Besluit directeuren tot verlening ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018

De directeur Bestuur & Strategie, de directeur Landregistratie en Geografie, de directeur Geo- en Vastgoedinformatie en Advies, de directeur Organisatie & Human Resource Management, de directeur Control & Financiën en de directeur Informatie Technologie, zijnde allen functionarissen van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 5, eerste en tweede lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018 en de artikelen 10:9, tweede lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Dienst:

de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;

b. het bestuur:

het bestuur van de Dienst;

c. directeur:

de directeur bedoeld in artikel 1, tweede lid, tweede volzin, van het Reglement inrichting organisatie Kadaster alsmede, voor zover van toepassing, het lid van het bestuur, belast met het leidinggeven aan een directie, bedoeld in artikel 1, tweede lid, derde volzin, van het Reglement inrichting organisatie Kadaster;

d. ARK:

Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie Kadaster.

Artikel 2. Verlening ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aan functionarissen

  • 1. De directeur verleent aan een afdelingshoofd en/of manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen afdeling, een algemeen ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur zijn verleend op grond van artikel 2, eerste lid van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018, met dien verstande dat van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging worden uitgezonderd:

    • a. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake het ontslag, opheffing functie of boventalligheid, bedoeld in artikel 2:10, eerste lid, onderdeel a, ARK;

    • b. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake het ongeschiktheidsontslag, bedoeld in artikel 2:10, eerste lid, onderdeel f, ARK;

    • c. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake het ontslag op andere gronden, bedoeld in artikel 2:11 ARK;

    • d. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 4:10 ARK, voor zover het bedrag van de vergoeding gelijk is aan of hoger is dan € 5.000,00.

  • 2. Voor wat betreft personele faciliteiten, waaronder de terbeschikkingstelling van laptops en mobiele telefoons, verleent de directeur aan een afdelingshoofd en/of manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen afdeling ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging om daarover besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten.

  • 3. De directeur verleent aan leidinggevende functionarissen van zijn directie die rechtstreeks ressorteren onder een afdelingshoofd of manager die tevens lid is van het managementteam van de directeur, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van hun eigen afdelingsonderdeel ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging om beslissingen te nemen inzake:

    • a. het nemen van het besluit tot aanstelling en plaatsing, alsmede de duur van de aanstelling, bedoeld in de artikelen 2:1, eerste, derde en vierde lid, 2:3 en 2:5 ARK;

    • b. de afwijzing van een sollicitant, bedoeld in artikel 16 van bijlage L van ARK;

    • c. nevenwerkzaamheden, bedoeld in artikel 4:6 ARK;

    • d. de vaststelling van het salaris en het besluit tot inschaling, bedoeld in artikel 5:5 ARK;

    • e. een salarisverhoging, bedoeld in artikel 5:6 ARK;

    • f. de aanpassing van de arbeidsduur bedoeld in de artikelen 6:3 en 6:4 ARK, tot een maximum van 36 uur;

    • g. werkpatronen, bedoeld in artikel 6:7 ARK;

    • h. compensatie uren, bedoeld in artikel 6:8 ARK;

    • i. deelname aan seniorenregeling, bedoeld in de artikelen 6:9 tot en met 6:13 ARK;

    • j. opnemen van vakantie-uren en IKB verlof-uren, bedoeld in de artikelen 7:3 en 7:4 ARK;

    • k. verlenen van buitengewoon verlof, incl. ouderschapsverlof, bedoeld in de artikelen 7:9 en 7:10 en 7:12 tot en met 7:16 ARK;

    • l. uitbetaling vakantie-uren en compensatie-uren, bedoeld in artikel 7:5 ARK;

    • m. dienstreizen in Nederland, bedoeld in de artikelen 8:4 en 8:5 ARK;

    • n. ziekte, herstel en het bezoek aan de bedrijfsarts, bedoeld in de artikel 10:1 tot en met 10:3 ARK;

    • o. voeren van beoordelings- en functioneringsgesprekken, overeenkomstig artikel 4:12, eerste lid ARK en het vaststellen van een verslag-formulier op grond van de Regeling terugkijken, afspraken maken en ontwikkelen, bedoeld in artikel 5 van bijlage F van ARK.

  • 4. De directeur Organisatie & HRM verleent tevens aan de manager P&O een algemeen ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur zijn verleend op grond van artikel 2, vierde lid van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018 met betrekking tot gewezen ambtenaren bij ziekte en overlijden.

  • 5. De directeur Organisatie en HRM verleent tevens aan de manager Facilitaire Services een algemeen ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur zijn verleend op grond van artikel 2, derde lid, onderdelen d en e van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018 met betrekking tot chauffeurs van de leden van de Raad van Bestuur en met betrekking tot de toekenning van BHV-toelagen.

Artikel 3. Van mandaat uitgesloten bevoegdheden

Aan het bestuur blijft voorbehouden de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, tweede lid van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018.

Artikel 4. Overige uitgesloten bevoegdheden en begrenzing mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot zichzelf.

  • 2. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is niet bevoegd een besluit met een mogelijke precedentwerking te nemen. Een functionaris als bedoeld in de eerste zin legt een besluit als bedoeld in die zin steeds aan het bestuur ter beslissing voor. De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing op een privaatrechtelijke rechtshandeling en een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling.

  • 3. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend oefent zijn ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn eenheid vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, de bestendige uitvoeringspraktijk van de Dienst en de bepalingen vermeld in dit besluit.

  • 4. Het nemen van beslissingen of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt met inachtneming van de aan hem toegekende (personeels)budgetten op basis van het geldende jaarplan.

  • 5. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is gehouden de algemene en bijzondere aanwijzingen als bedoeld in de artikelen 4, tweede lid, en 5, derde lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018, op te volgen.

Artikel 5. Intrekking eerdere regeling

Het Besluit directeuren tot verlening ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit directeuren tot verlening ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018.

Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Apeldoorn, 6 maart 2018

De voorzitter van het bestuur in de hoedanigheid van directeur Bestuur & Strategie, Th.A.J. Burmanje

De plaatsvervangend voorzitter van het bestuur in de hoedanigheid van directeur Landregistratie en Geografie, F.L.V.P.L. Tierolff

De directeur GEO- en vastgoedinformatie en Advies, P. Hoogwerf

De directeur Organisatie & HRM, A.B.M. Overmars

De directeur Control en Financiën, L.J. Moerland

De directeur IT, J. van Goudswaard

Bezwaarclausule

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, een bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van het Kadaster, postbus 9046, 7300 GH Apeldoorn. Het bezwaarschrift moet van een datum en van uw naam en adres zijn voorzien. U moet duidelijk aangeven waarom en tegen welk besluit u bezwaar maakt en zo mogelijk een kopie van het besluit meezenden. Op het bezwaar zal een besluit worden genomen door de Raad van Bestuur van het Kadaster.

TOELICHTING

Algemeen

De arbeidsvoorwaarden en rechtspositionele regelingen van de ambtenaren van de Dienst zijn per 1 januari 2017 gewijzigd en opgenomen in de regeling Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie Kadaster (afgekort tot: ARK). Naar aanleiding van deze regeling is het onderhavige besluit op onderdelen aangepast. Deze aanpassing betrof het doorvoeren van technische wijzigingen bestaande uit het vervangen van de verwijzingen van de oude arbeidsvoorwaarden en rechtspositionele regelingen naar (het nieuwe) ARK.

Aanleiding wijziging

Na invoering van ARK is binnen de Dienst behoefte ontstaan om de verlening van mandaat, volmacht en machtiging van besluiten inzake personele aangelegenheden (hierna ook wel: ‘mandaatverlening’) te herzien. De wens binnen de directies werd geuit om de mandaatverlening beter aan te laten sluiten bij de verwachtingen en wensen in de organisatie zodat deze een reflectie zou zijn van de besturingsfilosofie van de Dienst. Daarnaast werd de behoefte gevoeld om het onderhavige besluit eenvoudiger van opzet te maken en om bepaalde bevoegdheden anders in de organisatie te beleggen.

Doel nieuwe regeling

Doel van dit besluit is om aan te sluiten bij en in te spelen op de nieuwe besturingsfilosofie van de Dienst en het voor zover mogelijk versimpelen van de mandaatverlening. Dit besluit legt deze nieuwe besturingsfilosofie en versimpeling van de mandaatverlening vast. Een van de belangrijkste wijzigingen naar aanleiding van de nieuwe besturingsfilosofie van de Dienst is dat de directeur de bevoegdheid heeft om niet alleen aan zijn afdelingshoofd en manager die tevens lid is van zijn managementteam, maar ook aan functionarissen die rechtstreeks ressorteren onder het afdelingshoofd of ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging, te verlenen ten aanzien van specifieke in dit besluit genoemde bevoegdheden.

Het onderhavige besluit dient in samenhang gelezen worden met het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Eerste lid

Dit lid regelt dat de directeur ten aanzien van zijn bevoegdheden die aan hem verleend zijn op grond van artikel 2 van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018, ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging verleent aan het afdelingshoofd en manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur. Deze laatste toevoeging is van belang omdat in een directie ook managers leidinggeven die geen lid zijn van het managementteam van de directeur. Deze managers krijgen dan ook geen bevoegdheden toegekend op basis van de onderhavige regeling.

Op de algemene bevoegdheid die aan het afdelingshoofd en manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur worden uitgezonderd de bevoegdheden die dermate zwaarwegend zijn dat deze niet voor ondermandaat, ondervolmacht en ondermachting in aanmerking komen, zoals beslissingen inzake ontslag, opheffing functie of boventalligheid of beslissingen inzake een ongeschiktheidsontslag. Deze beslissingen blijven enkel voorbehouden aan een directeur, voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen directie.

Tweede lid

Aan het afdelingshoofd en manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur wordt voor wat betreft personele faciliteiten ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging verleend om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden van de personeelsleden behorend tot zijn eenheid, besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten. Onder personele faciliteiten in dit lid wordt onder meer verstaan het ter beschikking stellen van laptops, mobiele telefoons en eventuele andere communicatie- en/of IT-middelen, inclusief eventuele accessoires. Daarnaast kunnen op basis van dit lid door het afdelingshoofd en manager andere personele faciliteiten worden toegekend zoals aangepaste bureaus, stoelen en dergelijke. De personele faciliteiten mogen uitsluitend worden toegekend wanneer deze faciliteiten werk gerelateerd zijn. Dat wil zeggen faciliteiten die nodig of noodzakelijk zijn voor de vervulling van de functie door de ambtenaar van de Dienst.

Derde lid

Zoals in het algemene gedeelte van de toelichting is weergegeven leefden bij de directies de wens om de mandaatverlening beter te laten aansluiten bij de huidige ideeën en verwachtingen binnen de organisatie. Op basis van de besturingsfilosofie van de Dienst, is ervoor gekozen om bepaalde bevoegdheden ten aanzien van personele aangelegenheden bij de vierde managementlaag te beleggen. De vierde managementlaag zijn de leidinggevende functionarissen die rechtstreeks ressorteren onder het afdelingshoofd en/of manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur. Doorgaans zijn dit de teamleiders die op basis van het onderhavige besluit specifieke bevoegdheden toegekend krijgen. Deze bevoegdheden zijn opgenomen in het derde lid.

Vierde en vijfde lid

Gelet op de uitsluitend aan de directeur Organisatie en HRM toegekende bevoegdheden in het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018, wordt in het vierde en vijfde lid van het onderhavige besluit door de directeur Organisatie en HRM de aan hem verleende bevoegdheden ondergemandateerd aan de in het vierde en vijfde lid genoemde functionarissen die ressorteren onder de directeur Organisatie en HRM.

Artikel 3

Dit artikel regelt dat diverse bevoegdheden bij uitsluiting voorbehouden blijven aan het bestuur van de Dienst.

Artikel 4

In dit artikel worden de bevoegdheden van de functionarissen aan wie door de directeur ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging is verleend, begrensd. De begrenzing op grond van dit artikel ziet onder meer op het nemen van besluiten die van niet-routinematige aard zijn en waar precedentwerking van kan uitgaan. Dit type besluiten blijft aan het bestuur voorbehouden. Daarnaast is een functionaris gehouden aan de algemene of bijzondere aanwijzingen die door het bestuur of een directeur kunnen worden gegeven zoals bepaald in het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018.

Naar boven