Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Krimpen aan den IJssel | Staatscourant 2017, 75751 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Krimpen aan den IJssel | Staatscourant 2017, 75751 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard houdende regels omtrent de gemeenschappelijke regeling bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard Gemeenschappelijke Regeling bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard maken bekend dat zij in hun vergaderingen van respectievelijk 12 december 2017 en 19 december 2017 de “ Gemeenschappelijke regeling Technisch bureau in de Krimpenerwaard” hebben gewijzigd in de “Gemeenschappelijke regeling bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard”.
HOOFDSTUK 2 RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTENDE BEDIJFSVOERINGSORGANISATIE
HOOFDSTUK 3 DOEL, TE BEHARTIGEN BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Ingenieursbureau Krimpenerwaard voert, overeenkomstig het bepaalde in de leden twee en drie, voor de deelnemers taken uit op het gebied van sturing en beheersing van ondersteunende administratieve taken (bedrijfsvoering) en uitvoering, waartoe in elk geval behoort de engineering, advisering, directievoering en toezicht voor technische werken op het gebied van weg- en waterbouw en rioleringen, waarbij het kan gaan om vernieuwing, vervanging en nieuwe aanleg.
Voor zover de diensten vallen binnen het kader van de in dit artikel 5 vermelde taken, is Ingenieursbureau Krimpenerwaard tot een maximum van 20% van haar werktijd bevoegd tot het verrichten van diensten voor andere publiekrechtelijke of overheidsgedomineerde privaatrechtelijke rechtspersonen. Met deze rechtspersonen en organisaties kunnen dienstverleningsovereenkomsten afgesloten worden. Het bestuur dient in te stemmen met een dergelijke dienstverleningsovereenkomst.
De colleges beslissen uiterlijk binnen zes weken na de eerste vergadering van de nieuw benoemde colleges na aanvang van elke zittingsperiode van de gemeenteraad over de aanwijzing van de leden en plaatsvervangende leden. Aftredende (plaatsvervangende) leden kunnen opnieuw als (plaatsvervangend) lid worden aangewezen.
HOOFDSTUK 7 FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 19. Verdeling van de kosten
De kosten die worden gemaakt voor de uitvoering van het hele takenpakket en de instandhouding van Ingenieursbureau Krimpenerwaard, worden via de afgesloten dienstverleningsovereenkomsten op basis van afname van producten en diensten in rekening gebracht bij de deelnemers en andere publiekrechtelijke rechtspersonen of overheidsgedomineerde privaatrechtelijke rechtspersonen als bedoeld in artikel 5, lid 3 hiervoor.
De deelnemers zorgen ervoor dat Ingenieursbureau Krimpenerwaard te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar verplichtingen te kunnen voldoen.
Artikel 22. Financieel toezicht
Indien aan het bestuur van Ingenieursbureau Krimpenerwaard blijkt dat een gemeente weigert de uitgaven, bedoeld in artikel 20, 21, 22 en 23 op de begroting te zetten, doet het bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
Artikel 23. Kadernota en begroting
Het bestuur stelt elk jaar vóór 15 april een ontwerpbegroting en een toelichting van baten en lasten op voor het volgende kalenderjaar. De begroting is zodanig ingericht dat daaruit blijkt welke kosten verband houden met de uitvoering van het basistakenpakket en de instandhouding van Ingenieursbureau Krimpenerwaard.
Het bestuur zendt ontwerpbegrotingswijzigingen acht weken voordat deze aan door het bestuur worden vastgesteld, toe aan de raden en de colleges van de gemeenten. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing. Het zevende lid is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de datum van 15 juli niet van toepassing is.
HOOFDSTUK 10 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Het bestuur regelt de financiële verplichtingen alsmede de overige gevolgen van de uittreding. Tot deze financiële voorwaarden behoort de bepaling, dat een uittredende deelnemer nog twee jaar, vanaf het jaar van uittreding aan het IBKW , een bijdrage in de jaarlijkse (vaste) exploitatielasten betaalt, waaronder de personele kosten van het IBKW. De bijdrage kan worden omgezet in een éénmalige uittredingssom.
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot het bijdragen in de financiële gevolgen van de beëindiging. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel. Toewijzing van personeel aan de deelnemers zal plaatsvinden bij besluit van de deelnemende colleges. Het liquidatieplan bevat de verplichting van de deelnemers het toegewezen personeel te accepteren.
HOOFDSTUK 11 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 34 Citeerwijze en inwerkingtreding
De regeling treedt in werking op 1 januari 2018 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Met de inwerkingtreding van deze gemeenschappelijke regeling, wijzigt de gemeenschappelijke regeling Technisch Bureau Krimpenerwaard, zoals laatstelijk vastgesteld d.d. 28 april 2016.
De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard”.
Toelichting op de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard (IBKW)
De huidige gemeenschappelijke regeling Technisch Bureau in de Krimpenerwaard (TBK) behoeft wijziging om een aantal redenen. De belangrijkste reden houdt verband met het besluit van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten om vanaf 1 januari 2018 aan TBK geen opdrachten meer te verlenen op het gebied van bouw- en woningtoezicht. De beide raden hebben dit besluit genomen gelet op de parlementair aanhangige Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, waarbij de wetgever de toetsing door het bevoegd gezag aan de bouwtechnische voorschriften niet langer voorschrijft. Hiervoor in de plaats moet de aanvrager van de vergunning tijdens de bouw gebruik maken van een instrument voor kwaliteitsborging dat als doel heeft dat het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. De opdrachtgever moet hiervoor gebruik maken van een instrument voor kwaliteitsborging dat is getoetst aan daartoe vastgestelde wettelijke voorschriften. De meeste gemeentelijke taken op dit beleidsterrein vervallen derhalve op het moment dat de wet inwerking treedt. (Overigens blijven enkele taken wel tot het gemeentelijk verantwoordelijkheidsdomein behoren, m.n. de handhavingstaken en -voorshands voor een periode van 3 jaar- de toetsing van bouwwerken in de gevolgklassen 2 en 3). De verwachting is dat de inwerkingtreding van de wet zal plaatsvinden op 1 januari 2018. Mocht de parlementaire behandeling van de wet in de Eerste Kamer daartoe aanleiding geven kan is niet uitgesloten dat de wet op een later tijdstip in werking treedt. Ook in dat geval zullen de taken rond bouw- en woningtoezicht door TBK worden beëindigd. Het mandaat van de gemeenten om deze taken door de GR-TBK te laten uitvoeren wordt derhalve in alle gevallen per genoemde datum ingetrokken.
Een tweede reden om tot wijziging van de GR te komen is de behoefte bij de colleges om de bestaande GR om te zetten in een bedrijfvoeringsorganisatie en om de organisatie op onderdelen te stroomlijnen en te moderniseren. Gekozen is derhalve niet voor liquidatie van de bestaande GR, maar tot een fundamentele herziening van de GR, inclusief de keuze voor een andere -meer eigentijdse- benaming van de organisatie: Ingenieursbureau Krimpenerwaard (IBKW)
Keuze voor een bedrijfsvoeringsorganisatie
Sinds de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) per 1 januari 2015) kent de wet ook (naast het openbaar lichaam en het gemeenschappelijk orgaan) de bedrijfsvoeringsorganisatie (hierna ook: BVO). Deze nieuwe samenwerkingsvorm kenmerkt zich door een eenvoudige bestuurlijke structuur en het hebben van rechtspersoonlijkheid. De BVO onderscheidt zich van het openbaar lichaam door het hebben van een enkelvoudig, ongeleed bestuur en van het gemeenschappelijk orgaan door het hebben van rechtspersoonlijkheid. Door de enkelvoudige bestuurlijke structuur vindt bij een BVO geen interne verantwoording plaats; de BVO kent immers geen dagelijks bestuur en algemeen bestuur of de mogelijkheid bestuurscommissies in te stellen. Beleidsrijke taken kunnen daarom niet overgedragen worden aan een BVO. De BVO is bedoeld voor samenwerking op het terrein van bedrijfsvoering en voor uitvoerende taken met een geringe beleidsmatige component. De rol van raadsleden wijzigt ook, zij maakten immers deel uit van het algemeen bestuur van TBK, terwijl in de nieuwe regeling geen algemeen bestuur meer voorkomt. De betrokkenheid van de beide gemeenteraden is vooral gewaarborgd door de zienswijzeprocedures rond begroting en rekening.
Op een aantal plaatsen schrijft deze regeling voor dat nadere regels opgesteld moeten worden. Dit is het geval bij:
Deze tripartite overeenkomst regelt de werkwijze tussen IBKW en de beide gemeenten. De rol van opdrachtgever en opdrachtnemer wordt erin vastgelegd evenals de methodiek van bevoorschotting.
Deze regeling bakent het aan IBKW verleende mandaat af. Concreet wordt dus vastgelegd wat de exacte opdracht aan het IBKW is en welke bevoegdheden daarbij overgedragen worden van de gemeenten aan het IBKW.
Dit reglement regelt de orde van de vergaderingen van het bestuur, de agendering en de verslaglegging.
In het Directiestatuut kunnen bestuurlijke bevoegdheden doorgemandateerd worden aan de directeur-secretaris, die op zijn beurt weer bevoegd is om in situaties die in het Directiestatuut zijn voorzien ondermandaat kan verlenen aan medewerkers van IBKW.
In deze regeling wordt het archiefbeheer geregeld overeenkomstig de bepalingen van de Archiefwet. Deze regeling zal inhoudelijk worden afgestemd met het Streekarchief Midden Holland, zodat op voorhand overdracht van (statische) dossiers gewaarborgd is.
In deze regeling wordt de procedure inzake klachten in verband met gedrag van medewerkers van het IBKW in procedurele zin geregeld.
De keuze voor een BVO is in het algemene deel van de toelichting besproken. Gekozen is voor de statutaire vestiging in de gemeente Krimpen aan den IJssel, waardoor het ook mogelijk wordt dat in de toekomst het IBKW feitelijk gevestigd wordt in de gemeente Krimpenerwaard.
De gemeenten Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard vormen samen de BVO, hetgeen onverlet laat dat andere gemeenten kunnen toetreden (zie art 32). Mocht een dergelijke situatie zich ooit voordoen dan is wijziging van deze regeling noodzakelijk.
Het derde lid van dit artikel voorziet in de mogelijkheid om voor een deel van de werktijd werkzaamheden te verrichten voor andere overheden (of overheidsgedomineerde organisaties). Bewust is daarbij gekozen om deze bevoegdheid niet op te nemen als het gaat om de marktsector. Inzet van medewerkers in het overheidsdomein kan gunstige effecten hebben op het verkrijgen van kennis en ervaring, investeren in collegiale samenwerking in een breder gebied van de Krimpenerwaard, (betaalde) inzet van menskracht in periodes dat die inzet wenselijk is. Steeds worden daarbij de beginselen van good governance (dwz zakelijke dienstverleningsovereenkomsten met concrete prestatieafspraken, marktconforme tarieven en maximale transparantie) in acht genomen.
Het genoemde percentage van 20% vloeit voort uit de Europese aanbestedingsrichtlijnen en de Aanbestedingswet 2012. De deelnemende gemeente(besture)n mogen aanbestedingsvrij diensten afnemen van het gemeenschappelijk openbaar lichaam omdat daarbij in beginsel sprake is van een zogenoemde inbesteding. Om daar aan te kunnen (blijven) voldoen is het van belang dat de deelnemende partijen invloed hebben op het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie (hetgeen blijkens art. 12, derde lid, Richtlijn 2014/24/EU mogelijk is nu iedere deelnemer in het bestuur zit) en de bedrijfsvoeringsorganisatie ten minste 80% van zijn werkzaamheden verricht voor de deelnemende partijen. Wordt niet of niet langer aan deze eisen voldaan, dan kan niet langer aanbestedingsvrij gebruik worden gemaakt van de diensten van het gemeenschappelijk openbaar lichaam.
De bevoegdheden van het bestuur, zoals in dit artikel beschreven, laten onverlet dat meerdere bevoegdheden gemandateerd kunnen worden aan de directeur-secretaris. De basis daarvoor is het in art 15, derde lid, bedoelde Directiestatuut. Zo zal het voor de hand liggen dat de bevoegdheid om medewerkers te benoemen en te ontslaan gemandateerd zal worden aan de directeur-secretaris. Dat geldt ook voor meerdere, nader te omschrijven, privaatrechtelijke handelingen (bv koop, huur, inlenen van personeel enz.).
Het bestuur bestaat uit twee leden, die elk één stem hebben. Op basis van dat gegeven kan de besluitvorming vanzelfsprekend slechts op basis van unanimiteit plaatsvinden.
Indien in het IBKW een Ondernemingsraad of een Personeelsvertegenwoordiging, als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden, wordt ingesteld, treedt de directeur op als bestuurder in de zin van de WOR.
In dit artikel wordt de huidige werkwijze gecontinueerd. Ambtenaren van IBKW volgen de rechtspositionele regelingen van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Dat geldt niet alleen voor de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden (zoals grotendeels vastgelegd in de cao-regelingen (CAR-UWO), maar ook voor sociale plannen en andere personele regelingen van genoemde gemeente. Slechts in die gevallen dat de aard van de werkzaamheden binnen IBKW dat gewenst maakt zal het bestuur aanvullende regelingen kunnen vaststellen.
De praktijk heeft geleerd dat het wenselijk is een ambtelijk overleg te introduceren over de algemene gang van zaken binnen het IBKW. Dit overleg is geen bestuurlijk adviesorgaan, het beoogt in samenspraak met de directeur-secretaris vraagstukken over de strategische en/of tactische positie van het IBKW af te stemmen en eventuele knelpunten in de samenwerking te onderkennen en op te lossen. De deelnemers zijn de gemeentesecretarissen van beide gemeenten of door hen aan te wijzen functionarissen.
De deelnemende gemeenten betalen voorschotten op de geraamde bijdrage aan het IBKW. In de in art 5, tweede lid, bedoelde Dienstverleningovereenkomst zal geregeld worden op welke wijze en op welke tijdstippen in het jaar dat gebeurt, zodanig dat de liquiditeitspositie van IBKW gewaarborgd is.
Per 1 januari 2018 zal het bestaande TBK-archief worden gesaneerd. Alle bouw-dossiers zullen worden overgedragen aan de beide gemeenten resp. aan het Streekarchief Midden-Holland. De dossiers inzake weg- en waterbouw zijn in beginsel werkdossiers (dossiers zonder cultuur-historische betekenis) en kunnen na een korte bewaartermijn worden vernietigd. Dit archiefdeel zal in beheer blijven bij het IBKW. Voor het beheer worden nadere regels vastgelegd in de Regeling archiefbeheer IBKW.
Gekozen is om als bevoegd Ombudsman aan te wijzen degene die door de deelnemende gemeente voor haar grondgebied als zodanig is aangewezen. Voor inwoners van de gemeente Krimpen aan den IJssel is dat de Gemeentelijke Ombudsman van Rotterdam. Voor inwoners van de gemeente Krimpenerwaard is dat de Nationale Ombudsman te Den Haag.
Het vijfde lid van dit artikel regelt dat het bestuur het liquidatieplan vaststelt. Het bestuur hanteert daarbij redelijke termijnen, zodat de werkzaamheden planmatig kunnen worden afgebouwd resp. kunnen worden overgedragen. Een eventueel besluit tot liquidatie is niet onderworpen aan het adviesrecht ingevolge art 25 WOR, omdat het aangemerkt zal worden als een besluit voortvloeiend uit het primaat van de politiek. De wijze waarop de liquidatie wordt uitgevoerd is vanzelfsprekend wel adviesplichtig. Het bestuur waarborgt dan ook dat de Ondernemingsraad resp. de Personeelsvertegenwoordiging in de gelegenheid gesteld wordt haar advies uit te brengen.
Het zesde lid van dit artikel waarborgt de positie van de medewerkers van IBKW ingeval van liquidatie van de gemeenschappelijke regeling. In die situatie zal het personeel aan de deelnemers worden ‘toegewezen’. De bepaling is redelijk omdat de gemeentelijke taak blijft bestaan ingeval van liquidatie. In juridische zin wordt ‘slechts’ het mandaat aan IBKW ingetrokken en zal de gemeente dientengevolge nadien de taken zelf moeten uitvoeren (of deze elders onderbrengen). Het principe mens-volgt-werk wordt hierbij in de GR vastgelegd. De oude GR-TBK kende een vergelijkbaar artikel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-75751.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.