Wijziging Organisatiebesluit BZK 2016

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

BESLUIT

ARTIKEL I

het Organisatiebesluit BZK 2016 als volgt te wijzigen:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘bewindspersonen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Minister voor Wonen en Rijksdienst’ vervangen door: ‘Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. In onderdeel e wordt ‘BZK Kern: het directoraat-generaal Bestuur en Wonen, het directoraat-generaal Overheidsorganisatie’ vervangen door: BZK Kerndepartement: de directoraten-generaal Bestuur en Wonen en Overheidsorganisatie, met uitzondering van de agentschappen Logius en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde en vierde lid komen te vervallen.

2. Onder vernummering van het vijfde tot het derde lid, wordt daarin ‘het agentschap Dienst Huurcommissie die’ vervangen door: het agentschap Dienst Huurcommissie dat.

C

Artikel 4, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘het informeren en adviseren van de bewindspersonen over aangelegenheden, de bewindspersonen of het ministerie betreffende’ vervangen door: het informeren en adviseren van de Minister over aangelegenheden, de Minister of het ministerie betreffende;

2. In onderdeel d wordt ‘SG- Cluster’ vervangen door: SG-Cluster.

3. In onderdeel j wordt ‘BZK-kern’ vervangen door: BZK Kerndepartement.

4. In onderdeel m vervalt ‘: het verlenen van goedkeuring tot het besluiten tot uitzonderingen op aanbestedingsregelgeving’.

5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • p. het verlenen of weigeren van goedkeuring van besluiten tot uitzonderingen op de aanbestedingsregelgeving.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Wonen en Bouwen’ vervangen door: Bestuur en Wonen.

2. In het derde lid vervalt onderdeel i en wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel h vervangen door een punt.

E

In artikel 6 vervalt het derde lid.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. het agentschap het Rijksvastgoedbedrijf (RVB);

    • b. het agentschap SSC-ICT;

    • c. het agentschap P-Direkt;

    • d. het agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR);

    • e. het agentschap FMHaaglanden (FMH);

    • f. de directie Doc-Direkt.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Het Rijksvastgoedbedrijf bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Portefeuillestrategie & Portefeuillemanagement (P&P);

    • b. de directie Transacties & Projecten (T&P);

    • c. de directie Vastgoedbeheer (VB);

    • d. de directie Financiën (Fin);

    • e. de directie Bestuur & Bedrijfsvoering (B&B);

    • f. het bureau directeur-generaal (bdg);

    • g. het Atelier Rijksbouwmeester (ARbm).

G

Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel g vervalt ‘h. het uitvoeren van HRM-dienstverlening voor de bewindspersonen;’.

2. In onderdeel h wordt ‘de bewindspersonen’ vervangen door: de Minister.

H

In artikel 11, derde lid, wordt ‘het RCN’ vervangen door: de Rijksdienst Caribisch Nederland.

I

Artikel 12, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. de regie op inzet van kennis, internationale zaken en Europa.

J

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. De directie Financieel-economische Zaken staat onder leiding van een directeur.

  • 2. De directie heeft de volgende taken:

    • a. de dienstverlening en vakinhoudelijke advisering ten behoeve van het beleid van de financieel-economische processen, het (doen) vertalen van centrale kaders en richtlijnen in specifieke voorschriften en procedures;

    • b. het beoordelen van beleidsvoorstellen op samenhang tussen inhoudelijke doelstellingen en middeleninzet, inclusief de advisering aan de Minister, secretaris-generaal en de bestuursraad;

    • c. het BZK-breed toetsen van de producten in het kader van de begroting, beleid en beheer en het adviseren van de politieke en ambtelijke top hierover;

    • d. het voeren van overleg namens het departement met het ministerie van Financiën over alle begrotings- en verantwoordingsaangelegenheden;

    • e. het zorgdragen voor een adequaat financieel-economisch beheer voor het ministerie;

    • f. het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden (financieel administratieve) processen binnen het ministerie;

    • g. het adviseren van de secretaris-generaal en de Minister ten aanzien van bijzondere vraagstukken op concernniveau.

  • 3. De directeur Financieel-economische Zaken bekleedt de functie van coördinerend directeur Inkoop (CDI) en heeft vanuit die hoedanigheid de volgende taken:

    • a. het stellen van kaders voor het inkoopbeleid van het ministerie;

    • b. de coördinatie van de inkoopfunctie en het contractbeheer van het ministerie;

    • c. de centrale ondersteuning en advisering bij inkoopvraagstukken.

K

Artikel 14, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘waar de bewindspersonen eerstverantwoordelijk voor zijn’ vervangen door: waar de Minister eerstverantwoordelijk voor is.

2. In onderdeel d wordt ‘waarbij de bewindspersonen mede zijn betrokken’ vervangen door: waarbij de Minister mede is betrokken.

3. In de onderdelen e en g wordt ‘bewindspersonen’ telkens vervangen door: Minister.

L

In artikel 17, tweede lid, onderdeel g, subonderdeel 1°, wordt ‘de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de4sgewenst aan de overige minister’ vervangen door: de Minister en desgewenst aan de overige ministers’.

M

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’ vervangen door: de Minister.

2. In het vierde lid wordt ‘directeuren-generaal van het bureau Algemene Bestuursdienst en van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst’ vervangen door: directeuren-generaal van het bureau Algemene Bestuursdienst, van het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk en van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

N

In artikel 21, eerste lid en tweede lid, wordt ‘de bewindspersonen’ telkens vervangen door: de Minister.

O

In artikel 23 wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met de Minister voor Wonen en Rijksdienst,’ vervangen door: de Minister.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Algemeen

Sinds 27 januari 2017 is er geen Minister voor Wonen en Rijksdienst meer. De aanduiding ‘Minister voor Wonen en Rijksdienst’ is uit het Organisatiebesluit BZK gehaald.

Onderdeel A

De aanduiding ‘BZK Kern’ wordt vervangen door ‘BZK Kerndepartement’.

Voor agentschappen geldt qua bedrijfsvoering een ander regime dan voor

beleidsonderdelen en stafonderdelen van het ministerie. Dit onderscheid heeft tot gevolg dat de agentschappen van DGOO (Logius) en van DGBW (Rijksdienst voor Identiteitsgegevens) in het kader van dit besluit buiten het begrip BZK Kerndepartement vallen.

Onderdelen D en E

Met de wijziging in deze onderdelen wordt de Dienst Huurcommissie niet langer aangemerkt als een (beheersmatig) onderdeel van het directoraat-generaal Bestuur en Wonen maar als een zelfstandig onderdeel, zoals vastgelegd in artikel 6.

Overige onderdelen

Met de wijzigingen in de overige onderdelen wordt een aantal zaken gecorrigeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven