Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 16 februari 2017, nr. IENM/BSK-2017/6853 tot wijziging van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 (aanwijzing luchthavenbrandweer als hulpverleningsdienst en verbetering verwijzing)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling optische en geluidssignalen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel q door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • r. de bedrijfsbrandweer van de luchthaven Schiphol of een luchthaven van nationale betekenis als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet luchtvaart.

B

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘5.3.51a, 5.4.51a, 5.4.52a’ vervangen door: 5.3.51a, 5.3a.51a, 5.4.51a.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin ze wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

De luchthaven Schiphol en de overige burgerluchthavens van nationale betekenis als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet luchtvaart (Lelystad, Eelde, Maastricht en Rotterdam) beschikken over een luchthavenbrandweerkorps.

Die luchthavenbrandweerkorpsen hebben als taak de bestrijding van incidenten op de luchthaven en een aangewezen gebied direct daarbuiten. Daarnaast verlenen de luchthavenbrandweerkorpsen desgevraagd bijstand aan de veiligheidsregio’s. Om hun taak goed te kunnen uitoefenen komt het voor dat de voertuigen van de betrokken korpsen zich op de openbare weg moeten begeven. De voertuigen zijn uitgerust met optische en geluidssignalen maar zijn niet expliciet aangemerkt als voorrangsvoertuigen in de zin van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990).

Het College van Commandanten Brandweerkorpsen Luchthavens heeft daarom verzocht om aanwijzing van de luchthavenbrandweerkorpsen als hulpverleningsdiensten.

Artikel 29 van het RVV 1990 bepaalt dat brandweervoertuigen optische en geluidssignalen kunnen voeren. Het is verdedigbaar om voertuigen van de luchthavenbrandweerkorpsen, zijnde bedrijfsbrandweer in de zin van artikel 31 van de Wet veiligheidsregio’s, tot brandweervoertuigen als bedoeld in artikel 29 van het RVV 1990 te rekenen. Desondanks is gekozen voor expliciete aanwijzing van de luchthavenbrandweerkorpsen als hulpverleningsdiensten. Daarmee kan geen twijfel bestaan over de rechtmatigheid van gebruik op de openbare weg van optische en geluidssignalen door voertuigen van luchthavenbrandweerkorpsen.

De aanwijzing van hulpverleningsdiensten wordt gedaan door de Minister van Infrastructuur en Milieu door toevoeging van de aan te wijzen dienst aan artikel 1, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 (hierna: Regeling OGS 2009).

Als gevolg van die aanwijzing kunnen de voertuigen van de aangewezen dienst met optische en geluidssignalen op de openbare weg rijden en zijn die voertuigen voorrangsvoertuigen als bedoeld in het RVV 1990.

De voorwaarden voor het gebruik van optische en geluidssignalen zijn vastgelegd in artikel 29 van het RVV 1990 en nader uitgewerkt in de Regeling OGS 2009. Die voorwaarden gelden na inwerkingtreding van deze wijziging onverkort voor de luchthavenbrandweerkorpsen.

Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat militaire brandweerdiensten op militaire luchthavens met civiel medegebruik reeds zijn aangewezen als hulpverleningsdiensten op grond van artikel 1, tweede lid, onderdeel q, van de Regeling OGS 2009.

Daarnaast is in artikel 5, eerste lid, van de Regeling OGS 2009 de foutieve verwijzing naar artikel 5.4.52a van de Regeling voertuigen vervangen door de juiste verwijzing naar artikel 5.3a.51a van die regeling.

Van internetconsultatie is afgezien omdat deze aanwijzing geen gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk en voor burgers of bedrijfsleven. Datzelfde geldt voor de verbetering van de verwijzing naar de Regeling voertuigen. Op de inwerkingtreding van deze aanwijzing is de uitzondering reparatieregelgeving van het stelsel van vaste verandermomenten en invoeringstermijnen van toepassing omdat hiermee de regelgeving in lijn met de bestaande en gewenste praktijk wordt gebracht.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven