparafeerd, dan prevaleert de bijlage.

Artikel 13. Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze bestuursovereenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door beide partijen en eindigt met ingang van de dag waarop de ter uitvoering van deze bestuursovereenkomst te realiseren infrastructuur volledig in dienst wordt gesteld (c.q. is gerealiseerd en opgeleverd) en het project financieel is afgerond.

  • 2. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze bestuursovereenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze bestuursovereenkomst, worden afgehandeld in overeenstemming met deze bestuursovereenkomst.

Artikel 14. Publicatie

Binnen tien werkdagen na ondertekening van deze bestuursovereenkomst wordt de tekst

daarvan door het Rijk gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,Den Haag, 17 maart 2018

De Staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, de Directeur-Generaal Mobiliteit, M.M. Frequin

Tilburg, 16 maart 2018

De gemeente Tilburg, Namens deze, M.J.J. Jacobs Wethouder Mobiliteit

Naar boven