De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 3.3 en 3.9a, vijfde lid, van het Besluit inburgering;
Besluit:
TOELICHTING
Per 1 januari 2015 kent het inburgeringsexamen het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse
arbeidsmarkt (ONA). ONA heeft als doel de inburgeraar in een vroegtijdig stadium te
laten kennismaken met de Nederlandse arbeidsmarkt en hem of haar stappen te laten
zetten die leiden tot het vinden van een duurzame plek op de arbeidsmarkt.
De grote toestroom van vluchtelingen in 2015 en 2016 heeft geleid tot een flinke toename
in het aantal examenkandidaten. Dit heeft geleid tot knelpunten in de uitvoering van
het examenonderdeel ONA. Het praktijkexamen voor dit onderdeel bestaat uit het ter
beoordeling voorleggen van een portfolio en het voeren van een eindgesprek. Dit eindgesprek
wordt gevoerd met twee gecertificeerde examinatoren. Naast de grote en zeer snel toegenomen
aanwas van kandidaten was voor ONA ook het tijdsintensieve karakter van dit eindgesprek
een probleem. Het is bijzonder moeilijk om aan voldoende gekwalificeerde examinatoren
te komen. Deze problemen en de daaruit voortvloeiende wachttijden zijn voor de regering
niet acceptabel.1 Zeker ook vanuit het oogpunt dat het examenonderdeel inburgeringsplichtigen tracht
voor te bereiden op en te activeren naar werk.
De meest effectieve maatregel om de wachttijden terug te brengen is het vereiste eindgesprek
te laten vervallen voor kandidaten die aantoonbaar tenminste 64 uur hebben deelgenomen
aan het cursusonderdeel ONA bij een cursusinstelling met het Blik op werk keurmerk.
Op basis van een pilot heeft de toetsontwikkelaar van ONA bepaald dat tenminste 64
uur aan cursusuren nodig is om het traject te doorlopen en te komen tot een goed portfolio.
De achterliggende gedachte achter deze maatregel is dat ONA bedoeld is als een traject
van oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Daarbij gaat het er vooral om dat iemand
bezig is met nadenken over de Nederlandse arbeidsmarkt en werkt aan en oefent met
de eigen positie daarin. Het vereiste dat een portfolio ter beoordeling moet worden
voorgelegd blijft bestaan. Om fraude met portfolio’s tegen te gaan worden de portfolio’s
op plagiaat gescand. Daarom moet het portfolio digitaal via Mijn Inburgering – zoals
beschreven op www.inburgeren.nl – ter beoordeling worden aangeboden.
Er wordt daarnaast overigens wel de mogelijkheid opengelaten voor kandidaten om desgewenst
toch een eindgesprek te voeren. In dat geval geldt de eis van minimaal 64 cursusuren
niet.
Regeldruk
Met deze wijziging kan de inburgeraar op twee manieren het ONA examen afleggen. In
die zin wordt de keuzemogelijkheid vergroot. Indien de inburgeraar ervoor kiest om
via een eindgesprek het ONA examen af te ronden dan is de regeldruk in de oude en
nieuwe situatie gelijk. Bij afleggen van examen via het indienen van een portfolio
en het overleggen van een verklaring dat 64 uur ONA cursus is gevolgd, kan de administratieve
belasting als iets zwaarder betiteld worden; er moet immers een extra formulier worden
overgelegd. Anderzijds hoeft de inburgeraar geen inspanning voor een eindgesprek te
leveren. Zodoende wordt er vanuit gegaan dat de regeldruk voor de individuele inburgeraar
per saldo gelijk blijft.
Artikelsgewijs
Artikel I
In het nieuwe tweede lid van artikel 3.5 is geregeld dat het praktijkexamen voor degene
die hierom verzoekt en daarbij aantoont ten minste 64 uur te hebben deelgenomen aan
het cursusonderdeel ONA, bestaat uit het ter beoordeling voorleggen van het portfolio.
Het eindgesprek is in dat geval dus geen onderdeel van het praktijkexamen. Het verzoek
kan worden ingediend door middel van een door DUO beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
In de praktijk betekent dit dat het praktijkexamen op twee manieren behaald kan worden,
namelijk door:
-
1. deelname aan het cursusonderdeel ONA voor ten minste 64 uur en het met goed gevolg
ter beoordeling voorleggen van een digitaal via Mijn Inburgering ingediend portfolio;
of
-
2. het met goed gevolg ter beoordeling voorleggen van een portfolio en het met goed gevolg
voeren van een eindgesprek.
In het eerste geval moet het portfolio digitaal via Mijn Inburgering – zoals beschreven
op www.inburgeren.nl – worden ingediend. Dit ten behoeve van de plagiaatscan. Elk portfolio dat via Mijn
Inburgering wordt ingediend wordt gescand op plagiaat. Indien wordt vastgesteld dat
er sprake is van plagiaat kan de minister het portfolio op grond van artikel 3.6 van
het Besluit inburgering ongeldig verklaren en bepalen dat de inburgeringsplichtige
opnieuw een portfolio moet opstellen en ter beoordeling moet voorleggen. In dit geval
moet de inburgeringsplichtige het examengeld voor dit onderdeel opnieuw voldoen. Wanneer
de inburgeringsplichtige geen gebruik kan of wil maken van Mijn Inburgering kan het
portfolio op een andere wijze worden ingediend, maar moet het eindgesprek alsnog worden
gevoerd.
De onderhavige wijziging in het praktijkexamen heeft tot gevolg dat een deel van de
examenkandidaten geen eindgesprek hoeft te voeren. De gemiddelde kosten voor het praktijkexamen
gaan daardoor omlaag. Het bedrag aan examengeld voor het onderdeel ONA wordt daarom
bijgesteld naar € 40,00.
Artikel II
Deze regeling treedt op 1 mei 2018 in werking. Dit betekent dat de gewijzigde regels
van toepassing zijn op iedereen die het praktijkexamen ONA op of na 1 mei 2018 aflegt.
Ook degene die zijn portfolio al voor 1 mei 2018 heeft ingediend, maar het eindgesprek
na 1 mei 2018 zou gaan afleggen kan op basis van de nieuwe regels vrijstelling van
het eindgesprek aanvragen. De uren die voor 1 mei 2018 aan het cursusonderdeel ONA
zijn deelgenomen tellen mee voor de berekening van de 64 uur.
Wat het examenbedrag betreft geldt dat het examen € 100,00 kost wanneer het examen
is gestart voor 1 mei 2018. Wanneer het examen is gestart op of na 1 mei 2018 kost
het examen € 40,00. In de praktijk is het moment waarop het portfolio is ingediend
daarvoor bepalend.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees