Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 5 januari 2018, nr. MinBuZa-2017.869-29, tot wijziging van de Regeling op de consulaire tarieven met het oog op indexering van diverse bedragen

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 1, derde lid, en artikel 4, tweede lid, van het Rijksbesluit op de consulaire tarieven;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 1, onderdeel s, onder 3°, van de Regeling op de consulaire tarieven komt als volgt te luiden:

• 3°. aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

  • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming: USD 614,

  • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming als minderjarig kind: USD 137,

  • met het oog op verblijf ter adoptie- of als pleegkind: USD 43,

  • met het oog op het verrichten van arbeid in loondienst: USD 431,

  • met het oog op het verrichten van arbeid als zelfstandige: USD 1.001,

  • met het oog op het volgen van een studie: USD 321,

  • met het oog op verblijf als gepensioneerde of rentenier: USD 681,

  • met het oog op verblijf als stagiair: USD 600,

  • met het oog op verblijf als praktikant: USD 600,

  • met het oog op verblijf als vrijwilliger: USD 681,

  • met het oog op verblijf als investeerder: USD 681,

  • met het oog op wedertoelating: USD 762.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

TOELICHTING

Het onderhavige besluit strekt tot onder meer aanpassing van de leges, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 3°, van de Regeling op de consulaire tarieven. In dit onderdeel zijn de leges opgenomen voor aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf ten behoeve van verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De aanpassing van leges, evenals de recente aanpassing van de leges van artikel 1, onderdeel s, onder 1° en onder 2°, is het gevolg van aangekondigde jaarlijkse indexering van deze bedragen. De leges worden geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de CAO-lonen zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra