Regeling van de Minister van Financiën van 13 december 2017, 2017-232417, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met harmonisering van de regels inzake de rentetarieven voor deelnemers aan schatkistbankieren;

De Minister van Financiën, handelende in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 120, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. De onderdelen d tot en met f worden geletterd c tot en met e.

B

Artikel 5.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt de zinsnede ‘bedoeld in artikel 5.18, vijfde lid’ vervangen door: bedoeld in artikel 5.18, eerste lid.

2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt de zinsnede ‘bedoeld in artikel 5.18, vijfde lid’ vervangen door: bedoeld in artikel 5.18, tweede lid.

C

Artikel 5.18 komt te luiden:

Artikel 5.18. Rente-arrangement

  • 1. Over de dagelijkse creditsaldi van elk van de rekeningen-courant wordt door de Minister van Financiën een rente vergoed overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen.

  • 2. Over de dagelijkse debetsaldi van elk van de rekeningen-courant wordt door de rekening-couranthouders een rente betaald overeenkomstig artikel 4, vijfde lid, van de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen.

  • 3. De Staat verrekent de verschuldigde creditrente met verschuldigde debetrente. Deze rente die verschuldigd is, wordt verrekend op de rekening-courant per de eerste kalenderdag na afloop van het jaar waarop de credit- respectievelijk debetrente betrekking heeft. Daartoe stelt de Minister van Financiën een rentenota op.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

Naar aanleiding van de beleidsdoorlichting Schatkistbankieren 2014 heeft de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer de toezegging gedaan om meer eenheid aan te brengen in de rentetarieven van de deelnemers aan schatkistbankieren (gelijktrekken aan tarieven van rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)). Ook de beheerders van sociale fondsen worden in deze harmonisatieslag meegenomen. Dit betekent dat het rentetarief voor de beheerders van sociale fondsen wijzigt van een 12-maands Euribor op de rekening-courant, en een 1-maands Euribor op de rekening-courantkrediet, naar EONIA (daggeldrente).

Beheerders van sociale fondsen bankieren sinds 1997 in de schatkist. De sociale fondsen worden beheerd door drie rechtspersonen: het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering (UWV), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Zorginstituut Nederland (ZiN). Het zijn deze drie rechtspersonen die meedoen aan schatkistbankieren. Beheerders van sociale fondsen ontvangen of betalen op de rekening-courant en rekening-courantkrediet nu nog het genoemde Euribor tarief in tegenstelling tot het EONIA tarief voor alle andere deelnemers. Met deze wijziging van de regeling wordt ook het tarief voor sociale fondsen gewijzigd van Euribor naar EONIA. Dit rentetarief geldt voor het saldo op de rekening-courant, onafhankelijk van de hoogte van het saldo.

Voor de beheerders van sociale fondsen (en het Ministerie van Financiën) heeft het wijzigen van de rentetarieven momenteel geen budgettaire consequenties, omdat beide tarieven negatief zijn en dus vervangen worden door 0% (negatieve rentes worden niet doorgegeven/doorbelast aan de deelnemers). In de regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen is expliciet opgenomen dat een ondergrens van nul procent geldt voor alle rentetarieven binnen het schatkistbankieren. De budgettaire gevolgen op de langere termijn, onder de veronderstelling dat beide rentes dan niet langer negatief zijn, is dat deelnemers (en individuele fondsen) een beperkt rentenadeel of een rentevoordeel kunnen ondervinden, afhankelijk van het verschil tussen Euribor en EONIA en afhankelijk van de positie in de schatkist (positief of negatief saldo).

De bevoegdheid om de rentetarieven voor beheerders van sociale fondsen te bepalen verandert per 1 januari 2018. Artikel 120, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt namelijk ook gewijzigd; hiermee wordt geregeld dat vanaf 1 januari 2018 de Minister van Financiën de rentetarieven voor de beheerders van sociale fondsen bepaalt (in plaats van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

De hoofdwijziging van dit wijzigingsbesluit betreft een herformulering van artikel 5.18 van de Regeling Wfsv. Hiermee wordt dezelfde rentegrondslag op de rekening-courant en het rekening-courantkrediet van toepassing voor sociale fondsen als voor RWT’s. In verband hiermee worden verwijzingen in artikelen 5.17 aangepast, en komt de omschrijving ‘euribor’ in art 5.15 te vervallen. Artikel 4, eerste en vijfde lid, van de Regeling Schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen, waarnaar wordt verwezen in het nieuwe artikel 5.18 bepaalt dat de Minister van Financiën rente vergoedt over het saldo dat een rechtspersoon op de rekening-courant aanhoudt en dat de Minister van Financiën hetzelfde rentetarief (de daggeldrente) in rekening brengt over een rekening-courantkrediet.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven