Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 8 januari 2018, houdende het vaststellen van de gelijkwaardige inspanning van decentrale overheden

De Staatssecretaris van Financiën,

Handelende in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 3 van de Wet houdbare overheidsfinanciën,

Besluit:

Artikel 1

Het collectieve aandeel van de decentrale overheden voor het EMU-saldo, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid van de Wet houdbare overheidsfinanciën, wordt voor het jaar 2018 vastgesteld op – 0,3 procent van het bruto binnenlands product.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2017, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte en de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2018.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

TOELICHTING

Na overleg met de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW en het doorlopen van de voorhangprocedure van een concept EMU-besluit wordt de EMU-tekort norm voor 2018 vastgesteld op hetzelfde niveau als voor 2017, namelijk – 0,3 procent van het bruto binnenlands product.

Gelijk aan de besluiten voor de EMU-tekort norm 2016 en 2017 is het collectieve aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo voor 2018 niet uitgesplitst naar de aparte bestuurslagen van gemeenten, provincies en waterschappen en worden er geen sancties opgelegd bij het overschrijden van de EMU-norm 2018.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Naar boven