Wijziging van het besluit van 26 november 2015, nr. DGB 2015-5569M, Staatscourant 2015, 43413

Belastingdienst, Directie Vaktechniek Belastingen

22 februari 2018, nr. 2018 -20128

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 26 november 2015, nr. DGB 2015-5569M, Stcrt. 2015, 43413. Aanleiding is de digitalisering van de werkstromen voor het verkrijgen van een teruggaaf van dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden. Dit besluit wijzigt enkele voorgeschreven procedures, waardoor ze aansluiten bij de gedigitaliseerde werkstromen. Daarnaast schrapt dit besluit de voorgeschreven separate procedures en formulieren (IB 95 LUX en IB 95 SIN) voor de vrijstelling van dividendbelasting op deelnemingsdividenden naar Luxemburg en Singapore. De reden hiervoor is dat deze separate procedures niet meer worden toegepast.

ARTIKEL I

Het besluit van 26 november 2015, nr. DGB 2015-5569M, Stcrt. 2015, 43413, wordt als volgt gewijzigd.

A

In de aanhef vervalt: ‘, bijlage II (formulier IB 93 Universeel), bijlage III (formulier IB 95 LUX) en bijlage IV (formulier IB 95 SIN)’.

B

Artikel 3 wordt vervangen door:

Artikel 3. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (teruggaafprocedure)

  • 1. Een inwoner van een verdragsland, niet zijnde een inwoner zoals bedoeld in artikel 4, die ingevolge het dividendartikel (en/of het interestartikel) van het verdrag aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting, die geen deelneming bezit zoals bedoeld in artikel 6 en die zijn aanspraak niet op de voet van artikel 2 geldend heeft kunnen maken, heeft recht op teruggaaf van dividendbelasting. De teruggaaf is gelijk aan het bedrag aan dividendbelasting dat op grond van het verdrag te veel is ingehouden.

  • 2. Om de teruggaaf te verkrijgen dient de belanghebbende een verzoek in via de website van de Belastingdienst, waarbij hij onder andere verklaart de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden te zijn.

  • 3. De belanghebbende dient in het bezit te zijn van een door de fiscale autoriteiten van de betrokken verdragsstaat gedagtekend en ondertekend document waarin deze autoriteiten verklaren dat hij voor de toepassing van het verdrag met die staat inwoner is van die staat (woonplaatsverklaring). De woonplaatsverklaring mag niet ouder zijn dan twee jaar voorafgaand aan het jaar waarin het dividend ter beschikking is gesteld.

  • 4. Op een verzoek zoals bedoeld in het tweede lid beslist de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Buitenland bij voor bezwaar vatbare beschikking. Belastingdienst/kantoor Buitenland maakt het terug te geven bedrag over aan belanghebbende.

C

Artikel 4 wordt vervangen door:

Artikel 4. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (bijzondere teruggaafprocedure)

  • 1. Een inwoner van een verdragsland die ingevolge het dividendartikel (en/of het interestartikel) van het verdrag aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting, die geen deelneming bezit als bedoeld in artikel 6, wiens aanspraak ingevolge een ‘remittance base’-bepaling in het verdrag slechts betrekking heeft op dat gedeelte van de opbrengst dat is overgemaakt naar of is ontvangen in het verdragsland en het dividend slechts voor een deel is overgemaakt naar of is ontvangen in het verdragsland, heeft recht op teruggaaf van dividendbelasting. De teruggaaf is gelijk aan het bedrag aan dividendbelasting dat op grond van het verdrag te veel is ingehouden op het gedeelte van het dividend dat is overgemaakt naar of is ontvangen in het verdragsland.

  • 2. Om de teruggaaf te verkrijgen dient de belanghebbende een verzoek in via de website van de Belastingdienst, waarbij hij onder andere verklaart de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden te zijn. Het in het verzoek teruggevraagde bedrag mag het bedrag waarop belanghebbende recht heeft ingevolge het eerste lid niet overschrijden.

  • 3. De belanghebbende dient in het bezit te zijn van een door de fiscale autoriteiten van de betrokken verdragsstaat gedagtekend en ondertekend document waarin deze autoriteiten verklaren dat hij voor de toepassing van het verdrag met die staat inwoner is van die staat (woonplaatsverklaring). De woonplaatsverklaring mag niet ouder zijn dan twee jaar voorafgaand aan het jaar waarin het dividend ter beschikking is gesteld.

  • 4. Op een verzoek zoals bedoeld in het tweede lid beslist de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Buitenland bij voor bezwaar vatbare beschikking. Belastingdienst/kantoor Buitenland maakt het terug te geven bedrag over aan belanghebbende.

D

Artikel 5, leden 6 en 7, vervallen.

E

Artikel 6, leden 5 en 6, vervallen.

F

Na artikel 13 wordt opgenomen een nieuw artikel 13a luidende:

Artikel 13a. Vervallen bijlagen

De volgende bijlagen zijn vervallen met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit:

  • bijlage II (formulier IB 93 Universeel);

  • bijlage III (formulier IB 95 LUX);

  • bijlage IV (formulier IB 95 SIN).

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vindt toepassing met betrekking tot dividenden die betaald zijn of betaalbaar zijn gesteld op of na 1 januari 2018.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 22 februari 2018

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven