Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 13 maart 2018, nr. IENW/BSK-2018/46804, houdende goedkeuring van het besluit van de provinciale staten van de provincie Friesland van 20 december 2017 tot opheffing van het waterschap Blija Buitendijks en intrekking van het waterschapsreglement

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 5 van de Waterschapswet en het in het opschrift genoemde besluit;

BESLUIT:

Goed te keuren het besluit van de provinciale staten van de provincie Friesland van 20 december 2017 tot opheffing van het waterschap Blija Buitendijks en intrekking van het waterschapsreglement.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Beroep

Tegen een beslissing inzake de goedkeuring van een besluit van provinciale staten tot opheffing van een waterschap kunnen belanghebbenden binnen een termijn van zes weken beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroepschrift dient ondertekend te worden en ten minste te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; en

  • d. de gronden van het beroep.

TOELICHTING

Bij besluit van de provinciale staten van de provincie Friesland van 20 december 2017 is het waterschap Blija Buitendijks opgeheven en is het reglement voor het waterschap ingetrokken, om een einde te maken aan de onduidelijkheid over de status van het waterschap. Artikel 3.7 van de Waterregeling, waarin het waterkwantiteitsbeheer van het gebied van het waterschap wordt geregeld, zal bij een volgende wijziging van de Waterregeling vervallen. De beheersituatie in het gebied verandert als gevolg van de opheffing van het waterschap en het vervallen van artikel 3.7 van de Waterregeling niet.

De voorbereidingsprocedure van het door de provinciale staten genomen besluit heeft geen bijzonderheden opgeleverd.

Goedkeuring kan op grond van artikel 5, tweede zin, van de Waterschapswet slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Hiervan is niet gebleken; daarom wordt de onderhavige goedkeuring verleend.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven