Kenmerk: UIT - 1880456

Logo Almelo

Burgemeester en Wethouders van Almelo,

Op grond van artikel 18, eerste lid, onderdeel d van de Wegenverkeerswet 1994 en op grond van het mandaatbesluit van 1 juli 2013 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Vereiste van besluit:

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken, moet een verkeersbesluit worden genomen op grond van het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Uit het oogpunt van:

  • Het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • Het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

  • Het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • Het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • Het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade.

Is het gewenst om :

Op de Overcinge een parkeerverbod in te stellen over een lengte van 10 meter. Het parkeerverbod wordt ingesteld op het eerste gedeelte komende vanaf de Havezathe. Het parkeerverbod wordt aangegeven door het aanbrengen van een gele markering. De locatie is aangegeven op de bijgevoegde tekening bij dit besluit. Deze tekening maakt onderdeel uit van dit besluit.

Motivering:

verkeersveiligheid

Bij de kruising van de Overcinge met de Havezathe kunnen verkeersgevaarlijke situaties ontstaan door het volgende. Als aan de Overcinge auto’s aan beide zijden van de straat geparkeerd staan, kunnen tegemoet komende auto’s elkaar daar niet passeren. In het geval dat één of meerdere auto’s de Overcinge uit komen rijden en tegelijkertijd auto’s, komende vanaf de Havezathe, de Overcinge in willen rijden, dan kan de eerste auto nog wachten op het kruisingsvlak maar een volgende auto dient dan geheel of gedeeltelijk (soms plotseling) op de rijbaan van de Havezathe stil te staan en te wachten tot de Overcinge vrij is om in te rijden.

Omdat de Havezathe een 50 km/u-weg is met een verkeersfunctie als gebiedsontsluitingsweg, is dit uit oogpunt van de verkeersveiligheid een onwenselijke situatie. Door een parkeerverbod in te stellen aan het begin van de Overcinge (gezien vanaf de Havezathe) over een lengte van 10 meter, kan autoverkeer komende vanaf de Havezathe verder de Overcinge inrijden en desgewenst daar wachten op tegemoetkomend verkeer.

parkeerdruk

Door het instellen van het parkeerverbod verdwijnt er openbare parkeerruimte. Uit tellingen is naar voren gekomen dat dit niet leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de parkeerdruk.

Belangenafweging:

Bij een besluit van algemene strekking, zoals het hier bestreden verkeersbesluit, dienen altijd de belangen die daarmee worden gediend – het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder (c.q. gevaar) of schade en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer - moeten worden afgewogen tegen de rechtstreeks betrokken belangen.

Wij onderkennen dat omwonenden eventueel nadeel kunnen ondervinden van het bestreden besluit, maar deze belangen wegen niet op tegen het algemene belang dat wij beogen met de invoering van de hierboven genoemde verkeersmaatregelen.

Artikel 3:4 lid 2 Awb stelt dat de voor belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen. Volgens vaste rechtspraak is het kader waarbinnen een verkeersbesluit moet worden genomen en beoordeeld, gegeven in artikel 21 van het BABW gelezen in samenhang met artikel 2 van de WVW 1994. De bevoegdheid om verkeersbesluiten te nemen kent ruime beoordelingsmarges en het is aan het daartoe bevoegde orgaan (i.c. de gemeente Almelo) om de belangen die bij het al dan niet nemen van een verkeersbesluit zijn betrokken, tegen elkaar af te wegen. Bij het opstellen van dit verkeersbesluit is dat gedaan.

Voorts heeft de Afdeling in haar uitspraak van 12 december 2012 in zaak nr. 201110918/1/A3 overwogen dat het college niet de absolute noodzaak van een verkeersbesluit behoeft aan te tonen. Voldoende is dat met het verkeersbesluit de eraan ten grondslag gelegde belangen, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de WVW, worden gediend en dat inzichtelijk is gemaakt op welke wijze deze belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

Niet is gebleken dat belanghebbenden onevenredig worden benadeeld. Het instellen van het parkeerverbod gaat wel ten koste van openbare parkeerruimte maar uit tellingen is gebleken dat dit niet leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de parkeerdruk. Afgewogen tegen de verbetering van de verkeersveiligheid vinden wij dit acceptabel.

Gelet op :

De artikelen 2, 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW), artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Gehoord :

Overeenkomstig artikel 23 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer is het openbaar lichaam dat het beheer heeft over de weg gehoord. Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer heeft overleg plaatsgevonden met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district Twente. Hij bracht hierover een positief advies uit.

Besluiten:

Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten Burgemeester en wethouders om:

  • 1.

    Op de Overcinge een parkeerverbod in te stellen over een lengte van 10 meter z oals is aangegeven op de bijgevoegde tekening bij dit besluit. Deze tekening maakt onderdeel uit van dit besluit.

  • 2.

    Het verkeersbesluit ‘ parkeerverbod Overcinge ’ zoals vastgesteld door het college d.d. 13 juni 2017 met kenmerk UIT -1776 3 7 2 in te trekken.

Almelo, 6 maart 2018

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Almelo,

De secretaris, De burgemeester,

beroep

Tegen dit besluit kan binnen 6 weken na publicatie in beroep worden gegaan bij de Afdeling Bestuursrecht van de Rechtbank Overijssel te Zwolle.

Het beroep moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:

  • a.

    de naam en adres van de indiener;

  • b.

    de datum;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;

  • d.

    de motivering.

Verder dient dit besluit en de verder van belang zijnde stukken te worden meegezonden.

Als u beroep heeft ingesteld kunt u bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, Afdeling Bestuursrecht, een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzieningenrechter gaat hier alleen toe over als hij van oordeel is dat onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Het verzoek om een voorlopige voorziening dient u te richten aan:

Rechtbank Overijssel, Afdeling Bestuursrecht, t.a.v. de Voorzieningenrechter, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle.

Naar boven