De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikelen 10, eerste lid, 27, derde lid, 30, tweede lid, en 31, derde lid,
van de Meststoffenwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, komt de begripsbepaling van het begrip ‘minister’ te luiden:
- minister:
-
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
B
In artikel 104, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘het aantal varkenseenheden of pluimvee-eenheden’
vervangen door ‘het aantal varkenseenheden, pluimvee-eenheden, of kilogrammen fosfaat’.
C
In artikel 109, onderdeel b, wordt ‘het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk
pluimvee-eenheden’ vervangen door ‘het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk pluimvee-eenheden,
of kilogrammen fosfaat’.
D
In artikel 110, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk
pluimvee-eenheden’ vervangen door ‘het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk pluimvee-eenheden,
of kilogrammen fosfaat’.
E
In bijlage A worden in tabel 1, in de tweede rij van de koptekst van de tabel, ‘2014–2017’
en ‘2015–2017’ telkens vervangen door ‘met ingang van 2018’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2018.
’s-Gravenhage, 24 maart 2018
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Met de onderhavige wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (hierna: Urm)
worden enkele omissies hersteld. Het betreft:
-
– aanpassing van de artikelen 104, 109 en 110 in verband met de invoering van het stelsel
van fosfaatrechten per 1 januari 2018;
-
– een correctie van de jaartallen in tabel 1 van bijlage A van de Urm om in overeenstemming
met het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (Kamerstukken II 2017/18, 33 037, nr. 250 en Kamerstukken I 2017/18, 33 037, J (herdruk)) duidelijk te maken dat de stikstofgebruiksnormen zoals deze golden in
2017 ook na 2017 gelden.
Daarnaast wordt de begripsbepaling van ‘minister’ in overeenstemming gebracht met
de actualiteit.
2. Beschrijving van de wijzigingen
2.1. Aanpassingen van artikelen 104, 109 en 110
Met de aanpassing van de artikelen 104, 109 en 110 worden deze uitvoeringsbepalingen
van de Urm geheel in lijn gebracht de Wet van 29 mei 2017 tot wijziging van de Meststoffenwet
in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten (Stb. 2017, 229), zoals in werking getreden met ingang van 1 januari 2018.
Deze artikelen geven al uitvoering aan het ingevoerde fosfaatrechtenstelsel omdat
fosfaatrechten net als varkensrechten en pluimveerechten onder het begrip ‘productierechten’
vallen. Aanpassing is nog nodig voor de passages die aangeven waarop de rechten betrekking
hebben (toevoeging van ‘kilogrammen fosfaat’).
2.2. Aanpassing tabel 1 van bijlage A
In het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn is het mestbeleid beschreven dat de Nederlandse
regering in de periode 2018 tot en met 2021 zal voeren om uitvoering te geven aan
de Nitraatrichtlijn (Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake
de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen).
In het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn is vastgelegd dat de stikstofgebruiksnormen
zoals deze in 2017 bestonden in de periode 2018–2021 zullen worden voortgezet (behoudens
enkele kleine aanpassingen die in 2019 en later zullen ingaan).
In tabel 1 van bijlage A van de Urm zijn de stikstofgebruiksnormen vastgelegd. Aangezien
deze normen zoals hierboven aangegeven ook in 2018 en latere jaren van kracht zijn,
is het nodig om in de kop van de tabel de verwijzing naar het jaar 2014–2017 respectievelijk
2015–2017 telkens te vervangen door ‘met ingang van 2018’. Deze wijziging strekt daartoe.
3. Milieueffecten
3.1. Aanpassingen van artikelen 104, 109 en 110
Het betreft een technische wijziging die geen milieueffecten heeft.
3.2. Aanpassing tabel 1 van bijlage A
Met deze wijziging worden de eerder geldende stikstofgebruiksnormen gecontinueerd
en is het milieueffect van deze wijziging neutraal.
4. Regeldruk
De aanpassing van de artikelen 104, 109 en 110 leidt niet tot een wijziging van de
regeldruk aangezien deze samenhangt met en voortvloeit uit het ingevoerde fosfaatrechtenstelsel
en de genoemde artikelen hiermee in overeenstemming worden gebracht.
De aanpassing in tabel 1 van bijlage A betekent een voortzetting van de stikstofgebruiksnormen
zoals deze reeds in 2017 en voorgaande jaren bestonden. Dit leidt derhalve niet tot
een wijziging van de regeldruk (administratieve lasten, nalevingskosten, uitvoeringslasten
overheid) in vergelijking met voorgaande jaren.
5. Vaste verandermomenten en inwerkingtreding
De regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2018 en sluit daarmee voor het
moment van inwerkingtreding aan bij het Kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten
(Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Wel wordt afgeweken van de regel dat er minimaal twee maanden moeten zitten tussen
het moment van publicatie en de inwerkingtreding van de regeling. Dat kan in dit geval
worden gerechtvaardigd doordat het reparatieregelgeving betreft. Zo spoedig mogelijke
inwerkingtreding van de onderhavige wijziging van de Urm is gewenst om elke misverstand
over de in 2018 geldende stikstofgebruiksnormen te voorkomen, en om voor ondernemers
geen misverstand te laten bestaan over de wijze waarop de kennisgeving van de overdracht
van fosfaatrechten en het vervallen van fosfaatrechten dient plaats te vinden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten