Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 24 april 2018, nr. IENW/BSK-2018/73022, tot wijziging van de Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen in verband met de beëindiging van het examen voor huisartsenchauffeurs

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4aa, vierde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 1 van de Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1. Subonderdeel 2° vervalt.

2. De subonderdelen 3° tot en met 5° worden vernummerd tot 2° tot en met 4°.

B

In onderdeel b wordt onder ‘1°, 3°, 4° en 5°’ vervangen door: 1° tot en met 4°.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling voorziet in het schrappen van de wettelijke taak van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) om het examen voor huisartsenchauffeurs af te nemen. Een huisartsenchauffeur heeft tot taak een huisarts snel en veilig op de plaats van bestemming te brengen. Dit is een vak apart, want deze chauffeurs moeten soms met grote spoed rijden en helpen soms bij het uitvoeren van medische handelingen. Om deze reden bestaat hiervoor een speciale opleiding en een examen huisartsenchauffeur.

Het genoemde examen is echter niet wettelijk verplicht om de betreffende functie te mogen uitoefenen. Er worden steeds minder van deze examens afgenomen door het CBR. In 2017 waren het er 13. Deze examens zijn daarom door het CBR maar moeilijk kostendekkend te organiseren. Bovendien bestaan er op de markt voldoende alternatieven voor het genoemde examen.

Deze regeling schrapt dan ook de wettelijke verplichting voor het CBR hiervoor een examen aan te bieden.

Administratieve lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven.

Internetconsultatie

Over de regeling heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden. De regeling heeft geen noemenswaardige gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen en brengt geen ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en heeft evenmin ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.

Inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding van deze regeling is het eerstvolgende voor ministeriële regelingen vastgestelde vaste verandermoment.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven