Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 april 2018, nr. IENW/BSK-2018/10392, tot het vaststellen van vacatiegeld voor leden van de commissie van gecommitteerden voor de examens verklaringhouder (Regeling vacatiegeld leden commissie van gecommitteerden voor de examens verklaringhouder)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 12, zevende lid, van het Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet;

BESLUIT:

Artikel 1

Het vacatiegeld, bedoeld in artikel 12, zevende lid, van het Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet, dat leden van de commissie van gecommitteerden voor de examens verklaringhouder ontvangen, voor zover de oorzaak van hun benoeming niet is gelegen in het ambt dat zij bekleden, wordt vastgesteld op € 135,– per examendag waarop een lid als gecommitteerde optreedt.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018 en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vacatiegeld leden commissie van gecommitteerden voor de examens verklaringhouder.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Kapiteins van zeeschepen zijn verplicht bij het in- en uitvaren van de Nederlandse zeehavens gebruik te maken van de diensten van een registerloods. Een kapitein of een aan boord zijnde eerste stuurman die in het bezit is van een verklaring van vrijstelling, zogenaamde verklaringhouders, zijn vrijgesteld van deze verplichting (zie Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet). Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen dienen zij een examen af te leggen. In verband hiermee wordt door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een landelijke commissie van gecommitteerden ingesteld die toezicht houdt op deze examens. In deze regeling wordt de hoogte van het vacatiegeld voor de leden van deze commissie vastgesteld. Leden die uit hoofde van hun functie als lid zijn benoemd, zoals personen die werkzaam zijn bij een zogenaamde regionale autoriteit zoals het Havenbedrijf van Amsterdam of Rotterdam, kunnen geen aanspraak maken op vacatiegeld (zie ook artikel 12, zevende lid, van het genoemde besluit). Alhoewel de genoemde commissie al sinds 1995 bestaat, is er geen aparte vacatieregeling voor vastgesteld. Recent bleek dat de leden werden betaald op basis van een inmiddels ingetrokken vacatieregeling ten behoeve van andere examens. Om de betaling van vacatiegeld vanaf 1 januari 2018 te waarborgen wordt deze nieuwe regeling nu vastgesteld.

Omdat deze regeling geen gevolgen heeft voor burgers, bedrijven en instellingen is afgezien van internetconsultatie. Omdat deze regeling niet leidt tot regeldrukeffecten is een ontwerp van deze regeling niet aan de Adviescommissie Toetsing Regeldruk (ATR) voorgelegd. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) had geen opmerkingen ten aanzien van de haafbaarheid, uitvoerbaarheid en de fraudebestendigheid.

Voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt aangesloten bij het voor wetgeving vastgestelde inwerkingtredingsmoment.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven