De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 2, vierde lid, en 4 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC,
artikel 18, vijfde lid, van het Bekostigingsbesluit WVO, de artikelen 2.5.3, tweede
lid, en 2.5.4, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de artikelen 5.2.1
en 5.2.2 van het Uitvoeringsbesluit WEB en artikel 2.14 van de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek;
Besluiten:
ARTIKEL I
De Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3 vervalt onderdeel i.
B
Artikel 4, derde lid, komt te luiden:
Instellingen voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nemen in het bestuursverslag een overzicht
op van de vergoedingen aan en de declaraties van de individuele bestuurders. Hogescholen
verantwoorden de declaraties van bestuurders in overeenstemming met de Handreiking,
opgenomen in de brief van de Vereniging Hogescholen van 3 november 2016 met kenmerk
16.4347.avw (te raadplegen via www.onderwijsinspectie.nl). Universiteiten verantwoorden de declaraties van bestuurders in overeenstemming
met de Handreiking verantwoording declaraties bestuurders, opgenomen in de brief van
de Vereniging van Universiteiten van 7 september 2016 met kenmerk VSNU 16/214 U (te
raadplegen via www.onderwijsinspectie.nl).
C
In artikel 5, tweede lid, wordt ‘artikel 3, onder e3 en i’ vervangen door: artikel
3, onder e3.
D
De Bijlagen 1 en 2 bij de regeling vervallen.
E
In Bijlage 3, paragraaf ‘A. Gegevensset’, onder A1, wordt ‘meerjarenbegroting’ vervangen
door: kengetallen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
TOELICHTING
Deze regeling wijzigt de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) en betreft:
-
• een aanpassing inzake de afschaffing van het verplichte gebruik van de FSR-tabel in
het hoger onderwijs;
-
• een aanpassing betreffende afspraken met zowel de hogescholen (VH) als universiteiten
(VSNU) over de wijze van opstellen en verantwoorden van de declaraties van bestuurders
in de jaarrekening; en
-
• een verduidelijking van Bijlage 3 ten aanzien van de continuïteitsparagraaf in het
jaarverslag.
Afschaffing van het verplichte gebruik van de FSR-tabel
In juli 2007 is het zogeheten SiSa-Convenant gesloten tussen een aantal departementen
en de VSNU waarin afspraken zijn vastgelegd om te komen tot een lastenreductie bij
de verantwoording van doelsubsidies, die de universiteiten ontvangen van de departementen
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, EL&I, Economische Zaken en Financiën. Naderhand
sloot de VH zich hierbij aan, en zijn deze afspraken ook van toepassing op de hbo-sector.
De afspraken uit het Convenant zijn onder de naam FSR (Financiële Specifieke Rijkssubsidieverantwoording)
ook opgenomen in de RJO. Het streven was dat de instellingen met de FSR-tabel verantwoording
afleggen over alle overige subsidies, die van rijkswege worden verstrekt, naast de
rijksbijdrage.
Gaandeweg bleek het SiSa-Convenant echter een lastig implementatietraject te ondervinden
en werd een aantal tekortkomingen zichtbaar. Zo werd bij de subsidieverstrekking niet
altijd rekening gehouden met de afspraken uit het Convenant en bleven in de praktijk
tal van vragen en misverstanden bestaan over de toepassing van de FSR-tabel en de
controle daarop. Ondanks de inzet van een speciale werkgroep om deze problemen aan
te pakken, bleven er vragen en opmerkingen bestaan rond de FSR-tabel. Van de beoogde
administratieve lastenreductie is soms weinig te merken en de FSR leidt volgens een
aantal instellingen juist tot meer werk en meer vragen. Daarom is het initiatief genomen
om in een nader overleg met een aantal gebruikers te inventariseren hoe het medio
2016 met FSR stond in de praktijk en welke wensen er bestonden om deze toch passend
te maken. Er bleken dusdanige bezwaren te zijn, dat afschaffing van de verplichting
opportuun werd geacht.
Artikel I, onderdelen A, C en D, voorzien in de afschaffing van het verplicht gebruik
van de FSR-tabel. De instelling mag deze methodiek blijven gebruiken, maar het gebruik
ervan is nu vrijwillig. Daarbij bepaalt de instelling zelf of en in welke gevallen
men gebruik wil maken van de geharmoniseerde FSR-verantwoordingsmethode.
Aanpassing van de wijze van opstellen en verantwoorden van declaraties van bestuurders
in de jaarrekening
Deze aanpassing behelst afspraken met zowel de hogescholen (VH) als universiteiten
(VSNU) over de wijze van opstellen en verantwoorden van de declaraties van de bestuurders
in het jaarverslag. Met deze aanpassing wordt aangesloten op de afspraken uit de brieven
waarmee de sectoren een handreiking doen aan hun leden. Ingevolge artikel I, onderdeel
B, is in artikel 4, derde lid, van de RJO opgenomen dat hogescholen de declaraties
van bestuurders verantwoorden in overeenstemming met de Handreiking (brief d.d. 3 november
2016 met kenmerk 16.4347.avw van de VH) en universiteiten in overeenstemming met de
Handreiking verantwoording declaraties bestuurders (brief d.d. 7 september 2016 met
kenmerk VSNU 16/214 U). Omdat de verantwoording van declaraties van bestuurders thans
volgens deze Handreikingen zal plaatsvinden kan Bijlage 2 bij de RJO (die voorzag
in een algemeen model voor declaratieverantwoording) vervallen. Hierin is voorzien
door Artikel I, onderdeel D.
Verduidelijking van Bijlage 3 ten aanzien van de continuïteitsparagraaf in het jaarverslag
Uit de analyses van de jaarverslagen die de Inspectie van het Onderwijs deze zomer
heeft uitgevoerd komt onder meer naar voren dat er interpretatieverschillen kunnen
ontstaan ten aanzien van de gegevens, die in de continuïteitsparagraaf van het bestuursverslag
moeten worden opgenomen. Deze onduidelijkheid over de wijze van interpreteren is opgeheven
door artikel I, onderdeel E, dat het begrip ‘meerjarenbegroting’ in de toelichting
onder A1 heeft vervangen door ‘kengetallen’.
Administratieve lasten
De aanpassing betreffende de Continuïteitsparagraaf en de aanpassing inzake de declaraties
leiden niet tot aanzienlijke verzwaring van de administratieve lasten. De aanpassing
betreffende het afschaffen van de verplichting tot het gebruik van de FSR, de daarmee
samenhangende werkzaamheden en de bijbehorende controle van de instellingsaccountant
zullen naar verwachting leiden tot een aanzienlijke verlichting van de administratieve
lasten voor de instellingen voor hoger onderwijs.
Inwerkingtreding en terugwerkende kracht
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De regeling wordt toegepast vanaf
de jaarverslaggeving over het jaar 2017. Om buiten twijfel te stellen dat de regeling
reeds voor de verslaggeving over 2017 van toepassing is, is opgenomen dat de regeling
bij haar inwerkingtreding terugwerkt tot en met 1 januari 2017.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob