Wijziging Beleidsregels UWV opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op de artikelen 30a van de Werkloosheidswet, 42 van de Ziektewet, 52 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 69a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 55b van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 2:55a en 3:47a van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, 15c van de Toeslagenwet, 3:14a van de Wet arbeid en zorg en 33a van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Beleidsregels UWV opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming komt te luiden:

Artikel 2 Afwijkende registratie binnen twaalf weken ongedaan maken

Als van de verzekerde bij UWV een adres in Nederland bekend is, terwijl in de basisregistratie personen ambtshalve is opgenomen dat hij is vertrokken naar een onbekend land van verblijf, dan verzoekt UWV de verzekerde schriftelijk de afwijkende registratie in de basisregistratie personen binnen twaalf weken ongedaan te laten maken.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit is geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 20 februari 2018

A. Paling Voorzitter Raad van Bestuur UWV

TOELICHTING

Burgers worden in de basisregistratie personen ambtshalve geregistreerd als geëmigreerd naar een onbekend buitenland, als de gemeente na onderzoek geen informatie over het verblijf in Nederland, het vertrek uit Nederland of het verblijf buiten Nederland kan herleiden en concludeert dat de burger niet meer in Nederland woont. Als UWV vaststelt dat de burger in de basisregistratie personen bekend is met de status ‘vertrokken onbekend waarheen’ (VOW), terwijl UWV beschikt over een adres van de burger in Nederland, vraagt UWV de burger schriftelijk om de inschrijving in de basisregistratie personen binnen een redelijke termijn in orde te (laten) maken.

Conform de bedoeling van de wetgever, zoals deze naar voren komt uit de Memorie van Toelichting bij de Wet effectiever gebruik gegevens (TK 2012-2013, 33 579, nr. 3, p. 11), hanteerde UWV hierbij een termijn van zes weken.

De burger is op grond van artikel 2.39 van de Wet basisregistratie personen verplicht een adreswijziging uiterlijk op de vijfde dag na die wijziging aan de gemeente door te geven. De gemeente moet op grond van artikel 2:58 van de Wet basisregistratie personen binnen vier weken voldoen aan het verzoek van de burger om hem betreffende gegevens in de basisregistratie aan te passen. Gelet hierop is een termijn van zes weken om de afwijkende registratie ongedaan te laten maken op zichzelf redelijk te achten.

Uit evaluatie van het beleid blijkt dat burgers in voorkomende gevallen meer tijd nodig hebben om de inschrijving in de Basisregistratie Personen in orde te (laten) maken. Om deze reden is besloten om de termijn van zes weken te verruimen tot twaalf weken. Na ontvangst van de brief waarmee UWV wijst op de afwijkende registratie, heeft de burger twaalf weken de tijd om zich tot de gemeente te wenden en de afwijkende registratie ongedaan te (laten) maken.

A. Paling Voorzitter Raad van Bestuur UWV

Naar boven