Opsporingsvergunning aardwarmte Middenmeer 4, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

16 februari 2018

DGETM-EO / 18012683

Procesverloop:

  • ECW Geoholding B.V. (hierna: ECW) heeft per bief van 14 december 2016, ontvangen op 22 december 2016 en aangevuld op 3 juli 2017, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Middenmeer 4, ligt in de gemeenten Hollands Kroon, Medemblik en Opmeer. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 61,90 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is zes jaar;

  • in de Staatscourant van 7 april 2017 (Staatscourant 2017, nr. 19430) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag is geen concurrerende aanvraag ontvangen;

  • TNO adviesgroep EZK (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK), op 14 november 2017 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 17-10.106);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK advies uitgebracht. Op 23 augustus 2017 is van Sodm advies ontvangen (kenmerk: 17129129);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 8 november 2017 advies ontvangen (kenmerk: 993369/1008258);

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 22 januari 2018 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/18011449).

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan ECW Geoholding B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Middenmeer 4.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied dat ligt in de gemeenten Hollandse Kroon, Medemblik en Opmeer en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 1-2, 2-3, 3-4, 4-5, 5-6, 6-7, 7-8 en 8-1.

Van het omschreven gebied maakt het gebied dat is begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D, D-E, E-F, F-G, G-H, H-I en I-A (aanvraag winningsgebied aardwarmte Middenmeer) geen deel uit.

De coördinaten van de punten zijn:

Punt

X

Y

1

137368,667

529545,059

2

129281,007

523776,638

3

126000,000

528500,000

4

128191,000

530309,000

5

130241,833

531837,646

6

132951,000

533857,000

7

130404,000

537467,000

8

131702,386

538423,605

Punt

X

Y

A

132248,000

530091,000

B

131221,000

529698,000

C

130391,000

531864,000

D

131418,000

532258,000

E

131519,000

531995,000

F

132248,000

532434,000

G

133410,000

530500,000

H

132468,000

529933,000

I

132029,000

530663,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 61,90 km2

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 22 december 2016 ingediende en op 3 juli 2017 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht:

binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat een geactualiseerd werkprogramma, dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring in het vierde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot zes jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven