Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 1075790-159883-VGP van 7 februari 2017, houdende aanwijzing bevoegde autoriteit in het kader van de gastoestellenverordening

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 20 van de Verordening (EU) 2016/426 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende gasverbrandingstoestellen en tot intrekking van Richtlijn 2009/142/EG (PbEU 2016, L 81);

Besluit:

Artikel 1

Als aanwijzende autoriteit, bedoeld in artikel 20 van de Verordening (EU) 2016/426 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende gasverbrandingstoestellen en tot intrekking van Richtlijn 2009/142/EG (PbEU 2016, L 81), wordt aangewezen: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 21 oktober 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Op 9 maart 2016 is de Verordening (EU) 2016/426 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende gasverbrandingstoestellen en tot intrekking van Richtlijn 2009/142/EG (PbEU 2016, L 81, hierna: gastoestellenverordening) vastgesteld. In deze verordening worden de technische eisen geformuleerd, die aan gastoestellen (bv. boilers, gashaarden of CV-ketels) worden gesteld. Deze verordening vervangt de huidige regels voor gastoestellen en dient medio 2018 te worden uitgevoerd in Nederlandse regelgeving. In artikel 20 van de gastoestellenverordening is bepaald dat de lidstaten een aanmeldende autoriteit aanwijzen, die verantwoordelijk is voor de instelling en uitvoering van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en het toezicht op de aangemelde instanties. Deze conformiteitsbeoordelingsinstanties dragen ervoor zorg dat producenten aan de gastoestellenverordening voldoen. Op grond van artikel 46, tweede lid, onder a, van de gastoestellenverordening dient deze aanwijzing te gebeuren met ingang van 21 oktober 2016.

Om aan de verplichting van artikel 20 van de gastoestellenverordening te voldoen wordt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen als aanwijzende autoriteit op het gebied van gastoestellen. Dit is een voortzetting van de reeds bestaande situatie. Dit besluit heeft daarom geen gevolgen voor burgers of ondernemingen.

De nieuwe gastoestellenverordening kent tevens de mogelijkheid om te werken met een systeem van accreditatie. Op dit moment wordt verkend of in de toekomst met een systeem van accreditatie kan worden gewerkt bij het aanwijzen van conformiteitsbeoordelingsinstanties. Dit kan ertoe leiden dat in de toekomst een nieuwe aanwijzing of een verlenging van een bestaande aanwijzing door middel van accreditatie zal plaats vinden.

Om geen onduidelijkheden te creëren in de periode van 21 oktober 2016 tot aan de datum van inwerkingtreding van het onderhavige besluit is ervoor gekozen om het onderhavige besluit terugwerkende kracht te verlenen. Deze keuze is te rechtvaardigen, aangezien hierdoor meer duidelijkheid wordt geschapen zonder dat hieraan nadelige effecten zijn verbonden. De thans geldende situatie wordt immers voortgezet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven