Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 12 maart 2018, houdende de beperking van de openbaarheid van een aantal inventarisnummers van het archief Stichting 400 jaar Nederland-Japan, bij overbrenging naar het Nationaal Archief (Besluit beperking openbaarheid Stichting 400 jaar Nederland-Japan)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Overwegende dat een aantal inventarisnummers in het archief beperkingen aan de openbaarheid behoeven;

Gelet op artikel 15, eerste lid, onder a, van de Archiefwet 1995, artikel 10 van het Archiefbesluit 1995 en het advies van het Nationaal Archief d.d. 22 februari 2018, kenmerk 1253526;

Besluit:

Artikel 1

Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom, beperkt openbaar tot 1 januari van het jaar, genoemd in de tweede kolom.

Nummer:

Beperkt openbaarheid tot 1 januari:

15

2029

102

2030

107

2076

108

2076

109

2076

111

2075

115

2031

116

2031

Artikel 2

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers, genoemd in artikel 1, is tot openbaarwording uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 3

Het vervaardigen van reproducties van documenten geborgen onder de inventarisnummers, genoemd in artikel 1, is tot openbaarwording uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt als bijlage gevoegd bij de ‘Verklaring van Overbrenging van het archief Stichting 400 jaar Nederland-Japan’.

De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor deze, N. van Heezik Hoofd Informatie & Archief Directie Bedrijfsvoering

TOELICHTING

De archiefbescheiden genoemd in artikel 1, zijn beperkt openbaar op grond van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van identificeerbare (en nog) levende personen. Dit houdt in dat deze archiefbescheiden niet openbaar zijn, behoudens enkele uitzonderingsgevallen (de archiefbescheiden zijn immers niet openbaar, maar slechts beperkt openbaar). Dit betekent dat wanneer een verzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op hem-/haarzelf de desbetreffende archiefbescheiden door de hem/haar kunnen worden geraadpleegd.

Raadpleging is ook mogelijk indien degene die inzage vraagt kan aantonen dat de persoon in wiens dossier hij/zij inzage wil hebben is overleden dan wel een verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat de persoon op wie het dossier betrekking heeft ondubbelzinnig toestemming geeft voor inzage.

Voor wie archiefstukken of dossiers wil inzien waarin bijzondere persoonsgegevens (seksuele geaardheid, religieuze overtuiging, medische en strafrechtelijke gegevens) zitten, gelden strengere voorwaarden. Men moet een schriftelijk gemotiveerd verzoek doen, waarin men aantoont dat degene wiens bijzondere persoonsgegevens men wil raadplegen is overleden, of men de uitdrukkelijke toestemming van betrokkene heeft, of raadpleging noodzakelijk is als juridisch bewijsstuk, of raadpleging noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting, of bij raadpleging plaatsvindt ten behoeve van wetenschappelijke onderzoek of statistiek. In dit geval gelden er ook voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen:

  • Aantonen dat het onderzoek een algemeen belang dient;

  • Aantonen dat de verwerking van persoonsgegevens voor het betreffende onderzoek of statistiek noodzakelijk is;

  • Berichten van overlijden of een uitdrukkelijke toestemming te overhandigen. Alleen wanneer de onderzoeker kan aantonen dat het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost, vervalt deze eis;

  • Aantonen dat bij de uitvoering in zodanige waarborgen is voorzien dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet wordt geschaad.

De beperkingsgrond eerbiediging persoonlijke levenssfeer eindigt bij het overlijden van betrokkene. Zie voor meer informatie www.nationaalarchief.nl/openbaarheid

Naar boven