Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Staatscourant 2018, 16098 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Staatscourant 2018, 16098 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk het samenwerkingsorgaan, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.
HOOFDSTUK 3-TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 4 - Belangenbehartiging
Het samenwerkingsorgaan heeft tot doel, vanuit de gedachte van verlengd lokaal bestuur en met inachtneming van wat verder in de regeling is bepaald, het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op de in artikel 5 genoemde beleidsterreinen die bepalend zijn voor een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling van het gebied.
Naast het in het tweede lid bepaalde wordt in de belangenbehartiging zoals genoemd in het eerste lid onderscheid gemaakt in:
Platform: het bieden van een permanente onderhandelingstafel voor onderlinge afstemming tussen de deelnemende colleges. Waarbij op initiatief van één of meerdere gemeenten overleg en afstemming plaats kan vinden over onderwerpen die niet behoren tot de in artikel 5 genoemde taken, waarbij regionale afstemming of gezamenlijk optrekken van meerwaarde is;
Artikel 5 - Beleidsterreinen, taken en bevoegdheden
Ter behartiging van de in artikel 4 lid 1 genoemde belangen voert het samenwerkingsorgaan binnen de onderstaande beleidsterreinen de volgende taken uit:
Huisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid aan het samenwerkingsorgaan te hebben overdragen; dan wel een model-huisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid vooralsnog niet aan het samenwerkingsorgaan te hebben overdragen, welke (model-) huisvestingsverordening slechts regels stelt met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimte als bedoeld in hoofdstuk II van de Huisvestingswet;
De bestrijding van het voortijdig schoolverlaten door middel van de uitoefening van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 8.3.2 en artikel 8.3.3 Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118h en artikel 118i Wet op het voortgezet onderwijs, en artikel 162b en artikel 162c Wet op de expertisecentra;
Het instellen en beheren van het ‘Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland’.
Artikel 6 - Bijzondere besluitvormingsprocedure
Het Algemeen Bestuur stelt verordeningen, plannen en overige maatregelen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor het samenwerkingsorgaan dan wel de deelnemende gemeenten slechts vast nadat het Dagelijks Bestuur de deelnemende raden of colleges, ieder voor zover het de oorspronkelijke bevoegdheid betreft, in de gelegenheid heeft gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen;
Het Dagelijks Bestuur stelt het ontwerp van een plan, als bedoeld in het artikel 6 lid 1 voorlopig vast en zendt dit ontwerp aan de raden van de deelnemende gemeenten, die hun beschouwingen binnen 12 weken ter kennis brengen van het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de informatievoorziening en het maken van afspraken ten behoeve van de inspraak over een ontwerpplan;
Zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de in artikel 6 lid 2 genoemde termijn beslist het Algemeen Bestuur omtrent de vaststelling van het plan. Indien tegen het ontwerpplan bedenkingen zijn ingediend of het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het plan afwijkt van het ontwerp wordt het besluit tot vaststelling met redenen omkleed;
Artikel 7 - Bevoegdheden in en buiten rechten
Aan de bestuursorganen van het samenwerkingsorgaan behoren met betrekking tot de overgedragen taken alle aan de gemeentebesturen toekomende bevoegdheden, voor zover niet bij de regeling of de wet uitgezonderd. Het Algemeen Bestuur regelt voor zover nodig de verhouding van de op grond van dit lid toegekende bevoegdheden tot die van de besturen van de deelnemende gemeenten;
Artikel 8 - Taken bestaande samenwerkingsverbanden
De belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 lid 1 onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico’s, voor zover deze op de datum van inwerkingtreding van deze regeling werden uitgeoefend door het Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR) en het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR), worden op voorhand door het samenwerkingsorgaan onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico van de deelnemers aan de eerder genoemde samenwerkingsverbanden voortgezet:
De belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico’s, voor zover deze voor de datum van inwerkingtreding van de vierde wijziging van deze regeling werden uitgeoefend door Holland Rijnland respectievelijke door de gemeenten Alphen aan den Rijn, Rijnwoude en Nieuwkoop, alsmede de gemeente Kaag en Braassem als zijnde de rechtsopvolger van de gemeente Jacobswoude, dan wel door het Rijnstreekberaad worden op voorhand door Holland Rijnland respectievelijk door de vorengenoemde gemeenten dan wel het Rijnstreekberaad onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico voortgezet totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist.
Artikel 9 - Samenstelling Algemeen Bestuur
Voor de overeenkomstig het eerste lid aangewezen leden van het Algemeen Bestuur wijst de gemeenteraad plaatsvervangende leden aan uit zijn midden of uit het college van burgemeester en wethouders. Een plaatsvervangend lid treedt op bij verhindering of afwezigheid van een lid van het Algemeen Bestuur.
Bij de besluitvorming beschikt elke deelnemende gemeente over 1 stem per 10.000 inwoners, afgerond naar boven, vermenigvuldigd met de factor 3. De verdeling van de stemmen binnen een gemeentelijke afvaardiging vindt plaats overeenkomstig het door de betreffende gemeenteraad daartoe genomen raadsbesluit. Een af te vaardigen DB-lid krijgt niet meer dan 1 stem.
Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van het samenwerkingsorgaan aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld zij die in dienst van het samenwerkingsorgaan op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Indien de raad van een deelnemende gemeente niet kan voldoen aan het bepaalde in artikel 10 lid 2, blijven de door hem aangewezen leden of plaatsvervangend leden van het Algemeen Bestuur, die hadden moeten aftreden, als zodanig fungeren, totdat die gemeenteraad nieuwe leden of plaatsvervangende leden heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden geen deel meer uitmaken van het gemeentebestuur. In dat geval ontstaat een vacature die tijdelijk niet door de betreffende gemeente wordt opgevuld.
Artikel 11 - Vergadering Algemeen Bestuur
Artikel 13 - Informatie- en verantwoordingsplicht
Besturen van de deelnemende gemeenten zijn gehouden het samenwerkingsorgaan kennis te geven van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen op het taakgebied van het samenwerkingsorgaan, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van het samenwerkingsorgaan.
Het Algemeen Bestuur kan een tegemoetkoming in de kosten en/of een vergoeding voor de werkzaamheden van leden van het Algemeen Bestuur vaststellen. Artikel 21 van de wet is hierop van toepassing.
HOOFDSTUK 5-HET DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 15 - Samenstelling Dagelijks Bestuur
Een lid van het Dagelijks Bestuur kan, in geval van tijdelijke afwezigheid, worden vervangen door een ander lid van het Dagelijks Bestuur of, indien dit niet mogelijk is, door een door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid. Deze tijdelijke vervanging kan ook plaatshebben indien een lid van het Dagelijks Bestuur het voorzitterschap waarneemt.
De leden van het Dagelijks Bestuur treden als lid van dat Bestuur af met ingang van de dag, waarop de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur afloopt. Zij blijven hun functie evenwel waarnemen tot het tijdstip waarop het Algemeen Bestuur een nieuw Dagelijks Bestuur heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden, uitgezonderd de voorzitter, geen deel meer uitmaken van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 16 - Vergadering Dagelijks Bestuur
In de eerste vergadering van elke zittingsperiode en de eerste vergadering na een wijziging in de samenstelling van het Dagelijks Bestuur, maken de leden van het Dagelijks Bestuur onderling afspraken omtrent de portefeuilleverdeling en over de onderlinge plaatsvervanging. Deze afspraken worden medegedeeld aan het Algemeen Bestuur en aan de deelnemende gemeenten.
Artikel 17 - Bevoegdheden Dagelijks Bestuur
Artikel 18 - Informatie en verantwoordingsplicht Dagelijks Bestuur
De leden van het Dagelijks Bestuur geven, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur te voeren en gevoerde beleid nodig is. Zij geven tezamen, dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer dit bestuur of leden daarvan hierom verzoeken, binnen acht weken alle gevraagde inlichtingen, een en ander voor zover zulks niet in strijd is met het openbaar belang.
Het Algemeen Bestuur kan een lid van het Dagelijks Bestuur als zodanig ontslag verlenen indien deze het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezit. Omtrent een dergelijk ontslag zijn artikel 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Het Algemeen Bestuur kan een tegemoetkoming in de kosten en/of een vergoeding voor de werkzaamheden van leden van het Dagelijks Bestuur vaststellen. Artikel 21 van de Wet is hierop van toepassing.
Artikel 20 - Algemene bepalingen
Artikel 21 - Taken en bevoegdheden
De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding waarbij het samenwerkingsorgaan betrokken is, oefent een ander door en uit het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid deze bevoegdheid uit. Degene die bevoegd is het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem/haar aan te wijzen gemachtigde.
HOOFDSTUK 8-HET AMBTELIJK APPARAAT
Artikel 25 - De secretaris en de controller
Artikel 26 - Organisatieverordening
Het Algemeen Bestuur stelt een verordening vast omtrent de ambtelijke organisatie in het samenwerkingsorgaan.
Artikel 27 - Overige ambtenaren
Het Algemeen Bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris en het overige personeel van het samenwerkingsorgaan en stelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 de rechtspositie vast van de secretaris en van het overige personeel van het samenwerkingsorgaan.
HOOFDSTUK 9 - FINANCI Ë LE BEPALINGEN
Artikel 29 - De begroting en meerjarenramingen
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerpbegroting en de meerjarenramingen het Dagelijks Bestuur van hun gevoelen doen blijken. Door het Dagelijks Bestuur worden de commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, gevoegd bij de ontwerpbegroting en de meerjarenramingen, zoals deze aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden.
Artikel 30 - Verschuldigde bijdrage
In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende gemeente voor dat jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage in de kosten, voortvloeiende uit de gemeenschappelijke regeling. Deze bijdrage wordt voor alle deelnemende gemeenten bepaald naar het aantal inwoners of volgens een door het Algemeen Bestuur vastgestelde verdeelsleutel waarbij rekening gehouden wordt met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken zoals bedoeld in artikel 8.
Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage naar inwoneraantal wordt uitgegaan van het inwoneraantal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het inwoneraantal wordt aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het lopende jaar openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Artikel 31 - Vaststelling begroting
Artikel 32 - Begrotingswijziging
Het Dagelijks Bestuur biedt de jaarrekening, na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundige en van hetgeen het Dagelijks Bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aan.
Artikel 34 - Vaststelling jaarrekening
De kosten worden, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld naar het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, of naar andere verdeelsleutels waarbij wordt rekening gehouden met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken als bedoeld in artikel 5 en artikel 8.
HOOFDSTUK 10-TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
De toetreding treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin het gemeentebestuur dat daartoe bij de regeling is aangewezen de wijziging van de regeling aan Gedeputeerde Staten heeft toegezonden, tenzij het besluit een latere datum van ingang heeft en ook de gemeenten bindt die niet met de toetreding hebben ingestemd.
Een wijziging van artikel 5 en van artikel 38 lid 3 is tot stand gekomen als alle raden van de deelnemende gemeenten daartoe besluiten. Een wijziging van de overige artikelen van deze regeling is tot stand gekomen, wanneer de raden van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten.
HOOFDSTUK 13-OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De besluiten welke genomen zijn krachtens de regeling Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het Samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR), het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR) en het Samenwerkingsorgaan Rijnstreekberaad, inclusief wijzigingen worden geacht ter uitvoering van deze regeling te zijn genomen. Alle rechten en verplichtingen die berusten op de voornoemde regeling gaan over naar deze nieuwe regeling.
Artikel 44 - Toezending Gedeputeerde Staten
De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland” en treedt in werking op 1 januari 2016, mits twee derde van de gemeenteraden de regeling goedkeurt conform artikel 38 lid 3 van de regeling.
Aldus vastgesteld en laatstelijk gewijzigd in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland op 24 juni 2015.
H.J.J. Lenferink F.W. van Ardenne
Wettechnische informatie - Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
Officiële naam regeling Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland
Citeertitel Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland
Vastgesteld door Algemeen Bestuur Holland Rijnland
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
Wet gemeenschappelijke regelingen
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-16098.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.