Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 december 2017, nr. VO/1263345, houdende wijziging van het Besluit vaststelling beleidskader subsidie bèta-technieknetwerken 2017–2020 in verband met onder meer het opnemen van de financiële verdeling voor regionale po-netwerken voor 2018 en 2019, het toevoegen van een erkend TiB-netwerk en het vastleggen van een maximaal subsidiabel uurloon

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Besluiten:

ARTIKEL I

Het Besluit vaststelling beleidskader subsidie bèta-technieknetwerken 2017–2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘€ 2.588.000’ vervangen door: € 2.608.000.

B

Paragraaf 3 van de bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea komt de eerste volzin te luiden:

Voor het verstrekken van subsidie op grond van het Beleidskader is in totaal een bedrag van € 7.894.000 beschikbaar, verdeeld over de kalenderjaren 2017 (€ 3.221.000), 2018 (€ 2.608.000) en 2019 (€ 2.065.000).

2. ‘Tabel 1. Maximale subsidiebedragen regionale po-netwerken in 2017’ komt te luiden:

Regionale po-netwerken

Maximale subsidiebedrag 2018

Maximale subsidiebedrag 2019

Regio Gelderland

€ 121.702,42

€ 78.356,09

Regio Noord

€ 156.642,52

€ 100.590,69

Regio Noord-Holland/Flevoland

€ 176.993,59

€ 113.541,38

Regio Oost

€ 134.207,30

€ 86.313,74

Regio Midden-Nederland

€ 91.543,61

€ 59.164,11

Regio Zuid

€ 191.337,42

€ 122.669,27

Regio Zeeland

€ 57.216

€ 37.319,59

Regio Zuid-Holland

€ 190.356,65

€ 122.045,14

3. In de alinea vóór ‘Tabel 2. Maximale subsidiebedragen’ vervalt de eerste volzin.

4. Vóór de laatste alinea wordt een zin ingevoegd, luidende:

Indien een erkend b/t-netwerk geen aanvraag doet, of indien de aanvraag van een erkend b/t-netwerk niet wordt toegewezen, wordt het maximale subsidiebedrag dat voor dit netwerk voor het betreffende jaar was gereserveerd, evenredig verdeeld en toegevoegd aan de maximale subsidiebedragen voor dat jaar van de overige erkende b/t-netwerken binnen dezelfde categorie (het gaat hierbij om de categorieën ‘regionale po-netwerken’, ‘vo-ho-netwerken’, of ‘vmbo-mbo-Toptechniek in Bedrijfnetwerken’).

C

Na paragraaf 3 van de bijlage wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

3a. Maximumsubsidiebedrag uurtarieven

De loonkosten van interne medewerkers zijn ten hoogste subsidiabel tot een subsidiebedrag dat overeenkomt met het kostendekkende uurtarief van schaal 13 als bedoeld in de Handleiding overheidstarieven van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt vastgesteld. De loonkosten van externe medewerkers zijn ten hoogste subsidiabel tot een subsidiebedrag dat overeenkomt met het kostendekkende uurtarief van schaal 16.

De Minister kan afwijken van de in deze paragraaf genoemde maximale subsidiebedragen, indien de toepassing daarvan tot een in het licht van het doel van het Beleidskader onaanvaardbare uitkomst zal leiden. Voor zover in de Handleiding overheidstarieven in 2018 en 2019 geen post is opgenomen voor het kostendekkende uurtarief, geldt het uurtarief productieve uren, exclusief btw, voor respectievelijk schaal 13 en 16.

D

In paragraaf 5 van de bijlage wordt in ‘Tabel 5. TiB Netwerken’ na rij 14 een rij ingevoegd, luidende:

Noord

14a

Kop van Noord-Holland

ROC Kop van Noord-Holland

E

Paragraaf 6 van de bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In ‘Tabel 6. Beoordelingskader regionale bestaande netwerken’ komt de rij onder ‘2. Samenwerking en draagvlak’ te luiden:

1. Uit de aanvraag blijkt welke partners betrokken zijn. Voor de regionale po-netwerken en de vo-ho-netwerken betekent dit dat de aanvrager moet vastleggen hoe de stuurgroep is samengesteld en hoeveel scholen en strategische partners daaraan deelnemen. Voor de TiB-netwerken betekent dit dat de aanvrager moet vastleggen hoe de stuurgroep is samengesteld en welke scholen en strategische partners daaraan deelnemen.

2. Indien de samenstelling van de samenwerking substantieel is gewijzigd, blijkt uit de aanvraag welke belangen de verschillende partners hebben en op welke wijze het samenwerkingsverband voorziet in deze belangen. Uit de aanvraag blijkt tevens dat er na deze wijziging nog steeds sprake is van gedeeld eigenaarschap. Het gedeeld eigenaarschap kan onder andere met behulp van een samenwerkingsovereenkomst worden aangetoond.

3. Indien er sprake is van cofinanciering en dit inzichtelijk gemaakt kan worden onder het criterium ‘financiën’, geldt dit als extra bewijs van gedeeld eigenaarschap.

2. In ‘Tabel 7. Beoordelingscriteria voor nieuwe TiB-netwerken’ komt de rij onder ‘1. Samenwerking en draagvlak’ te luiden:

1. Uit de aanvraag moet blijken welke partners betrokken zijn, welke belangen zij hebben en op welke wijze het samenwerkingsverband in die belangen voorziet. De aanvrager moet vastleggen hoe de stuurgroep is samengesteld en welke scholen en strategische partners daaraan deelnemen.

2. Uit de aanvraag blijkt dat er sprake is van gedeeld eigenaarschap. Het gedeeld eigenaarschap kan onder andere met behulp van een samenwerkingsovereenkomst worden aangetoond.

3. In de aanvraag is aangegeven hoe de taken en verantwoordelijkheden tussen de partners zijn verdeeld.

4. Er wordt inzichtelijk gemaakt hoe de samenwerking na afloop van de subsidieperiode kan worden voortgezet.

5. Samenwerking tussen vmbo-bb, vmbo-kb en vmbo-g/tl en het mbo moet worden aangetoond. Deze samenwerking is afgestemd op de regionale behoeftes.

F

Paragraaf 7 van de bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘uiterlijk op 31 mei’ vervangen door: uiterlijk op 30 juni.

2. Aan het einde van de laatste alinea wordt een zin toegevoegd, luidende:

De termijn van tien weken vangt aan op de eerste dag van de zomervakantie, bedoeld in de Regeling vaststelling schoolvakanties 2016–2019, voor de regio die in het betreffende kalenderjaar als tweede zomervakantie heeft.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, onder 4, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van publicatie van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 12 juni 2017.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Met ingang van 12 juni 2017 is het Besluit vaststelling beleidskader subsidie bèta-technieknetwerken 2017–2020 (hierna: het Beleidskader) in werking getreden. Op grond van het Beleidskader kunnen bèta-technieknetwerken (hierna: b/t-netwerken) subsidie ontvangen om ambities uit het Nationale Techniekpact 2020 te realiseren. Omdat de uitvoering in de praktijk tot een aantal vragen leidde en omdat de financiële verdeling van de regionale po-netwerken voor de jaren 2018 en 2019 nog niet berekend was, wordt het Beleidskader ten aanzien van de volgende aspecten gewijzigd.

Maximaal subsidiebedrag po-netwerken 2018 en 2019

De maximale subsidiebedragen voor de regionale netwerken in het primair onderwijs (po) zijn voor 2018 en 2019 berekend op basis van het scholenaantal in 2014 en een vaste voet van € 30.000.

Voorts is in het Beleidskader opgenomen dat indien de aanvraag van een erkend b/t-netwerk niet wordt toegewezen, het betreffende subsidiebedrag naar evenredigheid wordt verdeeld over de resterende b/t-netwerken in dezelfde categorie.

Nieuwe TiB-netwerken

In 2017 is één nieuw TiB-netwerk erkend. Dit netwerk is opgenomen in tabel 5.

Verduidelijking samenstelling netwerken

Met artikel I, onderdeel D, van deze wijziging wordt verduidelijkt in het beoordelingskader hoe het netwerk inzicht biedt in de samenstelling. De regionale po netwerken en de vo-ho-netwerken wordt gevraagd naar de samenstelling van de stuurgroep, het aantal scholen in het netwerk en de strategische partners van het netwerk. De TiB netwerken worden gevraagd naar: de samenstelling van de stuurgroep, de strategische partners en welke scholen deel uit maken van het netwerk.

Maximaal subsidiabel uurtarief

Met artikel I, onderdeel E, is een nieuwe paragraaf 3a aan het Beleidskader toegevoegd. Paragraaf 3a voorziet in een maximumsubsidiebedrag voor de kosten van de inzet van zowel internen als externen. Voor deze kosten geldt dat daarvoor steeds tot ten hoogste het genoemde uurtarief subsidie wordt verstrekt. De opgenomen uurtarieven zijn gebaseerd op de kostendekkende uurtarieven in de Handleiding overheidstarieven, die jaarlijks wordt vastgesteld. De handleiding van het kalenderjaar waarin de subsidie wordt vastgesteld, is van toepassing. In 2017 was het kostendekkende uurtarief voor schaal 13 € 73. Voor schaal 16 was dat € 96. In 2018 is het kostendekkende uurtarief, dat wil zeggen het uurtarief voor productieve uren exclusief btw, respectievelijk € 74 en € 97.

Verruimen behandeltermijn DUS-I

Het oorspronkelijke beleidskader gaf de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) acht weken (in plaats van de gebruikelijke dertien weken) om aanvragen af te handelen. Door artikel I, onderdeel F, is de behandeltermijn verruimd naar de oorspronkelijke termijn van dertien weken. De reden daarvoor is dat er vanaf 2018 geen aanleiding meer is om een kortere termijn te hanteren.

Verduidelijking start verantwoordingstermijn

De verantwoording geschiedt binnen tien weken. In de regeling was echter onduidelijk op welk moment de tienwekentermijn aanving. Er is gekozen voor één landelijke aanvangstermijn, die begint op de eerste dag van de zomervakantie voor de regio die als tweede zomervakantie heeft. Voor het schooljaar 2018–2019 is dat regio Noord. De zomervakantie begint daar op 13 juli 2019. Dit betekent dat de verantwoordingstermijn in 2019 begint op 13 juli; de laatste dag is 20 september 2019.

Administratieve lasten

De administratieve lasten voor de netwerken en DUS-I zullen niet toenemen.

Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Dit besluit treedt met ingang van 1 januari 2018 in werking. De wijzigingen van het beleidskader zijn daardoor van kracht bij aanvang van de aanvraagperiode voor 2018. Artikel I, onderdeel B, onder 4, treedt reeds in werking met ingang van de dag na publicatie van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt daarbij terug tot en met 12 juni 2017, het moment van inwerkingtreding van het Besluit vaststelling beleidskader subsidie bèta-technieknetwerken 2017–2020. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat de door artikel I, onderdeel B, onder 4, aan het beleidskader toegevoegde herverdeling van een niet aangesproken maximum-subsidiebedrag ook voor de subsidies die in 2017 zijn verstrekt wordt toegepast. Een maximum-subsidiebedrag kan bijvoorbeeld niet-aangesproken blijven omdat het erkende b/t-netwerk, waarvoor dat bedrag was gereserveerd, geen aanvraag heeft ingediend of omdat zijn aanvraag is afgewezen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven