Referendabiliteitsbesluit Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het regelen van de betrokkenheid van hun algemeen vertegenwoordigende organen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

Mededeling

De Minister van BZK,

Deelt mee dat het volgende wetsvoorstel is bekrachtigd en dat daarover het onderstaande besluit is genomen:

Titel: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het regelen van de betrokkenheid van hun algemeen vertegenwoordigende organen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

Vindplaats: Kamerstukken II 2011/12, 33 131, nr. 2

Referendum mogelijk? Nee

Besluit

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 februari 2017, nr. 2017-0000070707 houdende het besluit of over de Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het regelen van de betrokkenheid van hun algemeen vertegenwoordigende organen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer een referendum kan worden gehouden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de Minister van Algemene Zaken,

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum;

Besluit:

Over de Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het regelen van de betrokkenheid van hun algemeen vertegenwoordigende organen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Kamerstukken II 2011/12, 33 131, nr. 2)

Kan geen referendum worden gehouden op grond van artikel 5, onderdeel d, van de Wet raadgevend referendum.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Gedurende zes dagen na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit is geplaatst, kan een belanghebbende tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Naar boven