TOELICHTING
Algemeen
Met de onderhavige regeling worden voor het jaar 2018 in de Regeling tarieven luchtvaart
2008 tariefwijzigingen aangebracht in verband met de inflatiecorrectie en een aantal
inhoudelijke wijzigingen.
Op 1 juni 2010 is de afgifte van een aantal vergunningen door de toenmalige Minister
van Verkeer en Waterstaat in mandaat overgedragen aan Kiwa N.V. (Kiwa). De overeenkomst
met Kiwa voorziet in een jaarlijkse stijging van de door Kiwa gehanteerde tarieven
met een inflatiecorrectie en vanaf 1 januari 2014 tevens in een daling van de tarieven
met een efficiencyfactor. Deze factor bedraagt per 1 januari 2017 en per 1 januari
2018 in totaal voor de luchtvaart 2%. De efficiencyfactoren, zoals overeengekomen
in de overeenkomst met Kiwa, zijn alleen toegepast op de kostendekkende tarieven.
Dit is gebeurd met het oog op het Rijksbeleid zoveel mogelijk kostendekkende tarieven
te hanteren. Immers het toepassen van efficiencyfactoren op niet-kostendekkende tarieven
zou tot een verlaging van het tarief leiden wat haaks staat op het Rijksbeleid om
zoveel mogelijk kostendekkende tarieven te hanteren. Per saldo leidt dit bij een inflatiecorrectie
over 2016 en 2017 van 1,8% tot een tariefmutatie voor de luchtvaart van -0,2%. Hierbij
kan de tariefwijziging per individueel product iets afwijken vanwege afronding.
Voor de vergunningverlenende werkzaamheden van de ILT worden tevens tarieven in rekening
gebracht. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is ook ten aanzien van de ILT-tarieven
dat zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht. Veel tarieven
die de ILT tot nu toe hanteert zijn niet kostendekkend. Omdat de tarieven voor het
laatst zijn geïndexeerd (inflatiecorrectie) per 1 januari 2016 is nu besloten de tarieven
met een inflatiecorrectie aan te passen voor de jaren 2016 en 2017. Door het toepassen
van een gewogen gemiddelde van de percentages Prijs overheidsconsumptie netto materieel
(IMOC) en CAO sector Overheid (publicatie CPB, september 2017) zullen de tarieven
stijgen met 4,12%. Hierbij kan de tariefwijziging per product iets afwijken door de
afronding van de bedragen.
In de Regeling tarieven luchtvaart 2008 zijn naast de aanpassing van tarieven, ook
inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Het artikelsgewijze gedeelte licht de onderdelen
toe die niet behoren tot de jaarlijkse wijziging van de tarieven.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A (wijziging artikel 1)
Vanwege het in werking treden van verordening (EU) nr. 2015/3401 per 1 januari 2017 wordt het tarief voor de behandeling van een aanvraag voor certificatie
van een AeMC of AME klasse 3 (luchtverkeersleiders) aangepast.
Onderdeel B (wijziging artikel 2)
Verordening (EU) nr. 965/20122 heeft verklaringen geïntroduceerd voor respectievelijk deel NCC (Niet-Commerciële
operaties met Complexe luchtvaartuigen) en deel SPO (Specialised Operations). Verordening
(EU) nr. 1178/20113 heeft een verklaring geïntroduceerd voor deel DTO (Declared Training Organisation).
De ontvangst en het in behandeling nemen van een verklaring, dan wel wijziging van
een verklaring, leidt niet tot een besluit, maar moet wel administratief verwerkt
worden. Gebaseerd op artikel 1.7 van de Wet luchtvaart worden kosten die samenhangen
met het in behandeling nemen van een verklaring dan wel wijziging van een verklaring,
ten laste gebracht van de persoon/organisatie die de verklaring indient. De tarieven
voor zowel de verklaring, als de wijziging van een verklaring, zijn opgenomen in artikel
11 respectievelijk artikel 17 van de Regeling tarieven luchtvaart 2008. Voor een verklaring
dan wel een wijziging van een verklaring, is bepaald dat betaling dient te geschieden
binnen 30 kalenderdagen nadat een betalingsverzoek is verzonden.
Onderdeel C (wijziging artikel 5)
De theorie-examens voor CPL (FB) werden door het CBR afgenomen. Met ingang van juli
2017 neemt STEBZ (Stichting Theorie-Examens Ballonvaren Zweefvliegen) deze examens
af. Het tarief dat door STEBZ wordt gehanteerd is lager dan het door CBR gehanteerde
tarief. Het CPL (FB) zal per 8 april 2020 vervallen.
Met de wijziging van verordening (EU) nr. 1178/2011 zijn BPL en LAPL B geïntroduceerd.
Voor deze brevetten moet ook een theorie-examen afgelegd worden bij STEBZ waarvoor
eenzelfde tarief als bij CPL (FB) is verschuldigd.
Onderdeel G (wijziging artikel 7)
In onderdeel a wordt verordening (EU) nr. 2015/340 ingevoegd om de afgifte van een
medisch certificaat ingevolge deze verordening te kunnen tariferen.
Onderdeel H (wijziging artikel 8)
Vanwege het in werking treden van verordening (EU) nr. 2015/340 met ingang van 1 januari
2017 dient het tarief te worden aangepast voor de behandeling van een aanvraag certificatie
van een AeMC en AME klasse 3 (luchtverkeersleiders). De Regeling Geneeskundige instanties,
geneeskundige en medische verklaringen is vervallen. Er is er geen grondslag om de
producten in het tweede lid te tariferen. Daarom zijn deze producten onder het eerste
lid gebracht.
Onderdeel L (wijziging artikel 11)
In Tabel 1 van artikel 11 staan de tarieven voor de behandeling van een aanvraag voor
eerste afgifte, herafgifte en wijzigingen als bedoeld in de Regeling opleidingsinstellingen
voor luchtvarenden 2001. De toevoeging ‘van een registratie van een opleidings- en
trainingsinstelling’ is uit deze zin verwijderd, omdat in de Regeling opleidingsinstellingen
voor luchtvarenden 2001 ook de goedkeuring van opleidingsinstellingen voor Cabin Crew
Initial Training is opgenomen. Het goedkeuren van een organisatie is een ander proces
dan het registreren van een organisatie. Omdat de tekst ‘van een registratie van een
opleidings- en trainingsinstelling’ is beperkt tot het registreren is deze toevoeging
verwijderd.
Voor de registratie van een opleidingsinstelling kan sprake zijn van een eerste afgifte
en een herafgifte. Dit tarief was verdeeld over twee kolommen. Voor de overzichtelijkheid
is deze regel gesplitst in twee verschillende producten, te weten eerste afgifte en
herafgifte. Daarnaast beschrijven de kolommen ’eerste afgifte’ en ‘herafgifte’ niet
de wijzigingen. Door de kolommen ‘eerste afgifte’ en ‘herafgifte’ te laten vervallen
kunnen alle tarieven, inclusief de tarieven voor wijzigingen, in één kolom worden
weergegeven.
Het tarief ‘opleidingsmodule Cabin Crew Initial Training and delivery of attestation’
is verplaatst van tabel 2 naar tabel 1. De reden is dat voor beide producten sprake
is van een goedkeuring. Deze opleidingen worden niet onder een ATO gegeven maar onder
een nationale erkenning. Omdat tabel 2 van toepassing is op producten die onder verordening
(EU) nr. 1178/2011 vallen is dit tarief verplaatst naar tabel 1. Daarnaast is de goedkeuring
van een opleidingsmodule Cabin Crew Initial Training separaat opgenomen van goedkeuring
afgifte cabin crew attestation. Dit onder andere met als reden dat beide producten
separaat kunnen worden aangevraagd en getarifeerd. De term ‘goedkeuring van een opleidingsmodule
Cabin Crew Initial Training’ is daarnaast gewijzigd in ‘goedkeuring opleidingsinstelling
voor Cabin Crew Initial Training’ omdat op basis van verordening (EU) nr. 1178/2011
niet het opleidingsprogramma, maar de opleidingsinstelling moet worden goedgekeurd.
Aan tabel 1 zijn de kolommen ‘naamswijziging (waarbij rechtspersoon niet wijzigt)’en
‘wijziging principal place of business (waarbij de rechtspersoon, de trainingsactiviteiten
en locaties niet wijzigen)’ toegevoegd. Deze tarieven waren al opgenomen in tabel
3. Tabel 3 is van toepassing op wijzigingen waarop verordening (EU) nr. 1178/2011
van toepassing is maar kan niet worden toegepast voor wijzigingen binnen een opleidingsinstelling
als bedoeld in de regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2011. Door de
tarieven ook in tabel 1 op te nemen kunnen deze tarieven ook voor een opleidingsinstelling
als bedoeld in de regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2011 worden toegepast.
Het Indelingsprotocol examinatoren (IPEX) wordt onder verordening (EU) nr. 1178/2011
niet meer getarifeerd. Daarom is dit tarief verplaatst van tabel 2 en 3 naar tabel
1.
In tabel 1 zijn daarnaast de tarieven ‘opleidingsmodule theorie RPA-L’ en ‘opleidingsmodule
praktijk RPA-L’ opgenomen. Deze tarieven waren opgenomen in tabel 2. Tabel 2 beschrijft
de tarieven als bedoeld in verordening (EU) nr. 1178/2011. De tarieven voor de RPA-L
theorie en praktijkopleiding zijn van toepassing op opleidingsinstellingen zoals bedoeld
in de regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001. Daarom zijn de tarieven
verplaatst naar tabel 1.
Tenslotte is in tabel een nieuw tarief ‘variant op praktijk RPA-L (per categorie of
bevoegdverklaringen)’ opgenomen. Dit tarief is toegevoegd omdat in de praktijk blijkt
dat opleidingsinstellingen op basis van een reeds goedgekeurde opleidingsmodule voor
de praktijk RPA-L een variant ter beoordeling aanbieden, of meerdere opleidingsprogramma’s
tegelijk bij de initiële aanvraag. In dit geval staat het niet in verhouding om het
volledige tarief voor de beoordeling van een nieuwe of aanvullende opleidingsmodule
in rekening te brengen omdat minder tijd nodig is om deze variant te beoordelen.
De aanhef van het tweede lid (boven tabel 2) is aangepast om duidelijker te specificeren
dat tabel 2 van toepassing is op producten die vallen onder de reikwijdte van verordening
(EU) nr. 1178/2011. Hierbij is de specificatie dat het een ATO betreft verwijderd
met het oog op de toekomstige organisatievorm (DTO) die in verordening (EU) nr. 1178/2011
mogelijk zal worden gemaakt. Daarnaast zijn er in tabel 2 producten genoemd die onder
de reikwijdte van verordening (EU) nr. 1178/2011 vallen, maar buiten de ATO. Hierop
is de tekst ook aangepast.
In tabel 2 is het product ‘DTO’ (declared training organisation’) toegevoegd. Een
DTO is een organisatievorm van een opleidingsinstelling die in verordening (EU) nr.
1178/2011 mogelijk wordt gemaakt en daarmee kan worden aangevraagd. De verwachte werkzaamheden
voor het verwerken van de declaratie zijn gelijk aan de registratie van een opleidingsinstelling.
Daarom is eenzelfde tarief gehanteerd. Aanvullend zullen ook de trainingprogramma’s
moeten worden beoordeeld. Tarieven hiervoor zijn reeds opgenomen in tabel 2.
Het tarief ‘conversie ATO niet-complex naar ATO complex en v.v.’ is verplaatst naar
tabel 3 omdat dit altijd een wijziging van een bestaand product op basis van tabel
2 is. Dit tarief hoort daarom in tabel 3 opgenomen te worden.
Met betrekking tot het tarief ‘opleidingsmodule class/type rating Multi pilot aircraft,
per module’ is het woord ‘class’ verwijderd omdat het bij dit tarief altijd gaat om
een ‘type’. ‘Class’ bestaat voor deze opleidingsmodule niet.
Bij de tarieven voor ‘opleidingslocatie, per locatie binnen Nederland (inclusief wijzigingen
handboeken)’, ‘opleidingslocatie in het buitenland, per locatie binnen de EU (inclusief
wijzigingen handboeken’ en ‘opleidingslocatie in het buitenland, per locatie buiten
de EU (inclusief wijzigingen handboeken)’ is de term ‘inclusief wijzigingen handboeken’
verwijderd. Dit omdat in tabel 2 de initiële afgifte van producten zoals bedoeld in
verordening (EU) nr. 1178/2011 zijn opgenomen. Bij de initiële afgifte van de erkenning
is nog geen sprake van wijzigingen van handboeken. Vervolgens is in tabel 2 het tarief
voor ‘opleidingslocatie, per locatie binnen Nederland’ gewijzigd in ‘aanvullende opleidingslocatie,
per locatie binnen Nederland’. Dit omdat het basistarief voor de organisatie (bijvoorbeeld
‘ATO complex basistarief’, of ‘ATO niet-complex basistarief’) naast beoordeling van
bijvoorbeeld de functionarissen ook één opleidingslocatie omvat.
Het Indelingsprotocol examinatoren (IPEX) wordt onder verordening (EU) nr. 1178/2011
niet meer gefactureerd. Daarom is dit tarief verplaatst van tabel 2 en 3 naar tabel
1.
Het tarief ‘opleidingsmodule cabin crew initial training and delivery of attestation’
is verplaatst van tabel 2 naar tabel 1, omdat deze opleidingen onder nationale erkenning
worden gegeven. Zie hiertoe de toelichting betreffende tabel 1.
Tenslotte zijn aan tabel 2 de tarieven voor de producten ‘ontheffing per onderwerp
< 2 maanden’, ‘ontheffing per onderwerp ≥ 2 maanden’, ‘afwijking per onderwerp ≥ 2
maanden’ en ‘Alternative Means of Compliance’ toegevoegd. Deze producten vallen onder
de reikwijdte van verordening (EU) nr. 1178/2011 en waren wel in tabel 3 opgenomen
maar niet in tabel 2. Tabel 3 is van toepassing op wijzigingen en tabel 2 op initiële
afgifte. De genoemde producten kunnen ook bij een initiële afgifte worden aangevraagd.
Het product ‘afwijking per onderwerp ≥ 2 maanden’ is hier aan toegevoegd, omdat dit
een ander product is dan een ontheffing en op een andere basis in de basisverordening4 is gegrond. Een ontheffing is gebaseerd op artikel 14 lid 4 en een afwijking op artikel
14 lid 6 van de basisverordening. Tenslotte is de term ‘Alternative Acceptable Means
of Compliance’ in overeenstemming met verordening (EU) nr. 1178/2011 gewijzigd in
‘Alternative Means of Compliance’.
Bij het tarief ‘Wijziging principal place of business (waarbij de rechtspersoon, de
trainingsactiviteiten en/of locaties niet wijzigen)’ in tabel 3 is de term ‘of’ verwijderd.
De voorwaarde is dat bij deze wijziging alleen de principal place of business wijzigt.
De term ‘of’ geeft onbedoeld ruimte naast deze wijziging meer wijzigingen in de beoordeling
mee te kunnen nemen. Dit in tegenstelling tot de wijziging die in dit tarief wordt
beoogd. Voor wijziging van de rechtspersoon, trainingsactiviteiten of locaties is
een ander tarief verschuldigd.
Aan de tabel zijn de volgende tarieven toegevoegd: ‘toevoegen of wijzigen van opleidingslocatie,
per locatie binnen Nederland (inclusief wijzigingen handboeken)’, ‘toevoegen of wijzigen
van opleidingslocatie in het buitenland, per locatie binnen de EU (inclusief wijzigingen
handboeken’ en ‘toevoegen of wijzigen van opleidingslocatie in het buitenland, per
locatie buiten de EU (inclusief wijzigingen handboeken)’. Deze tarieven waren wel
opgenomen in tabel 2 waar de producten behorend bij een initiële afgifte zijn opgenomen
maar nog niet in tabel 3 waar de producten voor wijzigingen op in tabel 2 genoemde
producten zijn opgenomen.
Het tarief ‘Goedkeuring gewijzigd trainingsprogramma of type kwalificatieprogramma,
per type, geregistreerde opleidingsinstelling, per deel of subdeel’ is verwijderd
uit tabel 3 omdat dit niet onder de reikwijdte van verordening (EU) nr. 1178/2011
valt maar onder de reikwijdte van de regeling opleidingsinstellingen 2001. Dit tarief
is daarom verplaatst naar tabel 1.
Bij de beoordeling van een functionaris zijn de afkortingen ‘CM’ en ‘SM verwijderd,
omdat voor wijziging van deze functies geen goedkeuring vooraf is vereist op grond
van verordening (EU) nr. 1178/2011. Voor situaties waarbij een functionaris voor meerdere
erkenningen dezelfde positie gaat bekleden is een noot toegevoegd aan het in het vierde
lid opgenomen tabel 3 en aan het in het achtste lid opgenomen tabel 7. In deze noot
is opgenomen dat in geval van acceptatie van sleutelfunctionarissen betrekking heeft
op een functionaris die dezelfde rol voor meerdere erkenningen vervult, alleen een
tarief verschuldigd is voor de erkenning met het hoogste tarief. De acceptatie van
de betreffende functionaris vindt namelijk niet per erkenning plaats, maar voor alle
erkenningen tegelijkertijd. Dit rechtvaardigt om slechts één tarief te heffen, waarbij
het hoogste tarief geldt. Aan de volgende artikelen is dezelfde noot toegevoegd: artikel
16, tweede lid, tabel 7 en negende lid, tabel 13, artikel 17, tweede lid, tabel 2
en artikel 18, tweede lid, tabel 3.
Het Indelingsprotocol examinatoren (IPEX) wordt onder verordening (EU) nr. 1178/2011
niet meer gefactureerd. Daarom is dit tarief verplaatst van tabel 2 en 3 naar tabel
1.
Voor de tarieven ‘ontheffing per onderwerp < 2 maanden’, ‘ontheffing per onderwerp
≥ 2 maanden’ is verduidelijkt op welk artikel in de basisverordening dit tarief van
toepassing is. Het tarief ‘afwijking per onderwerp ≥ 2 maanden’ is hier aan toegevoegd
omdat dit een ander product is dan een ontheffing. Zie de toelichting bij tabel 2.
Tabel 6 is speciaal opgenomen voor ATO’s die aangesloten zijn een geformaliseerd samenwerkingsverband.
Voor deze ATO’s is een kortingstarief van toepassing. In tabel 6 zijn de bijbehorende
tarieven per product gespecificeerd voor de producten die binnen een geformaliseerd
samenwerkingsverband aangevraagd zouden kunnen worden.
Tabel 7 is speciaal opgenomen voor ATO’s die aangesloten zijn bij een geformaliseerd
samenwerkingsverband. Voor deze ATO’s is een kortingstarief van toepassing. In tabel
7 zijn de bijbehorende tarieven voor wijzigingen op de producten in tabel 6 per product
(waar van toepassing) gespecificeerd.
Onderdeel Q (wijziging artikel 16)
In de EU-luchtvaartakkoorden met de VS, Canada en Brazilië is bepaald dat de Competent
Authorities van de verdragspartners op verzoek technische assistentie aan elkaar zullen
leveren. Dit is met name relevant bij situaties waarin activiteiten onder het toezicht
van het ene land in het land van een andere verdragspartner worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld
bij buitenlandse vestigingen van luchtvaartfabrikanten. De verantwoordelijke luchtvaartautoriteit
kan dan de lokale luchtvaartautoriteit verzoeken om namens hem inspecties uit te voeren
bij de betreffende vestiging. Het bedrijf waar de werkzaamheden voor worden verricht
wordt daarvoor gefactureerd. De werkzaamheden houden meer in dan conformiteitsinspecties.
Dat wordt met deze wijziging bijgesteld. Verder wordt ook Brazilië toegevoegd als
verdragspartner namens wie werkzaamheden verricht kunnen worden. Het tarief blijft
hetzelfde. Het gaat om de juiste bewoording en uitbreiding van de werkzaamheden die
binnen deze BASA (Bilateral Aviation Safety Agreement) kunnen worden verricht en uitbreiding
van de verdragspartners.
Verder is in het derde lid van artikel 16 een omissie hersteld door ‘Maintenance Organization
Award’ te wijzigen naar ‘Maintenance Organization Approval’, wat de juiste benaming
is van het product.
Verder wordt het vierde lid van artikel 16 opnieuw vastgesteld in verband met de wijziging
van de geldigheidsduur van de erkenning voor onderhoudsbedrijven en geluidmeetbedrijven.
Bij Besluit van 26 november 2016 tot wijziging van het Besluit luchtvaartuigen 2008
is bepaald dat deze erkenning analoog aan de Europese bedrijfserkenningen wordt verleend
voor onbepaalde tijd. Het tarief voor herafgifte van de erkenning wordt dan ook geschrapt.
Ten slotte is er een nieuw lid aan artikel 16 toegevoegd, waarin tarieven zijn vastgesteld
voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte van een erkenning voor
nationale ontwerporganisaties ingevolge artikel 17, eerste lid, van het Besluit luchtvaartuigen
2008.
Onderdeel R (wijziging artikel 17)
Het huidige artikel 17 bevat tarieven die aan commerciële operators (houders van een
AOC, niet zijnde een ROC) en niet-commerciële operators (operators die een vluchtuitvoering
doen onder Part NCC of NCO) in rekening worden gebracht. Gespecialiseerde vluchtuitvoeringen
die onder Part SPO van verordening (EU) nr. 965/2012 vallen, vallen momenteel daar
niet onder. Voor dergelijke gespecialiseerde vluchtuitvoeringen geldt namelijk nog
een opt-out. Met ingang van 21 april 2017 eindigde de opt-out periode voor Part SPO.
Organisaties, die moeten voldoen aan het gestelde in de delen CAT, NCC, NCO en SPO
dienen, waar vereist in verordening (EU) nr. 965/2012, en door de aanvrager gewenst
de verplichte autorisaties te hebben geregeld. Voor de beoordeling van deze verplichte
autorisaties kent de Regeling tarieven luchtvaart 2008 al tarieven, maar deze zijn
niet van toepassing op SPO-vluchtuitvoeringen. In artikel 17 zijn daarom ook tarieven
voor de SPO-vluchtuitvoeringen opgenomen en van toepassing verklaard.
Verordening (EU) nr. 965/2012 kent diverse typen vluchtuitvoering. Door gebruik te
maken van de benamingen die in genoemde verordening worden gebruikt, is beoogd duidelijkheid
te behouden.
De eerste kolom blijft geldig voor rondvluchtbedrijven (AtoA), echter de benaming
is in overeenstemming gebracht met verordening (EU) nr. 965/2012.
De tweede kolom geldt voor alle andere typen vluchtuitvoering met ‘andere dan complexe
motoraangedreven luchtvaartuigen’.
De derde kolom is van kracht voor alle typen vluchtuitvoeringen met ‘complexe motoraangedreven
luchtvaartuigen’ met een gecertificeerd aantal stoelen van maximaal 19.
De vierde kolom is van kracht voor alle typen vluchtuitvoeringen met ‘complexe motoraangedreven
luchtvaartuigen’ met een gecertificeerd aantal stoelen van meer dan 19.
De tabellen uit artikel 17 zijn van toepassing gemaakt voor de gehele verordening
(EU) nr. 965/2012. Tevens is artikel 17 van toepassing gemaakt voor vluchtuitvoering
waarvoor het Besluit vluchtuitvoering geldig is. Met de wijziging van artikel 17 is
beoogd het vermelden van nieuwe producten waarvoor een tarief geldt en het verwijderen
van producten die niet meer staan vermeld in de regelgeving.
In verordening (EU) nr. 965/2012 zijn producten opgenomen, die niet in artikel 17
waren opgenomen. Deze producten zijn nu toegevoegd aan artikel 17. Tevens zijn ten
gevolge van de aanpassing van verordening (EU) nr. 965/2012 diverse producten uit
de verordening verwijderd. Derhalve worden deze producten niet meer in artikel 17
vermeld. Ondanks het van kracht zijn van verordening (EU) nr. 965/2012 is het mogelijk
dat er nog vluchtuitvoeringen zijn, die geen basis hebben in genoemde verordening.
Deze vluchtuitvoeringen moeten blijven voldoen aan het gestelde in het Besluit vluchtuitvoering
waarin verwezen wordt naar internationale verdragen. Omdat de internationale verdragen
producten benoemen die zijn opgenomen in artikel 17, is voor die producten artikel
17 ook van toepassing. Inhoudelijk wijken de producten vermeld in internationale verdragen
niet af van de producten vermeld in verordening (EU) nr. 965/2012. Derhalve zal voor
de beoordeling van deze producten het beoordelingskader worden gebruikt die vermeld
zijn in verordening (EU) nr. 965/2012.
In verordening (EU) nr. 965/2012 is gesteld dat voor NCC en SPO een goedgekeurde Minimum
Equipment List (MEL) benodigd is. Voor de eerste afgifte is een bedrag verschuldigd
als vermeld in tabel 1 van artikel 17.
Bij de wijziging van de Regeling tarieven luchtvaart 2008 (zie Stct. 32047, d.d. 17 juni 2016) is per abuis niet aan tabel 1 van artikel 17 toegevoegd dat voor de eerste afgifte
van de Minimum Equipment List voor NCC en SPO bedrijven een tarief verschuldigd is.
Voor de AOC bedrijven zijn de kosten voor eerste afgifte van de MEL verdisconteerd
in de post ‘Bijschrijving extra class/type’. Voor NCC en SPO geldt dat de MEL voor
eerste afgifte door de autoriteit goedgekeurd moet worden. Een aparte regel voor deze
eerste afgifte is noodzakelijk om tarifering mogelijk te maken.
Onderdeel S (wijziging artikel 18)
Verordening (EU) nr. 2015/15365 Annex Va (Part-T) staat toe dat een CAMO (Continuing Airworthiness Management Organisation)
de blijvende luchtwaardigheid van niet-EU geregistreerde luchtvaartuigen mag verzorgen,
op voorwaarde dat de CAMO aan de aanvullende eisen zoals opgenomen in Part-T van verordening
(EU) nr. 2015/1536 (Annex Va) voldoet en, conform artikel T.B.702 van Annex Va, de
ILT de aanvraag positief heeft beoordeeld, in de zin dat de CAMO aan de eisen voldoet.
Deze erkenning is aan de in het tweede lid opgenomen tabel 3 toegevoegd.
Verder wordt het derde lid van artikel 18 opnieuw vastgesteld in verband met de wijziging
van de geldigheidsduur van de erkenning voor onderhoudsmanagement-bedrijven. Bij Besluit
van 26 november 2016 tot wijziging van het Besluit luchtvaartuigen 2008 is bepaald
dat deze erkenning analoog aan de Europese bedrijfserkenningen wordt verleend voor
onbepaalde tijd. Het tarief voor de herafgifte van de erkenning wordt daarom geschrapt.
Onderdeel X (wijziging artikel 24)
In het vijfde lid van artikel 24 wordt verwezen naar de verordening (EU) nr. 1178/2011
en verordening (EU) nr. 965/2012. Genoemde verordeningen liggen ten grondslag aan
artikel 11 respectievelijk artikel 17 van de Regeling tarieven luchtvaart 2008. Het
in het vijfde lid van artikel 24 genoemde product ‘Alternative Acceptable Means of
Compliance’ is onder aanpassing van de benaming naar ‘Alternative Means of Compliance’
opgenomen in artikel 11 en artikel 17. Derhalve is het vijfde lid van artikel 24 verwijderd.
Onderdeel Y (toevoeging nieuwe artikelen)
Artikel 25a
Het instellen van een vast tarief voor een aanvraag in geval van een doorstart is
tot op heden niet mogelijk geweest, omdat iedere situatie uniek is. Vandaar dat de
vergoeding voor een dergelijke erkenning is gebaseerd op de daadwerkelijk voor de
beoordeling van een aanvraag bestede uren.
Artikel 25b
Van de toestemmingsvoorziening die opgenomen is in artikel 8.2.a en 8.2.b van de Regeling
onderhoud luchtvaartuigen, wordt door de general aviation tot nu toe geen gebruik
van gemaakt. Vermoedelijk is de regeling onbekend bij de luchtvaartsector. De toelichting
(AIC-B) is geactualiseerd. In deze toelichting wordt expliciet verwezen naar de toestemmingsvoorziening.
Administratieve lasten en nalevingskosten
Voor de sector luchtvaart wordt het financiële kosteneffect van de wijziging van de
tariefregeling in verband met de introductie van nieuwe vergunningen op € 110.000
becijferd. Ten opzichte van de totale jaarlijkse opbrengsten uit tarieven van luchtvaartvergunningen
(c.a. € 3 mln.) betreft het een gering bedrag.
Inhoudelijke nalevingskosten zijn de directe kosten voor het bedrijfsleven van naleving
van inhoudelijke verplichtingen als gevolg van wet en regelgeving. Het zijn dus niet
de door de overheid gemaakte kosten. Het zijn bijvoorbeeld de tijd en daarmee samenhangende
kosten die een bedrijf nodig heeft om een aanvraag in te dienen of in dit geval handboeken/trainingen
samen te stellen.
Deze inhoudelijke nalevingkosten voor de sector zijn jaarlijks € 650.000 lager. De
verlaging van de inhoudelijke nalevingkosten is terug te voeren tot het feit dat de
ILT standaardhandboeken ter beschikking stelt en/of dat gebruik gemaakt wordt van
door de ILT geaccepteerde trainingsprogramma’s.
Aanvragers die gebruikmaken van deze standaardhandboeken en/of geaccepteerde trainingsprogramma’s
betalen daarnaast een aanzienlijk lager tarief (20% van het reguliere tarief) voor
de vergunningaanvraag.
Internetconsultatie
De onderhavige regeling is aangeboden voor internetconsultatie. De reacties op de
internetconsultatie hebben niet geleid tot inhoudelijke wijzigingen.
Nieuw tariefstelsel
Brancheorganisaties hebben in de internetconsultatie aangegeven informatie te missen
over de invoering van het nieuwe tariefstelsel. Hier kan het volgende over worden
opgemerkt. De afgelopen vier jaar is toegewerkt naar de invoering van een nieuw tariefstelsel.
De Tweede Kamer is hier enkele malen over geïnformeerd, het laatst in juni 2017.6 In juli 2016 vond er een tweede consultatiebijeenkomst voor brancheorganisaties plaats.
Omdat het vervolg nog niet was uitgekristalliseerd vraagt de invoering meer tijd dan
verwacht. Op 29 november 2017 sprak de Minister in antwoord op een Kamervraag over
het tarief voor taxivergunningen de verwachting uit dat begin 2018 de consultatie
zal worden georganiseerd.7 Het voornemen is bij de volgende consultatiebijeenkomst de op het herziene tariefstelsel
gebaseerde concepttariefregeling te agenderen. Na de consultatie en de verwerking
van de reacties, zal de Regeling worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Tot slot volgt
publicatie in de Staatscourant en het in werking treden van de nieuwe tariefregeling.
Inwerkingtreding
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriele
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking
geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In deze wijzigingsregeling
wordt afgeweken van deze termijn van twee maanden en van de vaste verandermomenten.
Dit vanwege het feit dat het doorschuiven van de inwerkingtreding naar het volgende
vaste verandermoment (1 juli 2018) zal leiden tot nadelige (financiële) gevolgen voor
de ILT en Kiwa.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga