Wijziging Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op artikel 91, eerste lid van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4 van het Besluit Wfsv, juncto 4.2.4, tweede lid van de Wet langdurige zorg, de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 en de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016,

heeft in zijn vergadering van 16 januari 2017 besloten:

ARTIKEL I

De Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Na onderdeel i wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma in dat onderdeel een nieuwe onderdeel ingevoegd dat luidt als volgt:

  • j. Meerzorg: recht op zorg op basis van de regeling bedoeld voor cliënten die, gezien hun behoeften aan zorg meer zorg nodig hebben dan vanuit het zorgprofiel gefinancierd kan worden onder toepassing van artikel 2.2 van de Regeling langdurige zorg.

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. De eerste volzin van het eerste lid, komt te luiden:

Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2017 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2016 met overeenkomstige toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 nader vast.

2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen bewuste keuze gesprekken per 31 december 2016, gebaseerd op de werkelijke aantallen budgethouders, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel.

3. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen huisbezoeken per 31 december 2016, gebaseerd op de werkelijke aantallen budgethouders, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

4. Na onderdeel d worden drie nieuwe onderdelen ingevoegd die luiden als volgt:

  • e. een bedrag van 592 euro voor personen met een persoonsgebonden budget met Meerzorg op basis van de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen personen met een persoonsgebonden budget met Meerzorg per 31 december 2016, gerelateerd aan de werkelijke aantallen budgethouders per zorgkantoor, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

  • f. een bedrag van 355 euro voor personen met Zorg in Natura met Meerzorg op basis van de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen personen met Zorg in Natura met Meerzorg per 31 december 2016, gerelateerd aan de werkelijke aantallen budgethouders per zorgkantoor, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel;

  • g. een bedrag van 355 euro voor personen met Modulair Pakket Thuis op basis van de in de toelichting bij de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 geschatte aantallen personen met Modulair Pakket Thuis met Meerzorg per 31 december 2016 gerelateerd aan de werkelijke aantallen budgethouders per zorgkantoor, zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel.

5. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In afwijking van artikel 4, aanhef, geschiedt de nadere vaststelling, bedoeld in het eerste lid, mede met inachtneming van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Uiterlijk in 2019 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2016 met overeenkomstige toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 definitief vast met inachtneming van de beoordeling en de correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit. Het Zorginstituut doet dit op basis van:

    • a. de werkelijke inwoneraantallen per regio per 1 januari 2016 waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar en ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners gebruikt het Zorginstituut zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • b. de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2016, zoals blijkend uit de tweede kwartaalstaat Wlz 2016 zorgkantoren;

    • c. de werkelijke aantallen bewuste-keuze gesprekken per 31 december 2016, zoals blijkend uit de 4e kwartaalstaat Wlz 2016 zorgkantoren;

    • d. de werkelijke aantallen huisbezoeken per 31 december 2016, zoals blijkend uit de 2e kwartaalstaat Wlz 2017 zorgkantoren;

    • e. de werkelijke aantallen personen met een persoonsgebonden budget met Meerzorg per 31 december 2016, zoals blijkend uit de separate uitvraag die het Zorginstituut in de loop van 2017 zal doen;

    • f. de werkelijke aantallen personen met Zorg in Natura met Meerzorg per 31 december 2016, zoals blijkend uit de separate uitvraag die het Zorginstituut in de loop van 2017 zal doen;

    • g. de werkelijke aantallen personen met Modulair Pakket Thuis met Meerzorg per 31 december 2016, zoals blijkend uit de separate uitvraag die het Zorginstituut in de loop van 2017 zal doen.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt:

  • 2. In afwijking van artikel 4, aanhef, geschiedt de definitieve vaststelling, bedoeld in het eerste lid, mede met inachtneming van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

ARTIKEL II

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur A. Moerkamp

Goedgekeurd door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 3 februari 2017, kenmerk 1088618-160759-Z.

TOELICHTING

In de Wet langdurige zorg (Wlz) is in artikel 4.2.4 een onderscheid gemaakt tussen de taken van de Wlz-uitvoerders in de hoedanigheid van zorgkantoor en de overige taken. In aansluiting hierop is in de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor 2016: kenmerk 907190-146383-Z, (hierna de Aanwijzing) een splitsing aangebracht in de budgetten voor de taken die de zorgkantoren uitvoeren en de overige taken van de Wlz-uitvoerders. Deze overige taken worden formeel uitgevoerd door de Wlz-uitvoerders maar in de praktijk geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan de zorgkantoren.

De Staatssecretaris van VWS heeft bij Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 (kenmerk 1046869-158169-Z) (hierna te noemen: Nadere aanwijzing 2016) de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voor het jaar 2016 met 7,730 miljoen euro naar boven bijgesteld. Dit bedrag is blijkens de toelichting op deze Nadere aanwijzing 2016 bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de Wlz door zowel de zorgkantoren als de Wlz-uitvoerders. In deze beleidsregels wordt een deel van die besteedbaar gestelde middelen bestemd voor de zorgkantoren, namelijk het bedrag van 7,198 miljoen euro, genoemd in artikel 2 van de Nadere aanwijzing 2016. Daarom zal Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) bij de nadere vaststelling en de definitieve vaststelling op basis van de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz zorgkantoren 2016 de in de Nadere aanwijzing 2016 naar boven bijgestelde middelen toepassen. Het onderhavige wijzigingsbesluit bewerkstelligt dit.

Met de Nadere aanwijzing 2016 heeft de Staatssecretaris van 7,198 miljoen euro toegevoegd aan de middelen bestemd voor de zorgkantoren. Het totaalbudget voor de zorgkantoren voor het jaar 2016 komt hiermee op 78,401 miljoen euro. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

1 = € 1 mln.

Eerder vastgesteld totaalbudget zorgkantoren

71,203

Loon- en prijsbijstelling (-0,51%)

-0,341

Structurele verhoging voor de uitvoering PGB

0,545

Incidentele verhoging voor de uitvoering van de Bewuste-keuze gesprekken

1,719

Incidentele verhoging voor de uitvoering van de huisbezoeken

1,017

Incidentele verhoging voor extra inspanningen inzake PGB trekkingsrechten

1,500

Incidentele verhoging voor de uitvoering van Meerzorg

0,758

Incidentele verhoging voor de uitvoering PGB te goeder trouw

1,500

Incidentele verhoging voor de ondersteuning van Wlz-indiceerbaren

0,500

Totaalbudget beheerskosten zorgkantoren 2016

78,401

Nacalculatie voor loon- en prijsbijstelling

De besteedbare middelen worden jaarlijks aangepast op grond van de werkelijke loon- en prijsontwikkeling. Voor het jaar 2016 wordt nu uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 1,19%. Het bedrag van de verhoging op grond van de loon- en prijsontwikkeling bedraagt 0,797 miljoen euro (1,19% van 66,936 miljoen euro, zijnde de structurele middelen voor 2016). Aangezien voorcalculatorisch 1,138 miljoen euro is verstrekt, heeft de Staatssecretaris de middelen 0,341 miljoen euro neerwaarts bijgesteld.

Persoonsgebonden Budget (PGB)

In 2016 gaat het Zorginstituut uit van een vast bedrag van 199,54 euro per verzekerde aan wie een PGB is verleend. Bij het opstellen van de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016 is het Zorginstituut uitgegaan van een schatting van 32.700 PGB dossiers. Inmiddels is op basis van de tweede kwartaalstaat 2016 duidelijk geworden dat het aantal PGB dossiers 35.432 is. Dit heeft geleid tot een structurele toevoeging van 0,545 miljoen euro aan het budget dat de Staatssecretaris beschikbaar stelt.

Bewuste-keuze gesprekken met nieuwe budgethouders

Bij het opstellen van de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016 is het Zorginstituut uitgegaan van 4.500 nieuwe bewuste-keuze-gesprekken. Hoewel het totaal aantal bewuste-keuze gesprekken per 31 december 2016 nog niet bekend is, zal het bijbehorende budget incidenteel verhoogd worden met 1,719 miljoen euro, aangezien is geschat dat er 6.500 gesprekken meer zullen plaatsvinden. In de Nadere vaststelling voor individuele zorgkantoren over het jaar 2016 zal het Zorginstituut dit deelbudget voorlopig verdelen op basis van de aantallen PGB.

Mocht het werkelijk aantal gesprekken van de bijgestelde raming zodanig afwijken dat het totaal aan besteedbaar gestelde middelen te laag is, dan zal de Staatssecretaris het bedrag nogmaals via een nadere aanwijzing bijstellen.

Huisbezoeken PGB budgethouders

Bij het opstellen van de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2016 is het Zorginstituut uitgegaan van 10.000 huisbezoeken PGB met een vergoeding van 508,50 euro voor één of meerdere afgelegde huisbezoeken per budgethouder. Inmiddels wordt verwacht dat het aantal huisbezoeken voor 2016 zal uitkomen op 12.000. Ten behoeve hiervan is in de Nadere Aanwijzing het budget met 1,017 miljoen euro incidenteel verhoogd.

Incidentele verhoging voor extra inspanningen inzake trekkingsrechten PGB en de incidentele verhoging voor de ondersteuning van Wlz-indiceerbaren

De invoering van trekkingsrechten voor PGB-houders heeft ook in 2016 nog tot veel extra werkzaamheden geleid bij de zorgkantoren. De kosten van deze extra inspanningen komen voor 2016 uit op 1,500 miljoen euro. Dit bedrag heeft de Staatssecretaris in 2016 incidenteel aan de besteedbare middelen toegevoegd met de Nadere aanwijzing 2016. Met overeenkomstige toepassing van artikel 5 van de beleidsregels van het Zorginstituut zal dit bedrag worden meegenomen in de verdeling van de besteedbare middelen 2016 over de zorgkantoren bij de nadere vaststelling en definitieve vaststelling. Dit geldt ook voor de incidentele ophoging voor de ondersteuning van Wlz-indiceerbaren met een bedrag van 0,500 miljoen euro dat de Staatssecretaris daartoe beschikbaar heeft gesteld.

Incidentele verhoging voor de uitvoering van Meerzorg

Met ingang van 1 januari 2016 is de meerzorgregeling in de gehandicaptenzorg uitgebreid naar de sector verpleging en verzorging en geestelijke gezondheidszorg. Onder deze regeling is het mogelijk dat cliënten die aantoonbaar meer zorg nodig hebben dan in hun zorgprofiel staat vermeld, extra zorg kunnen ontvangen op basis van de Wet langdurige zorg.

Als gevolg van deze uitbreiding is er in 2016 een groter beroep gedaan op deze meerzorgregeling. Dit heeft ook gevolgen voor de beheerskosten van de zorgkantoren. De extra beheerskosten voor een PGB onder de meerzorgregeling bedragen 592 euro en voor cliënten met een Modulair Pakket Thuis (MPT) of Zorg in Natura (ZIN) 355 euro.

De aantallen PGB’s onder de meerzorgregeling worden voor 2016 geschat op 500 en de aantallen MPT of ZIN onder de meerzorgregeling op 1.300. Uitgaande van deze aantallen en kosten wordt in de Nadere aanwijzing 2016 incidenteel 0,758 miljoen euro aan het budget toegevoegd. De zorgkantoren zullen een opgave doen van het werkelijke aantal uitgevoerde aanvragen meerzorg. Hierna zal het Zorginstituut in de definitieve vaststelling de werkelijke aantallen verrekenen met de geschatte aantallen.

Incidentele verhoging voor de uitvoering PGB te goeder trouw

Voor zaken die nog voor de invoering van Wlz zijn ontstaan, maar in 2016 tot kosten hebben geleid, heeft de Staatssecretaris incidenteel en voorwaardelijk 1,500 miljoen euro aan het budget toegevoegd. Op grond van het nieuwe artikel 7, tweede lid, van deze beleidsregels, past het Zorginstituut artikel 3 van de Nadere aanwijzing 2016 toe bij de nadere vaststelling.

Voorzitter Raad van Bestuur A. Moerkamp

Naar boven