Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 25 april 2018, nr. IENW/BSK-2018/64905, tot wijziging van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 en de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 en enkele andere regelingen voor het jaar 2018 in verband met indexering en de wijziging van de Spoorwegwet

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 91 van de Spoorwegwet, artikel 9 van de Wet personenvervoer 2000, artikel 33, derde lid, Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 26, tweede lid, van de Wet kabelbaaninstallaties, artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet, artikel 32 van de Wet explosieven voor civiel gebruik, artikel 42, negende lid, van de Wet lokaal spoor, de artikelen 12, tweede lid, 17, tweede lid, 28, vierde lid, 29, tweede lid, 83, eerste lid, en 94 van het Besluit personenvervoer 2000, artikel 2.4:12, aanhef en onder d, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer en artikel 12 van het Besluit lokaal spoor;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 113,–’ vervangen door: € 118,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.723,–’ vervangen door: € 5.959,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 113,–’ vervangen door: € 118,–.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 113,–’ vervangen door: € 118,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.723’ vervangen door: € 5.959,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 5.723’ vervangen door: € 5.959,–.

C

In artikel 4 wordt ‘€ 113,–’ vervangen door: € 118,–.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 113,–’ vervangen door: € 118,–.

2. De tabel in het tweede lid wordt vervangen door:

Vergunning

beperkte bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, eerste lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest

€ 1.396,–

beperkte bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, tweede lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest

€ 4.552,–

E

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32 van de wet is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Veiligheidsattest

    Deel A

    Deel B

    veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

    € 13.416,–

    € 8.943,–

    veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

    € 28.509,–

    € 19.006,–

    veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

    € 5.122,–

  • 2. Voor de behandeling van een aanvraag tot het opnieuw verlenen van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32 van de wet is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Hernieuwd veiligheidsattest

    Deel A

    Deel B

    hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

    € 10.515,–

    € 6.708,–

    hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

    € 14.387,–

    € 7.937,–

    hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

    € 5121,–

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Voor de behandeling van een aanvraag tot wijziging van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de wet is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Wijziging veiligheidsattest

Deel A

Deel B

wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsattest laat uitoefenen

€ 6.708,–

€ 4.472-

wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 10.062,–

€ 6.708,–

wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 1.707,–

G

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 3.905,–’ vervangen door: € 4.066,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.605,–’ vervangen door: € 5.837,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 5.723,–’ vervangen door: € 5.959,–.

4. In het vierde lid wordt ‘ € 2.544,–’ vervangen door: € 2.649,–.

5. In het vijfde lid wordt ‘€ 2.544,–’ vervangen door: € 2.649,–

6. In het zesde lid wordt ‘€ 2.828,–’ vervangen door: € 2.945,–.

7. Na het zesde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Voor de behandeling van een aanvraag om een vergunning of een ontheffing als bedoeld in dit artikel die alleen betrekking heeft op goederenwagens is, in afwijking van de andere leden van dit artikel, een tarief verschuldigd van € 2.243,–.

H

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 64,–’ vervangen door: € 67,–.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 25,–’ vervangen door: €26,–.

I

In artikel 10 wordt ‘€ 5.606,–’ vervangen door: € 5.837,–.

J

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.080,–’ vervangen door: € 1.124,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.723,–’ vervangen door: € 5.959,–.

K

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 12.883,–’ vervangen door: € 13.414,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 7.807,–’ vervangen door: € 8.129,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 4.461,–’ vervangen door: € 4.645,–.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 4.461,–’ vervangen door: € 4.645,–.

5. In het vijfde lid wordt ‘€ 5.577,–’ vervangen door: € 5.807,–.

L

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 7.249’ vervangen door: € 7.548,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 2.101’ vervangen door: € 2.188,–.

M

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.878,–’ vervangen door ‘€ 1.955,–’ en wordt ‘ € 1.167,–’ vervangen door: € 1.215,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.167,–’ telkens vervangen door ‘€ 1.215,–’.

N

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake algemene kennis en vaardigheden van een machinist, bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder a, en artikel 51a, eerste lid, onder c, van de wet, en inzake specifieke vakkennis van de spoorvoertuigen en de hoofdspoorweginfrastructuur bedoeld in artikel 51a, vierde lid, onder b, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Profiel machinist

    module: Vergunning theorie

    € 200,–

    module: Algemeen theorie

    € 200,–

    module: Reizigers BB en VB (inclusief praktijkexamen)

    € 200,–

    module: Goederen BB en VB (inclusief praktijkexamen)

    € 200,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

       

    module: ERTMS algemeen theorie

    € 200,–

    module: ERTMS algemeen simulatie

    € 400,–

    module: Dual Signalling theorie

    € 200,–

    module: Dual Signalling simulatie

    € 400,–

    module: HSL-Zuid theorie

    € 200,–

    module: HSL-Zuid simulatie

    € 400,–

    module: Betuweroute A15 theorie

    € 100,–

    module: Betuweroute A15 simulatie

    € 200,–

    module: Havenspoorlijn theorie

    € 100,–

    module: Havenspoorlijn simulatie

    € 200,–

    module: ERTMS algemeen theorie; aanvulling voor in België

    ERTMS bevoegde machinisten

    € 100,–

  • 2. Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake algemene kennis, bekwaamheid en ervaring van een rangeerder, wagencontroleur of treindienstleider, bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Profiel rangeerder

    module: Algemene vakkennis theorie

    € 200,–

    module: Samenstellen en begeleiden van treinen theorie

    € 200,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Samenstellen en begeleiden van treinen praktijk

    € 679,–

    Profiel wagencontroleur

    module: Basisbekwaamheden theorie

    € 200,–

    module: Vervoer gevaarlijke stoffen RID/VSG cat 2 theorie

    € 200,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Basisbekwaamheden en Vervoer gevaarlijke stoffen RID/VSG categorie 2 praktijk

    € 679,–

    Profiel treindienstleider volledig bevoegd

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider volledig bevoegd theorie

    € 500,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider volledig bevoegd praktijk

    € 400,–

    Profiel treindienstleider minimaal bevoegd

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider minimaal bevoegd theorie

    € 500,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider minimaal bevoegd praktijk

    € 400,–

  • 3. Voor niet in het eerste of tweede lid van een tarief voorziene elementen, verband houdende met de examinering, bedoeld in de artikelen 50, eerste lid, onder a, 50, tweede lid, onder a, 51a, eerste lid, onder c, en 51a, vierde lid, onder b, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Verstrekking van een duplicaat certificaat

    € 50,–

    Inzage in een gemaakt examen

    € 50,–

  • 4. Voor de examinering en jaarlijkse professionalisering, verband houdende met de erkenning van een examinator als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van het Besluit spoorwegpersoneel 2011, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Examinator

    Examinator (initieel examen)

    € 1.000,–

    Toevoeging extra module examinator

    € 0,–

    Professionalisering examinator

    € 500,–

    Verlenging van de erkenning als examinator

    € 0,–

  • 5. Voor de behandeling van een aanvraag voor de erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder b, van de Spoorwegwet en de daarbij behorende bevoegdheden, genoemd in paragraaf 4 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011, is een tarief verschuldigd van € 75,– per uur.

  • 6. De kosten, bedoeld in het vijfde lid, worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag begroot en aan de aanvrager medegedeeld. Het aantal uren kan na het onderzoek niet meer dan 20 procent naar boven of naar beneden worden bijgesteld.

O

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake algemene kennis en vaardigheden van een machinist, bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder a, en artikel 51a, eerste lid, onder c, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Profiel machinist

    module: Vergunning theorie

    € 200,–

    module: Vergunning Simulatie

    € 400,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

  • 2. Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake algemene kennis, bekwaamheid en ervaring van een rangeerder, wagencontroleur of treindienstleider, bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Profiel rangeerder

    module: Algemene vakkennis theorie

    € 200,–

    module: Samenstellen en begeleiden van treinen theorie

    € 200,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Samenstellen en begeleiden van treinen praktijk

    € 679,–

    Profiel wagencontroleur

    module: Basisbekwaamheden theorie

    € 200,–

    module: Vervoer gevaarlijke stoffen RID/VSG cat 2 theorie

    € 200,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Basisbekwaamheden en Vervoer gevaarlijke stoffen RID/VSG categorie 2 praktijk

    € 679,–

    Profiel treindienstleider volledig bevoegd

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider volledig bevoegd theorie

    € 500,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider volledig bevoegd praktijk

    € 400,–

    Profiel treindienstleider minimaal bevoegd

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider minimaal bevoegd theorie

    € 500,–

    module: Veiligheidscommunicatie

    € 400,–

    module: Basisbekwaamheden treindienstleider minimaal bevoegd praktijk

    € 400,–

  • 3. Voor niet in het eerste tot en met tweede lid van een tarief voorziene elementen, verband houdende met de examinering, bedoeld in artikelen 50, eerste lid, onder a, 50, tweede lid, onder a, en 51a, eerste lid, onder c, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Verstrekking van een duplicaat certificaat

    € 50,–

    Inzage in een gemaakt examen

    € 50,–

  • 4. Voor de examinering en jaarlijkse professionalisering, verband houdende met de erkenning van een examinator als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van het Besluit spoorwegpersoneel 2011, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Examinator

    Examinator (initieel examen)

    € 1.000,–

    Toevoeging extra module examinator

    € 0,–

    Professionalisering examinator

    € 500,–

    Verlenging van de erkenning als examinator

    € 0,–

  • 5. Voor de behandeling van een aanvraag voor de erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder b, van de wet en de daarbij behorende bevoegdheden, genoemd in paragraaf 4 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011, is een tarief verschuldigd van € 75,- per uur.

  • 6. De kosten, bedoeld in het vijfde lid, worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag begroot en aan de aanvrager medegedeeld. Het aantal uren kan na het onderzoek niet meer dan 20 procent naar boven of naar beneden worden bijgesteld.

P

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 107,–’ vervangen door: € 111,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 53,–’ vervangen door: € 55,–.

Q

In artikel 17 wordt ‘€ 4.752,–’ vervangen door: € 4.948,–.

R

Na artikel 17 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

Voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing of vrijstelling als bedoeld in artikel 54a van de wet is een tarief verschuldigd van € 2.243,–.

S

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 4.210,–’ vervangen door: € 4.383,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.633,–’ vervangen door: € 1.700,–.

T

In artikel 19 wordt ‘€ 4.201,–’ vervangen door: € 4.374,–.

U

In artikel 19a wordt ‘€ 7.781,–’ vervangen door ‘€ 8.102,–’ en wordt ‘de Regeling spoorwegpersoneel’ vervangen door: de Regeling spoorwegpersoneel 2011.

V

In artikel 19b wordt ‘€ 4.323,– vervangen door: € 4.501,–.

W

Artikel 19c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 7.656,–’ vervangen door: € 7.971,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 3.912,–’ vervangen door: € 4.073,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 1.248,–’ vervangen door: € 1.299,–.

X

Na artikel 19c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19d

  • 1. Voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5, derde lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen is een tarief verschuldigd van € 1.193.

  • 2. Voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen is een tarief verschuldigd van € 118,– per uur.

  • 3. Voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 11, vierde lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen is een tarief verschuldigd van € 118,– per uur.

  • 4. De kosten, bedoeld in het tweede en derde lid, worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag begroot en aan de aanvrager medegedeeld.

Y

In artikel 20 wordt ‘€ 1.022,–’ vervangen door: € 1.064,–.

Z

In artikel 21 wordt ‘€ 144,–’ vervangen door: € 150,–.

AA

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘de hoofdspoorweg’ wordt ingevoegd: of bijzondere spoorweg.

2. In artikel 22 wordt ‘€ 232,–’ vervangen door: € 242,–.

ARTIKEL II

De Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel in artikel 1 wordt vervangen door:

Vergunning

Communautaire vergunning

€ 1.279,–

Taxivervoer

€ 1.166,–

B

De tabel in artikel 2 wordt vervangen door:

Wijzigen vergunning

Communautaire vergunning

€ 423,–

Taxivervoer

€ 742,–

Taxivervoer en communautaire vergunning, beperkt tot de gegevens bedoeld in artikel 14, eerste of tweede lid, of artikel 15, eerste lid, onder b, van het Besluit personenvervoer 2000

€ 107,–

C

De tabel in artikel 3 wordt vervangen door:

Document

Erkenning van EU-beroepskwalificaties taxivervoer

€ 329,–

Ontheffing vakbekwaamheid taxivervoer

€ 329,–

Ontheffing vakbekwaamheid openbaar vervoer en besloten busvervoer

€ 340,–

D

De tabel in artikel 4 wordt vervangen door:

Document

Verlening van een communautaire vergunning

€ 1.279,–

Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning

€ 79,–

Verlening van een vergunning geregeld vervoer

€ 1.695,–

Wijziging van een vergunning geregeld vervoer

€ 847,–

Wijziging van de naam van de onderaannemer, bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad, van 21 oktober 2009 of van de gegevens bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 684/92 of in artikel 15, eerste lid, onder b, van het Besluit personenvervoer 2000 in de vergunning geregeld vervoer

€ 217,–

Vergunningbewijs geregeld vervoer

€ 64,–

Vergunning pendelvervoer

€ 847,–

Reisbladen

€ 57,–

Transitovergunning

€ 1.058,–

Attest eigen vervoer binnen de EU

€ 107,–

Vergunning ongeregeld vervoer met bussen

€ 114,–

Instemming EU vergunning geregeld vervoer

€ 0,–

E

De tabel in artikel 5 wordt vervangen door:

Vergunningbewijs

Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning

€ 79,–

Taxivervoer

€ 46,–

F

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 108,–’ vervangen door: € 110,–.

2. In het tweede lid, wordt ‘€ 158,–’ vervangen door: € 161,–.

ARTIKEL III

In artikel 3, tweede lid, van de Regeling aanvraag autorisatie classificatiecode vuurwerk wordt ‘€ 264,–’ vervangen door: € 275,–.

ARTIKEL IV

In artikel 4, tweede lid, van de Regeling tachograafkaarten wordt ‘€ 97,–’ vervangen door: € 95,–.

ARTIKEL V

De Tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘€ 357,–’ vervangen door: € 372,–.

B

In artikel 2a wordt ‘€ 7.642,–’ vervangen door: € 7.957,–.

ARTIKEL VI

In artikel 1 van de Regeling tarief Wet kabelbaaninstallaties wordt ‘€ 112,–’ vervangen door: € 117,–.

ARTIKEL VII

De Regeling tarieven Wet lokaal spoor wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘ € 112,–’ vervangen door: € 117,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 12.554,–’ vervangen door: € 13.061,–.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 19.600,–’ vervangen door: € 20.408,–.

2. In het derde lid wordt ‘€ 112,–’ vervangen door’: € 117,–.

ARTIKEL VIII

In artikel 4, eerste lid, van de Regeling aanvraag erkenning en onkostenvergoeding goedkeuring Wet explosieven voor civiel gebruik wordt ‘€ 114,–‘ vervangen door: € 119,–.

ARTIKEL IX

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel O, dat in werking treedt op het tijdstip waarop artikel II, onderdelen A en Aa, van de Verzamelwet IenM 2018 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt onder meer tarieven die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) hanteert voor in diverse regelingen op beleidsterreinen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De wijzigingen zijn voornamelijk het gevolg van de jaarlijkse indexering van de tarieven. Onder het kopje ‘indexering’ worden deze wijzigingen toegelicht. Het artikelsgewijze gedeelte licht de onderdelen toe die niet behoren tot de jaarlijkse wijziging van de tarievenregelingen, maar nieuwe tarieven betreffen.

Indexering

Op 1 juni 2010 is de afgifte van een aantal vergunningen door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in mandaat overgedragen aan Kiwa N.V. (hierna: Kiwa). De overeenkomst met Kiwa voorziet in een jaarlijkse stijging van de door Kiwa gehanteerde tarieven met een inflatiecorrectie en vanaf 1 januari 2014 tevens in een daling van de tarieven met een efficiencyfactor. Deze factor bedraagt per 1 januari 2017 en per 1 januari 2018 voor de vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 in totaal –4,0%. De efficiencyfactoren, zoals overeengekomen in de overeenkomst met Kiwa, zijn toegepast op de kostendekkende tarieven. Dit is gebeurd met het oog op het rijksbeleid om zoveel mogelijk kostendekkende tarieven te hanteren. Een verlaging van een tarief als gevolg van de toepassing van een efficiencyfactor van een niet kostendekkend tarief zou haaks staan op het rijksbeleid. Per saldo leidt dit bij een inflatiecorrectie over 2016 en 2017 van 1,8% tot een tariefmutatie van -2,2%. Hierbij kan de tariefwijziging per individueel product iets afwijken vanwege afronding.

Voor de vergunningverlenende werkzaamheden van de ILT worden tevens tarieven in rekening gebracht. Omdat de tarieven voor het laatst zijn geïndexeerd (inflatiecorrectie) per 1 januari 2016 is nu besloten de tarieven met een inflatiecorrectie aan te passen voor de jaren 2016 en 2017. Door het toepassen van een gewogen gemiddelde van de percentages Prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC) en CAO sector Overheid (publicatie CPB september 2017) zullen de tarieven per 1 januari 2018 stijgen met 4,12%. Hierbij kan de tariefwijziging per product iets afwijken door het afronden van de bedragen.

Consultatie

Kiwa heeft de brancheorganisaties gevraagd hun zienswijze te geven op het voorstel van Kiwa aan de Minister van Infrastructuur en Water voor de tarieven voor 2018. Vragen of opmerkingen over specifieke vergunningen, brevetten of kaarten zullen per brief worden beantwoord. Er zijn voor de wijzigingsregeling drie reacties binnengekomen, waarvan één specifiek voor de tarieven van de digitale tachograafkaarten en één voor het tarief van de ondernemersvergunning taxi. Een organisatie mist een degelijke en transparante analyse van de kosten die aan de tarieven ten grondslag liggen. Kiwa heeft in 2015 de brancheorganisaties inzage gegeven in de kosten van de processtappen (handelingen) in de vergunningverlening, gespecificeerd naar de branches. Deze informatie is toereikend voor een onderbouwing van de tarieven.

De wijzigingsregeling is tevens aangeboden voor internetconsultatie door de ILT. De zeven reacties op de internetconsultatie hebben geleid tot één inhoudelijke wijziging. De reacties hebben betrekking op de tarieven voor (bijzonder)spoor. De ILT zal schriftelijk reageren op de reacties.

Nieuw tariefstelsel

Brancheorganisaties hebben in de internetconsultatie aangegeven informatie te missen over de invoering van het nieuwe tariefstelsel. Hier kan het volgende over worden opgemerkt. De afgelopen vier jaar is toegewerkt naar de invoering van een nieuw tariefstelsel. De Tweede Kamer is hier enkele malen over geïnformeerd, het laatst in juni 2017.1 In juli 2016 vond er een tweede consultatiebijeenkomst voor brancheorganisaties plaats. Omdat het vervolg nog niet was uitgekristalliseerd vraagt de invoering meer tijd dan verwacht. Op 29 november 2017 sprak de Minister in antwoord op een Kamervraag over het tarief voor taxivergunningen de verwachting uit dat begin 2018 de consultatie zal worden georganiseerd.2 Het voornemen is bij de volgende consultatiebijeenkomst de op het herziene tariefstelsel gebaseerde concept-tariefregeling te agenderen. Na de consultatie en de verwerking van de reacties, zal de Regeling worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Tot slot volgt publicatie in de Staatscourant en het in werking treden van de nieuwe tariefregeling.

Inwerkingtreding

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor de inwerkingtreding. In deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van de termijn van twee maanden. Dit gebeurt omdat het doorschuiven van de inwerkingtreding van 1 januari naar de volgende vaste verandermomenten (1 april en 1 juli 2018) zal leiden tot grote nadelige (financiële) gevolgen voor de ILT en Kiwa.

Artikel I, onderdeel O, betreft een wijziging die de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 in lijn brengt met de Verzamelwet IenM 2018. Derhalve treedt artikel I, onderdeel O, pas in werking op het tijdstip waarop artikel II, onderdelen A en Aa, van de Verzamelwet IenM 2018 in werking treedt.3

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel G

In artikel 8 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 is een nieuw lid opgenomen dat het tarief vaststelt voor aanvragen voor een vergunning of ontheffing voor goederenwagens.

Onderdeel N

In artikel 15 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 zijn de tarieven neergelegd voor het aanvragen van examens bij de stichting voor Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer (hierna: VVRV). De VVRV neemt namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat examens af voor het spoorwegpersoneel. Met de onderhavige regeling zijn wijzigingen aangebracht in artikel 15 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012. Met het oog op de verbetering van de leesbaarheid van het artikel, zijn allereerst verschillende redactionele wijzigingen aangebracht. Naast de redactionele wijziging zijn in het artikel tarieven voor de verstrekking van een duplicaat certificaat door de VVRV en het inzien van foutief beantwoorde vragen opgenomen. Voorts zijn in het artikel bepalingen opgenomen over het in behandeling nemen van een aanvraag voor de erkenning van beroepskwalificaties door de VVRV en de daaraan verbonden tarieven.

Onderdeel O

Op basis van artikel 51a van de Spoorwegwet, dienen machinisten te beschikken over een vergunning en een bevoegdheidsbewijs. De bevoegdheid tot het beoordelen van de machinisten in het kader van de vergunningen en bevoegdheidsbewijzen berust bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Met de inwerkingtreding van de Verzamelwet IenM 2018 komt de bevoegdheid tot het beoordelen van machinisten in het kader van het bevoegdheidsbewijs te liggen bij spoorwegondernemingen. Met het doel om de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 in lijn te brengen met voornoemde wetswijziging, is met dit onderdeel O, artikel 15 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 gewijzigd. Deze wijziging zal tegelijkertijd in werking treden met de inwerkingtreding van de Verzamelwet IenM 2018 en zal de wijziging die met onderdeel N is gerealiseerd vervangen.

Onderdeel R

Het nieuwe artikel 17a behelst een tarief dat door de ILT in rekening wordt gebracht voor een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in artikel 54a van de Spoorwegwet.

Onderdeel X

Artikel 19d stelt diverse nieuwe tarieven vast voor aanvragen om ontheffing zoals opgenomen in het Besluit bijzondere spoorwegen. Het betreffen nieuwe tarieven die overeenkomstig de tarieven voor het hoofdspoor zijn opgenomen. Er is een vast tarief opgenomen voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5, derde lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen, omdat voldoende bekend is hoeveel tijd het behandelen van een dergelijke aanvraag zal vergen. Voor het behandelen van aanvragen om ontheffingen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, en 11, vierde lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen is een uurtarief opgenomen.

Het behandelen van dergelijke aanvragen betreft maatwerk. De omstandigheden van het geval kunnen zo verschillend zijn dat er voor die aanvragen geen vast tarief is vast te stellen.

Onderdeel AA

Voor een aanvraag van een beschikking als bedoeld in de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 door een organisatie die met historische spoorvoertuigen voor niet commerciële doeleinden gebruik maakt van de hoofdspoorweg, is op grond van artikel 22 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 een vergoeding verschuldigd van 10% van het voor de betreffende beschikking bepaalde tarief. Met onderdeel AA is voorgaande regeling eveneens van toepassing verklaard op het gebruik van bijzondere spoorwegen.

ARTIKEL II

Onderdeel D

Naast wijzigingen in de tarieven, is in de tabel van artikel 4 van de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 het onderdeel ‘Instemming EU vergunning geregeld vervoer’ komen te vervallen. Voornoemde vergoeding is in strijd gebleken met Europese regelgeving die lidstaten verbiedt om onderling tarieven in rekening te brengen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken II 2016/17, 29 984, nr. 717, p. 2 en 3.

X Noot
2

Kamerstukken II 2017/18, 2017Z16638.

Naar boven