Besluit tot vaststelling van de factoren L en r voor het boekjaar 2018

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 4, zesde en zevende lid, van de Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA;

Besluit:

Artikel 1

De factor L, bedoeld in artikel 3 van de Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA, wordt voor het boekjaar 2018 vastgesteld op 0,120123%.

Artikel 2

De factor r, bedoeld in artikel 3 van de Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA, wordt voor het boekjaar 2018 vastgesteld op 0,075519%.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 12 december 2017

A. Paling Waarnemend voorzitter Raad van Bestuur UWV

TOELICHTING

Indien een verzekerde arbeidsongeschikt raakt, waarbij een derde aansprakelijk kan worden gesteld voor deze arbeidsongeschiktheid, dan heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) het recht de arbeidsongeschiktheidsuitkering te verhalen op de aansprakelijke derde. Met het verhaal wordt een maximale compensatie van de uitkeringslasten beoogd en worden deze lasten bij degene gelegd die deze veroorzaakt heeft.

Dit verhaalsrecht is vastgelegd in artikel 90, eerste lid, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverze-kering (WAO) en artikel 99, eerste lid, Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), alsmede in artikel 4:2 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en artikel 69 Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) (oud).

Op grond van artikel 90, tweede lid WAO en artikel 99, tweede lid Wet WIA heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid regels gesteld, te weten de Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA, waarbij UWV in plaats van periodieke betalingen de contante waarde van het verhaalsbedrag kan vorderen.

Een tweetal factoren uit de in genoemde regeling opgenomen formule wordt door UWV jaarlijks vastgesteld, te weten: de factor L (= gemiddeld stijgingspercentage van het dagloon, bedoeld in artikel 14 WAO en artikel 13 Wet WIA, over een periode van een maand) en de factor r (= het interestpercentage per maand).

Voor het boekjaar 2018 is de factor L vastgesteld op 0,120123% en de factor r op 0,075519%.

A. Paling Waarnemend voorzitter Raad van Bestuur UWV

Naar boven