Besluit van de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van 28 maart 2018, nr. MD201820INSTHH, houdende wijziging van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2017

De algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland,

Gelet op artikel 19 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2017;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdelen d en f, artikel 5, derde lid, en artikel 6, derde lid, wordt ‘Inkoop Uitvoering Centrum EZ’ telkens vervangen door ‘Inkoop Uitvoering Centrum EZK’.

B

In artikel 1, onderdeel t, en artikel 13 wordt ‘Economische Zaken’ vervangen door ‘Economische Zaken en Klimaat’.

C

Artikel 2 komt te luiden:

  • 1. Aan de directeuren en de plaatsvervangend directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein.

  • 2. Aan de directeuren en de plaatsvervangend directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor P&O-aangelegenheden, met uitzondering van:

    • a. het verlenen van buitengewoon verlof op grond van artikel 34 van het ARAR;

    • b. het toekennen van schadeloosstellingen op grond van artikel 69 van het ARAR;

    • c. het schorsen op grond van artikel 91 van het ARAR;

    • d. het toekennen van een terugkeergarantie.

D

Artikel 3, tweede lid, onderdeel g, komt te luiden:

  • g. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie;

E

Artikel 4, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie;

F

Artikel 7, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. het behandelen van en beslissen op verzoeken zonder specifieke wettelijke grondslag om schadevergoeding of om nadeelcompensatie, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen door de afdelingsmanager respectievelijk de teammanager een bedrag van € 150.000 respectievelijk € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

G

In artikel 7, vierde lid, onderdelen a en b, wordt ‘€ 1.000’ telkens vervangen door ‘€ 1.050’.

H

In artikel 10, eerste lid, wordt ‘Regeling groenprojecten 2010’ telkens vervangen door ‘Regeling groenprojecten 2016’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen A tot en met G, terug tot en met 1 januari 2018 en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel H, terug tot en met 1 april 2016.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 maart 2018

H.A. Harmsma algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, t.a.v. de afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle.

Naar boven