Gemeente Enschede, verkeersbesluit, aanleg bromfietspad Zuid Esmarkerrondweg te Enschede – fase 3

Datum : 9 april 2018

Ons kenmerk : V-2018-1096 1800031999

Burgemeester en Wethouders van Enschede

Gelet op

Het bepaalde in artikel 18, eerste lid, onderdeel d van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW), waarbij hun college bevoegd is verklaard tot het nemen, wijzigen en intrekken van besluiten en maatregelen als bedoeld in artikel 15 van de WVW;

Overwegende:

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken, moet een verkeersbesluit worden genomen op grond van het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Belangenafweging en motivering

Uit het oogpunt van:

• het verzekeren van de veiligheid op de weg

• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan

is het gewenst om:

1. Doormiddel van het plaatsen van de verkeersborden G12a en G12b van bijlage 1 van het RVV

1990, inclusief het plaatsen van het onderbord OB505, een verplicht (brom)fietspad aan te wijzen aan de noordzijde van de Zuid Esmarkerrondweg tussen de aansluiting Holzikerbrinkweg en Holterhofweg in Enschede;

2. Doormiddel van het plaatsen van de verkeersborden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990, inclusief

het aanbrengen van de haaientanden op de Bruggertstraat, een voorrangsregeling in te stellen op de kruispunten tussen de (brom)fietspaden en het Lappenpad, Brinkstraat, en de Wilminkweg waarbij (brom)fietsverkeer het verkeer op de kruisende weg voor moet laten gaan;

3. Door middel van het plaatsen van het verkeersbord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990, inclusief

het aanbrengen van haaientanden op de Rombosweg een voorrangsregeling in te stellen tussen de Rombosweg en de fietsstraat op de Rombosweg waarbij verkeer op de fietsstraat voorrang heeft op het verkeer op de Rombosweg vanuit noordelijke richting.

Overwegingen

Het voornemen om een hoogwaardige vrij liggende bromfietsverbinding te realiseren aan de Zuid Esmarkerrondweg, tussen de aansluiting Holzikerbrinkweg en Holterhofweg, is in het najaar van 2017 uitgevoerd. Hierbij gaat het om de uitvoering van fase 3. Specifiek gaat het om de route aan de noordzijde van de Zuid Esmarkerrondweg, tussen de Holzikerbrinkweg en de Brinkstraat. Hier maakt het bromfietspad gebruik van het Lappenpad om noordwaarts parallel langs de Brinkstraat te gaan. Plusminus 100 meter aan de noordkant van het kruispunt Zuid Esmarkerrondweg/Brinkstraat wordt haaks op de Brinkstraat over gestoken. Het bromfietspad doorkruist vervolgens de Wilminkweg en sluit uiteindelijk aan op de Rombosweg.

Het betreffende tracé ligt buiten de bebouwde kom van Enschede, hier maken bromfietsers gebruik van het verplichte bromfietspad. Om het bromfietspad als zodanig aan te wijzen dienen verkeermaatregelen genomen te worden. Voor het aanwijzen van een bromfietspad dient het bord G12a geplaatst te worden, dit in combinatie met het onderbord OB505 dat aangeeft dat het pad in twee richtingen bereden wordt. Hierbij wordt as-markering toegepast om aan te geven dat het twee richtingen pad betreft. Specifiek gaat het hierbij om de volgende locaties:

• Noordzijde Zuid Esmarkerrondweg aan de oostkant van de aansluiting Holzikerbrinkweg in

• oostelijke richting;

• Noordzijde Zuid Esmarkerrondweg ter hoogte van de aansluiting Lappenpad;

• Nieuw aangelegd pad tussen de Brinkstraat en de Wilminkweg;

Nieuwe verbinding tussen de Wilminkweg en de Rombosweg.

Het wegvak tussen de Rombosweg en Zuid Esmarkerrondweg krijgt de status van een fietsstraat. Hierbij worden de symbolen van een fietsstraat aangebracht op het wegdek net als de nodige bebording.

Verkeer op het verplichte bromfietspad dient voorrang te verlenen aan het overige verkeer. Hierbij gaat het onder andere om de Brinkstraat en de Wilminkweg. Middels de verkeersborden B6 en haaientanden op het wegdek wordt deze voorrangregeling kenbaar gemaakt.

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) heeft overleg plaatsgevonden met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district Twente. Hierover is een positief advies uitgebracht.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten burgemeester en wethouders om:

1. Doormiddel van het plaatsen van de verkeersborden G12a en G12b van bijlage 1 van het RVV

1990, inclusief het plaatsen van het onderbord OB505, een verplicht (brom)fietspad aan te wijzen aan de noordzijde van de Zuid Esmarkerrondweg tussen de aansluiting Holzikerbrinkweg en Holterhofweg in Enschede;

2. Doormiddel van het plaatsen van de verkeersborden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990, inclusief

het aanbrengen van de haaientanden op de Bruggertstraat, een voorrangsregeling in te stellen op de kruispunten tussen de (brom)fietspaden en het Lappenpad, Brinkstraat, en de Wilminkweg waarbij (brom)fietsverkeer het verkeer op de kruisende weg voor moet laten gaan;

3. Door middel van het plaatsen van het verkeersbord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990, inclusief

het aanbrengen van haaientanden op de Rombosweg een voorrangsregeling in te stellen tussen de Rombosweg en de fietsstraat op de Rombosweg waarbij verkeer op de fietsstraat voorrang heeft op het verkeer op de Rombosweg vanuit noordelijke richting.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, hiertegen een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen. Dit moet dan gebeuren binnen zes weken na de dag waarop burgemeester en wethouders het besluit hebben verzonden.

Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Burgemeester en Wethouders, Commissie Bezwaarschriften, Postbus 20, 7500 AA te Enschede en moet de volgende elementen bevatten:

• uw naam en adres;

• de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

• een omschrijving van het besluit waar het bezwaar tegen is gericht;

• de reden waarom u het er niet mee eens bent;

• uw handtekening;

• kopie van dit besluit

Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit.

Bijlage:

- bebordingsplannen

Aldus vastgesteld op 9 april 2018

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

namens dezen,

W.B. Vochteloo,

hoofd afdeling Bestemmen & Vergunningen