Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Op grond van het mandaatbesluit van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2016 is de teammanager Beheer Ruimte/Omgeving gemandateerd dit verkeersbesluit te ondertekenen.
OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT.
In het kader van de dijkverbetering met de participerende partijen, het waterschap, de provincie en de gemeenten Bunschoten-Spakenburg en Baarn is overeengekomen op enkele dijkvakken recreatieve fietspaden aan te leggen.
Vereiste van het besluit
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Motivering
Uit het oogpunt van het verzekeren van de veiligheid op de weg en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer is het gewenst om de fietsvoorziening welke is aangelegd op het dijklichaam door middel van het plaatsen van de borden G13 –onverplicht fietspad- en G14 –einde onverplicht fietspad van bijlage 1 van het RVV-1990 vanaf de gemeentegrens met Bunschoten-Spakenburg tot aan de aansluiting op de Bisschopsweg (N414) aan te wijzen als onverplicht fietspad en door middel van het plaatsen van bord B06 –nadering voorrangsweg- van het RVV-1990 bestuurders op het fietspad voorrang te laten verlenen aan bestuurders op de rijbaan van de Eemdijk.
Op het dijklichaam Eemdijk-Noord en Eemdijk-Zuid is een fietsvoorziening aangelegd met een breedte van twee meter, waarbij de aansluitingen van de aangelegde paden op verschillende locaties uitkomen op de rijbaan van de Eemdijk. De functie van deze fietsvoorziening is het faciliteren van recreatief fietsverkeer in twee richtingen. Gelet echter op de beperkte beschikbare breedte is het uit een oogpunt van verkeersveiligheid en leefbaarheid niet gewenst dat bestuurders van bromfietsen of snorfietsen voorzien van een verbrandingsmotor van deze fietsvoorziening gebruik maken.
Daarnaast is het wenselijk dat op de aansluiting van deze fietsvoorziening op de rijbaan van de Eemdijk, vanwege de ondergeschikte verkeersfunctie en vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid bestuurders voorrang dienen te verlenen aan bestuurders op de rijbaan.
OVERLEG
Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met het regionaal politiekorps Utrecht.
BESLUIT
Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten burgemeester en wethouders,
I. Door middel van het plaatsen van de borden G13 –onverplicht fietspad- en G14 –einde onverplicht fietspad van bijlage 1 van het RVV-1990 die fietsvoorziening welke is aangelegd op het dijklichaam van de Eemdijk aan te wijzen als onverplicht fietspad;
II. Door middel van het plaatsen van bord B6 –verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg- van bijlage 1 van het RVV-1990 en het aanbrengen van de figuratie haaientanden op het wegdek de bestuurders op het onverplicht fietspad voorrang te laten verlenen aan bestuurders op de rijbaan van de Eemdijk.
Baarn, 27 februari 2018.