Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 maart 2018, nr. WJZ/18042452, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB in verband met de minimale teeltperiode voor vanggewassen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 45, negende lid, van Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Europese Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening (PbEU 2014, L181);

Gelet op de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, eerste lid, eerste gedachtestreepje, wordt ‘Minister van Economische Zaken’ vervangen door ‘Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’.

B

In artikel 4.2, zevende lid, wordt ‘1 oktober’ vervangen door ‘16 oktober’.

C

Bijlage 2, onderdeel 4, komt te luiden:

  • 4. Vanggewassen zijn tenminste 8 weken op het perceel aanwezig, met uitzondering van vanggewassen uit categorie 3, waarvoor geen instandhoudingstermijn geldt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 maart 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Inleiding

Per 1 januari 2015 is de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB van kracht (hierna: de uitvoeringsregeling). De uitvoeringsregeling geeft uitvoering aan de Europese verordeningen inzake de rechtstreekse betalingen van het Europese landbouwbeleid. De uitvoeringsregeling wordt op enkele onderdelen om de volgende redenen gewijzigd.

2. Hoofdlijnen van het voorstel

2.1. Aanpassing definitie Minister

In verband met de instelling van een Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en een herindeling van departementale taken wordt in artikel 1.1, waarin definities staan opgenomen, de Minister van Economische Zaken vervangen door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

2.2. Minimale teeltperiode voor vanggewassen naar 8 weken

Met de komst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/11551 van de Commissie van 15 februari 2017 is Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 op onderdelen gewijzigd. Eén van de wijzigingen betreft de vaststelling van een Europese minimumperiode waarin de arealen met vanggewassen, die worden ingezet in het kader van de vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, aanwezig moeten zijn. Die periode mag, ingevolge artikel 45, negende lid, van Verordening (EU) 639/2014, niet korter zijn dan acht weken.

In Nederland bedraagt de minimale teeltperiode voor vanggewassen 10 weken. Deze eis is vastgelegd in ‘de voorwaarden voor het telen van gewassen’ in bijlage 2 bij de uitvoeringsregeling. De Tweede Kamer heeft de regering verzocht (motie Lodders, kamerstuk 21 501-32, Nr. 1075) zo spoedig mogelijk, binnen de kaders van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, deze eis te vervangen door de Europese minimum aanhoudperiode van acht weken. Met deze wijziging in de Uitvoeringsregeling wordt aan dit verzoek invulling gegeven.

2.3. Aanpassing artikel 4.2, zevende lid, van de uitvoeringsregeling

Van de gelegenheid wordt gebruikt gemaakt om de uiterste datum waarop de landbouwer die vanggewassen inzet als ecologisch aandachtsgebied de inhoud van de verzamelaanvraag kan wijzigen aan te laten sluiten op de uiterste inzaaidatum voor vanggewassen. Het gaat hierbij uitsluitend om wijzigingen die betrekking hebben op het gebruik van landbouwpercelen.

3. Regeldruk

De gevolgen voor de regeldruk van de uitvoering van de rechtstreekse betalingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn beschreven in de toelichting bij de uitvoeringsregeling. De onderhavige wijzigingsregeling brengt geen nieuwe of wijzigingen in informatieverplichtingen met zich.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Hiermee wordt afgeweken van het beleid voor Vaste Verander Momenten (VVM). Reden hiervoor is, zoals aangegeven onder 2.2, dat de Tweede Kamer de regering heeft verzocht zo spoedig mogelijk de nationale minimale teeltperiode voor vanggewassen van tien weken te vervangen door de Europese minimale teeltperiode van acht weken, hetgeen een begunstigende werking heeft voor landbouwers.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1155 van de Commissie van 15 februari 2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 wat betreft de controlemaatregelen voor de hennepteelt, bepaalde voorschriften inzake de vergroeningsbetaling, de betaling voor jonge landbouwers die zeggenschap hebben over een rechtspersoon, de berekening van het bedrag per eenheid in het kader van de vrijwillig gekoppelde steun, de delen van betalingsrechten en bepaalde kennisgevingsvereisten voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling en de vrijwillige gekoppelde steun, en tot wijziging van bijlage X bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2017, L 167).

Naar boven