Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor de Tandtechniek

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gezien de aanvraag van de cao-commissie tandtechniek namens Vereniging van Laboratoriumhoudende Tandtechnici in Nederland, Branchevereniging Tandtechniek, Nederlandse Werkgeversvereniging in de Tandtechniek, FNV, CNV Vakmensen en De Unie, daartoe strekkende, dat de verplichtstelling tot deelneming in het Pensioenfonds voor de Tandtechniek, ingevolge de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, wordt gewijzigd voor de in de aanvraag bedoelde groepen van personen in de bedrijfstak voor de Tandtechniek;

Gelet op de artikelen 10, eerste lid en 16 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Gezien het overleg met De Nederlandsche Bank;

BESLUIT:

I

Wijzigt het besluit van 30 juni 1967, nr. 63.111, Stcrt. 1967, nr.131 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 november 2013, Stcrt. 2013, nr. 32988) waarin werd overgegaan tot het verplicht stellen van de deelneming in in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Tandtechniek.

De verplichtstelling tot deelneming komt na wijziging te luiden als volgt:

De deelneming in SPTT is verplicht gesteld voor de werknemers vanaf de eerste dag van de maand, waarin de 20-jarige leeftijd wordt bereikt. Voor werknemers die geboren zijn voor 1 januari 1950 is de deelneming verplicht gesteld tot de eerste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. Voor werknemers die geboren zijn na 31 december 1949 is de deelneming verplicht gesteld tot de eerste dag van de maand, waarin de 68-jarige leeftijd wordt bereikt. De verplichtstelling geldt niet voor de directeur van een naamloze vennootschap of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

Hierbij wordt verstaan onder:

1. werknemer:

degene die tot een werkgever als hierna bedoeld in dienstbetrekking staat in de zin van de sociale werknemersverzekeringen. Tevens is werknemer degene die tot een werkgever in dienstbetrekking staat en die niet langer verzekeringsplichtig is voor de sociale werknemersverzekeringen vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet (Wet van 31 mei 1956, 281, zoals gewijzigd op 12 juli 2012, Stb. 2012, 328 (i.w.tr. 01-01-2013)), maar die dat wel was geweest wanneer de werknemer deze leeftijd nog niet zou hebben bereikt. Niet als werknemer wordt beschouwd degene die niet belast is met het vervaardigen of repareren van tandtechnische werkstukken én werkzaam is bij een werkgever, waarbij de bedrijfsactiviteiten zich in hoofdzaak uitstrekken tot andere activiteiten dan het vervaardigen of repareren van tandtechnische werkstukken;

2. werkgever:

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die tandtechnische werkstukken doet vervaardigen of repareren. Onder tandtechnische werkstukken wordt verstaan alle werkstukken bestemd voor regulering, vervanging of herstel van gebitselementen, zoals bijvoorbeeld kronen, bruggen, (frame)protheses en regulatie-apparatuur.

II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 18 december 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven