Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 maart 2018 nr. 1332329 (9273), houdende wijziging van de Subsidieregeling instandhouding monumenten in verband met een reparatie ten aanzien van de registratie van de monumentale waarde van klinkende onderdelen van rijksmonumenten, alsmede enige andere technische wijzigingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 7.3, eerste lid, en 7.7, eerste lid, van de Erfgoedwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling instandhouding monumenten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel a, wordt ‘beschermd monument’ vervangen door ‘rijksmonument’.

B

In artikel 8, tweede lid, onderdeel g, wordt ‘beschermd monument’ vervangen door ‘rijksmonument’.

C

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In Hoofdstuk 1.2, in de paragraaf ‘Behoud van monumentale waarden’, wordt ‘beschermd monument’ vervangen door ‘rijksmonument’.

2. Hoofdstuk 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de paragraaf ‘24.00 ALGEMEEN’, onder het kopje ‘Beschietingen, bekledingen en betimmeringen:’ wordt ‘paragraaf 90’ vervangen door ‘paragraaf 91’.

b. In de paragraaf ‘91.00 ALGEMEEN’, onder het kopje ‘Algemeen', wordt de alinea vervangen door twee alinea’s, die luiden:

Omdat veel werkzaamheden voor met name de functionele instandhouding van klinkende onderdelen van monumenten specifiek en specialistisch van aard zijn, is ervoor gekozen hier een aparte paragraaf voor op te nemen. Voor subsidie komen alleen in aanmerking werkzaamheden aan klinkende onderdelen van rijksmonumenten die naar het oordeel van de Minister voldoende monumentale waarde hebben.

Op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, www.cultureelerfgoed.nl, is een lijst gepubliceerd van de klinkende onderdelen van rijksmonumenten die naar het oordeel van de Minister voldoende monumentale waarde hebben. Voor klinkende onderdelen die nog niet eerder door de Minister op hun monumentale waarde zijn beoordeeld, kan de monumentale waarde worden vastgesteld in het kader van de behandeling van de subsidieaanvraag. De beoordeling van deze klinkende onderdelen vindt daarbij plaats aan de hand van de waarderingscriteria die eveneens zijn gepubliceerd op de website www.cultureelerfgoed.nl.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Registratie van de monumentale waarde van klinkende onderdelen van rijksmonumenten (artikel I, onderdeel C, onder 2, onder b)

Met de inwerkingtreding van de Erfgoedwet zijn de bepalingen over het rijksmonumentenregister verduidelijkt en vereenvoudigd. Uit artikel 3.3, vierde lid, van de Erfgoedwet volgt dat het register gegevens bevat over de inschrijving en gegevens die noodzakelijk zijn voor de identificatie van de als rijksmonument aangewezen onroerende zaken. Gegevens over de monumentale waarde van rijksmonumenten of (uitvoerige) beschrijvingen van bestanddelen van een rijksmonument worden derhalve niet langer opgenomen in het register.

In paragraaf 91 van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) – die gaat over klinkende onderdelen van rijksmonumenten, zoals orgels of luidklokken – werd echter voor de monumentale waarde nog abusievelijk verwezen naar het rijksmonumentenregister. Deze regeling voorziet daarom in een aanpassing van deze paragraaf.

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een klinkend onderdeel van een rijksmonument van voldoende monumentale waarde zijn. Voorheen nam de Minister de klinkende onderdelen die naar zijn oordeel voldoende monumentale waarde hebben op in de omschrijving van het monument in het rijksmonumentenregister. Omdat in het register geen informatie meer wordt opgenomen over de monumentale waarde, worden de monumentale klinkende onderdelen van rijksmonumenten voortaan bijgehouden op een lijst, die op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is gepubliceerd.

Op deze website zijn ook de waarderingscriteria gepubliceerd die de Minister hanteert bij de beoordeling van klinkende onderdelen, waarvan de monumentale waarde nog niet eerder is vastgesteld. Voor deze onderdelen kan de monumentale waarde door de Minister worden vastgesteld in het kader van de behandeling van de subsidieaanvraag. Een eventuele weigering van de Minister om een klinkend onderdeel op de lijst te zetten, is daarbij op zichzelf geen op rechtsgevolg gerichte beslissing. De eventueel daaruit voortvloeiende (gedeeltelijke) weigering van een subsidieaanvraag is dat wel. Indien een eigenaar het niet eens is met het oordeel van de Minister over de monumentale waarde van een klinkend onderdeel, kan hij derhalve in bezwaar opkomen tegen het besluit op de subsidieaanvraag.

Uitvoerbaarheid en administratieve lasten

Deze regeling is in overleg met de RCE tot stand gekomen, en de RCE beoordeelt de regeling als goed uitvoerbaar. Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

Overige technische wijzigingen (artikel I, onderdelen A, B en C, onder 1 en 2, onder a)

De onderdelen A, B en C, onder 1 en 2, onder a, van artikel I bevatten een aantal kleine technische wijzigingen. Ten eerste werd in de Sim op een drietal punten nog ten onrechte het begrip ‘beschermd monument’ gehanteerd, een begrip dat met de inwerkingtreding van de Erfgoedwet is vervangen door het begrip ‘rijksmonument’. Het begrip ‘beschermd monument’ is daarom steeds vervangen door ‘rijksmonument’ (artikel I, onderdelen A, B en C, onder 1).

Met artikel I, onderdeel C, onder 2, onder a, is ten slotte een verkeerde verwijzing binnen de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten hersteld.

Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten: de regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie. In dit geval is een afwijking van de vaste verandermomenten niet bezwaarlijk, omdat het een reparatie betreft die niet ten nadele werkt van betrokkenen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven