Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 februari 2018, nr. WJZ/18012915, tot wijziging van de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB in verband met de sanctionering van de gelijkwaardige praktijken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4.8 van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3a, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De punten, bedoeld in het derde lid, worden als volgt vastgesteld:

    • a. goedgekeurd duurzaamheidsplan: 80 punten;

    • b. bijgewerkt duurzaamheidsprofiel voor het jaar van aanvraag: 20 punten.

B

Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt onder vervanging van de punt en het aanhalingsteken aan het slot door een komma toegevoegd: in het geval A kleiner is dan B vindt geen verlaging plaats.

2. In het derde lid, wordt ‘de som van A .A en B’ vervangen door ‘A min B’.

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Voor de toepassing van het tweede en derde lid wordt verstaan onder:

    • A : de geconstateerde gewogen oppervlakte overige ecologisch aandachtsgebied;

    • B: de gewogen oppervlakte akkerrand die aan de voorwaarden voldoet vermenigvuldigd met 7/3.

C

Aan artikel 3c worden de volgende leden toegevoegd:

2 In het geval een landbouwer minder dan 50% van zijn verplichting tot instandhouding van ecologische aandachtsgebieden invult met vezelhennep wordt voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, een verlaging toegepast op het overige ecologisch aandachtsgebied, in het geval A kleiner is dan B vindt geen verlaging plaats.

3. De verlaging, bedoeld in het tweede lid, is in hectares, de uitkomst van de volgende berekening: A min B.

4. Voor de toepassing van het tweede en derde lid wordt verstaan onder:

  • A: de geconstateerde gewogen oppervlakte overige ecologisch aandachtsgebied;

  • B: de gewogen oppervlakte vezelhennep die aan de voorwaarden voldoet.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt ‘ingeval de jonge landbouwer’ vervangen door ‘ingeval de jonge landbouwer met schriftelijk bewijsmateriaal als bijlage bij de verzamelaanvraag’.

2. In het zesde lid wordt ‘de periode’ vervangen door ‘de bepaalde periode’.

3. Het negende lid komt te luiden:

  • 9. De overeenkomst is uiterlijk 25 kalenderdagen na de uiterste datum van indiening van de verzamelaanvraag, bedoeld in artikel 4.2, derde lid, van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB opgesteld, ondertekend en voorzien van de datum waarop de overeenkomst is ondertekend, hetgeen tevens de uiterste datum is waarop de registratie van de blokkerende zeggenschap heeft plaatsgevonden.

ARTIKEL II

Deze wijziging van de beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze wijziging van de beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 februari 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met deze wijziging van de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (hierna: de beleidsregel) worden de regels voor het toepassen van kortingen op de vergroeningsbetaling bij niet-naleving van de eisen uit de verschillende duurzaamheidscertificaten aangepast. Onder 2 worden de wijzigingen per certificaat toegelicht.

Daarnaast wordt een aantal verduidelijkingen aangebracht die betrekking hebben op de definitie van ‘jonge landbouwer’.

1. Jonge landbouwer

In de jonge landbouwerregeling is een aantal tekstuele aanpassingen aangebracht waardoor bestaande juridische interpretaties zijn verduidelijkt.

2. Certificaten gelijkwaardige praktijken

Certificaat Veldleeuwerik (artikel 3a)

Vanaf aanvraagjaar 2018 is het certificaat Veldleeuwerik op een aantal onderdelen aangepast. De beleidsregel voor het toepassen van kortingen bij niet-naleving moet hierop worden aangepast.

In het certificaat zijn de verplichtingen om een minimum aantal bijeenkomsten bij te wonen en minimaal 4 maatregelen te treffen uit het pakket duurzaamheidsindicatoren geschrapt. Deze onderdelen vervallen daarom in de puntentelling, die geldt voor dit certificaat.

Voortaan krijgt de begunstigde 80 punten wanneer hij beschikt over een goedgekeurd duurzaamheidsplan en 20 punten voor het jaarlijks bijwerken van het duurzaamheidsprofiel. Wanneer de begunstigde in totaal minder dan 100 punten heeft gehaald, wordt een kortingsfactor toegepast van 0,0025 per ontbrekend punt. Deze kortingsfactor blijft ongewijzigd.

Akkerbouwstrokenpakket (artikel 3b)

Bij dit pakket geldt de eis dat 30 procent van de verplichting tot instandhouding van ecologische aandachtsgebieden moet worden ingevuld met akkerranden. Wanneer deze eis niet wordt nageleefd volgt een korting. De omschrijving van de wijze waarop deze korting moet worden berekend, bleek onjuist te zijn. Met deze wijziging van de beleidsregel wordt de berekeningswijze gecorrigeerd. In het geval minder dan 30 procent van de instandhoudingsverplichting is ingevuld met akkerranden, telt het areaal overig ecologisch aandachtsgebied alleen mee voor zover het gewogen areaal daarvan het gewogen areaal van 7/3 van het gewogen areaal akkerranden niet overschrijdt.

Certificaat Vezelhennep (artikel 3c)

Aan het pakket vezelhennep is de mogelijkheid toegevoegd om een deel van de vergroeningsverplichting in te vullen met vanggewassen. Als eis geldt dat minimaal 50 procent van de vergroeningsverplichting moet zijn ingevuld met de teelt van vezelhennep. Wanneer minder dan 50 procent van de vergroeningsverplichting is ingevuld met vezelhennep wordt een korting toegepast op het areaal overige ecologische aandachtsgebied, te weten het areaal vanggewassen. Deze korting brengt met zich dat het areaal vanggewassen alleen meetelt voor de vergroening, voor zover het gewogen areaal daarvan het gewogen areaal aan vezelhennep niet overschrijdt. In artikel 3c, derde en vierde lid, is de werking van dit kortingsmechanisme omschreven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven