Safety Deal veilig vuurwerk

Partijen:

  • 1. De Directeur-Generaal Milieu en Internationaal, de heer C.B.F. Kuijpers handelend als bestuursorgaan, hierna: de Staatssecretaris;

  • 2. Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (hierna: BPN), te dezen vertegenwoordigd door de heer L. Groeneveld;

Hierna samen te noemen: Partijen;

Algemene overwegingen:

  • 1. In het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer van 4 juni 2015 heeft de Staatssecretaris de Safety Deal Vuurwerk aangekondigd als onderdeel van maatregelen teneinde de kwaliteit en veiligheid van het gebruik van vuurwerk te verhogen en daarmee de kans op letsel, schade en overlast letsel te verlagen;

  • 2. Ieder jaar zorgt vuurwerk tijdens de jaarwisseling voor schade, overlast en letsel. Dit wordt deels veroorzaakt door het gebruik van illegaal zwaar knalvuurwerk maar ook door legaal vuurwerk. Vanwege de schade, overlast en letsel die afsteken van vuurwerk veroorzaakt staat de traditie van vuurwerk afsteken rond de jaarwisseling onder druk;

  • 3. De aanpak van het illegale vuurwerk is met name internationaal gericht door in samenwerking met andere lidstaten van de Europese Unie de illegale verkoop via internet aan te pakken. Daarnaast richt de aanpak van Nederland zich op eventuele aanpassing van de Europese regels waardoor de beschikbaarheid van dergelijk vuurwerk binnen de EU verder wordt beperkt;

  • 4. Naast het terugdringen van het gebruik van illegaal vuurwerk is het ook van belang de overlast en letsel door legaal vuurwerk terug te dringen;

  • 5. De overheid heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om letsel en overlast te beperken. Zo zijn in 2014 de afsteektijden beperkt, is in samenwerking met de vuurwerkbranche in 2015 besloten een verbod in te stellen op de verkoop van babypijltjes en Romeinse kaarsen en is een voorlichtingscampagne gestart over het veilig afsteken van vuurwerk;

  • 6. Jaarlijkse controles uitgevoerd door de ILT tonen aan dat de afgelopen 5 jaar gemiddeld 22% van het gecontroleerde vuurwerk niet voldoet aan de essentiële veiligheidseisen;

  • 7. Daarnaast toont onderzoek aan dat jaarlijks circa de helft van het letsel veroorzaakt wordt door legaal vuurwerk en illegaal vuurwerk vooral zwaar letsel veroorzaakt;

  • 8. De BPN heeft in 2013 een gedragscode opgesteld voor haar leden. De gedragscode stimuleert een integere handel in vuurwerk volgens het principe van verantwoord maatschappelijk ondernemen. Dit houdt tevens in dat de BPN en haar leden verklaren alleen vuurwerk op de markt te brengen dat bij normaal gebruik geen gevaar oplevert en voldoet aan de wettelijke eisen.

  • 9. In december 2015 is een wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk in werking getreden. Hiermee werd een verbod op verkoop van babypijltjes en Romeinse kaarsen aan personen zonder gespecialiseerde kennis ingevoerd. Ingevolge deze regeling mag dit vuurwerk nog tot 1 juni 2016 worden opgeslagen in inrichtingen waarvoor regels omtrent opslag van consumentenvuurwerk gelden.

komen het volgende overeen:

1. Intentieverklaring/convenant

Deze intentieverklaring/convenant richt zich door een gezamenlijke aanpak van beide Partijen op het bevorderen van veiliger vuurwerk en vuurwerkgebruik en het daardoor verminderen van letsel, schade en overlast.

Artikel 1.1 Inzet en acties BPN

  • a. BPN draagt namens de gehele vuurwerksector zorg voor de inzameling, afvoer en vernietiging van Romeinse kaarsen die vanwege het verbod niet meer mogen worden verkocht aan consumenten. Zij zorgt daarbij voor de inzameling en vervoer van het betreffende vuurwerk vanuit de winkels/detaillisten naar de importeurs voor tijdelijke opslag, voorafgaand aan afvoer naar een verwerker waar het wordt vernietigd. De inzameling, afvoer en vernietiging dient plaats te vinden voor 1 juni 2016.

  • b. BPN zorgt ervoor dat haar leden streven naar kwaliteitsverbetering van vuurwerk, ondermeer door aan te dringen op verbetering van de productiemethoden, met als resultaat dat minder vuurwerk bij controles wordt afgekeurd.

  • c. BPN informeert de Rijksoverheid jaarlijks over hoe haar leden het maatschappelijk verantwoord ondernemen in hun bedrijfsvoering hebben geïncorporeerd.

  • d. BPN ontwikkelt de komende jaren voor vuurwerkwinkels een eigen keurmerk gericht op betere voorlichting en kennis over de risico’s van vuurwerk aan consumenten. Verkooppunten die gebruik maken van dit keurmerk zullen als zodanig herkenbaar zijn voor consumenten.

  • e. Door contacten met internationale brancheorganisaties en door zitting van haar leden in de CEN/NEN commissie zal BPN ook op internationaal niveau aandacht vragen voor veiliger vuurwerk.

Artikel 1.2 Inzet en acties van de Staatssecretaris

  • a. De staatssecretaris spreekt de intentie uit om in een nadere beschikking,onder de in die beschikking nader op te nemen voorwaarden:

    • 1. een eenmalig subsidiebedrag beschikbaar te stellen aan de BPN voor de inzameling, afvoer en vernietiging van Romeinse kaarsen die als gevolg van het verbod niet meer verkocht mogen worden aan consumenten; en

    • 2. een eenmalig subsidiebedrag voor de periode 2016/2017 beschikbaar te stellen voor de voorlichtingscampagnes over de risico’s van vuurwerk.

  • b. De staatssecretaris doet jaarlijks onderzoek naar het aantal letselslachtoffers van vuurwerk alsmede welk type vuurwerk dit letsel veroorzaakt. Zij stelt deze onderzoeksresultaten beschikbaar.

  • c. De staatssecretaris spant zich in om in het Vuurwerkbesluit te voorzien in een stelsel van vergunningen of erkenningen voor personen die bedrijfsmatig vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen Nederland brengen.

2. Slotbepalingen

Artikel 2.1

De afspraken in deze intentieverklaring/convenant zullen in overeenstemming met het Unierecht worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, staatssteun en technische normen en voorschriften.

Artikel 2.2

  • a. Partijen kunnen elkaar schriftelijk verzoeken deze intentieverklaring/convenant te wijzigen. De wijziging behoeft schriftelijke instemming van de andere partij.

  • b. Partijen treden in overleg binnen een maand nadat een van hen de wens tot het wijzigen van de intentieverklaring/convenant aan de andere Partij schriftelijk heeft medegedeeld.

  • c. De wijziging van deze intentieverklaring/convenant en de verklaringen tot instemming hiermee worden in afschrift als bijlage aan deze intentieverklaring/convenant gehecht.

  • d. De wijziging wordt binnen een maand nadat beide partijen met de wijziging hebben ingestemd openbaar gemaakt.

Artikel 2.3

Partijen komen overeen dat de afspraken uit deze intentieverklaring/convenant niet in rechte afdwingbaar zijn.

Artikel 2.4

  • a. Deze intentieverklaring/convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door beide partijen en loopt tot en met 31 december 2017.

  • b. Alle in deze intentieverklaring/convenant genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.

  • c. Drie maanden voor de afloop van de onder a genoemde termijn wordt bezien of deze intentieverklaring/convenant moet worden verlengd.

Artikel 2.5

Uiterlijk 1 oktober 2017 zullen partijen de uitvoering en werking van deze intentieverklaring/convenant evalueren.

Artikel 2.6

Binnen een maand na ondertekening van deze intentieverklaring/convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Den Haag op 31 augustus 2016

Directeur-Generaal DGMI C.B.F. Kuijpers

Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland L. Groeneveld

Naar boven