Artikel I Wijziging gemeenschappelijke regeling
A. Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4 Bevoegdheden/taken
- 1.
Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheden, die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen, uit te voeren:
- a.
- b.
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- c.
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- d.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- e.
Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
- f.
Wet sociale werkvoorziening;
- g.
Algemene wet bestuursrecht;
- h.
Wet openbaarheid van bestuur;
- i.
Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015.
- 2.
Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheid die het college van Vlaardingen als centrumgemeente heeft ten aanzien van de maatschappelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, uit te voeren.
- 3.
Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheden die het college va
n Schiedam heeft op grond van de Wet inburgering, uit te voeren.
- 4.
Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren
|
Artikel 4 Bevoegdheden/taken
- 1.
Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheden, die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen, uit te voeren:
- a.
- b.
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- c.
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- d.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- e.
Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
- f.
Wet sociale werkvoorziening;
- g.
Algemene wet bestuursrecht;
- h.
Wet openbaarheid van bestuur;
- i.
Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS.
- j.
art. 15 lid 1 Archiefwet 1995:
- k.
art. 8 Archiefbesluit 1995:
- l.
art. 9 Archiefbesluit 1995:
- 2.
De deelnemer kan bij afzonderlijk besluit, en met inachtneming van artikel 3 van deze regeling, afzonderlijk bevoegdheden aan het bestuur van het openbaar lichaam overdragen.
- 3.
Aan de afzonderlijke overdracht moet vooraf toestemming door het dagelijks bestuur worden verleend.
- 4.
De niet overdragende deelnemer wordt jaarlijks over de afzonderlijke overdracht geïnformeerd.
- 5.
Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam kan de bevoegdheid gemandateerd worden om beleidsregels vast te stellen.
- 6.
Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren .
|
Toelichting
Op grond van de ervaringen de afgelopen jaren heeft de gemeentearchivaris van Schiedam (de toezichthouder op het archiefbeheer van Stroomopwaarts) voorgesteld de in het artikel genoemde bevoegdheden uit de Archiefwet te mandateren. In de praktijk komt het voor dat de deelnemers afzonderlijk bevoegdheden willen overdragen. Hiervoor moet artikel 3 van de Gemeenschappelijke regeling telkens gewijzigd geworden. Om dit te voorkomen is in lid 2 bepaald dat afzonderlijke overdracht mogelijk is als vooraf toestemming wordt gevraagd aan het dagelijks bestuur (lid 3) en de niet overdragende deelnemer jaarlijks wordt geïnformeerd lid 4). Het zesde lid geldt ook voor deze afzonderlijk overgedragen bevoegdheden.
Het is formeel juridisch mogelijk de bevoegdheid om beleidsegels vast te stellen te mandateren aan het dagelijks bestuur. Deze bevoegdheid is in de nieuwe regeling opgenomen (lid 5). Of en hoe van deze bevoegdheid gebruik gemaakt gaat worden zal bij de wijziging van de mandaat instructie nader bepaald worden.
B. Hoofdstuk VI wordt gewijzigd als volgt:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Hoofdstuk VI De secretaris en de directieraad
Artikel 17
- 1.
Er is een directieraad die belast is met de leiding van het openbaar lichaam.
- 2.
Het dagelijks bestuur beslist omtrent aanstellin
g, schorsing en ontslag van een lid van de directieraad. Uitsluitend de gemeentesecretarissen van de deelnemers kunnen als lid van de directieraad worden aangesteld. De aanstelling tot lid van de directieraad eindigt van rechtswege indien de aanstelling to
t gemeentesecretaris bij de deelnemer eindigt.
- 3.
Het dagelijks bestuur stelt een statuut voor de directieraad vast.
- 4.
Een lid van de directieraad fungeert als secretaris van het algemeen en dagelijks bestuur.
- 5.
Jaarlijks rouleert de functie van secretaris onder
de leden van de directieraad. Het roulatieschema maakt deel uit van het statuut voor de directieraad.
- 6.
De directeur en de controller van het openbaar lichaam hebben in de directieraad een adviserende rol.
|
Dit hoofdstuk vervalt
|
Toelichting
In de opbouwfase van Stroomopwaarts is een directieraad ingesteld waar de gemeentesecretarissen lid van waren. Inmiddels is aan deze extra laag geen behoefte meer.
C. Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:
Huidige tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 18
- 1.
De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie.
- 2.
Het dagelijks bestuur stelt een statuut voor de directeur vast.
|
Artikel 18
- 1.
De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie.
- 2.
De directeur is secretaris van het algemeen- en dage
lijks bestuur.
- 3.
Het dagelijks bestuur stelt een statuut voor de directeur vast.
|
Toelichting
In de huidige regeling zijn de gemeentesecretarissen bij toerbeurt secretaris van het algemeen en dagelijks bestuur. In de nieuwe regeling neemt de directeur van Stroomopwaarts deze taak over.
D. Artikel 21 wordt gewijzigd als volgt:
Huidige tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 21 Financiële administratie en controle
- 1.
Op het financieel beleid, het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle daarop zijn de artikelen 212 en 213 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Het algemeen bestuur stelt in dat kader de vereiste financiële regelingen en nadere regels vast, waarbij rekening gehouden wordt met de taakstelling en taakgebieden en de wijze van uitvoering daarvan zoals bepaald in de artikelen 3 en 4 van deze regeling.
- 3.
Het dagelijks bestuur zendt de concept financiële regelingen en nade
re regels van het openbaar lichaam acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de colleges en de raden.
- 4.
De colleges en de raden kunnen bij het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam hun zienswijze over de concept financiël
e regelingen en nadere regels naar voren brengen.
- 5.
et dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat bij deze concept financiële regelingen en concept-nadere regels, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden
- 6.
Het algemeen bestuur zendt de vastgestelde financiële regelingen en nadere regels aan de raden van de deelnemers.
|
Artikel 21 Financiële administratie en controle
- 1.
Op het financieel beleid, het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle daarop zijn de artikelen 212 en 213 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Het algemeen bestuur stelt in dat kader de vereiste financiële regelingen en nadere regels vast, waarbij rekening gehouden wordt met de taakstelling en taakgebieden en de wijze van uitvoering daarvan zoals bepaald in de artikelen 3 en 4 van deze regeling.
- 3.
Het algemeen bestuur zendt de vastgestelde financiële regelingen en nadere regels aan de raden van de deelnemers
|
Toelichting
Bij de oprichting van Stroomopwaarts is een zienswijzenprocedure opgenomen voor de concept financiële regelingen en concept-nadere regels die door het algemeen bestuur worden vastgesteld. Deze extra zienswijzeprocedure is niet verplicht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en vervalt in de nieuwe regeling.
E. Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt:
Huidige tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 23 Begroting openbaar lichaam
Het dagelijks bestuur stelt elk jaar, met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen van het openbaar lichaam, een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op voor het komend dienstjaar van het openbaar lichaam, voorzien van de nodige toelichting en specificaties. Tevens stelt hij elk jaar een meerjarenbegroting op.
|
Artikel 23 Begroting openbaar lichaam
- 1.
Het dagelijks bestuur stelt elk jaar, met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen van het openbaar lichaam, een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op voor het komend dienstjaar van het openbaar lichaam, voorzien van de nodige toelichting en specificaties. Tevens stelt hij elk jaar een meerjarenbegroting op.
- 2.
Voor begrotingswijzigingen die g
een wijziging van de deelnemersbijdragen tot gevolg hebben wordt geen zienswijzenprocedure gevolgd.
- 3.
Begrotingswijzigingen die een wijziging van de deelnemersbijdragen tot gevolg hebben worden door het dagelijks bestuur beoordeeld. Als de wijziging niet doo
r de deelnemers of het bestuur te beïnvloeden is, wordt geen zienswijzenprocedure gevolgd.
- 4.
Over de begrotingswijzigingen als bedoeld in het tweede en derde lid worden de deelnemers via de jaarrekening van het openbaar lichaam geïnformeerd.
|
Toelichting
Er is een lichtere zienswijzenprocedure opgenomen voor technische begrotingswijzigingen.
F. Artikel 24 wordt gewijzigd als volgt:
Huidige tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 24 Jaarrekening
- 1.
Het dagelijks bestuur stelt elk jaar de rekening van baten en lasten van het voorgaande jaar op met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen en nadere regels van het openbaar lichaam. Het dagelijks bestuur zendt de rekening ter controle naar de accountant, met het verzoek zo spoedig mogelijk het controlerapport uit te brengen.
- 2.
Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening met het controlerapport en accountantsverklaring van het openbaar lichaam, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
- 3.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de jaarrekening van het openbaar lichaam naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijzen vervat bij deze jaarreken
ing, zoals deze aan hetalgemeen bestuur wordt aangeboden.
- 4.
Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening van het openbaar lichaam vast conform de procedure en termijnen genoemd in de financiële regelingen van het openbaar lichaam.
- 5.
Het besluit van het algemeen bestuur, houdende vaststelling van de rekening, strekt voor zover het daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in recht gebleken onregelmatigheden.
|
Artikel 24 Jaarrekening
- 1.
Het dagelijks bestuur stelt elk jaar de rekening van baten en lasten van het voorgaande jaar op met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen en nadere regels van het openbaar lichaam. Het dagelijks bestuur zendt de rekening ter controle naar de accountant, met het verzoek zo spoedig mogelijk het controlerapport uit te brengen.
- 2.
Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening met het controlerapport en accountantsverklaring van het openbaar lichaam, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
- 3.
Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening van het openbaar lichaam vast conform de procedure en termijnen genoemd in de financiële regelingen van het openbaar lichaam.
- 4.
Het besluit van het algemeen bestuur, houdende vaststelling van de rekening, strekt voor zover het daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in recht gebleken onregelmatigheden.
|
Toelichting
Bij de oprichting van Stroomopwaarts is een zienswijzenprocedure opgenomen voor de jaarrekening. Deze extra zienswijzeprocedure is niet verplicht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en vervalt in de nieuwe regeling.
G .Artikel 29 wordt gewijzigd als volgt:
Huidige tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 29 Archief
- 1.
Het bestuur van het openbaar lichaam draagt zorg voor de informatie- en archiefbescheiden van het lichaam overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen archiefregeling, onverminderd het bepaalde in de Archiefwet en de Wet bescherming persoonsgegevens.
- 2.
Het bestuur is belast met het beheer van de fysieke en digitale informatie- en archiefbescheiden voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Schiedam.
- 3.
De archivaris van de gemeente Schiedam oefent toezicht uit op het in het tweede lid genoemde beheer.
|
Artikel 29 Archief
- 1.
Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam draagt zorg voor de informatie- en archiefbescheiden van het lichaam overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen archiefregeling, onverminderd het bepaalde in de Archiefwet en de Wet bescherming persoonsgegevens. De zorg voor de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemers gemandateerde taken berust bij de deelnemers.
- 2.
De directeur is belast met het beheer van de fysieke en digitale informatie- en archiefbescheiden voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Schiedam.
- 3.
De archivaris van de gemeente Schiedam oefent toezicht uit op het in het tweede lid genoemde beheer.
|
Toelichting
De wijziging is bedoeld om de tekst te verduidelijken. Het tweede lid van het huidige artikel legt de zorg en het beheer nu beiden bij het bestuur. Het is wenselijker dat het beheer wordt belegd bij de directeur.
H. Artikel 32 wordt gewijzigd als volgt:
Huidige tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 32 Wijziging en opheffing
- 1.
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
- 2.
Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur het daartoe strekkend voorstel aan de deelnemers.
- 3.
In geval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur een liquiditeitsplan op dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten, verplichtingen en vermogen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in dit plan te bepalen wijze. Dit plan wordt vastgesteld door de deelnemers.
- 4.
Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.
- 5.
Zo nodig blijft het algemeen bestuur functioneren tot de liquidatie voltooid is.
- 6.
Indien de regeling wordt opgeheven treedt het personeel dat in dienst is van het openbaar lichaam in dienst van de deelnemers
|
Artikel 32 Wijziging en opheffing
- 1.
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
- 2.
Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur het daartoe strekkend voorstel aan de deelnemers.
- 3.
In geval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur een liquiditeitsplan op dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten, verplichtingen en vermogen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in dit plan te bepalen wijze. Dit plan wordt vastgesteld door de deelnemers.
- 4.
Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.
- 5.
Zo nodig blijft het algemeen bestuur functioneren tot de liquidatie voltooid is.
- 6.
Indien de regeling wordt opgeheven treedt het personeel dat in dienst is van het openbaar lichaam in dienst van de deelnemers
- 7.
Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen conform artikel 4 lid 1 van de Archiefwet 1995.
|
Toelichting
In de huidige tekst ontbreekt een bepaling over de archiefbescheiden ten tijde van de opheffing van Stroomopwaarts. Dit is in de nieuwe tekst geregeld.