TOELICHTING
Algemeen deel
1. Inleiding en doel subsidieverstrekking
Deze tijdelijke subsidieregeling biedt het kader voor het
verstrekken van de reguliere benodigde subsidie over 2018 tot en met 2022 aan
het eilandsbestuur van het openbare lichaam Saba en aan Sint Eustatius Utility
Company N.V. (STUCO) en het Water en energiebedrijf Bonaire (WEB) voor het
dekken van een deel van de kosten van het vaste gebruikstarief en
wegtransporttarief van drinkwater in de eilandgebieden. Daarnaast voorziet deze
in het kader voor het verstrekken van de reguliere benodigde subsidie over de
genoemde jaren aan het WEB voor de exploitatie van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire (hierna: RWZI Bonaire).
Op de
redenen voor het subsidiëren van de kosten van het vaste gebruikstarief en
wegtransporttarief voor drinkwater is ingegaan in paragraaf 3.4 van de memorie
van toelichting bij het wetsvoorstel elektriciteit en drinkwater BES
(Kamerstukken II 2014/15,
34 089 nr. 3)
en de toelichting bij artikel 5.1 van het genoemde wetsvoorstel, waarnaar
kortheidshalve wordt verwezen. Samengevat gaat het om het betaalbaar houden van
een veilige en gezonde openbare drinkwater-voorziening in Caribisch Nederland
(hierna: BES), waar de netwerk- en transportkosten mede door het insulaire
karakter, de kleine oppervlakten en de geringe bevolkingsopvang alsmede de
specifieke geologische en klimatologische omstandigheden aanzienlijk hoger
liggen dan in Europees Nederland, terwijl het gemiddelde inkomen aanzienlijk
lager is. Dit vereist (tijdelijke) subsidiëring zodat het in rekening te
brengen vaste gebruikstarief en wegtransporttarief voor drinkwater navenant kan
worden verlaagd. Dit is met name van groot belang voor de kleinverbruikers met
de laagste inkomens, zodat ook zij over een veilige en gezonde
drinkwatervoorziening kunnen beschikken. Deze regeling voorziet in de
uitvoering van het beleid voor drinkwater op de BES, zoals verwoord in de
genoemde memorie van toelichting en gedeeld met de Staten-Generaal bij de
parlementaire behandeling van het genoemde wetsvoorstel.
De
exploitatiekosten van de RWZI worden gesubsidieerd met als doel de met EU-
en IenW-subsidie (€ 40 mln) tot stand gebrachte RWZI in stand te houden en in bedrijf
te houden. Om
te voorkomen dat de investering van
€ 40 mln teniet wordt gedaan en om ervoor te zorgen dat afvalwater dat met veel
moeite is schoongemaakt, nuttig kan worden toegepast, is een reguliere
jaarlijkse subsidie vereist. Deze regeling voorziet in subsidie voor de jaren
2018 tot en met 2022 voor de RWZI. Het beleid met betrekking tot de RWZI is
onderdeel van het beleidskader voor Bonaire.
2. Kaders
2.1 Beleidsmatig kader en eerdere verstrekkingen.
Voor een
beleidsmatige toelichting wordt kortheidshalve verwezen naar de inleiding,
hiervoor. Eerder is over 2016 subsidie verstrekt door middel van beschikkingen.
In 2017 is subsidie verstrekt op basis van tijdelijke subsidieregelingen voor
drinkwater en afvalwater Bonaire en voor drinkwater Saba en Sint Eustatius1.
2.2 Financieel kader
Voor de subsidie over de kalenderjaren 2018 tot en met 2022 wordt
uitgegaan van de in artikel 3 genoemde subsidiebedragen, zoals opgenomen in de
begrotingswetten van het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat:
Budget subsidie
drink- en afvalwater Caribisch NL (bedragen x
€ 1.000
|
Omschrijving
|
2018
|
2019
|
2020
|
2021
|
2022
|
2023
|
|
c. Subsidie
op drinkwater Saba
|
93
|
93
|
93
|
93
|
93
|
93
|
|
d. Subsidie
op drinkwater Bonaire
|
925
|
925
|
925
|
925
|
925
|
925
|
|
e. Subsidie
op drinkwater Sint Eustatius
|
193
|
193
|
193
|
193
|
193
|
193
|
|
f.Subsidie
op afvalwater Bonaire
|
1.200
|
1.000
|
1.000
|
1.000
|
1.000
|
1.000
|
|
g. Extra
subsidie op drinkwater Bonaire
|
2.400
|
2.400
|
|
|
|
|
|
h. Extra
subsidie op drinkwater Sint Eustatius
|
212
|
212
|
|
|
|
|
|
i. Extra
subsidie op drinkwater Bonaire (doorgeschoven uit 2017)
|
1.200
|
|
|
|
|
|
|
j. Extra
subsidie op drinkwater Sint Eustatius (doorgeschoven uit 2017)
|
212
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
6.435
|
4.823
|
2.211
|
2.211
|
2.211
|
2.211
|
De subsidie voor drinkwater is
met name bedoeld om de zonder subsidie te scherp stijgende vaste tarieven voor
drinkwater te compenseren, waardoor het drinkwater voor kleinverbruikers met de
laagste inkomens onbetaalbaar wordt, het doel van de wet voor grote groepen van
de bevolking niet wordt bereikt, en zelfs een verslechtering optreedt ten
opzichte van de situatie voordat de Wet elektriciteit en drinkwater BES van
kracht werd. Dit in afwachting van een wijziging van de regelgeving drinkwater
en elektriciteit BES die moet leiden tot een wijziging van de tariefstructuur
met het oog op de betaalbaarheid.
2.3 Juridisch kader
Algemeen
De regeling is gebaseerd op artikel 4 in samenhang met artikel 3, en
artikel 5 van de Kaderwet subsidies I en M in samenhang met de artikelen 2 en 4
van het Kaderbesluit subsidies I en M.
Op grond van artikel 3, eerste
lid, van de Kaderwet subsidies I en M (hierna: de kaderwet) kan de minister
subsidie verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake de daar
genoemde gebieden. Deze betreffen onder meer infrastructuur (onderdeel a),
milieubeheer (onderdeel b) en water (onderdeel g).
Op grond van
artikel 4, eerste lid, van de kaderwet kunnen bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling de te subsidiëren
activiteiten nader worden bepaald en kunnen criteria voor de verstrekking
worden vastgesteld. In artikel 4, derde lid, van de kaderwet wordt voorts
bepaald dat, indien de bedoelde regels bepalen dat de subsidie kan worden
verstrekt in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, de kaderwet
voor die subsidie aldaar van toepassing is. Op grond van artikel 5 van de
kaderwet kunnen voorts regels dan wel nadere regels worden gesteld bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.
Artikel 2, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M (hierna:
kaderbesluit) bepaalt in navolging van artikel 2 van de Kaderwet dat de minister
op aanvraag subsidie kan verstrekken voor activiteiten op de in artikel 3,
eerste lid, van de kaderwet genoemde gebieden. Op grond van het derde lid van
dat artikel kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat artikelen van dit
besluit van overeenkomstige toepassing zijn op verstrekkingen uitsluitend aan
rechtspersonen die krachtens publiek recht zijn ingesteld. In casu is daaraan
voor zover nodig toepassing gegeven voor zover het betreft subsidie aan het
openbaar lichaam Saba.
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2 van de kaderwet
bepaalt dat in afwijking van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet
bestuursrecht (hierna: Awb), titel 4.2 van die wet van toepassing is op
subsidies die worden verstrekt op grond van een algemene maatregel van bestuur
of ministeriële regeling als bedoeld in artikel 4 van de kaderwet, die
uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens
publiekrecht zijn ingesteld. In casu is titel 4.2 van de Awb evenwel niet van
toepassing. Dit volgt uit artikel 3 van de Invoeringswet openbare lichamen BES,
zoals ook bevestigd door de Afdeling advisering van de Raad van State in haar
advies met betrekking tot het wetsvoorstel elektriciteit en drinkwater BES (no.
W15.14.0174/IV d.d. 22 augustus 2014)2.
In artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a,
van het kaderbesluit wordt bepaald dat de hoofdstukken 3 tot en met 11 van dat
besluit niet van toepassing zijn op per boekjaar verstrekte subsidies als
bedoeld in artikel 4:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Artikel 4:58 van de Awb regelt de toepasselijkheid van afdeling 4.2.8 van die
wet. Die afdeling betreft per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen.
Onder boekjaar bij een rechtspersoon wordt verstaan de periode waarin de cyclus
van planning, uitvoering en verantwoording zich afspeelt. Het boekjaar is in
beginsel gelijk aan het kalenderjaar (artikel 4:68 Awb). In artikel 4:58 Awb
wordt bepaald dat afdeling 4.2.8 Awb van toepassing is indien dat bij wettelijk
voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan is bepaald. De genoemde
afdeling bevat regels ten aanzien van de aanvraag, de subsidieverlening,
verplichtingen van de subsidieontvanger en de subsidievaststelling. Afdeling
4.2.8 Awb is evenwel niet van toepassing omdat zoals hiervoor is toegelicht de
Awb op de BES-eilanden niet van toepassing is. Omdat zoals hiervoor is
opgemerkt ook de hoofdstukken 3 tot en met 11 van het kaderbesluit niet van
toepassing zijn op per boekjaar verstrekte subsidies, is het noodzakelijk
gebleken in de regeling op artikel 5 van de kaderwet in samenhang met artikel 4
van het kaderbesluit gebaseerde regels op te nemen ten aanzien van de aanvraag,
het bedrag van de subsidie, de voorwaarden voor verlening enzovoorts. De
delegatiegrondslag van artikel 5 van de kaderwet is bruikbaar, omdat artikel 4,
derde lid, van de kaderwet bepaalt dat, indien de in het eerste lid van dat
artikel bedoelde regels bepalen dat de subsidie kan worden verstrekt in de
openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, die wet voor die subsidie
aldaar van toepassing is (dit omvat dan mede de op de kaderwet gebaseerde
lagere regelgeving).
Comptabiliteitswet
2017
In verband met het niet van toepassing zijn van de Awb,
is het bepaalde in artikel 4.10 van de Comptabiliteitswet 2017 eveneens niet
van toepassing. Artikel 4.10 bevat een verplichting tot het opnemen van een
horizonbepaling in subsidieregelingen waarop titel 4.2 van de Awb van
toepassing is en waarvan de verstrekking is aangemerkt als een subsidie in de
begroting. Ook de voorhang-verplichting van het zesde lid is niet van
toepassing. In casu is vanwege de beoogde tijdelijkheid van de subsidie een
horizonbepaling opgenomen. Het subsidiebeleid voor drinkwater BES en de RWZI
Bonaire is eerder uitvoerig gedeeld met de beide Kamers der Staten-Generaal,
bij de parlementaire behandeling van het in de inleiding genoemde wetsvoorstel
elektriciteit en drinkwater BES. Ook is de subsidie opgenomen in de
begrotingswetten van het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat. De regeling omvat enkel de uitvoering van het
genoemde beleid. De looptijd van de subsidie is beperkt tot en met 2022; de
regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024.
3. Effecten
Er zijn geen, dan wel neutrale, gevolgen
voor de administratieve lastendruk van burgers en bedrijven vergeleken met de
eerdere subsidieverstrekking. Er zijn geen, dan wel neutrale,
milieueffecten.
4. Voorbereiding
Deze regeling omvat de uitvoering van bestaand beleid, zoals
opgenomen in de eerdergenoemde memorie van toelichting en overige Kamerstukken
bij het wetsvoorstel elektriciteit en drinkwater BES, begrotingswetten en
overige beleidskaders, zoals indertijd afgestemd met de eilandsbesturen,
voorgelegd aan de bevolking en andere betrokkenen en opgenomen in onder andere
de begrotingswetten.
Er is afgezien van internetconsultatie
vanwege:
-
– het niet tot
gevolg hebben van veranderingen in rechten en verplichtingen, administratieve
lasten en uitvoeringslasten, en
-
– het
gegeven dat consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van
het ontwerp.
Met betrekking tot het proces van
subsidieverstrekking wordt voorts nauw contact onderhouden met de
eilandsbesturen. Er is voorts afgezien van voorhang om de in het algemeen deel
van de toelichting onder ‘juridisch kader’ genoemde redenen.
Artikelsgewijs
Artikel 1 (begripsomschrijvingen)
Onder ‘eilandsbestuur’ wordt in artikel 1, eerste lid, van de Wet openbare
lichamen BES verstaan: ieder bevoegd orgaan van het openbaar lichaam. Onder
‘openbaar lichaam’ wordt in dat artikel verstaan openbaar lichaam Bonaire, Sint
Eustatius of Saba. ‘Subsidieontvanger’ kan zowel een eilandsbestuur zijn als
het Water- en Energiebedrijf Bonaire N.V. en Sint Eustatius Utility Company
N.V (STUCO).
Artikel 2
(subsidieverlening)
Zoals hiervoor in het algemeen deel van
de toelichting reeds is uiteengezet, worden de activiteiten, bedoeld in artikel
2, eerste lid, gesubsidieerd met als doel een deel van de kosten over het
desbetreffende kalenderjaar te dekken die worden verdisconteerd in het vaste
gebruikstarief en het wegtransporttarief voor drinkwater teneinde deze tarieven
die in rekening worden gebracht bij afnemers, te verminderen.
Het
tweede lid betreft de subsidie voor de exploitatie van de RWZI Bonaire.
Kortheidshalve wordt verwezen naar het algemeen deel van de toelichting.
Artikel 3 (subsidiebedragen)
De subsidiebedragen zijn opgenomen in de begroting van het ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat en in de tabel in artikel 3 van de
regeling.
Artikel 4 (aanvraag)
Artikel 4 regelt de aanvraag. De vereisten zijn mede ontleend aan
artikel 10, vierde lid, onderdelen b, c, d, e en f van het kaderbesluit. Om
praktische redenen en rekening houdend met de specifieke eilandelijke situatie
zijn de aanvraag-vereisten beperkt tot hetgeen gebruikelijk is bij de
subsidieverlening BES. De aanvraag kan op een dan wel op meerdere kalenderjaren
betrekking hebben. Indien nodig kan de minister
de termijn voor het indienen van de aanvraag verlengen.
Artikel 5 (verplichtingen subsidieontvanger)
Eerste lid
Artikel 5, eerste
lid, regelt het tijdvak waarbinnen de te subsidiëren activiteiten moeten worden
uitgevoerd. Sprake is van een doorlopende activiteit waarvoor per kalenderjaar
subsidie wordt verstrekt.
Tweede tot en met zesde
lid
Dit betreft de gebruikelijke verplichtingen, zoals
voorheen opgenomen in de eerdergenoemde beschikkingen over 2016 en de
tijdelijke regelingen voor 2017.
Artikel 6 (intrekken of wijzigen van de subsidieverstrekking)
Artikel 6 bevat de gronden voor intrekking of wijziging van de
subsidieverstrekking. Dit betreft zowel de beschikking tot verlening als
vaststelling van de subsidie. Het gaat om de gebruikelijke gronden, zoals ook
in de beschikkingen tot subsidieverlening over 2016 en de tijdelijke regelingen
voor 2017 waren opgenomen.
Artikel 7
(subsidievaststelling)
Artikel 7 bevat voor de BES
gebruikelijke regels met betrekking tot de procedure van vaststelling van de
subsidie. Deze waren reeds opgenomen in de eerdergenoemde beschikking met de
subsidieverlening over 2016 en de tijdelijke regelingen voor 2017.
Eerste lid
De aanvraag tot
subsidievaststelling wordt gericht aan:
De Minister van Infrastructuur
en Waterstaat
t.a.v.:
IBI-F&I/team Subsidies
Postbus
20906
2500 EX Den Haag.
Tweede tot en met vierde lid
Dit betreft de gebruikelijke voorwaarden, waaronder de verklaring van een
onafhankelijke accountant.
Vijfde lid
Dit betreft de
gebruikelijke gronden waarop het bedrag van de subsidie bij de
subsidievaststelling kan worden verlaagd.
Artikel 8 (betaling)
Dit betreft de gebruikelijke
bepaling inzake de betaling, zoals ook opgenomen in de eerdergenoemde
beschikkingen voor de subsidie over 2016 en de tijdelijke subsidieregelingen
voor het jaar 2017.
Artikel 9
(voorschotten)
De voorschotten kunnen per ommegaande worden
betaald over het reeds lopende kalenderjaar en zo nodig opvolgende jaren.
Hierbij wordt rekening gehouden met de schade door ‘Irma’.
Artikel 10 (onverschuldigde betaling)
Dit betreft de gebruikelijke bepalingen, zoals reeds opgenomen in de
eerdergenoemde beschikking voor het jaar 2016 en de tijdelijke
subsidieregelingen voor het jaar 2017.
Artikel 11 (inwerkingtreding)
De regeling treedt in
afwijking van de systematiek van de vaste verandermomenten en minimum
invoeringstermijnen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit is vereist met het oog op
het grote openbare belang van de continuϊteit van de drinkwatervoorziening op
Bonaire, Saba en Sint Eustatius, en het in stand houden van de RWZI Bonaire,
zodat grote publieke nadelen kunnen worden voorkomen. De regeling werkt terug
tot en met 1 januari 2018 omdat de subsidie mede betrekking heeft op het gehele
kalenderjaar 2018. De regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024 maar
blijft van toepassing op de krachtens deze regeling verstrekte subsidie.
De
Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga