Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijkswaterstaat | Staatscourant 2018, 23202 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijkswaterstaat | Staatscourant 2018, 23202 | Overig |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat maakt bekend dat het besluit van 21 december 2017, tot het algemeen verbindend verklaren van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage verpakkingen wordt ingetrokken en dat een (nieuw) besluit tot het algemeen verbindend verklaren van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage verpakkingen wordt vastgesteld, dat terugwerkt vanaf 1 januari 2018 en geldt tot met 31 december 2022.
Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage verpakkingen (hierna: Overeenkomst) is op 22 juni 2017 ingediend door Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV), Stichting Verpakkingen Fast Moving Consumer Goods (SVF), Stichting Verpakkingen Non Food (SVN) en Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL), en heeft betrekking op alle in het Besluit beheer verpakkingen 2014 onderscheiden verpakkingsmaterialen, ongeacht of deze voorkomen in huishoudelijke of bedrijfsafvalstromen die door een producent of importeur in Nederland aan een ander ter beschikking zijn gesteld of zijn ingevoerd waarvan de betreffende producent of importeur zich heeft ontdaan. De afvalbeheersbijdrage wordt geheven teneinde uitvoering te kunnen geven aan de in de Raamovereenkomst Verpakkingen en in het Besluit beheer verpakkingen 2014 opgenomen verplichtingen met betrekking tot verpakkingen.
De verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage rust op alle producenten en importeurs van verpakkingen die in een bepaald kalenderjaar meer dan 50.000 kg verpakkingsmateriaal op de markt brengen. De afvalbeheersbijdrage zal per materiaalsoort worden vastgesteld.
Van het ontwerpbesluit is op 4 en 26 oktober 2017 mededeling gedaan in de Staatscourant. Het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken hebben van 15 oktober 2017 tot en met 29 november 2017 ter inzage gelegen.
Na vaststelling van het besluit van 21 december 2017 en publicatie daarvan in de Staatscourant op 28 december 2017(Stcrt. 2017, 75133) is duidelijk geworden dat door de Firma H. Holland en Zoon (hierna: H. Holland) tijdig een zienswijze is ingediend op het ontwerpbesluit, maar dat de betrokken brief als gevolg van een fout in het interne postsysteem de betrokken afdeling van RWS Leefomgeving niet tijdig heeft bereikt. Als gevolg daarvan is de ingebrachte zienswijze niet betrokken bij de vaststelling van het besluit tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst van 21 december 2017. Met het onderhavige (nieuwe) besluit wordt deze fout hersteld.
De zienswijze van H. Holland is alsnog inhoudelijk beoordeeld. De zienswijze geeft geen aanleiding om een ander besluit te nemen. Echter is naar aanleiding van de zienswijze een nadere motivering gegeven op de berekening van de dekkingsgraad (zie onder 6.2 in het besluit). Onderhavig besluit strekt ertoe om de reactie op de zienswijze in de tekst van het besluit op te nemen.
Teneinde recht te doen aan het belang van H. Holland dat zijn zienswijze wordt betrokken bij de tot standkoming van het besluit wordt een nieuw besluit tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst vastgesteld en wordt het besluit van 21 december 2017 ingetrokken. Teneinde recht te doen aan het belang van de bij de Overeenkomst betrokken partijen dat de algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst blijft gelden vanaf 1 januari 2018, wordt aan het (nieuwe) besluit terugwerkende kracht verleend tot 31 december 2017.
Het (nieuwe) besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 23 april 2018 gedurende 6 weken ter inzage bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht op werkdagen van 9.00-16.00 uur. U dient vooraf echter wel een afspraak te maken (tel: 088 79 77 102, optie 3).
Gelet op artikel 15.37, vierde lid, van de Wet milieubeheer zijn hieronder de tekst van het besluit en de algemeen verbindend verklaarde Overeenkomst opgenomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu neemt het volgende in overweging:
1. De Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV), de Stichting Verpakkingen Fast Moving Consumer Goods (SVF), Stichting Verpakkingen Non Food (SVN) en de Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL), hebben op 22 juni 2017 een verzoek tot algemeen verbindend verklaring als bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer (Wm) van de afvalbeheersbijdrageovereenkomst verpakkingen (hierna: de Overeenkomst) ingediend. De Overeenkomst is gesloten tussen bovengenoemde drie stichtingen en de Stichting Afvalfonds Verpakkingen (hierna: StAV).
De algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022.
2. Met betrekking tot het verzoek tot algemeen verbindend verklaring wordt de in titel 15.10 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorgeschreven procedure gevolgd.
Op 19 juli 2017 is er een verzoek om toelichting aan StAV verzonden. Op 20 juli 2017 is de aanvraag toegelicht.
Het verzoek, het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken worden ter inzage gelegd bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht. De kennisgeving over de ter inzage legging is gepubliceerd in de Staatscourant.
Het ontwerpbesluit heeft van 16 oktober 2017 tot en met 26 november 2017 ter inzage gelegen.
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn er op 24 november 2017 bij brief met kenmerk 53093995 M 22769009/11 een zienswijze ontvangen van H. Holland en Zoon (H. Holland).
Op 18 januari 2018 is er een uitnodiging om te reageren op de zienswijzen aan StAV verzonden. Op 29 januari 2018 is een reactie op de zienswijzen van StAV ontvangen.
De zienswijze geeft geen aanleiding om een ander besluit te nemen. Naar aanleiding van de zienswijze is een nadere motivering gegeven op de berekening van de dekkingsgraad (zie onder 6.2 in het besluit).
3. De Overeenkomst vormt de financiële basis voor de uitvoering van de verplichtingen van StAV en dient ter financiering van een inzamel- en verwerkingssysteem voor verpakkingen, zoals gedefinieerd in artikel 1, onder a, van het Besluit beheer verpakkingen 2014.
4. De algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst is nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs die niet vrijwillig partij zijn bij deze Overeenkomst verplicht worden de afvalbeheersbijdrage af te dragen.
5. Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst is getoetst aan de Regeling verzoek afvalbeheersbijdragen van 9 mei 1994 (hierna: de regeling) en de Leidraad algemeen verbindend verklaring Overeenkomst over een verwijderingsbijdrage (avv), zoals op 10 november 2000 vastgesteld door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, waarin achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:
a. Om een verzoek tot algemeen verbindend verklaring in te dienen is het noodzakelijk dat de indiener aantoont dat zijn verzoek de vereiste meerderheid heeft.
In artikel 15.37, eerste lid, van de Wm is opgenomen dat een verzoek tot algemeen verbindend verklaring van een Overeenkomst over de afvalbeheersbijdrage slechts kan worden ingediend door degenen die, onderscheidenlijk organisaties van degenen die wat betreft de gezamenlijke omzet van de betrokken stoffen, preparaten of producten een naar het oordeel van Onze Minister belangrijke meerderheid vormen van degenen die deze stoffen, preparaten of producten in Nederland invoeren of op de markt brengen. In de memorie van toelichting is aangegeven dat hierbij gedacht kan worden aan een dekkingsgraad van circa 75%. Per brief op 24 november 2011 (kenmerk IenM/BSK-2011/161105) heeft de Staatssecretaris aangegeven dat bij het algemeen verbindend verklaren van een Overeenkomst een belangrijke meerderheid nodig is van degenen die deze producten op de markt brengen of in Nederland invoeren. Een vertegenwoordiging qua omzet van meer dan 60% wordt door de Staatssecretaris gezien als een belangrijke meerderheid.
Verder is in artikel 15.37, eerste lid, van de Wm opgenomen dat Onze Minister bij het oordeel over de vraag of er sprake is van een belangrijke meerderheid, in ieder geval betrekt het aantal van degenen die het verzoek hebben ingediend in verhouding met het totale aantal van degenen die deze stoffen, preparaten of andere producten in Nederland invoeren of op de markt brengen. In de Leidraad is hierover aanvullend opgenomen dat het niet wenselijk is dat een branche waarin één groot bedrijf qua omzet dominant is, via de avv zijn wil kan opleggen aan 50 kleinere bedrijven. Aan de andere kant moet het mogelijk zijn om voor 4 bedrijven die qua omzet een belangrijke meerderheid hebben in een markt waarin nog 10 bedrijven actief zijn, een avv af te geven.
Alle producenten en importeurs die als zodanig zijn aangewezen in artikel 1, onder f, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 vallen onder de aanvraag. In het besluit is in artikel 7 een onderscheid gemaakt voor producenten en importeurs die minder dan 50.000 kg per jaar aan verpakkingen op de markt brengen. Dit zijn zogenoemde onderdrempelige bedrijven. Deze zijn vrijgesteld van de verslagleggingsverplichting. De onderdrempelige producenten en importeurs zijn geen afvalbeheersbijdrage verschuldigd en daarmee niet afdrageplichtig. Producenten en importeurs die meer dan 50.000 kg per jaar op de markt zetten, vallen wel onder de verslagleggingsverplichting. Dit zijn zogenoemde bovendrempelige bedrijven. Verder worden de verpakkingen die dienst doen als logistieke hulpmiddelen als aparte categorie verpakkingen door de aanvrager bij het bepalen van de belangrijke meerderheid onderscheiden. Deze omvatten zowel boven- als onderdrempelige bedrijven.
Op basis van de meest recente aangiftes over 2016 gedaan door StAV volgt dat de aangesloten producenten en importeurs verantwoordelijk zijn voor meer dan 70% van het totale gewicht dat door bovendrempelige producenten en importeurs op de markt werd gebracht.
StAV laat jaarlijks door een onafhankelijk onderzoeksbureau statistisch representatief onderzoek uitvoeren om het gewicht van de door onderdrempelige bedrijven op de markt gebrachte verpakkingen te bepalen.
Uit de cijfers van StAV blijkt dat in 2016 bovendrempelige bedrijven 1.900 kiloton verpakkingen op de markt hebben gebracht. StAV heeft aangegeven dat de drie stichtingen (SVF, SVN en BVNL) samen meer dan 1.400 kiloton op de markt hebben gebracht. Het percentage van de op de markt gebrachte verpakkingen in kilogrammen dat vertegenwoordigd wordt door SVF, SVN en BVNL komt daarmee op minimaal 72%.
Minder dan 6% van het totale gewicht aan verpakkingen wordt op de markt gebracht door onderdrempelige bedrijven. Daaruit volgt dan dat de rest, 21%, logistieke hulpmiddelen zijn. Het is aannemelijk dat deze logistieke hulpmiddelen vrijwel uitsluitend door bovendrempelige producenten en importeurs op de markt worden gebracht.
StAV heeft daarnaast aangegeven dat onbekend is wat de verdeling is tussen boven en onderdrempelige producenten en importeurs van logistieke hulpmiddelen.
Het totaal aantal door StAV vertegenwoordigde producenten en importeurs bestaat uit het aandeel bovendrempelige producenten en importeurs en het aandeel bovendrempelige producenten en importeurs van logistieke hulpmiddelen.
Dit komt volgens StAV uit op 51% (72% van 70%) van de bovendrempelige producenten en importeurs. In totaal zijn 19% (72% van 21%) van de producenten en importeurs van bovendrempelige logistieke hulpmiddelen.
2016 |
Verpakkingen totaal |
Verpakkingen van producenten en importeurs aangesloten bij StAV |
Aandeel % |
---|---|---|---|
Pom bovendrempelige bedrijven (Kton) |
1.934 |
1.401 |
72% |
Pom onderdrempelige bedrijven (Kton) |
180 |
* |
0% |
Pom logistieke hulpmiddelen (Kton) |
1.026 |
1.000 |
97% |
Pom totaal (Kton) |
3.140 |
2.401 |
76% |
* er zijn geen onderdrempelige bedrijven die rapporteren aan StAV
Uit deze cijfers blijkt dat StAV 76% van de op de markt gebrachte hoeveelheid verpakkingsmateriaal (pom of put on the market) van de bovendrempelige bedrijven en van de bovendrempelige logistieke hulpmiddelen vertegenwoordigt.
De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan het meerderheidsvereiste.
b. Op grond van artikel 1, onder a, van de regeling dient in de Overeenkomst de naam, adres en registratienummer bij de Kamer van Koophandel van degenen die partij zijn bij de Overeenkomst te worden gegeven.
Het verzoek bevat de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel van de organisaties die partij zijn bij de Overeenkomst.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder a, van de regeling.
c. Op grond van artikel 1, onder b, van de regeling dient in de Overeenkomst de stof, het preparaat of het andere product waarop de afvalbeheersbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.
StAV heeft aangegeven dat de afvalbeheersbijdrage betrekking heeft op alle in het Besluit beheer verpakkingen 2014 onderscheiden verpakkingsmaterialen, ongeacht of deze voorkomen in huishoudelijke of bedrijfsafvalstromen: glas, hout, papier en karton, metaal en kunststof, alsmede verpakkingssoorten die uit deze voorgaande materiaalsoorten bestaan en die in de praktijk gescheiden ingezameld kunnen worden zoals drankenkartons en statiegeldflessen, en combinaties daarvan. Verpakkingsafval zijn verpakkingen zoals gedefinieerd in artikel 1, onder a, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 die door een producent of importeur in Nederland aan een ander ter beschikking zijn gesteld of zijn ingevoerd waarvan de betreffende producent of importeur zich heeft ontdaan. Verpakkingen omvatten zowel consumenten- als bedrijfsverpakkingen.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder b, van de regeling.
d. Op grond van artikel 1, onder c, van de regeling dient in de Overeenkomst de hoogte of de wijze van berekenen van de afvalbeheersbijdrage aan de orde te komen.
Op grond van artikel 3 van de Overeenkomst is het tarief dat StAV per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan per kilogram vaststelt, een optelsom van het tarief voor de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting voor de betreffende verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan en het tarief voor Systeemkosten. De tarieven voor de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan en het tarief voor Systeemkosten worden vastgesteld aan de hand van de volgende formules:
Voor de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per kilogram per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan worden de geschatte gemiddelde netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan in het komende kalenderjaar gedeeld door de geschatte totale gewichtshoeveelheid verpakkingen per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan in het komende kalenderjaar die op de markt gebracht worden.
Voor Systeemkosten wordt een tarief per kilogram verpakkingen vastgesteld door de begrote systeemkosten voor het komende jaar te delen door de geschatte gewichtshoeveelheid verpakkingen in het komende kalenderjaar.
De systeemkosten in 2016 – 2017 bedragen 0,02 euro per kilogram verpakkingsmateriaal.
In artikel 1.3 van bijlage 1 van de Overeenkomst is geregeld dat het tarief voor flessen welke onttrokken worden aan de in artikellid 2.9 van de Overeenkomst bedoelde statiegeldregeling, niet per kilogram maar per fles vastgesteld, waarbij het tarief gelijk is aan het conform de statiegeldregeling op de fles van toepassing zijnde statiegeld. Voor de voortzetting van de statiegeldregeling voor grote kunststofflessen geldt een tarief dat gelijk is aan het statiegeld, te weten 0,25 euro per fles. StAV draagt sinds de opheffing van het Productschap Dranken per 1 januari 2015 zorg voor de voortzetting van de statiegeldregeling.
De afvalbeheersbijdrage voor individuele producenten en importeurs wordt berekend door een optelsom van de volgende componenten;
– voor iedere verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan wordt de bijdrage bepaald door de gewichtshoeveelheid verpakkingen van een producent / importeur in een kalenderjaar te vermenigvuldigen met een tarief van de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per ton per materiaalsoort;
– de gewichtshoeveelheid verpakkingen van een producent / importeur in een kalenderjaar te vermenigvuldigen met het tarief voor systeemkosten.
De systeemkosten, bestaande uit de uitvoerings- en monitoringskosten van Nederland Schoon, Stichting Nedvang, Kennisinstituut Duurzaam Verpakken en Stichting Afvalfonds Verpakkingen worden voor 2018 vastgesteld op 18,5 miljoen euro. De zwerfverpakkingsafvalvergoeding wordt voor 2018 vastgesteld op 20 miljoen euro.
De netto kosten voor inzameling, verwerking en vermarkting van alle verpakkings- of materiaalsoorten (papier/karton, hout, glas, metalen, kunststof, drankenkartons), worden in 2018 begroot op 199,88 miljoen euro.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder c, van de regeling.
e. Op grond van artikel 1, onder d, van de regeling dient in de Overeenkomst een omschrijving van degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.
In de Overeenkomst is opgenomen dat de afvalbeheersbijdrage verpakkingen wordt afgedragen door iedere producent en/of importeur (als nader gedefinieerd in artikel 1.1 van de Overeenkomst).
Producenten en importeurs die in een bepaald kalenderjaar onder de grens van 50.000 kilogram verpakkingen blijven, met uitzondering van verpakkingen die zijn onttrokken aan de statiegeldregeling, zijn over dat kalenderjaar geen afvalbeheersbijdrage verschuldigd.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder d, van de regeling.
f. Op grond van artikel 1, onder e, van de regeling dient in de Overeenkomst een omschrijving van degenen aan wie de afdracht van de afvalbeheersbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.
De afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen aan StAV.
Vervolgens dient in de Overeenkomst gewaarborgd te worden dat de organisatie die de afvalbeheersbijdrage beheert, onafhankelijk is en dat de geïnde gelden alleen voor de verwijdering van de betreffende producten in de afvalfase worden besteed.
De vertrouwelijkheid van gegevens wordt juridisch geborgd in artikel 7 van de
Overeenkomst. Hierin is de verplichting voor StAV en de uitvoeringsorganisaties opgenomen om bedrijfsvertrouwelijke gegevens vertrouwelijk te behandelen. StAV is er daarom verantwoordelijk voor dat deze gegevens daadwerkelijk vertrouwelijk behandeld worden. Om deze vertrouwelijke behandeling te waarborgen, zal StAV de nodige maatregelen nemen waaronder:
– het opleggen van een geheimhoudingsplicht aan werknemers, uitvoeringsorganisaties en betrokken dienstverleners via met hen te sluiten overeenkomsten;
– het voeren van beleid op het gebied van vertrouwelijke behandeling van aangeleverde bedrijfsvertrouwelijke gegevens;
– het inrichten van interne werkprocessen (ICT/administratie) zodanig dat vertrouwelijkheid van de bedrijfsvertrouwelijke gegevens in praktijk gewaarborgd kan worden.
Op basis van artikel 7 van de Overeenkomst zien StAV en de uitvoeringsorganisaties erop toe dat hun bestuursleden of andere bij hun organisaties betrokken personen die werkzaam zijn voor of benoemd zijn door individuele producenten of importeurs of enig ander bedrijf in de verpakkingenketen geen inzage krijgen in gegevens die inzicht verschaffen in de door individuele producenten of importeurs afgezette volumes.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder e, van de regeling.
g. Op grond van artikel 1, onder f, van de regeling dient in de Overeenkomst het tijdstip en de wijze waarop de afdracht van de afvalbeheersbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.
Het tijdvak waarover de afvalbeheersbijdrage verpakkingen moet worden betaald, is het desbetreffende kalenderjaar.
Producenten en importeurs doen, uiterlijk op de laatste dag van elk kwartaal van elk jaar, een voorlopige betaling.
Deze betaling bedraagt 25% van de afvalbeheersbijdrage die, gelet op de gewichtshoeveelheid verpakkingen van de betreffende producent of importeur, verschuldigd zou zijn over het kalenderjaar waarop de meest recente aangifte zit, conform het tarief voor het jaar waarin de voorlopige betaling wordt gedaan. Producenten en importeurs doen jaarlijks, uiterlijk voor 1 april, aangifte bij StAV over de gewichtshoeveelheid verpakkingen in het voorgaande kalenderjaar. Op basis van de aangifte wordt de definitieve afvalbeheersbijdrage berekend. Indien de definitieve afvalbeheersbijdrage afwijkt van het totaal aan voorlopige betalingen, volgt een bijbetaling, terugbetaling of verrekening.
In service level agreements met de uitvoeringsorganisaties zijn afspraken gemaakt over de vertrouwelijke behandeling van aan de uitvoeringsorganisaties verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder f, van de regeling.
h. Op grond van artikel 1, onder g, van de regeling dient in de Overeenkomst de wijze waarop controle op de afdracht plaatsvindt aan de orde te komen.
Volgens de leidraad moet de controle uitgevoerd worden door een onafhankelijke derde, moet aangegeven worden welke stappen worden ondernomen indien uit de controle blijkt dat een bedrijf niet de juiste gegevens heeft aangeleverd of de afvalbeheersbijdrage niet afdraagt en moet de controlefrequentie worden vermeld.
Op basis van de Overeenkomst kan StAV periodiek gegevens met betrekking tot de verpakkingenomzet opvragen bij producenten en importeurs ter uitvoering van de Overeenkomst of de afvalbeheersstructuur. StAV is gerechtigd deze gegevens op juistheid en volledigheid te controleren en daarbij gebruik te maken van externe accountants, bijvoorbeeld door het opvragen van een door een accountant afgegeven controleverklaring.
Eind 2016 zijn de 125 grootste producenten en importeurs, die gezamenlijk verantwoordelijk waren voor meer dan 60% van de op de markt gebrachte kilogrammen aan verpakkingsmateriaal, ten minste eenmaal gecontroleerd over de periode 2013 – 2015. Daarnaast is een meerderheid van de qua volume grootste 750 grootste producenten en importeurs ook ten minste eenmaal gecontroleerd over de periode 2013 – 2015. Ook na 2016 zullen de grootste producenten en importeurs periodiek gecontroleerd worden om zekerheid te bieden over de door hen gerapporteerde verpakkingsgewichten.
Het merendeel van de controles bij de grootste producenten en importeurs is uitgevoerd door externe accountants in opdracht van StAV. Omdat StAV gebruik maakt van een tweetal huisaccountants, zijn de controles zo ingericht dat producenten en importeurs door een andere dan hun eigen huisaccountant zijn gecontroleerd.
Naast de grootste 750 producenten en importeurs is ook een beperkt aantal kleinere producenten en importeurs gecontroleerd of voor een bedrijfsbezoek benaderd. Deze zijn door StAV steekproefsgewijs en naar aanleiding van risicosignalen bezocht.
StAV doet ook onderzoek naar bedrijven die zich niet hebben aangemeld of zij boven of onder de drempel van 50.000 kilogram verpakkingen per kalenderjaar uitkomen. Dit gebeurt zowel op basis van informatie uit openbare bronnen en op basis van signalen.
Ingeval van niet tijdige betaling van de afvalbeheersbijdrage, biedt StAV de producent of importeur schriftelijk een redelijke termijn alsnog tot betaling over te gaan zoals omschreven in het boetereglement in bijlage 3 van de Overeenkomst. Na het verstrijken van deze termijn is een verzuimboete conform bijlage 3 van de Overeenkomst verschuldigd. Daarnaast kan StAV besluiten de vordering over te dragen aan een incassobureau of gerechtelijke stappen ondernemen tegen de producent of importeur. Dit boetereglement van bijlage 3 van de Overeenkomst voorziet in de mogelijkheid om vergrijpboetes op te leggen. Indien een producent of importeur blijvend niet aan zijn verplichtingen voldoet, voorziet de Overeenkomst erin om de producent of importeur uit te sluiten bij StAV gevolgd door overdracht van het dossier aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, de bevoegde handhavingsinstantie van het Besluit verpakkingen 2014.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1g van de regeling.
i. Op grond van artikel 1, onder h, van de regeling dient in de Overeenkomst de wijze waarop degene op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage is gelegd, gebruik kan maken van de afvalbeheersstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere product, aan de orde te komen.
Producenten en importeurs nemen deel aan deze afvalbeheersstructuur, zoals omschreven in artikel 2.2 van de Overeenkomst, en melden zich daartoe aan bij StAV. Aansluiting geschiedt via een melding aan StAV. Door middel van deze Afvalbeheersstructuur voldoen Producenten en Importeurs collectief aan hun verplichtingen als beschreven in artikel 2.1 van de Overeenkomst.
De afvalbeheerstructuur staat open voor alle producenten en importeurs. Deelname is niet afhankelijk van lidmaatschap bij een brancheorganisatie. Omdat de afvalbeheerstructuur ziet op alle in het Besluit verpakkingen 2014 aangeduide verpakkingsmaterialen heeft iedere producent en importeur de zekerheid dat de door hem op de markt gebrachte verpakkingen onder de afvalbeheersstructuur vallen.
Gemeenten dragen zorg voor de gescheiden inzameling van de verschillende materiaalstromen. StAV heeft met de gemeenten afspraken over de hoogte van de vergoedingen per materiaalstroom.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder h, van de regeling.
j. Op grond van artikel 1, onder i, van de regeling dient in de Overeenkomst de looptijd van de Overeenkomst opgenomen te zijn.
In de Overeenkomst is opgenomen dat deze een geldigheidsduur heeft van 10 jaar, en treedt in werking op de dag dat het besluit tot algemeen verbindend verklaring van een Overeenkomst van kracht wordt.
De algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd voor de maximale wettelijke looptijd op grond van de Wet milieubeheer en bedraagt vijf jaar ingaande op 1 januari 2018 en loopt af op 31 december 2022.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder i, van de regeling.
k. Op grond van artikel 2, onder a, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de met de afvalbeheersstructuur te realiseren milieudoelstellingen aangegeven te worden.
StAV is opgericht door het bedrijfsleven om op collectieve basis invulling te geven aan de producentenverantwoordelijkheid in Nederland, zoals vastgelegd in het Besluit verpakkingen 2014. Daarmee neemt StAV verplichtingen uit handen van de aangesloten producenten en importeurs en treedt het in hun plaats op richting overheid en politiek.
De Overeenkomst kent de volgende verplichtingen met betrekking tot milieudoelstellingen;
1. Verplichtingen tot inzameling, nuttige toepassing en materiaalhergebruik, en verslaglegging met betrekking tot verpakkingen volgend uit het besluit Verpakkingen 2014;
2. Het voorkomen van het ontstaan van zwerfverpakkingsafval;
3. De realisatie van verdere verduurzaming van verpakkingen gedurende hun levensduur.
In de Raamovereenkomst zijn deze verplichtigen nader uitgewerkt.
Specifieke hergebruikpercentages zijn opgenomen in artikel 9 van de Raamovereenkomst en zijn in het Besluit verpakkingen 2014 opgenomen. Ten einde de milieudoelstellingen te behalen heeft het verpakkende bedrijfsleven de afvalbeheersstructuur opgezet, welke door middel van afvalbeheersbijdragen bekostigd zal worden. Jaarlijks rapporteert StAV over de behaalde milieudoelstellingen aan de Minister.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder a, van de regeling.
l. Op grond van artikel 2, onder b en c, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de organisatorische, technische en financieel-economische opzet van de afvalbeheersstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere product overgelegd te worden.
Organisatorisch
Volgens de leidraad dient inzicht gegeven te worden in de loop van de verschillende afval- en geldstromen, de deelnemende partijen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Tenslotte moet inzicht gegeven worden in de betrokken rechtspersonen inclusief de statuten.
Afvalstromen en geldstromen
De gemeente is, op grond van de Wet milieubeheer artikel 10.21 en 10.22, verantwoordelijk voor de inzameling bij de huishoudens en het aanbieden aan een gecertificeerde bewerker. De gemeente kan hiervoor een inzamelaar inschakelen, die soms gelijktijdig ook bewerker is. De gemeente blijft altijd verantwoordelijk voor de inzameling. De gemeente sluit een contract met een gecertificeerde bewerker voor de afzet van ingezamelde materialen.
De bewerker is verantwoordelijk voor de acceptatie volgens de kwaliteitseisen gesteld door StAV en zorgt voor de afzet van de gesorteerde en bewerkte materialen naar een recycler die aantoonbaar zorg draagt voor materiaalhergebruik (of nuttige toepassing). De recycler zorgt voor de vervaardiging van producten. Apart wordt geregistreerd als een recycler de materialen inzet voor andere nuttige toepassing bijvoorbeeld als secundaire brandstof. StAV is verantwoordelijk voor de sturing en het informatiebeheer van de keten. Dit gebeurt door het hanteren van certificering- en kwaliteitseisen. Dit geeft zekerheid voor de uitgevoerde diensten. Registratie van de hoeveelheden geeft inzicht in de als materiaal hergebruikte en in andere vorm nuttig toegepaste materialen.
Op basis van de Raamovereenkomst worden met gemeenten afspraken gemaakt over de vergoedingen.
De gemeente registreert zich bij Stichting Nedvang, sluit een deelnemersovereenkomst en geeft per kwartaal elektronisch de maandelijkse hoeveelheden gescheiden ingezamelde materialen door.
Stichting Nedvang verzamelt, verifieert, controleert deze gegevens in opdracht van StAV. De gemeente krijgt hiervoor een vergoeding van StAV.
Jaarlijks gebruikt Stichting Nedvang in opdracht van StAV de gecontroleerde gegevens voor de monitoring en combineert de gegevens ten behoeve van de rapportage aan de begeleidingscommissie met de gegevens van het materiaalhergebruik van verpakkingen door bedrijven en met de gegevens over de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen.
Naast de gegevens die van de gemeente afkomstig zijn, verkrijgt Stichting Nedvang tevens gegevens van de bewerker en recycler. In het geval van nascheiding rapporteert de gemeente de hoeveelheden nagescheiden materiaal en de nascheidingsinstallatie rapporteert de per gemeente ontvangen hoeveelheid restafval en de nagescheiden fracties materialen als controle-informatie.
Deelnemende partijen
Producenten en importeurs
De producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen wordt gedragen door de producenten en importeurs van verpakkingen. Zij betalen jaarlijks een afvalbeheersbijdrage aan StAV ter bekostiging van de realisatie van de producentenverantwoordelijkheid. Producenten en importeurs die minder dan 50.000 kg verpakkingen per jaar op de markt brengen, zijn vrijgesteld van de verplichting een afvalbeheersbijdrage af te dragen.
Alle producenten en importeurs die als zodanig zijn aangewezen in artikel 1, onder f, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 vallen onder de aanvraag.
In het Besluit beheer verpakkingen 2014 is in artikel 8 een onderscheid gemaakt voor producenten en importeurs die minder dan 50.000 kg per jaar aan verpakkingen op de markt brengen. Dit zijn de zogenoemde onderdrempelige bedrijven. Deze zijn vrijgesteld van de verslagleggingsverplichting. Producenten en importeurs die meer dan 50.000 kg per jaar op de markt zetten vallen wel onder de verslagleggingsverplichting. Dit zijn de zogenoemde bovendrempelige bedrijven. Verder worden de verpakkingen die dienst doen als logistieke hulpmiddelen als aparte categorie verpakkingen door de aanvrager bij het bepalen van de belangrijke meerderheid onderscheiden. Deze omvatten zowel boven- als onderdrempelige bedrijven.
Door StAV is deze 50.000 kilogram grens gehanteerd om boven- en onderdrempelige bedrijven te onderscheiden.
Stichting Afvalfonds Verpakkingen
De Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV) geeft, namens het verpakkende bedrijfsleven, uitvoering aan het Besluit Verpakkingen 2014, aan de Raamovereenkomst en de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen. StAV voldoet ten behoeve van de producenten en importeurs aan (de relevante bepalingen uit) het Besluit beheer verpakkingen 2014. In StAV zijn de producenten en importeurs die lid zijn van de onder 1 van dit besluit genoemde stichtingen vertegenwoordigd. De materiaalorganisaties hebben ook plaats in het bestuur van StAV. StAV draagt de uitvoering van de Afvalbeheersstructuur (groten)deels op aan uitvoeringsorganisaties. Daartoe sluit StAV service level agreements met de monitoringsorganisatie (Stichting Nedvang) en Stichting Nederland Schoon en keert het aan deze partijen vergoedingen uit. Daarnaast keert StAV vergoedingen uit aan gemeenten en het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken.
StAV stelt een rapportage op van de vergoedingen, registreert producenten en importeurs en bepaalt de afvalbeheersbijdrage. StAV zorgt verder voor de inning van de afvalbeheersbijdrage.
Stichting Nedvang
Stichting Nedvang zorgt in opdracht van StAV voor de monitoring van de materiaalstromen. Stichting Nedvang verzorgt daartoe de monitoring en correcte uitvoering van de protocollen. Stichting Nedvang maakt in opdracht van StAV afspraken met gemeenten en andere inzamelaars door middel van ‘deelnemersovereenkomsten’. Stichting Nedvang werkt op basis van een service level agreement met StAV en krijgt een vergoeding voor de organisatiekosten. Het bestuur van Stichting Nedvang bestaat uit vertegenwoordigers van producenten en importeurs en materiaal organisaties.
Stichting Nederland Schoon
Stichting Nederland Schoon is verantwoordelijk voor (een deel) van de taken op het gebied van zwerfverpakkingsafval. De stichting werkt op basis van een service level agreement met StAV en krijgt een vergoeding voor de organisatiekosten. Stichting Nederland Schoon heeft een bestuur met leden uit het bedrijfsleven.
Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV)
Het KIDV is verantwoordelijk voor de in artikel 3 van de Raamovereenkomst toegewezen taken, waaronder het opstellen van de verduurzamingsagenda. Het KIDV is onafhankelijk van StAV. Het Kennisinstituut zal een Raad van Toezicht hebben die zorgt voor de controle op het KIDV. Om de onafhankelijkheid te garanderen zitten in de Raad van Toezicht vertegenwoordigers van de rijksoverheid, producenten en importeurs en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. De kosten voor de organisatie en uitvoering van het KIDV worden vergoed door StAV.
Gemeenten
Gemeenten zorgen voor de gescheiden inzameling van verpakkingen. Stichting Nedvang maakt in opdracht van StAV afspraken met gemeenten. Daarvoor tekent iedere gemeente een deelnemersovereenkomst. Gemeenten informeren Stichting Nedvang over de inzamelprestaties die zij leveren.
Uitvoeringsorganisaties
De uitvoeringsorganisaties zoals bedoeld in artikel 2.7 van de Overeenkomst, te weten Stichting Nedvang en Stichting Nederland Schoon, zorgen voor de uitvoering van de Afvalbeheersstructuur.
Technisch
Volgens de Leidraad AVV dienen de volgende technische aspecten te worden toegelicht: de producten waarvoor de verwijderingsbijdrage wordt gebruikt, de gestelde kwaliteitseisen, het overdrachtspunt van de producten, de frequentie van inname, eventuele sorteeractiviteiten, het transport en de verwerkingstechnieken.
Materialen
De Afvalbeheersstructuur ziet op alle in het Besluit beheer verpakkingen 2014 onderscheiden verpakkingsmaterialen: glas, hout, papier en karton, metaal en kunststof, alsmede verpakkingssoorten die uit deze voorgaande materiaalsoorten bestaan en die in de praktijk gescheiden ingezameld kunnen worden zoals drankenkartons en statiegeldflessen, en combinaties daarvan.
Kwaliteitseisen
Per materiaalsoort zoals onderscheiden in het Verpakkingenbesluit, en voor drankenkartons, zijn kwaliteitseisen vastgesteld in het Uitvoerings- en Monitoringsprotocol (UMP) en zijn afspraken gemaakt met gemeenten over de inzameling en verwerking van verpakkingsafval. Het UMP beschrijft de monitoring- en uitvoeringsregels ten behoeve van de producentenverantwoordelijkheid voor de inzameling en recycling van verpakkingen. Het UMP is onder verantwoordelijkheid van de Begeleidingscommissie Raamovereenkomst opgesteld door Stichting Nedvang en VNG en geeft de uitwerking van de verplichtingen die gelden bij deelname aan de afvalbeheerstructuur door organisaties met een centrale rol in de verpakkingsketen zoals gemeenten, afvalbedrijven, recyclers, Stichting Afvalfonds Verpakkingen en Stichting Nedvang.
Daarnaast zijn ook met afvalverwerkers contracten gesloten om de gegevens zo goed mogelijk in beeld te brengen en te kunnen controleren. Deze contracten, de gebruikte verwerkingstechnieken en de verdere technische opzet zijn verder opgenomen in het UMP versie 3.0.
Inzameling en verwerking
Per materiaalsoort worden afspraken gemaakt met gemeenten over de inzameling en verwerking van verpakkingsafval en, afhankelijk van de materiaalsoort, eventueel eveneens met verwerkers. De betreffende modelovereenkomsten zijn opgenomen als bijlagen 4a en 4b bij het UMP. De gebruikte verwerkingstechnieken zijn per materiaalsoort uitgewerkt in het Uitvoeringsprotocol Huishoudens van het UMP en ten aanzien van hout in het Uitvoeringsprotocol Bedrijven van het UMP.
Financieel-economisch
Volgens de leidraad is er inzicht benodigd in de kosten van het verwijderingssysteem, een onderbouwing van de hoogte van de verwijderingsbijdrage en de eventuele fondsvorming.
Inkomstenkant
De Afvalbeheersstructuur wordt bekostigd door middel van afvalbeheersbijdragen die worden afgedragen door producenten en importeurs. De hoogte van de afvalbeheersbijdrage die individuele producenten en importeurs moeten betalen wordt periodiek vastgesteld door StAV op basis de berekeningswijze zoals opgenomen onder punt d van dit besluit.
Uitgavenkant
De volgende uitgaven zijn begroot:
a. De netto kosten voor inzameling, verwerking en vermarkting; en
b. Systeemkosten.
Ad a.
De netto kosten voor inzameling, verwerking en vermarkting zijn het negatieve verschil tussen de opbrengst van vermarkting en de kosten voor inzameling, verwerking en vermarkting van de betreffende materialen.
Ad b.
Systeemkosten zijn de kosten die StAV en de Uitvoeringsorganisatie(s) moeten maken ten behoeve van het opzetten, uitvoeren en in stand houden van de Afvalbeheersstructuur.
Fondsvorming
In artikel 1.9 van bijlage 1 van de Overeenkomst is vastgelegd dat StAV ten aanzien van de systeemkosten een reserve op kan bouwen voor onvoorziene omstandigheden en voor afwikkelingskosten gedurende de periode als de Overeenkomst eindigt of wordt beëindigd. Het tarief voor systeemkosten kan dan worden opgehoogd met maximaal 6% totdat een reserve van maximaal 50% van de in het eerstvolgende kalenderjaar begrote systeemkosten is opgebouwd. Ten aanzien van ketenkosten kan daarnaast een voorziening worden opgebouwd, eveneens tot een maximum van 30%. Vanuit praktische overwegingen is fondsvorming noodzakelijk, voor bijvoorbeeld de overbruggingsperiode tussen inning van de heffing en uitbetaling van de vergoeding.
Ook kan fondsvorming plaatsvinden bij een verschil tussen de vooraf ingeschatte en achteraf daadwerkelijk gemaakte kosten. Dit verschil kan eventueel ook gecompenseerd worden in de tarieven van een volgend kalenderjaar. StAV streeft er naar om fondsvorming zo veel mogelijk te beperken en om onnodige schommelingen in de tarieven zo veel mogelijk te beperken.
Aan het einde van de periode van de avv of indien deze eerder dan voorzien is geëindigd of vervallen zullen de eventueel aanwezige fondsen terugvloeien naar de producenten en importeurs voor zover deze zien op de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting.
Eventuele fondsen in de systeemkosten kunnen gebruikt worden om een dergelijke afwikkelingsfase te bekostigen.
StAV rapporteert jaarlijks over de opgebouwde buffers in het kader van de rapportage avv en voor het Besluit verpakkingen 2014.
Jaar: |
Totale kosten * |
omvang fonds *: |
verhouding ten opzichte van kosten: |
---|---|---|---|
2016 |
177.290 |
10.663 |
+13% |
2015 |
158.900 |
3.973 |
–8% |
2014 |
120.500 |
10.992 |
–6% |
2013 |
114.700 |
18.277 |
+14% |
(* in euro’s x 1000)
Op basis van de verslagen van de periode 2013 tot en met 2016 van StAV heeft deze aangetoond dat het fonds beneden de toegestane grens is gebleven.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder b en c, van de regeling.
m. Op grond van artikel 2, onder d, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop de afvalbeheersstructuur past in internationaal verband aangegeven te worden.
Bijna alle EU lidstaten kennen een producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen.
Nederland, Italië en Spanje zijn voorbeelden van landen waarin producentenverantwoordelijkheid wordt uitgevoerd door een enkele organisatie.
België kent een systeem met twee organisaties, één bedrijfsverpakkingsafval en één voor huishoudelijk verpakkingsafval.
Denemarken kent een overheidssysteem waar de monitoring wordt daar gedaan door ambtenaren en er worden geen bijdrages geheven of vergoedingen uitgekeerd aan gemeenten.
In Duitsland, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn elkaar beconcurrerende, uitvoeringsorganisaties actief. Deze systemen zijn veelal onderdeel van afvalverwerkingsbedrijven en vaak ook geprivatiseerd.
Het Nederlandse systeem onderscheidt zich van andere landen door onder andere de vastgelegde protocollen ten aanzien van kwaliteit, meting en rapportage, het lage percentage free riders, de openbaarheid van de tarieven en het toezicht.
De kosten van de afvalbeheersstructuur en de daaruit afgeleide tarieven laten zich moeilijk vergelijken tussen landen. De informatie is niet altijd openbaar.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de kosten hoger zijn naarmate er in een land meer verpakkingen op de markt worden gebracht en/of hogere recyclepercentages worden bereikt. In alle landen maken uitvoeringsorganisaties kosten voor de inzameling en sortering van verpakkingsafval, en ontvangen een vergoeding (of maken kosten) voor de verkoop van verpakkingsafval.
Nederland neemt een bijzondere positie in door de vrijstelling van logistieke hulpmiddelen en een relatief hoge drempel van 50.000 kilogram per kalenderjaar.
De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan artikel 2, onder d, van de regeling.
n. Op grond van artikel 2, onder e, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de marktstructuur van degenen die die stof, dat preparaat of dat andere product in Nederland invoeren of op de markt brengen, aangegeven te worden.
Volgens de leidraad dient in ieder geval ingegaan te worden op het aantal bedrijven dat actief is op de markt, de omzet van deze bedrijven en of er sprake is van een groeimarkt.
Er zijn momenteel circa 2.400 bovendrempelige deelnemende producenten en importeurs (bedrijven en fiscale eenheden voor de omzetbelasting die uit diverse rechtspersonen kunnen bestaan). Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor ongeveer 1.900 kiloton aan verpakkingsmateriaal per jaar, exclusief logistieke hulpmiddelen. Meer dan 90 procent hiervan komt van de grootste 750 aangifte-eenheden. Meer dan 60 procent van het verpakkingsmateriaal komt van de grootste 125 producenten en importeurs. Meer dan 25 procent komt van de grootste 10 producenten en importeurs. Daarnaast bestaan er in Nederland vele onderdrempelige producenten en importeurs die niet verplicht zijn tot registratie bij het Afvalfonds Verpakkingen of tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage. Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor ongeveer 175 kiloton aan verpakkingsmateriaal per jaar, exclusief logistieke hulpmiddelen. Deze gewichtshoeveelheden en percentages zijn de afgelopen jaren redelijk constant geweest. In 2014 waren de logistieke hulpmiddelen 711 kiloton. In 2015 was dit 904 kiloton. Het verschil is te verklaren door de nieuwe meetmethode ten aanzien van gerepareerde houten pallets.
Verpakkingen hebben een legitieme en vaak noodzakelijke functie. Om deze reden verwacht StAV dat milieuwinst primair te behalen zal zijn door het verhogen en verbeteren van de recyclebaarheid van verpakkingen.
Volgens artikel 1.4 van bijlage 1 van de overeenkomst wil StAV aansturen op het gebruik van goed recyclebare verpakkingen, door hieraan een lager tarief te koppelen.
De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan artikel 2, onder e van de regeling.
o. Op grond van artikel 2, onder f, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is een ieder van de onder e bedoelde personen bij het indienen van het verzoek te betrekken, aangegeven te worden.
Dit verzoek betreft de voortzetting van het bestaande systeem. Net als bij het verzoek in 2012 is samengewerkt met diverse vertegenwoordigende brancheorganisaties en enkele individuele producenten en importeurs die een belangrijke meerderheid vertegenwoordigen. Deze organisaties communiceren voortdurend met hun achterban en zijn grotendeels ook vertegenwoordigd in het bestuur van StAV. Daarnaast heeft StAV het verzoek aangekondigd op haar openbare website waarbij alle producenten en importeurs de mogelijkheid wordt geboden zich ook op individuele basis bij het verzoek aan te sluiten. Deze boodschap is herhaald in de nieuwsbrief verzonden aan alle deelnemers. De meerderheid van deze bedrijven zijn reeds sinds 2013 deelnemer bij het Afvalfonds Verpakkingen en daarmee op de hoogte van de afvalbeheersstructuur.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder f, van de regeling.
p. Op grond van artikel 2, onder g, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is te voorkomen dat gebruikers van die stof, dat preparaat of dat andere product in de praktijk meer dan eenmaal een bijdrage voor het beheer daarvan verschuldigd zullen zijn, aangegeven te worden.
Door de in de Overeenkomst gehanteerde definities van 'Producent en/of Importeur’ en 'Verpakkingen' wordt de mogelijkheid uitgesloten dat de afvalbeheersbijdrage verpakkingen meer dan éénmaal wordt geheven.
De afvalbeheersbijdrage verpakkingen wordt berekend op basis van de netto kosten voor inzameling, verwerking en vermarkting per verpakkingsmateriaal en gebaseerd op de verpakkingenomzet van individuele producenten en importeurs zodat op die grond dubbele betaling is uitgesloten.
Eventueel teveel betaalde voorlopige betalingen worden na afloop van het kalenderjaar door StAV met de producenten en importeurs verrekend.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder g, van de regeling.
q. Op grond van artikel 2, onder h, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop aan de consument voorlichting zal worden gegeven over de afvalbeheersbijdrage aangegeven te worden. Indien de afvalbeheersbijdrage geen consumenten, maar bedrijven treft, zullen de voorlichtingsactiviteiten uiteraard moeten worden toegespitst op deze bedrijven.
Voorlichting is niet op consumenten gericht, maar op bedrijven. Aan consumenten vindt voorlichting plaats door middel van gefinancierde campagnes zoals ‘Plastic Heroes’ en ‘Glas in ’t bakkie’, of via de activiteiten van Nederland Schoon.
Daarnaast heeft voorlichting over de nieuwe structuur plaatsgevonden via brancheorganisaties. Hierdoor zijn nagenoeg alle bijdrageplichtige producenten en importeurs deelnemer.
Voor deze producenten en importeurs was in 2012 de grootste verandering dat zij niet langer aangifte deden bij de Belastingdienst maar bij StAV. Onder de nieuwe algemeen verbindend verklaring verandert er voor deze producenten en importeurs nagenoeg niets.
Periodieke voorlichting naar producenten en importeurs vindt plaats via nieuwsbrieven, individuele communicatie per telefoon, e-mail en post, en daarnaast via bedrijfsbezoeken en controles. StAV is voortdurend op zoek naar producenten en importeurs die zich nog niet hebben gemeld. In dat kader schrijft zij regelmatig bedrijven aan waarbij StAV bedrijven voorlicht over de van toepassing zijnde verplichtingen.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder h, van de regeling.
r. Op grond van artikel 2, onder i, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze van rapportage over de voortgang van de punten onder a tot en met d van de regeling, aangegeven te worden.
Volgens de leidraad dient aangegeven te worden de wijze waarop de informatie wordt verzameld, de frequentie waarmee de informatie wordt verzameld en een schatting van de betrouwbaarheid van de informatie.
De wijze van rapporteren en de aanpak van de verslaglegging en monitoring zijn vastgelegd in het UMP en het Basisdocument Monitoring Verpakkingen (2013 – 2022). Het Afvalfonds Verpakkingen brengt jaarlijks voor 1 augustus verslag uit aan de Staatssecretaris.
De wijze van verslaglegging is de afgelopen jaren grondig geëvalueerd en verbeterd en zal ook in de toekomst onderworpen blijven aan een continue verbeterproces. Daarin worden tevens de onafhankelijke aanbevelingen van de Commissie Toezicht Monitoring Verpakkingen meegenomen.
Van de inkomsten, uitgaven en fondsvorming wordt verslag gedaan in het jaarverslag en jaarrekening van StAV. De jaarrekening wordt voorzien van een controleverklaring afgegeven door een accountant. StAV verstrekt jaarlijks aan de Minister een overzicht van de producenten en importeurs die over het betreffende jaar aangifte hebben gedaan.
Monitoring vindt plaats per materiaal in kg per jaar.
Stichting Nedvang registreert in opdracht van StAV de gegevens over inzameling, bewerking en recycling op basis van de huidige monitoringsystematiek en de verbetering die voortkomt uit de werkgroep monitoring (artikel 13 eerste lid van de Raamovereenkomst). Audits en controles zijn ingericht op het volgen van de opgaven van gemeenten en bedrijven. De berekening van de jaarlijkse materiaalhergebruikpercentages maakt gebruik van deze gegevens en koppelt deze aan de ‘op de markt’ gegevens van StAV en Stichting Nedvang.
Een schatting van de betrouwbaarheid van de informatie wordt geborgd door gebruikmaking van zoveel mogelijk betrouwbare registraties. Een deel van de monitoringsgegevens wordt momenteel gecontroleerd door onafhankelijke partijen, zoals accountants. Jaarlijks wordt van de betrouwbaarheid van de monitoringsgegevens een kwalitatieve beoordeling gemaakt waarvan in de Stichting Nedvang rapportage Monitoring verpakkingen verslag wordt gedaan.
De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan artikel 2, onder i, van de regeling.
6. Op 24 november 2017 is een zienswijze ingediend door H. Holland. Hieronder wordt op deze zienswijze ingegaan.
6.1 Inleiding
H. Holland geeft aan dat het ontwerpbesluit de facto een verlenging beoogt van het voorgaande besluit op avv. Indiener geeft aan dat dit niet mogelijk is omdat de wetgever bewust van deze mogelijkheid heeft afgezien. Door toch te kiezen voor de facto verlenging, zonder een bijbehorende toelichting, is volgens indiener onduidelijk op welke wijze de verzoekers beogen te voorkomen dat men te veel leunt op het bestaande systeem en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar nieuwe alternatieven.
Artikel 15.39, eerste lid, Wm bepaalt dat een besluit tot algemeen verbindend verklaring van een Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage voor ten hoogste vijf jaar geldt. De wetgever heeft, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis, hiermee willen bewerkstelligen dat aspecten die een belangrijke consequentie voor de hoogte van de afvalbeheersbijdrage kunnen hebben, zoals ontwikkelingen in de verwerkingstechnologie of verbeteringen in het ontwerp van de afvalbeheersstructuur, periodiek aan een nadere beschouwing worden onderworpen. De wetgever heeft ook aangegeven, dat wanneer alle betrokkenen van mening zijn dat op dezelfde wijze moet worden doorgegaan, dit niet in de weg staat aan het nemen van een nieuw besluit (Kamerstukken II 1993/94, 23 256, nr. 5, p. 8).
De oude afvalbeheersbijdrage overeenkomst kent in principe een looptijd van 10 jaar.
Dit sluit ook aan bij de looptijd van de Raamovereenkomst Verpakkingen die getekend is door de toenmalige Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en welke expliciet voorziet in een algemeen verbindend verklaring gedurende deze looptijd. Desalniettemin hebben de indieners van het verzoek ervoor gekozen de overeenkomst te evalueren en daarin op een aantal details wijzigingen aan te brengen indachtig de ervaring van de afgelopen vijf jaren. Het verpakkende bedrijfsleven heeft echter niet de wens om op dit moment grote systeemwijzigingen door te voeren.
Zoals in het verzoek is aangegeven is de StAV in 2012 door het verpakkende bedrijfsleven opgericht om op collectieve wijze uitvoering te geven aan de afvalbeheersstructuur voor verpakkingen en de financiering daarvan conform de verplichtingen uit de Raamovereenkomst Verpakkingen (2013 – 2022) en het Besluit beheer verpakkingen 2014. In het kader van de financiering van deze structuur hebben verzoekers in 2012 een Afvalbeheersbijdrage Overeenkomst gesloten. Deze is door de Minister algemeen verbindend verklaard voor de periode van 1 januari 2013 t/m 31 december 2017. Verzoekers hebben een nieuwe Afvalbeheersbijdrage Overeenkomst gesloten en een nieuw verzoek ingediend tot algemeen verbindend verklaring daarvan.
Op dit moment is de continuïteit van het huidige systeem en de financiering daarvan van groot belang vanuit het oogpunt van nakoming van de Raamovereenkomst Verpakkingen (looptijd van 2013 tot 2022) en het Besluit beheer verpakkingen 2014 en de daarmee te realiseren milieudoelstellingen.
6.2 Dekkingsgraad
H. Holland geeft aan ten zeerste te betwijfelen of de berekening van de op grond van art. 15.37, eerste lid, Wm vereiste ‘belangrijke meerderheid’, zoals door verzoeker onderbouwd en door de Staatssecretaris is beoordeeld, klopt en/of deze voldoet aan de wettelijke eisen. H. Holland stelt zich, verkort weergegeven, op het standpunt dat bij de berekening van de belangrijke meerderheid ten onrechte:
a) niet de omzet, maar het gewicht aan verpakkingen als uitganspunt is genomen;
b) daarbij niet alle bedrijven die verpakkingen op de markt brengen zijn betrokken, en
c) niet is uitgegaan van de (absolute) aantallen van bedrijven.
Achtergronden berekening in het verpakkingendossier
Het aantonen of sprake is van een belangrijke meerderheid dient te geschieden door degenen die het verzoek indienen. De wetgever heeft het uiteindelijke oordeel of sprake is van een belangrijke meerderheid overgelaten aan de Minister en deze hierbij een zekere beleidsvrijheid gegeven. De Minister heeft op grond van de door StaV verstrekte gegevens en berekening geoordeeld dat sprake is van een belangrijke meerderheid.
In algemene zin moet volgens de wetstekst bij de beoordeling of verzoekers een belangrijke meerderheid vormen gekeken worden naar de gezamenlijke omzet van de betrokken verpakkingen door verzoekers en in ieder geval naar het aantal van hen in verhouding tot het totale aantal van degenen die deze producten in Nederland invoeren of op de markt brengen.
Wanneer een verzoek wordt ingediend door een aantal vertegenwoordigende organisaties van de betrokken producenten, zullen deze organisaties een belangrijke dekkingsgraad moeten hebben van de omzet van de betrokken ondernemingen.
De wetgever heeft met ‘omzet’ bedoeld: de omzet van de producten die in Nederland in het afvalstadium geraken. De toetsing aan het aantal ondernemingen heeft tot doel om te voorkomen dat, wanneer alleen aan de omzet in bedoelde zin getoetst zou worden, een beperkt aantal ondernemingen (met de grootste omzet) het instrument van de avv zou kunnen misbruiken om de concurrentie uit te schakelen (TK 1992/93, 23 256, nr. 3, p. 2 en nr. 5, p. 7).
H. Holland geeft in haar zienswijze aan dat het gewichtsaandeel op de markt gebrachte verpakkingen van 50,5 procent dat door de indieners van het verzoek is opgegeven berust op een foute berekening. StAV betwist dit.
Nadere motivering berekening belangrijke meerderheid
De berekening van de belangrijke meerderheid leidt in het verpakkingendossier tot een berekening die enigszins afwijkt van de hiervoor geschetste algemene uitgangspunten. Dit hangt samen met het feit dat door de wetgever in het Besluit beheer verpakkingen 2014 voor wat betreft de verslagleggingsverplichting een onderscheid is gemaakt tussen bedrijven die meer respectievelijk minder dan 50.000 kilogram verpakkingen per jaar op de markt brengen. In de Overeenkomst is bij deze drempel aangesloten. Concreet heeft dit tot gevolg dat bedrijven die meer dan 50.000 kilogram verpakkingen per jaar op de markt brengen, de bovendrempelige bedrijven, verplicht zijn tot het betalen van een afvalbeheersbijdrage. De bedrijven die minder dan 50.000 kilogram verpakkingen per jaar op de markt brengen, de onderdrempelige bedrijven, zijn geen afvalbeheersbijdrage verschuldigd. Dit is de reden waarom onderdrempelige bedrijven niet zijn meegenomen in het bepalen van de belangrijke meerderheid.
Deze systematiek met een betalingsverplichting bij een grens van 50.000 kilogram per jaar is reeds eerder door de belastingdienst gehanteerd. De Belastingdienst voerde, voor de oprichting van StAV, de registratie van producenten en importeurs van verpakkingen uit en daarmee de verpakkingsbelasting. In de voorgaande Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen (1 januari 2013 tot 31 december 2017) is eenzelfde systematiek gehanteerd.
De heffingsvrije drempel van 50.000 kg sluit aan bij art. 8, lid 1, van het Besluit beheer verpakkingen 2014. Deze en dat grens bestond al onder de verpakkingenbelasting. StAV heeft bij de aanvraag van de avv deze staande praktijk gecontinueerd. Bovendrempelige producenten/importeurs zijn verantwoordelijk voor meer dan negentig procent van het gewicht aan verpakkingen dat jaarlijks op de markt komt. Elke kleine verlaging van de drempel zal leiden tot een relatief veel grotere uitbreiding van het deelnemersveld (en dus de systeemkosten van StAV die gepaard gaan met administratie en controles) alsmede een uitbreiding van administratieve lasten voor het MKB, terwijl hier relatief weinig inkomsten voor StAV uit weinig verpakkingsgewicht tegenover staan.
Bij het opstellen van het ontwerpbesluit is getracht al de door StAV aangeleverde cijfers zo nauwkeurig mogelijk te betrekken in het bepalen van het aandeel van bij de Overeenkomst aangesloten bedrijven. Wellicht dat dit heeft geleid tot een tekst met ingewikkelde berekeningen en beredeneringen die de duidelijkheid en leesbaarheid niet ten goede kwamen.
Daarom hieronder een vereenvoudigde weergave van de berekening van de vertegenwoordiging van de meerderheid afkomstig van de cijfers gerapporteerd door StAV aan de Staatssecretaris.
2016 |
Verpakkingen totaal |
Verpakkingen van producenten en importeurs aangesloten bij StAV |
Aandeel % |
---|---|---|---|
Pom bovendrempelige bedrijven (Kton) |
1.934 |
1.401 |
72% |
Pom onderdrempelige bedrijven (Kton) |
180 |
* |
0% |
Pom logistieke hulpmiddelen (Kton) |
1.026 |
1.000 |
97% |
Pom totaal (Kton) |
3.140 |
2.401 |
76% |
* er zijn geen onderdrempelige bedrijven die rapporteren aan StAV
Uit deze cijfers blijkt dat StAV 76% van de op de markt gebrachte hoeveelheid verpakkingsmateriaal (pom of put on the market) van de bovendrempelige bedrijven en van de bovendrempelige logistieke hulpmiddelen vertegenwoordigt.
Onder punt 2.13 van de zienswijze merkt de indiener op dat ten onrechte niet alle bedrijven zijn betrokken bij de overeenkomst en het verzoek tot algemeen verbindend verklaring.
Uit het verzoek blijkt (onder 3.6) dat StAV op verschillende manieren heeft gecommuniceerd naar belanghebbende bedrijven over de overeenkomst en het verzoek. Daarmee is aannemelijk dat StAV in redelijkheid alles heeft ondernomen om zoveel mogelijk bedrijven te betrekken bij de overeenkomst en het verzoek tot avv.
6.3 Financiering van het stelsel
H. Holland wijst erop dat de onderhavige overeenkomst eenzelfde tariefberekening kent als de overeenkomst van 2013 en acht het onrechtvaardig dat er geen maximum aan de tarieven is ingebouwd, om een onvoorziene kostenstijging van 65% zoals die zich in 2016 heeft voorgedaan, te voorkomen. Indiener geeft aan dat het verzoek en het ontwerpbesluit geen toelichting bevat op deze omstandigheid.
Een producent of importeur van verpakkingen heeft te voldoen aan de in het Besluit beheer verpakkingen 2014 opgenomen verplichtingen waaronder het vergoeden van de inzamelkosten en het behalen van gestelde recyclingdoelstellingen. De wetgever heeft geen maximum gesteld aan de kosten die uit deze verplichtingen voortkomen. Producenten en importeurs geven collectief uitvoering aan de in het Besluit beheer verpakkingen 2014 genoemde verplichtingen. Voor het algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst heeft de Staatssecretaris getoetst of de wijze van berekening van de afvalbeheersbijdrage voldoende inzichtelijk is gemaakt en hoe fondsvorming wordt voorkomen.
De wijze van berekening van de afvalbeheersbijdrage is opgenomen in artikel 3 en bijlage 1 van de Overeenkomst en beschreven in overweging 5, onderdeel d van het besluit. De berekening van de tarieven in bijlage 1 van de Overeenkomst biedt onder meer een voorziening voor situaties waarin er voor het Afvalfonds tekorten ontstaan en de daarmee samenhangende mogelijkheid om tarieven te verhogen (onder 1.5 e.v.). Daaruit blijkt dat de StAV een eventuele tariefverhoging pas kan doorvoeren wanneer het tekort van het fonds niet verrekend kan worden met overschotten uit voorgaande jaren en dat de StAV een tariefverhoging evenredig over elk van de eerstvolgende kalenderjaren kan verrekenen (onder 1.6). Daarmee hebben verzoekers voldoende onderbouwd dat een eventuele tariefstijging alleen zal worden doorgevoerd wanneer de opbrengsten van het fonds de daadwerkelijke kosten van de afvalverwijderingsstructuur niet meer kunnen dekken.
H. Holland vindt het verder onduidelijk waarom de producenten en importeurs die jaarlijks onder de grens van 50.000 kg verpakkingen blijven zijn uitgezonderd van de afvalbeheersbijdrage.
Zoals hiervoor toegelicht hangt dit samen met het onderscheid dat gemaakt is in het Besluit beheer verpakkingen 2014 tussen boven- en onderdrempelige bedrijven en het feit dat in de overeenkomst voor het bepalen van de afvalbeheersbijdrage verplichting bij dit onderscheid is aangesloten.
Volgens StAV zijn er ongeveer 2.800 bovendrempelige bedrijven en enkele honderdduizenden bedrijven die mogelijk onderdrempelig zijn. Voor de monitoring van producenten/importeurs die minder dan 50.000 kilo verpakkingen op de markt brengen doet TNS NIPO jaarlijks een onderzoek, in opdracht van het StAV.
6.4 Rechtszekerheid en rechtsbescherming
H. Holland geeft aan dat doordat de definities van producent en importeur in het Besluit beheer verpakkingen 2014 en de Overeenkomst van elkaar afwijken en dat zij daardoor niet meer weet welke definitie er voor haar geldt.
De heffingsmethodiek van StAV, kent, net als onder de voormalige verpakkingenbelasting, als een van de sleutelbegrippen de term terbeschikkingstelling. Dit wijkt af van het Besluit beheer verpakkingen 2014 welke spreekt van in de handel brengen. Uit de nota van toelichting bij het besluit blijkt echter dat hiermee geen inhoudelijke verlegging van de producentenverantwoordelijkheid is beoogd.
Ten slotte wijst H. Holland erop dat voor een individueel bedrijf deugdelijke rechtsbescherming ontbreekt, onder meer omdat deze geen inzage kan krijgen in, met name financiële gegevens en omdat deze uitsluitend naar de civiele rechter kan.
De wetgever heeft er expliciet voor gekozen om geen beroep op de bestuursrechter open te stellen tegen het besluit tot avv. De wetgever heeft in de wettelijke regeling waarborgen ingebouwd om een willekeurig gebruik van het instrument avv door partijen tegen te gaan door 1) een avv voor maximaal 5 jaar te laten gelden en 2) door het toetsingskader voor de beoordeling van een verzoek tot avv, waarbij onder meer gekeken wordt naar de hoogte van de verwijderingsbijdrage in relatie tot de afvalverwijderingsstructuur en de daarmee te realiseren milieudoelen.
Elke producent/importeur heeft de mogelijkheid om, conform de Wet milieubeheer, een ontheffing van de algemeen verbindend verklaring aan te vragen. In dat geval dient H. Holland op individuele basis aan haar producentenverantwoordelijkheid onder het Besluit beheer verpakkingen 2014 te voldoen. Op een eventueel besluit tot (voorwaardelijke/beperkte) toewijzing of afwijzing van een dergelijk verzoek is de gebruikelijke rechtsbescherming van toepassing.
H. Holland is, net als alle bij StAV aangemelde producenten/importeurs in februari 2017 actief per mail benaderd over het verzoek tot avv. Ook H. Holland is daarmee in de gelegenheid gesteld om met StAV over het verzoek tot avv in overleg te treden en haar belang in te brengen.
StAV kent een interne bezwaarprocedure die is opgenomen in de overeenkomst en die ook voor H. Holland open staat.
Gelet op het voorgaande en artikel 15.37 van de Wet milieubeheer,
BESLUIT
I. Het besluit tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage verpakkingen van 21 december 2017 (met kenmerk IENM/BSK-2018/295147) in te trekken.
II. De Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage verpakkingen, gedateerd 22 juni 2017, met terugwerkende kracht algemeen verbindend te verklaren vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022 of zoveel eerder als de Overeenkomst voortijdig eindigt.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Gedateerd 22 juni 2017
DE ONDERGETEKENDEN:
(i) Stichting Verpakkingen Fast Moving Consumer Goods, statutair gevestigd te 's-Gravenhage en met adres te Overgoo 13, 2266 JZ, Leidschendam;
(ii) Stichting Verpakkingen Non Food, statutair gevestigd te Leidschendam-Voorburg en met adres te Overgoo 13, 2266 JZ, Leidschendam; en
(iii) Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer en met adres te Zilverstraat 69, 2718 RP, Zoetermeer;
welke drie stichtingen de belangen van het verpakkende bedrijfsleven behartigen; en
(iv) Stichting Afvalfonds Verpakkingen, statutair gevestigd te 's Gravenhage en met adres te Overgoo 13, 2266 JZ, Leidschendam;
OVERWEGENDE DAT:
Het verpakkende bedrijfsleven met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ten behoeve van de gemeenten, onder meer ter uitvoering van het Verpakkingenbesluit, in 2012 een raamovereenkomst voor de periode 2013-2022 heeft gesloten betreffende de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfverpakkingsafval (deze raamovereenkomst, inclusief addenda en wijzigingen hierop, de ‘Raamovereenkomst’);
De organisaties die samenwerken in de Stichting Verpakkingen Fast Moving Consumer Goods, de Stichting Verpakkingen Non Food en de Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland, (branche)organisaties van Producenten en Importeurs zijn en gezamenlijk de Afvalbeheersstructuur hebben opgezet ter uitvoering van de Raamovereenkomst;
Deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen de financiële basis vormt voor de realisatie van de Afvalbeheersstructuur en de uitvoering van de verplichtingen van het Afvalfonds Verpakkingen in dat kader ten behoeve van de Producenten en Importeurs;
De ondergetekenden deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen willen sluiten onder gebruikmaking van de mogelijkheid die artikel 15.36 Wet milieubeheer biedt om deze overeenkomst algemeen verbindend te laten verklaren;
Deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen mede wordt ondertekend door het Afvalfonds Verpakkingen aangezien deze verantwoordelijk is voor de collectieve uitvoering van de Afvalbeheersstructuur in plaats van de individuele bij het Afvalfonds Verpakkingen aangesloten Producenten en Importeurs;
Het systeem zoals gold onder de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen 2013-2017, wordt gecontinueerd.
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
In deze Overeenkomst hebben de navolgende met een hoofdletter geschreven woorden de daarbij vermelde betekenis.
Het bedrag dat individuele Producenten en Importeurs op grond van deze Overeenkomst verplicht zijn af te dragen aan het Afvalfonds Verpakkingen ter dekking van de kosten van de Afvalbeheersstructuur.
De afvalbeheersbijdrageovereenkomst verpakkingen van 4 oktober 2012 tussen het Afvalfonds Verpakkingen en de Belangenbehartigers die bij besluit van 17 december 2012 door de Minister van Infrastructuur en Milieu algemeen verbindend is verklaard voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017.
De collectieve structuur zoals bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst die wordt gefinancierd uit de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen zoals voorzien in deze Overeenkomst.
Stichting Afvalfonds Verpakkingen, statutair gevestigd te 's Gravenhage.
De onder Ondergetekenden, onder (i)-(iii) genoemde partijen.
De door het Afvalfonds Verpakkingen op enig moment vastgestelde betalingsvoorwaarden. De betalingsvoorwaarden zoals die luiden ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst zijn als bijlage 2 bij deze Overeenkomst gevoegd.
De in artikel 3.2 van deze Overeenkomst bedoelde bijlage bij deze Overeenkomst.
Het door het Afvalfonds Verpakkingen op enig moment vastgestelde boetereglement. Het boetereglement zoals dat luidt ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst is als bijlage 3 bij deze Overeenkomst gevoegd.
Degene die in opdracht van een ander bedrijf stoffen, preparaten of andere producten, die hij niet zelf heeft vervaardigd en waarvan hij niet de eigendom verkrijgt, herpakt, verpakt of ontpakt.
Deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen.
Degene die beroepsmatig in Nederland:
− als eerste stoffen, preparaten of andere producten in of tezamen met een Verpakking aan een ander ter beschikking stelt;
− als eerste stoffen, preparaten of andere producten in een Verpakking invoert en zich van de Verpakking ontdoet;
− van een ander de opdracht krijgt de Verpakking van stoffen, preparaten of andere producten te voorzien van de naam, logo of merkteken van de ander;
− stoffen, preparaten of andere producten, in of tezamen met een Verpakking die is bestemd om bij het aan de gebruiker ter beschikking stellen van stoffen, preparaten of andere producten daaraan te worden toegevoegd (waaronder in elk geval worden begrepen: Verpakkingen als bedoeld in artikel 1 onder a onder 2 van het Verpakkingenbesluit (verkooppuntverpakkingen)), aan de gebruiker ter beschikking stelt.
De overeenkomst tussen het verpakkende bedrijfsleven, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ten behoeve van de gemeenten zoals gedefinieerd onder Overwegingen, onder 1.
De kosten die het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) moeten maken ten behoeve van het opzetten, uitvoeren en in stand houden van de Afvalbeheersstructuur waaronder onder meer het voorkomen van het ontstaan van zwerfverpakkingsafval, monitoring en verslaglegging, inning en handhaving, logistieke en organisatorische aspecten, voorlichting, oprichting en instandhouding van een onafhankelijk en deskundig kennisinstituut en onderzoek en andere activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de Raamovereenkomst en het Verpakkingenbesluit, de evaluatie van de Raamovereenkomst en het realiseren van de in de Raamovereenkomst voorziene verduurzamingsagenda.
Organisatie waaraan het Afvalfonds Verpakkingen overeenkomstig artikel 2.7 van de Overeenkomst de uitvoering van de Afvalbeheersstructuur geheel of gedeeltelijk heeft opgedragen.
Verpakkingen zoals gedefinieerd in artikel 1 onder a van het Verpakkingenbesluit, welke nader worden gespecificeerd in artikel 1 onder b, c, en d van het Verpakkingenbesluit, die door een Producent of Importeur in Nederland aan een ander ter beschikking zijn gesteld of zijn ingevoerd en waarvan de betreffende Producent of Importeur zich heeft ontdaan.
Besluit beheer verpakkingen 2014 zoals dat luidt ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst of zoals dat op enig moment luidt.
Door middel van de Afvalbeheersstructuur voldoen Producenten en Importeurs collectief aan hun verplichtingen tot:
(i) inzameling, nuttige toepassing en materiaalhergebruik, en verslaglegging met betrekking tot Verpakkingen zoals volgend uit artikelen 5, 6 eerste, tweede en vierde lid, en 8 van het Verpakkingenbesluit en eventuele, ter uitvoering van de Raamovereenkomst in het Verpakkingenbesluit aangebrachte wijzigingen;
(ii) het voorkomen van het ontstaan van zwerfverpakkingsafval; en
(iii) realisering van verdere verduurzaming van Verpakkingen gedurende hun levensduur;
alle zoals nader uitgewerkt in de Raamovereenkomst.
De Afvalbeheersstructuur bestaat daartoe uit:
(i) inzameling, hetzij gescheiden, hetzij gevolgd door nascheiding, en sortering van de Verpakkingen;(ii) nuttige toepassing en materiaalhergebruik van de Verpakkingen;
(ii) het voorkomen van het ontstaan van zwerfverpakkingsafval;
(iii) monitoring van de inzameling, nuttige toepassing en hergebruik van Verpakkingen en het voorkomen van het ontstaan van zwerfverpakkingsafval;
(iv) verslagleggingsverplichtingen;
(v) inning van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen ter bekostiging van het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de Afvalbeheersstructuur;
(vi) handhaving van de Afvalbeheersstructuur ten behoeve van de effectiviteit van de structuur en ter voorkoming van free rider gedrag;
(vii) voorlichting met betrekking tot de Afvalbeheersstructuur;
(viii) oprichting en instandhouding van een onafhankelijk en deskundig kennisinstituut; en
(ix) onderzoek en andere activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de Raamovereenkomst en het Verpakkingenbesluit, de evaluatie van de Raamovereenkomst en het realiseren van de in de Raamovereenkomst voorziene verduurzamingsagenda.
De Afvalbeheersstructuur ziet op Verpakkingen, dat wil zeggen op verpakkingsmaterialen en verpakkingssoorten, of een combinatie daarvan, ongeacht of deze in huishoudelijke of bedrijfsafvalstromen voorkomen.
Deze Overeenkomst voorziet in de financiële basis voor het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de Afvalbeheersstructuur.
Producenten en Importeurs nemen deel aan de Afvalbeheersstructuur en sluiten zich daartoe aan bij het Afvalfonds Verpakkingen. Aansluiting bij het Afvalfonds Verpakkingen geschiedt via een schriftelijke melding aan het Afvalfonds Verpakkingen conform daartoe door het Afvalfonds Verpakkingen te stellen regels.
Het Afvalfonds Verpakkingen voldoet, in plaats van de bij hem aangesloten Producenten en Importeurs, collectief als bedoeld in artikel 9 van het Verpakkingenbesluit aan de op individuele Producenten en Importeurs rustende verplichtingen onder artikelen 5, 6 eerste, tweede en vierde lid, en 8 van het Verpakkingenbesluit, zoals nader uitgewerkt in de Raamovereenkomst, eventuele, ter uitvoering van de Raamovereenkomst in het Verpakkingenbesluit aangebrachte wijzigingen en de overige uit de Raamovereenkomst voortvloeiende verplichtingen.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan de uitvoering van de Afvalbeheersstructuur geheel of gedeeltelijk opdragen aan een of meer, door het Afvalfonds Verpakkingen aangewezen, Uitvoeringsorganisaties.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan ter uitwerking van de Overeenkomst nadere regels stellen in door hem op te stellen beleid.
Op het moment van inwerkingtreding van deze Overeenkomst is aan de prestatiegaranties, zoals vastgelegd in artikel 11 van de Raamovereenkomst, niet voldaan. Omdat ook paragraaf 6 van het Verpakkingenbesluit nog niet in werking is getreden, kan het Afvalfonds Verpakkingen de statiegeldregeling continueren voor grote kunststofflessen voor frisdranken en waters zoals vastgelegd in de per 1 januari 2015 vervallen Verpakkingsverordening Productschap Dranken 2003 en het eveneens per 1 januari 2015 vervallen Uitvoeringsbesluit Verpakkingsverordening Productschap Dranken 2003.
De Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die individuele Producenten en Importeurs moeten afdragen aan het Afvalfonds Verpakkingen is gebaseerd op de volgende componenten:
(i) netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting van Verpakkingen in hun afvalfase per verpakkingsmateriaal of -soort, of een combinatie daarvan; en
(ii) Systeemkosten.
Het Afvalfonds Verpakkingen stelt de hoogte van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen voor Producenten en Importeurs bindend vast aan de hand van de in de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen opgenomen formules.
Indien onderzoeken of andere in de Raamovereenkomst voorziene activiteiten of wijzigingen in de Raamovereenkomst daartoe aanleiding geven, kan de wijze van berekening van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen zoals beschreven in dit artikel 3 en de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen door de Belangenbehartigers en het Afvalfonds Verpakkingen gezamenlijk worden aangepast.
Producenten en Importeurs zijn een Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen verschuldigd over hun gewichtshoeveelheid Verpakkingen per kalenderjaar.
Producenten en Importeurs dragen de door hen verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen af aan het Afvalfonds Verpakkingen.
De voorwaarden voor betaling van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen zijn neergelegd in de Betalingsvoorwaarden.
Op alle betalingen aan het Afvalfonds Verpakkingen genoemd in deze Overeenkomst zijn de Betalingsvoorwaarden van toepassing.
Op door het Afvalfonds Verpakkingen opgelegde boetes is, in afwijking van hetgeen bepaald in artikellid 4.4, het Boetereglement van toepassing.
Producenten en Importeurs verstrekken aan het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) de door hen opgevraagde informatie die nodig is voor realisatie en uitvoering van deze Overeenkomst of de Afvalbeheersstructuur binnen de gestelde termijn.
Het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) hebben te allen tijde het recht de juistheid en volledigheid van de verstrekte informatie te (doen) controleren, en kunnen daarbij tevens gebruik maken van externe en onafhankelijke accountants. Producenten en Importeurs zijn gehouden de daartoe door het Afvalfonds Verpakkingen aangewezen personen toe te laten tot hun bedrijf en administratie, en alle in het kader van de controle op de juiste afdracht van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen verzochte informatie binnen de gestelde termijn te verstrekken.
Producenten en Importeurs hebben een meldingsplicht bij het Afvalfonds Verpakkingen ter uitvoering van artikel 2.5 van deze Overeenkomst.
Alle aangemelde Producenten en Importeurs die over een bepaald kalenderjaar de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen zijn verschuldigd, worden vermeld op de website van het Afvalfonds Verpakkingen, met uitzondering van eenmanszaken. Per kalenderjaar zal een overzicht worden gepubliceerd met daarin de bedrijfsnamen van de Producenten en Importeurs en, indien van toepassing, KvK-nummers, evenals eventuele regelingen of brancheafspraken waarvan in het betreffende kalenderjaar gebruik wordt gemaakt. Indien sprake is van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, kan in overleg met het Afvalfonds Verpakkingen worden overeengekomen dat slechts een deel van de binnen die fiscale eenheid voor de omzetbelasting vallende bedrijfsnamen en KvK-nummers wordt vermeld.
Indien een Producent of Importeur de verplichting onder 5.1 niet nakomt, kan het Afvalfonds Verpakkingen een forfaitaire Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen opleggen, die zoveel mogelijk wordt vastgesteld aan de hand van in het verleden door de betreffende Producent of Importeur opgegeven informatie.
Indien een Producent of Importeur de hem opgelegde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen niet voldoet of niet voldoet aan de verplichtingen neergelegd in de artikelen 4 en 5, zoals nader uitgewerkt in de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen en de Betalingsvoorwaarden, kan het Afvalfonds Verpakkingen hem door middel van een schriftelijke mededeling alsnog manen zijn verplichtingen binnen een daarin opgenomen redelijke termijn na te komen. Ingeval de Producent of Importeur zijn verplichtingen binnen die gestelde termijn niet nakomt, kan het Afvalfonds Verpakkingen hem een boete opleggen volgens het Boetereglement.
Voortdurende of herhaalde niet-nakoming van de Overeenkomst kan leiden tot uitsluiting van aansluiting bij het Afvalfonds Verpakkingen. Het Afvalfonds Verpakkingen voldoet dan niet langer collectief aan de op grond van het Verpakkingenbesluit op de betreffende Producent of Importeur rustende verplichtingen. Deze Producent of Importeur kan dan worden onderworpen aan handhaving conform het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer of deze Overeenkomst, dan wel dient deze Producent of Importeur ontheffing van de algemeenverbindendverklaring aan te vragen teneinde individueel te voldoen aan het Verpakkingenbesluit.
Het Afvalfonds Verpakkingen, de Uitvoeringsorganisatie(s) en alle personen zoals bedoeld in artikellid 5.2, zijn gehouden om alle aan hen op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie vertrouwelijk te behandelen.
Het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) zien erop toe dat bestuursleden van het Afvalfonds Verpakkingen en/of de Uitvoeringsorganisaties en andere bij hen betrokken personen die werkzaam zijn voor of benoemd zijn door individuele Producenten of Importeurs of enig ander bedrijf in de verpakkingenketen, geen inzage krijgen in gegevens die inzicht verschaffen in de door individuele Producenten of Importeurs afgezette volumes.
Artikellid 7.1 geldt niet voor het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisaties ten aanzien van:
(i) de uitwisseling van gegevens tussen het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisaties voor zover deze noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de Overeenkomst;
(ii) gebruik van of openbaarmaking aan onder andere de Inspectie Leefomgeving en Transport en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van aan het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) op basis van of in verband met deze Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie ten behoeve van het waarborgen van de naleving van de Overeenkomst en het Verpakkingenbesluit;
(iii) openbaarmaking van aan het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie aan de rechter, een scheidsgerecht of mediator in een procedure in verband met deze Overeenkomst;
(iv) gebruik of openbaarmaking van aan het Afvalfonds Verpakkingen en de Uitvoeringsorganisatie(s) op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie waartoe het Afvalfonds Verpakkingen of een Uitvoeringsorganisatie verplicht is op grond van de wet of een uitspraak van de rechter of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Artikellid 7.1 geldt niet voor de in artikellid 5.2 bedoelde personen ten aanzien van de in artikellid 7.3 onder (i) en (iv) genoemde gevallen.
Producenten en Importeurs wisselen geen informatie uit over individuele opgaven of andere concurrentiegevoelige onderwerpen.
De looptijd van de Overeenkomst is tien jaar vanaf inwerkingtreding.
De Overeenkomst treedt slechts in werking indien een besluit tot algemeenverbindendverklaring van deze Overeenkomst van kracht wordt.
De Overeenkomst treedt in werking op de dag dat het besluit aangeduid in artikellid 8.2 van kracht wordt.
De Overeenkomst eindigt voortijdig indien de algemeenverbindendverklaring vervalt.
Het Afvalfonds Verpakkingen heeft het recht de Overeenkomst eenzijdig te beëindigen indien hij vaststelt dat geen Raamovereenkomst van kracht wordt of blijft of indien hij vaststelt dat niet langer sprake is van een collectieve Afvalbeheersstructuur omdat bepaalde verpakkingsmaterialen en -soorten, of een combinatie daarvan, daaraan (deels) onttrokken worden.
Indien de Overeenkomst eindigt of wordt beëindigd als bedoeld in artikelleden 8.4 of 8.5, vangt een overgangsfase aan waarin het Afvalfonds Verpakkingen voor zover mogelijk tot afwikkeling zal overgaan. Gedurende deze overgangsfase, blijven de artikelen 5, met uitzondering van artikellid 5.3, 6, 7, 8, 9 en 11 en de bijlagen bij de Overeenkomst van kracht. Artikel 7 blijft ook na deze overgangsfase van kracht.
Deze Overeenkomst is uitsluitend onderworpen aan Nederlands recht.
Alle geschillen die in verband met deze Overeenkomst ontstaan, geschillen over het bestaan en de geldigheid daarvan daaronder begrepen, zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in 's Gravenhage, tenzij tussen de betrokken partijen alsnog arbitrage of mediation is overeengekomen. Indien een geschil door middel van mediation niet tot een voor de betrokken partijen acceptabele oplossing gebracht wordt, zal het geschil alsnog door middel van arbitrage of door de bevoegde rechter in 's Gravenhage beslecht worden.
Rechten of verplichtingen of de rechtsverhouding uit deze Overeenkomst kunnen alleen met voorafgaande toestemming van het Afvalfonds Verpakkingen worden overgedragen aan respectievelijk worden overgenomen door een derde. Het Afvalfonds Verpakkingen kan de toestemming onder voorwaarde(n) verlenen.
Is of wordt deze Overeenkomst gedeeltelijk ongeldig of onverbindend, dan blijven de Belangenbehartigers, het Afvalfonds Verpakkingen en Producenten en Importeurs aan het overblijvende gedeelte gebonden. De Belangenbehartigers en het Afvalfonds Verpakkingen zullen het ongeldige of onverbindende gedeelte vervangen door bedingen die wel geldig en verbindend zijn en waarvan de rechtsgevolgen, gelet op de inhoud en strekking van deze Overeenkomst, zo veel mogelijk overeenstemmen met die van het ongeldige of onverbindende gedeelte.
De bijlagen bij deze Overeenkomst maken daarvan deel uit.
Deze Overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd of aangevuld door de Belangenbehartigers en het Afvalfonds Verpakkingen gezamenlijk.
Indien wijziging van enig onderdeel van deze Overeenkomst:
(i) moet plaatsvinden vanwege een wetswijziging, wijziging van het Verpakkingenbesluit daaronder begrepen, of ander overheidsingrijpen; of
(ii) gewenst is als gevolg van onderzoeken of andere in de Raamovereenkomst voorziene activiteiten of wijzigingen in de Raamovereenkomst;
zijn de Belangenbehartigers en het Afvalfonds Verpakkingen gehouden te goeder trouw met elkaar te onderhandelen teneinde een resultaat te bereiken dat zoveel mogelijk aansluit bij hetgeen Belangenbehartigers en het Afvalfonds Verpakkingen met deze Overeenkomst hebben beoogd, met inachtneming van de gewijzigde omstandigheden zoals benoemd in dit artikellid onder (i) en (ii).
Een wijziging van deze Overeenkomst als bedoeld in dit artikel 12 treedt in werking op de dag dat het besluit tot algemeenverbindendverklaring (eventueel, indien mogelijk, via een versnelde procedure) van de betreffende wijziging van kracht wordt.
Alle rechten en verplichtingen onder de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen 2013 – 2017, waaronder de verplichting tot betaling van openstaande rekeningen, het doen van aangifte en het recht op ontvangst van geldsommen, worden gecontinueerd onder de Overeenkomst. Eventuele opgebouwde reserves ten aanzien van de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting, worden als schuld meegenomen onder de Overeenkomst, met inachtneming van hetgeen in artikellid 1.5 e.v. van de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen is bepaald.
Alle Producenten en Importeurs die aangesloten waren onder de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen 2013-2017, blijven aangemeld onder de Overeenkomst. Deze Producenten en Importeurs hoeven zich niet opnieuw aan te melden onder de Overeenkomst.
OVEREENGEKOMEN EN ONDERTEKEND DOOR:
Stichting Verpakkingen Fast Moving Consumer Goods
Stichting Verpakkingen Non Food
Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland
Stichting Afvalfonds Verpakkingen
Op grond van artikel 3 van de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen (de ‘Overeenkomst’) hanteert het Afvalfonds Verpakkingen de volgende wijze van berekening van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen.
In deze bijlage gebruikte termen die met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de betekenis zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Overeenkomst, tenzij expliciet anders aangegeven.
Het Afvalfonds Verpakkingen stelt jaarlijks de tarieven voor de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen vast voor het daarop volgende kalenderjaar.
Op grond van artikel 3 van de Overeenkomst, is het tarief dat het Afvalfonds Verpakkingen per kilogram Verpakkingen per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan vaststelt, een optelsom van het tarief voor Systeemkosten en het tarief voor de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting voor de betreffende verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan. Het tarief voor Systeemkosten en de tarieven voor de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan worden aan de hand van de volgende formules vastgesteld.
(i) Voor de netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting wordt een tarief per kilogram Verpakkingen per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan vastgesteld als volgt:
Tarief netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per kilogram Verpakkingen per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan = geschatte netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan in het komende kalenderjaar / geschatte totale gewichtshoeveelheid Verpakkingen waarover Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen wordt afgedragen per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan in het komende kalenderjaar.
(ii) Voor Systeemkosten wordt een tarief per kilogram Verpakkingen vastgesteld als volgt:
Tarief Systeemkosten per kilogram Verpakkingen = begrote Systeemkosten voor het komende kalenderjaar / geschatte totale gewichtshoeveelheid Verpakkingen waarover een Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen wordt afgedragen in het komende kalenderjaar;
In afwijking van bovenstaand artikellid 1.2 en onderstaand artikellid 2.1, en indien gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid uit artikellid 2.9 van de Overeenkomst, wordt het tarief voor flessen welke onttrokken worden aan de in artikellid 2.9 van de Overeenkomst bedoelde statiegeldregeling niet per kilogram maar per fles vastgesteld, waarbij het tarief gelijk is aan het conform de statiegeldregeling op de fles van toepassing zijnde statiegeld.
Met het oog op de in het Verpakkingenbesluit vastgestelde doelstellingen ten aanzien van de recycling van Verpakkingen, kan het Afvalfonds Verpakkingen het gebruik van goed recyclebare Verpakkingen aanmoedigen door het toepassen van een bijzonder tarief dat, in afwijking van bovenstaand artikellid 1.2 onder (i) en onderstaande artikellid 2.1 onder (i), op een lager niveau wordt vastgesteld. Waar mogelijk dient aansluiting te worden gezocht bij toegepaste systemen in andere lidstaten van de Europese Unie.
Het Afvalfonds Verpakkingen streeft niet naar vermogensvorming. Er zal echter jaarlijks een tekort of een overschot ontstaan, als gevolg van het verschil tussen de in een kalenderjaar daadwerkelijk gemaakte netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan en de in hetzelfde kalenderjaar ontvangen Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan voor zover deze is gebaseerd op het op grond van artikellid 1.2 onder (i) vastgestelde tarief. Voor zover mogelijk, worden tekorten of overschotten verrekend met overschotten of tekorten over voorgaande jaren.
Indien een tekort niet verrekend kan worden met overschotten over voorgaande jaren, ontstaat er een vordering. Na vaststelling van het tekort, kan het Afvalfonds Verpakkingen deze vordering evenredig over elk van de eerstvolgende drie kalenderjaren verrekenen met het op grond van artikellid 1.2 onder (i) vast te stellen tarief per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan.
Indien een overschot niet verrekend kan worden met tekorten over voorgaande jaren, ontstaat er een schuld. Na vaststelling van het overschot, is het Afvalfonds Verpakkingen verplicht deze schuld evenredig over elk van de eerstvolgende drie kalenderjaren te verrekenen met het op grond van artikellid 1.2 onder (i) vast te stellen tarief per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan.
Indien de algemeenverbindendverklaring van de Overeenkomst is vervallen en er tussen Partijen geen opvolgende, vergelijkbare overeenkomst in werking treedt, worden de openstaande vorderingen geïnd en de openstaande schulden terugbetaald. Vorderingen en schulden worden geïnd en terugbetaald naar rato van de over het laatste kalenderjaar van de algemeenverbindendverklaring verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen per individuele Producent of Importeur voor zover deze is gebaseerd op het op grond van artikellid 1.2 onder (i) vastgestelde tarief per verpakkingsmateriaal of -soort of combinatie daarvan.
Ten behoeve van de opbouw van een reserve voor onvoorziene omstandigheden alsmede voor afwikkelingskosten gedurende de periode als bedoeld in artikellid 8.6 van de Overeenkomst, kan het tarief bedoeld in artikellid 1.2 onder (ii) jaarlijks worden opgehoogd met maximaal 6 procent totdat een reserve van maximaal 50 procent van de in het eerstvolgende kalenderjaar begrote Systeemkosten is opgebouwd.
De door een individuele Producent of Importeur verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen wordt als volgt berekend.
De verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen per Producent of Importeur is een optelsom van de volgende componenten:
(i) voor ieder verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan: gewichtshoeveelheid Verpakkingen van een Producent of Importeur in een kalenderjaar per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan x tarief netto kosten van inzameling, verwerking en vermarkting per kilogram Verpakkingen per verpakkingsmateriaal of -soort of een combinatie daarvan;
(ii) gewichtshoeveelheid Verpakkingen van een Producent of Importeur in een kalenderjaar x tarief Systeemkosten.
Indien toepassing wordt gegeven aan artikelleden 1.5 t/m 1.9, wordt ten behoeve van de toepassing van artikellid 2.1 gerekend met de overeenkomstig het betreffende artikellid aangepaste tarieven.
Bij de vaststelling van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen per Producent of Importeur worden over de kilogrammen Verpakkingen van de betreffende Producent of Importeur onder de in artikellid 3.1 van de Betalingsvoorwaarden genoemde grens geen bijdragen berekend. In de in dit artikellid 2.3 bedoelde kilogrammen hebben de verschillende verpakkingsmaterialen en -soorten of combinaties daarvan hetzelfde gewichtsaandeel als in de totale gewichtshoeveelheid Verpakkingen van de betreffende Producent of Importeur.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan in zijn beleid rekening houden met meermaligheid, voorzien in een vrijstelling van de bijdrageplicht voor logistieke hulpmiddelen en exoten alsmede in een teruggave van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen voor indirecte export. Het Afvalfonds Verpakkingen kan daarnaast, in regelingen, brancheafspraken en maatwerkovereenkomsten, en in onderlinge afstemming met (vertegenwoordigers van) de betrokken Producenten en Importeurs, voorzien in een verlegging van de bijdrageplicht, vereenvoudiging van verpakkingenadministraties en, gelet op artikel 5 lid 3 van het Verpakkingenbesluit, een korting op de tarieven voor als bedrijfsafval vrijkomende verpakkingen. Bovenstaande geldt alleen voor zover de belangen van een gelijk speelveld, evenredige bijdrages in de kosten van de Afvalbeheersstructuur en de nauwkeurigheid van de aangiftes daaraan niet redelijkerwijs in de weg staan.
Op grond van artikel 4 en 5 van de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen (de ‘Overeenkomst’) hanteert het Afvalfonds Verpakkingen de volgende betalingsvoorwaarden.
In deze bijlage gebruikte termen die met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de betekenis zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Overeenkomst, tenzij expliciet anders aangegeven.
Voor de duidelijkheid worden de in artikel 1.1 van de Overeenkomst opgenomen definities van Loonverpakker en Producent en/of Importeur hier herhaald:
Degene die in opdracht van een ander bedrijf stoffen, preparaten of andere producten, die hij niet zelf heeft vervaardigd en waarvan hij niet de eigendom verkrijgt, herpakt, verpakt of ontpakt.
Degene die beroepsmatig in Nederland:
– als eerste stoffen, preparaten of andere producten in of tezamen met een Verpakking aan een ander ter beschikking stelt;
– als eerste stoffen, preparaten of andere producten in een Verpakking invoert en zich van de Verpakking ontdoet;
– van een ander de opdracht krijgt de Verpakking van stoffen, preparaten of andere producten te voorzien van de naam, logo of merkteken van de ander;
– stoffen, preparaten of andere producten, in of tezamen met een Verpakking die is bestemd om bij het aan de gebruiker ter beschikking stellen van stoffen, preparaten of andere producten, daaraan te worden toegevoegd (waaronder in elk geval worden begrepen: Verpakkingen als bedoeld in artikel 1 onder a onder 2 van het Verpakkingenbesluit (verkooppuntverpakkingen)), aan de gebruiker ter beschikking stelt.
Onder Producent en/of Importeur wordt, indien een Producent of Importeur behoort tot een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, tevens verstaan alle andere Producenten en Importeurs die tot die fiscale eenheid voor de omzetbelasting behoren. Dit brengt met zich dat:
(i) de totale gewichtshoeveelheid Verpakkingen op jaarbasis van de gehele fiscale eenheid voor de omzetbelasting de basis vormt voor de af te dragen Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen waarbij over de kilogrammen Verpakkingen onder de in artikellid 3.1 genoemde grens geen bijdragen berekend worden als bedoeld in artikellid 3.2 van de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen;
(ii) iedere Producent of Importeur die tot een fiscale eenheid voor de omzetbelasting behoort, verplicht is namens de gehele fiscale eenheid te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Overeenkomst (waarvan de bijlagen deel uitmaken), tenzij reeds aan deze verplichtingen is voldaan door een andere Producent of Importeur die tot dezelfde fiscale eenheid behoort;
(iii) indien een Producent of Importeur niet tot een fiscale eenheid voor de omzetbelasting behoort, deze Producent of Importeur namens zichzelf voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Overeenkomst (waarvan de bijlagen deel uitmaken).
Het Afvalfonds Verpakkingen kan, op gezamenlijk verzoek van twee of meer Producenten of Importeurs die tot een concern behoren maar niet tot dezelfde fiscale eenheid voor de omzetbelasting, besluiten deze Producenten en Importeurs te behandelen overeenkomstig het vorige artikellid. Het Afvalfonds Verpakkingen kan tevens besluiten om twee of meer Producenten of Importeurs, bij vaststelling door het Afvalfonds Verpakkingen dat aan de voorwaarden van een fiscale eenheid zoals vastgelegd in de Wet op de omzetbelasting is voldaan, te behandelen overeenkomstig het vorige artikellid ondanks de afwezigheid van een in dit kader door de Belastingdienst afgegeven beschikking.
Het tijdvak waarover de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen moet worden betaald is het kalenderjaar.
Het eerste tijdvak waarover op grond van deze Overeenkomst een Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen moet worden betaald is het kalenderjaar 2018.
Producenten en Importeurs die in een bepaald kalenderjaar onder de grens van 50.000 kilogram Verpakkingen blijven, met uitzondering van Verpakkingen die zijn onttrokken aan de statiegeldregeling zoals bedoeld in artikellid 2.9 van deze Overeenkomst, zijn over dat kalenderjaar geen Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen verschuldigd en vrijgesteld van de verplichting als genoemd in artikelleden 2.5 en 5.3 van de Overeenkomst zich schriftelijk te melden bij het Afvalfonds Verpakkingen.
Producenten en Importeurs die in een bepaald kalenderjaar onder de in artikellid 3.1 genoemde grens blijven, leggen in hun administratie vast hoe zij berekend hebben dat zij in dat kalenderjaar onder de in artikellid 3.1 genoemde grens blijven. Op verzoek van het Afvalfonds Verpakkingen legt de betreffende Producent of Importeur deze gegevens over aan het Afvalfonds Verpakkingen.
Producenten en Importeurs doen jaarlijks, uiterlijk voor 1 april, aangifte bij het Afvalfonds Verpakkingen van de gewichtshoeveelheid Verpakkingen over het voorafgaande kalenderjaar.
De aangifte is uitgesplitst naar verpakkingsmaterialen en -soorten, of een combinatie daarvan, en gaat, indien het Afvalfonds Verpakkingen daarom verzoekt, vergezeld van een door een accountant afgegeven controleverklaring conform een door het Afvalfonds Verpakkingen op te stellen controleprotocol.
Indien de gewichtshoeveelheid Verpakkingen van een Producent of Importeur over het lopende kalenderjaar naar verwachting significant zal afwijken van de gewichtshoeveelheid over het voorafgaande kalenderjaar, doet de Producent of Importeur bij het Afvalfonds Verpakkingen opgaaf van de geschatte gewichtshoeveelheid Verpakkingen over dat lopende kalenderjaar. Deze opgaaf is uitgesplitst naar verpakkingsmaterialen- en -soorten, of een combinatie daarvan.
In afwijking van artikellid 4.1 zijn Producenten en Importeurs als bedoeld in artikellid 3.1 voor het kalenderjaar als bedoeld in artikellid 3.1 vrijgesteld van de verplichting tot het doen van aangifte.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan aan een Producent of Importeur op diens verzoek uitstel van aangifte of opgaaf verlenen.
Producenten en Importeurs die over enig kalenderjaar een Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen moeten betalen, doen uiterlijk op de laatste dag van het eerste, het tweede, het derde en het vierde kwartaal van dat kalenderjaar een voorlopige betaling. Deze betaling bedraagt 25% van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die over het kalenderjaar waarop de meest recente aangifte ziet, verschuldigd zou zijn, op basis van het tarief dat geldt voor het kalenderjaar waarin de voorlopige betalingen moeten worden gedaan.
Producenten en Importeurs die voor het eerst over een kalenderjaar een Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen moeten betalen, doen opgaaf van de geschatte gewichtshoeveelheid Verpakkingen, uitgesplitst naar verpakkingsmaterialen en -soorten, of een combinatie daarvan, over dat lopende kalenderjaar en doen uiterlijk op de laatste dag van ieder resterend kwartaal van dat jaar een voorlopige betaling. Deze betaling bedraagt, in afwijking van het bepaalde in het artikellid 5.1, een evenredig deel van de op basis van de opgaaf over dat kalenderjaar verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen. Het evenredig deel wordt bepaald door één te delen door het aantal nog resterende kwartalen van het kalenderjaar. Hierbij wordt een gedeelte van een resterend kwartaal aangemerkt als een vol kwartaal.
Voor Producenten en Importeurs die in het voorafgaande kalenderjaar voor het eerst een Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen moesten betalen, bedraagt de voorlopige betaling, in afwijking van het bepaalde in artikellid 5.1, 25% van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die over het voorgaande kalenderjaar verschuldigd zou zijn, op basis van de fictie dat de Producenten en Importeurs in het voorafgaande kalenderjaar gedurende het volle kalenderjaar verplicht waren de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen te voldoen en op basis van het tarief dat geldt voor het kalenderjaar waarin de voorlopige betalingen moeten worden gedaan.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan toestemming geven voorlopige betalingen te doen ter grootte van een ander bedrag en kan tevens de hoogte van de voorlopige betalingen aanpassen naar aanleiding van een opgaaf als bedoeld in artikellid 4.3.
Indien bij het doen van aangifte als bedoeld in artikellid 4.1 blijkt dat de verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen het totaal van de reeds over het kalenderjaar waarop de aangifte ziet voldane voorlopige betalingen overschrijdt, voldoet de betreffende Producent of Importeur het verschil tussen de reeds voldane voorlopige betalingen en de verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen aan het Afvalfonds Verpakkingen. Deze betaling moet uiterlijk 30 dagen na het doen van aangifte voldaan zijn.
Indien bij het doen van aangifte als bedoeld in artikel 4.1 blijkt dat de verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen lager is dan het totaal van de reeds over het kalenderjaar waarop de aangifte ziet voldane voorlopige betalingen, stort het Afvalfonds Verpakkingen binnen een redelijke termijn het teveel betaalde terug naar de betreffende Producent of Importeur.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan een aangifte als bedoeld in artikel 4.1 tot vijf jaar na het moment waarop deze aangifte is gedaan, op juistheid (laten) controleren en, indien deze controle daartoe aanleiding geeft, een naheffing opleggen.
Indien een voorlopige betaling als bedoeld in artikel 5 of een betaling als bedoeld in artikellid 6.1 niet tijdig voldaan is, zal het Afvalfonds Verpakkingen schriftelijk een redelijke termijn bieden om alsnog tot betaling over te gaan. Na het verlopen van deze redelijke termijn kan het Afvalfonds Verpakkingen de vordering overdragen aan een incassobureau en/of gerechtelijke stappen ondernemen. Dit alles laat onverlet de mogelijkheid voor het Afvalfonds Verpakkingen om boetes op te leggen overeenkomstig het Boetereglement.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan aan een Producent of Importeur uitstel van betaling verlenen.
Alle kosten die het Afvalfonds Verpakkingen in/of buiten rechte moet maken met betrekking tot de invordering van de door een Producent of Importeur verschuldigde en niet tijdig betaalde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen waaronder begrepen de voorlopige betalingen, komen voor rekening van de betreffende Producent of Importeur.
De door de betreffende Producent of Importeur te betalen vergoeding voor de in artikellid 8.1 bedoelde kosten, voor zover deze invordering buiten rechte betreffen, wordt vastgesteld op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Voor door het Afvalfonds Verpakkingen opgelegde boetes gelden andere betalingstermijnen dan in deze bijlage opgenomen. De betalingstermijnen ten aanzien van boetes zijn opgenomen in het Boetereglement, dat als bijlage 3 bij de Overeenkomst is opgenomen.
Een Producent of Importeur kan binnen vier weken na de aangifte als bedoeld in artikellid 4.1, of na een naheffing als bedoeld in artikellid 6.3, bezwaar indienen tegen de door hem op basis van die aangifte verschuldigde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen bij de directeur van het Afvalfonds Verpakkingen. Het bezwaar kan niet mondeling worden ingediend.
Het aantekenen van bezwaar tegen een opgelegde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen ontslaat een Producent of Importeur niet van de verplichtingen zoals vastgelegd in deze Betalingsvoorwaarden.
Het Afvalfonds Verpakkingen heeft te allen tijde het recht de in deze bijlage opgenomen betalingsvoorwaarden te wijzigen.
Van een wijziging als voorzien in artikellid 11.1, doet het Afvalfonds Verpakkingen tijdig mededeling.
Op grond van artikel 6 van de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Verpakkingen (de ‘Overeenkomst’) kan het Afvalfonds Verpakkingen boetes opleggen aan Producenten of Importeurs die niet hebben voldaan aan de verplichtingen zoals vastgesteld in de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst, zoals onder meer nader uitgewerkt in de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen en de Betalingsvoorwaarden.
In deze bijlage gebruikte termen die met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de betekenis zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Overeenkomst, tenzij expliciet anders aangegeven.
Indien een Producent of Importeur zijn verplichtingen op grond van artikel 4 van de Overeenkomst, artikel 5 van de Overeenkomst, de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen of de Betalingsvoorwaarden niet, niet tijdig of niet geheel nakomt, kan het Afvalfonds Verpakkingen de betreffende Producent of Importeur aanmanen, waarbij hem een redelijke termijn wordt gegund om alsnog aan voornoemde verplichtingen te voldoen.
Ten aanzien van de verplichting betalingen te voldoen als bedoeld in artikel 5 en 6 van de Betalingsvoorwaarden, geldt het stellen van een redelijke termijn als bedoeld in artikellid 7.1 van de Betalingsvoorwaarden als aanmaning.
Indien een Producent of Importeur binnen de hem gestelde redelijke termijn als bedoeld in artikellid 1.1 niet alsnog aan de op hem rustende verplichtingen van artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst, de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen en de Betalingsvoorwaarden heeft voldaan, is de betreffende Producent of Importeur een verzuimboete verschuldigd (de ‘Verzuimboete’).
Het Afvalfonds Verpakkingen stelt de hoogte van de Verzuimboete vast met inachtneming van artikel 2 en brengt de Verzuimboete door middel van een factuur in rekening (de ‘Eerste Verzuimfactuur’).
De Verzuimboete bedraagt maximaal 10% van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die een Producent of Importeur in het jaar waarop het verzuim ziet, verschuldigd is, met een minimum van EUR 500 en een maximum van EUR 10.000.
Het Afvalfonds Verpakkingen kan de vaststelling van de Verzuimboete differentiëren al naar gelang de ernst van het verzuim.
Indien het Afvalfonds Verpakkingen de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die een Producent of Importeur verschuldigd is als bedoeld in artikellid 2.1 niet kan bepalen op basis van een recente en correcte aangifte of opgaaf door de betreffende Producent of Importeur, bepaalt het Afvalfonds Verpakkingen deze op basis van door het Afvalfonds Verpakkingen geschatte gewichtshoeveelheid Verpakkingen per kalenderjaar.
Indien het Afvalfonds Verpakkingen constateert dat een Producent of Importeur wegens opzet of grove schuld van de zijde van de betreffende Producent of Importeur, niet, niet tijdig of niet geheel aan zijn verplichtingen op basis van artikel 4 van de Betalingsvoorwaarden heeft voldaan, is die Producent of Importeur een vergrijpboete verschuldigd (de ‘Vergrijpboete’).
Het Afvalfonds Verpakkingen is gerechtigd de informatie die een Producent of Importeur op grond van artikel 4 van de Betalingsvoorwaarden aan het Afvalfonds Verpakkingen heeft aangeleverd te (doen) controleren.
Het Afvalfonds Verpakkingen stelt de Vergrijpboete vast en brengt deze door middel van een factuur in rekening (de ‘Eerste Vergrijpfactuur’). Alvorens het Afvalfonds Verpakkingen overgaat tot het vaststellen en in rekening brengen van de Vergrijpboete, stelt het Afvalfonds Verpakkingen de betreffende Producent of Importeur op de hoogte van het voornemen een Vergrijpboete vast te stellen en in rekening te brengen. Hierbij wordt de betreffende Producent of Importeur in de gelegenheid gesteld om binnen veertien kalenderdagen na verzending van het bericht van het Afvalfonds Verpakkingen op dit voornemen te reageren. Deze reactie kan niet mondeling worden gedaan.
De hoogte van de Vergrijpboete wordt vastgesteld op maximaal 100% van de werkelijke Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die de Producent of Importeur over het kalenderjaar waarin de overtreding heeft plaatsgevonden zou zijn verschuldigd.
Indien het Afvalfonds Verpakkingen de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen die een Producent of Importeur zou zijn verschuldigd als bedoeld in artikellid 3.4 niet kan bepalen op basis van een recente en correcte aangifte of opgaaf door de betreffende Producent of Importeur, bepaalt het Afvalfonds Verpakkingen deze op basis van door het Afvalfonds Verpakkingen geschatte gewichtshoeveelheid Verpakkingen per kalenderjaar.
Een Vergrijpboete kan tevens worden opgelegd aan degene die wegens opzet of grove schuld een incorrect verzoek tot teruggave voor indirecte export heeft gedaan, voor zover het Afvalfonds Verpakkingen in zijn beleid in de mogelijkheid tot een dergelijk verzoek voorziet. In dit geval wordt de hoogte van de Vergrijpboete vastgesteld op maximaal 100% van de onterecht teruggevraagde Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen.
Het voldoen van een conform dit boetereglement opgelegde boete, ontslaat de Producent of Importeur niet van de verplichtingen op grond van artikel 4 van de Overeenkomst, artikel 5 van de Overeenkomst, de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen of de Betalingsvoorwaarden.
De Verzuimboete en de Vergrijpboete kunnen worden verhoogd met 50% indien:
(a) een Producent of Importeur zijn verplichtingen op grond van artikel 4 van de Overeenkomst, artikel 5 van de Overeenkomst, de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen of de Betalingsvoorwaarden binnen 30 kalenderdagen niet alsnog nakomt; of
(b) het Afvalfonds Verpakkingen betaling van de boete niet binnen 30 kalenderdagen na dagtekening van de Eerste Verzuimfactuur of de Eerste Vergrijpfactuur heeft ontvangen.
De Verzuimboete en de Vergrijpboete kunnen worden verhoogd tot 200% van de oorspronkelijke boete indien:
(a) een Producent of Importeur zijn verplichtingen op grond van artikel 4 van de Overeenkomst, artikel 5 van de Overeenkomst, de Bijlage Berekening Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen of de Betalingsvoorwaarden niet binnen 45 kalenderdagen alsnog nakomt; of
(b) het Afvalfonds Verpakkingen betaling van de boete niet binnen 60 kalenderdagen na dagtekening van de Eerste Verzuimfactuur of de Eerste Vergrijpfactuur heeft ontvangen.
Indien betaling van een boete niet binnen 60 kalenderdagen na dagtekening van de Eerste Verzuimfactuur of de Eerste Vergrijpfactuur door het Afvalfonds Verpakkingen is ontvangen, wordt de vordering overgedragen aan een incassobureau.
Bij voortdurende of herhaalde niet-nakoming van de verplichtingen van de Overeenkomst, kan het Afvalfonds Verpakkingen een Producent of Importeur uitsluiten van aansluiting bij het Afvalfonds Verpakkingen zoals bedoeld in artikel 6.2 van de Overeenkomst.
Van voortdurende of herhaalde niet-nakoming als bedoeld in artikellid 6.1 is in ieder geval sprake indien een Producent of Importeur:
voor de tweede maal een Vergrijpboete is opgelegd; of
na 120 kalenderdagen nadat een verplichting op grond van de Overeenkomst voor de betreffende Producent of Importeur ontstond, nog altijd niet aan de betreffende verplichting heeft voldaan; of
voor de derde maal in een periode van twee jaar niet, niet geheel of niet tijdig heeft voldaan aan een op de betreffende Producent of Importeur rustende verplichting onder de Overeenkomst.
Tegen een beslissing van het Afvalfonds Verpakkingen tot uitsluiting van aansluiting van een Producent of Importeur kan de betreffende Producent of Importeur binnen vier weken na verzending van de beslissing bezwaar aantekenen bij het bestuur van het Afvalfonds Verpakkingen. Het bestuur van het Afvalfonds Verpakkingen heroverweegt de beslissing tot uitsluiting van aansluiting op basis van de door de betreffende Producent of Importeur aangevoerde bezwaren en neemt binnen zes weken na ontvangst van het bezwaar een nieuwe beslissing. Het aantekenen van bezwaar zoals bedoeld in dit artikellid, schorst de werking van de beslissing tot uitsluiting niet. Het bezwaar kan niet mondeling worden ingediend.
Indien een Producent of Importeur wordt uitgesloten van aansluiting bij het Afvalfonds Verpakkingen, voldoet het Afvalfonds Verpakkingen niet langer in plaats van de betreffende Producent of Importeur aan het Verpakkingenbesluit. De betreffende Producent of Importeur dient dan individueel te voldoen aan het Verpakkingenbesluit. Deze Producent of Importeur kan dan worden onderworpen aan handhaving conform het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Overeenkomst, dan wel dient deze Producent of Importeur ontheffing van de algemeenverbindendverklaring aan te vragen teneinde individueel te voldoen aan het Verpakkingenbesluit.
Indien een Producent of Importeur wordt uitgesloten van aansluiting bij het Afvalfonds Verpakkingen, doet het Afvalfonds Verpakkingen hiervan melding aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, die de individuele naleving van het Verpakkingenbesluit als bedoeld in artikellid 6.4 door de betreffende Producent of Importeur kan handhaven. Het Afvalfonds Verpakkingen kan de bij hem bekende gegevens ten aanzien van de betreffende Producent of Importeur, inclusief bedrijfsvertrouwelijke gegevens zoals bedoeld in artikel 7 van de Overeenkomst, overdragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Uitsluiting van aansluiting bij het Afvalfonds Verpakkingen ontslaat de betreffende Producent of Importeur niet van de verplichting te voldoen aan op hem rustende verplichtingen onder de Overeenkomst die zijn ontstaan op een moment dat de betreffende Producent of Importeur nog bij het Afvalfonds Verpakkingen was aangesloten.
Alle kosten die het Afvalfonds Verpakkingen in en/of buiten rechte moet maken met betrekking tot de invordering van de door een Producent of Importeur verschuldigde en niet tijdig betaalde boete komen voor rekening van de betreffende Producent of Importeur.
De door de betreffende Producent of Importeur te betalen vergoeding voor de in artikellid 7.1 bedoelde kosten, voor zover deze invordering buiten rechte betreffen, wordt vastgesteld op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
8.1 Het Afvalfonds Verpakkingen heeft te allen tijde het recht de in deze bijlage opgenomen voorwaarden te wijzigen.
Van een wijziging als voorzien in artikellid 8.1, doet het Afvalfonds Verpakkingen tijdig mededeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-23202.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.