Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 april 2018, 2018-0000023456, tot wijziging van de Regeling inburgering in verband met het aanpassen van het praktijkexamen oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3.3 en 3.9a, vijfde lid, van het Besluit inburgering;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, wordt ‘€ 100’ vervangen door ‘€ 40,00’.

B

Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid bestaat het praktijkexamen, voor degene die hierom verzoekt en daarbij aantoont ten minste 64 uur te hebben deelgenomen aan het cursusonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt bij een cursusinstelling met het Blik op werk keurmerk, uit het ter beoordeling voorleggen van een portfolio als bedoeld in bijlage 5A. Het portfolio kan in dit geval slechts digitaal worden ingediend op de wijze zoals beschreven op www.mijninburgering.nl

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 april 2018

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Per 1 januari 2015 kent het inburgeringsexamen het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (ONA). ONA heeft als doel de inburgeraar in een vroegtijdig stadium te laten kennismaken met de Nederlandse arbeidsmarkt en hem of haar stappen te laten zetten die leiden tot het vinden van een duurzame plek op de arbeidsmarkt.

De grote toestroom van vluchtelingen in 2015 en 2016 heeft geleid tot een flinke toename in het aantal examenkandidaten. Dit heeft geleid tot knelpunten in de uitvoering van het examenonderdeel ONA. Het praktijkexamen voor dit onderdeel bestaat uit het ter beoordeling voorleggen van een portfolio en het voeren van een eindgesprek. Dit eindgesprek wordt gevoerd met twee gecertificeerde examinatoren. Naast de grote en zeer snel toegenomen aanwas van kandidaten was voor ONA ook het tijdsintensieve karakter van dit eindgesprek een probleem. Het is bijzonder moeilijk om aan voldoende gekwalificeerde examinatoren te komen. Deze problemen en de daaruit voortvloeiende wachttijden zijn voor de regering niet acceptabel.1 Zeker ook vanuit het oogpunt dat het examenonderdeel inburgeringsplichtigen tracht voor te bereiden op en te activeren naar werk.

De meest effectieve maatregel om de wachttijden terug te brengen is het vereiste eindgesprek te laten vervallen voor kandidaten die aantoonbaar tenminste 64 uur hebben deelgenomen aan het cursusonderdeel ONA bij een cursusinstelling met het Blik op werk keurmerk. Op basis van een pilot heeft de toetsontwikkelaar van ONA bepaald dat tenminste 64 uur aan cursusuren nodig is om het traject te doorlopen en te komen tot een goed portfolio. De achterliggende gedachte achter deze maatregel is dat ONA bedoeld is als een traject van oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Daarbij gaat het er vooral om dat iemand bezig is met nadenken over de Nederlandse arbeidsmarkt en werkt aan en oefent met de eigen positie daarin. Het vereiste dat een portfolio ter beoordeling moet worden voorgelegd blijft bestaan. Om fraude met portfolio’s tegen te gaan worden de portfolio’s op plagiaat gescand. Daarom moet het portfolio digitaal via Mijn Inburgering – zoals beschreven op www.inburgeren.nl – ter beoordeling worden aangeboden.

Er wordt daarnaast overigens wel de mogelijkheid opengelaten voor kandidaten om desgewenst toch een eindgesprek te voeren. In dat geval geldt de eis van minimaal 64 cursusuren niet.

Regeldruk

Met deze wijziging kan de inburgeraar op twee manieren het ONA examen afleggen. In die zin wordt de keuzemogelijkheid vergroot. Indien de inburgeraar ervoor kiest om via een eindgesprek het ONA examen af te ronden dan is de regeldruk in de oude en nieuwe situatie gelijk. Bij afleggen van examen via het indienen van een portfolio en het overleggen van een verklaring dat 64 uur ONA cursus is gevolgd, kan de administratieve belasting als iets zwaarder betiteld worden; er moet immers een extra formulier worden overgelegd. Anderzijds hoeft de inburgeraar geen inspanning voor een eindgesprek te leveren. Zodoende wordt er vanuit gegaan dat de regeldruk voor de individuele inburgeraar per saldo gelijk blijft.

Artikelsgewijs

Artikel I

In het nieuwe tweede lid van artikel 3.5 is geregeld dat het praktijkexamen voor degene die hierom verzoekt en daarbij aantoont ten minste 64 uur te hebben deelgenomen aan het cursusonderdeel ONA, bestaat uit het ter beoordeling voorleggen van het portfolio. Het eindgesprek is in dat geval dus geen onderdeel van het praktijkexamen. Het verzoek kan worden ingediend door middel van een door DUO beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

In de praktijk betekent dit dat het praktijkexamen op twee manieren behaald kan worden, namelijk door:

  • 1. deelname aan het cursusonderdeel ONA voor ten minste 64 uur en het met goed gevolg ter beoordeling voorleggen van een digitaal via Mijn Inburgering ingediend portfolio; of

  • 2. het met goed gevolg ter beoordeling voorleggen van een portfolio en het met goed gevolg voeren van een eindgesprek.

In het eerste geval moet het portfolio digitaal via Mijn Inburgering – zoals beschreven op www.inburgeren.nl – worden ingediend. Dit ten behoeve van de plagiaatscan. Elk portfolio dat via Mijn Inburgering wordt ingediend wordt gescand op plagiaat. Indien wordt vastgesteld dat er sprake is van plagiaat kan de minister het portfolio op grond van artikel 3.6 van het Besluit inburgering ongeldig verklaren en bepalen dat de inburgeringsplichtige opnieuw een portfolio moet opstellen en ter beoordeling moet voorleggen. In dit geval moet de inburgeringsplichtige het examengeld voor dit onderdeel opnieuw voldoen. Wanneer de inburgeringsplichtige geen gebruik kan of wil maken van Mijn Inburgering kan het portfolio op een andere wijze worden ingediend, maar moet het eindgesprek alsnog worden gevoerd.

De onderhavige wijziging in het praktijkexamen heeft tot gevolg dat een deel van de examenkandidaten geen eindgesprek hoeft te voeren. De gemiddelde kosten voor het praktijkexamen gaan daardoor omlaag. Het bedrag aan examengeld voor het onderdeel ONA wordt daarom bijgesteld naar € 40,00.

Artikel II

Deze regeling treedt op 1 mei 2018 in werking. Dit betekent dat de gewijzigde regels van toepassing zijn op iedereen die het praktijkexamen ONA op of na 1 mei 2018 aflegt. Ook degene die zijn portfolio al voor 1 mei 2018 heeft ingediend, maar het eindgesprek na 1 mei 2018 zou gaan afleggen kan op basis van de nieuwe regels vrijstelling van het eindgesprek aanvragen. De uren die voor 1 mei 2018 aan het cursusonderdeel ONA zijn deelgenomen tellen mee voor de berekening van de 64 uur.

Wat het examenbedrag betreft geldt dat het examen € 100,00 kost wanneer het examen is gestart voor 1 mei 2018. Wanneer het examen is gestart op of na 1 mei 2018 kost het examen € 40,00. In de praktijk is het moment waarop het portfolio is ingediend daarvoor bepalend.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 32 824, nr. 203.

Naar boven