De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling palliatieve terminale zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. onder a wordt ‘€ 478’ vervangen door ‘€ 584’ en ‘€ 1.365’ door: € 1.669.
2. onder b wordt ‘€ 3.336’ vervangen door: € 4.078.
3. onder c wordt ‘€ 2.335’ vervangen door: € 2.855.
4. onder d wordt ‘478’ vervangen door: € 584.
B
In artikel 7, eerste lid, wordt ‘€ 17.973.500’ vervangen door: € 21.973.500.
C
In artikel 14, eerste lid, wordt ‘uiterlijk dertien weken voor de aanvang van het
boekjaar ontvangen’ vervangen door: uiterlijk op 15 juli in het jaar voorafgaande
aan het boekjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ontvangen.
D
In artikel 17, eerste lid, wordt ‘binnen dertien weken voor de aanvang van het boekjaar’
vervangen door: binnen 13 weken na afloop van de aanvraagtermijn, genoemd in artikel
14, eerste lid.
E
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. in het eerste lid wordt ‘uiterlijk dertien weken voor de aanvang van het boekjaar
ingediend’ vervangen door: uiterlijk 15 juli in het jaar voorafgaande aan het boekjaar
waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ontvangen.
2. in het vijfde lid wordt ‘binnen dertien weken voor de aanvang van het boekjaar’ vervangen
door: binnen 13 weken na afloop van de aanvraagtermijn, genoemd in artikel 23, eerste
lid.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
TOELICHTING
Op grond van de Regeling palliatieve terminale zorg (hierna: Regeling) worden instellingssubsidies
verstrekt voor het verlenen van palliatieve terminale zorg en voor de coördinatie
van een netwerk palliatieve zorg. Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de Regeling
op enkele punten aangepast.
In artikel 6 en artikel 7, eerste lid, zijn het totaalbedrag en de maximumbedragen
aangepast ingevolge een ophoging van het voor de Regeling beschikbare bedrag met 4 miljoen
euro.
Tot deze eenmalige, structurele ophoging is overgegaan, omdat het gebruik van de regeling
sinds 2013 fors is toegenomen, waardoor de tarieven per cliënt aanzienlijk zijn gedaald.
Een eerdere ophoging met 2 miljoen euro bij het verlengen van de regeling per 1 januari
2017 bleek onvoldoende om dit te compenseren. De oorzaak hiervan is onder andere dat
door een aantal wijzigingen het aantal ontvangers van de regeling is vergroot en de
beoogde ophoging van de tarieven daarmee niet werd gerealiseerd.
Artikel 14, 17 en 23 zijn mede op verzoek van de instellingen aangepast, zodat de
aanvraag voor de instellingssubsidies (zowel voor het verlenen van vrijwillige PTZ
als voor de coördinatie van de netwerken) eerder kan worden ingediend. Een subsidieaanvraag
moet uiterlijk op 15 juli vóór het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, worden
ontvangen. Op de ingediende aanvragen wordt binnen de gebruikelijke termijn van dertien
weken na deze aanvraagtermijn (van 15 juli) beslist, conform de Aanwijzingen voor
de subsidieverstrekking. Hierdoor zal de beschikking voor medio oktober in plaats
van medio december kunnen worden verstuurd (voor de netwerken geldt hierbij dat dit
gebeurt na de jaarlijkse publicatie van de bedragen voor de netwerken, inclusief de
OVA bedragen). Instellingen hebben dan eerder zekerheid over de hoogte van de subsidie.
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari
2018. Voor deze terugwerkende kracht is gekozen met het oog op het herzien van de
verleende subsidiebedragen in beschikkingen tot subsidieverlening voor 2018.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge