VERKEERSBESLUIT – voetgangersoversteekplaats, fietspad, erf – Hoflaan – Vlaardingen

Logo Vlaardingen

1362534

Vastgesteld hebbend, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bij het college van Burgemeester en Wethouders ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van die wet, die onder het beheer van noch het Rijk, noch de provincie, noch het waterschap valt en is gelegen in de gemeente Vlaardingen;

gezien het Mandaatbesluit Ambtenaren 2016 en Ondermandaatbesluit Ambtenaren 2017;

gelezen het advies van de politie d.d. 20 december 2017 die met dit besluit instemt en waarmee tevens is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

overwegende dat op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, alsmede op de bepalingen ter zake van de Algemene wet bestuursrecht;

Het college van Burgemeester en Wethouders b esluit :

  • 1.

    tot het vaststellen van een verplicht fietspad op de Hoflaan ter hoogte van de nieuwbouwlocatie Ruytenburch en op de Spuibrug tussen de Hoflaan en de Kortedijk middels het plaatsen van verkeersborden type G11, fietspad, van Bijlage 1 van het RVV 1990;

  • 2.

    een voetgangersoversteekplaats aan te leggen op de Hoflaan tussen de Spuibrug en Kleine Buitenweide middels de plaatsing van voetgangersoversteekplaats markering, zebramarkering, volgens artikel 12 van het BABW lid b;

  • 3.

    om een tweetal erven vast te stellen middels plaatsing van de verkeersborden G5, begin erf, en G6, einde erf, van Bijlage 1 van het RVV 1990 in verband met het in en uitrijden van de garage en de inrichting van deze kleine gebieden;

  • 4.

    tot het vaststellen van een voetpad langs het Buizengat tussen de Spuibrug en de Westlandseweg middels het plaatsen van verkeersborden type G7,voetpad, van Bijlage 1 van het RVV 1990;

  • 5.

    de verkeersborden en verkeersmaatregelen te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening

  • 6.

    te bepalen dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in de Staatscourant

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Aanleiding en bestaande situatie is dat:

  • in het noordwestelijk deel van het park ’t Hof, direct ten oosten van de Hoflaan, het nieuwbouwproject “De Buitenplaats Van Ruytenburch” wordt gerealiseerd en tussen het Buizengat en de Hoflaan nieuwe woningen zijn gebouwd.

  • de Hoflaan tussen de Westlandseweg en de Van Linden van Den Heuvellweg heringericht is vanwege de nieuwbouw in de directe omgeving;

  • de Hoflaan is aangewezen als gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom (50km/u) en een verbinding is tussen het centrum en de Westlandseweg;

  • vanwege de 50km/u op de Hoflaan gekozen is om de veiligheid van de fietser te verbeteren door een vrijliggend verplicht fietspad aan te leggen;

  • dat het pad langs het Buizengat tussen de Spuibrug en de Westlandseweg tijdens de bouw als fietspad is gebruikt maar door de aanleg van het fietspad langs de Hoflaan nu een voetpad is;

  • de verbinding via de Spuibrug zowel een fiets als voetgangersverbinding is naar het nabij gelegen Hofpark en daarom is gekozen voor een zebrapad verbinding;

  • de overgang naar een andere maximum snelheid, erf of 30km-zone middels een inritconstructie geregeld dient te zijn en daarmee voorrangskruispunten niet noodzakelijk zijn;

  • daarom ter plaatse van de aansluiting garage onder de woningen van Buizengat, van de Ambachtsheerstraat en de noordelijke en zuidelijke aansluiting van de Kleine Buitenweide op de Hoflaan een inritconstructie is aangelegd;

  • het gebied tussen de Hoflaan en het Buizengat voornamelijk bestemd is voor voetgangers maar vanwege de toegang tot de parkeergarage hier auto’s toegestaan zijn en dit middels erven is weergegeven.

Verkeerskundige aspecten zijn dat:

  • de Hoflaan voornamelijk een ontsluitende en verbindende functie heeft voor zowel auto- als fietsverkeer;

  • de fietsers een veilige plaats op de weg hebben middels een vrijliggend verplicht fietspad;

  • de voetganger tussen de Spuibrug en het Hofpark een veilige en overzichtelijk oversteekplaats hebben;

  • de voetganger is voorzien in een veilige wandelroute langs het Buizengat en hier dus geen fietsers verwacht en dit pad een voetpad uitstraling heeft;

  • het parkeren plaatsvindt in vakken tussen de rijbaan en het fietspad en daarmee is gereguleerd;

  • vanwege de inrichting tussen de Hoflaan en het Buizengat deze toegangen tot de parkeergarages als erven worden aangegeven.

Uit het oogpunt van:

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;

Is het gewenst om:

•door het nemen van voorgestelde verkeersmaatregelen de verkeersveiligheid te vergroten, de doorstroming en de bereikbaarheid optimaal te houden.

Belangenafwegin g

  • bij de afweging van belangen gaat het om de verkeerskundige aspecten, in dit geval het verzekeren van de verkeersveiligheid, het beschermen van de weggebruikers en het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid sub a en b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • er zijn geen individuele belangen in het geding die de positie van één of meer personen kunnen aantasten;

  • er zijn dan ook geen aanwijzingen dat er sprake is of kan zijn van belangen die strijdig zijn met de gewenste verkeersmaatregelen;

  • daarom kan bij het nemen van het besluit evenmin sprake zijn van onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Zorgvuldigheid

  • dat bij de voorbereiding van dit besluit dan ook gehandeld is overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht;

  • dat met de vaststelling van dit besluit dan ook geen sprake is van een besluit met onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht

Vlaardingen,

Namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

N.A. Krijnen

Teammanager Openbare Ruimte

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, onder vermelding van “bezwaarschrift verkeersbesluit”, Postbus 1002, 3130 EB Vlaardingen.

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:

 

  • 1.

    naam en adres van belanghebbende;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • 4.

    de gronden van het bezwaar;

  • 5.

    een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door de belanghebbende maar door een ander, namens hem, wordt ingediend. 

    Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit (zie artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht).

     

    De indiener van een bezwaarschrift kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening (waaronder schorsing) vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

      

    Afschriften

    Afschriften van dit verkeersbesluit zijn verzonden aan:

  • 1.

    de politie;

Naar boven