Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 28 maart 2018, nr. IENW/BSK-2018/47651, houdende wijziging van het Besluit mandaat Stichting Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, artikel 50, eerste lid, aanhef en onder b, van de Spoorwegwet en de artikelen 7 tot en met 11 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011;

Gezien de overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en het bestuur van de Stichting Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer;

Gezien de instemming van het bestuur van de Stichting Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 2, eerste lid, van het Besluit mandaat Stichting Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer wordt, onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, voor zover het betreft een erkenning als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder b, van de Spoorwegwet, en de bij de erkenning behorende bevoegdheden, bedoeld in paragraaf 4 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

TOELICHTING

De Stichting Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer (hierna: VVRV) voert in mandaat een aantal taken namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat uit inzake de beoordeling van beroepskwalificaties van spoorwegpersoneel. In dit besluit wordt geregeld dat de VVRV eveneens gemandateerd wordt om beroepskwalificaties van migrerende beroepsbeoefenaars te erkennen. Het gaat hier, ingevolge artikel 50, eerste lid, aanhef en onder b, van de Spoorwegwet om personen die binnen het hoofdspoorwegverkeerssysteem een veiligheidsfunctie anders dan die van machinist met volledige bevoegdheid of van machinist met beperkte bevoegdheid uitoefenen. Algemene regels omtrent erkenningen zijn opgenomen in de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties. Nadere regels voor de wederzijdse erkenning van deze categorieën spoorwegpersoneel als bedoeld in artikel 33 van die wet zijn opgenomen in paragraaf 4 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven