Besluit van het Ministerie van Defensie houdende de beperking aan de openbaarheid van het archief van de Hoofdvlootaalmoezenier (1914) 1921-1997 (2009) bij overbrenging naar een archiefbewaarplaats

10 november 2017

Nr. DMO 2017003576

Ministerie van Defensie

Defensie Materieel Organisatie

Joint IV Commando/C4I&I/InformatieBeheer

De Minister van Defensie,

Overwegende dat een aantal dossiers in het archief van de Hoofdvlootaalmoezenier (1914) 1921–1997 beperkingen aan de openbaarheid behoeft:

Gelet op artikel 15, lid 1, onder a Archiefwet 1995, artikel 10 van het Archiefbesluit 1995;

Gehoord het advies van de algemene rijksarchivaris d.d. 29-09-2017, met kenmerk 1223881.

Besluit:

Artikel 1

Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom beperkt openbaar tot 1 januari van het jaar, genoemd in de tweede kolom.

Inventarisnummers:

Beperkt openbaar tot 1 januari:

80

2022

81

2078

82

2054

83

2085

84

2035

85

2067

86

2071

87

2052

88

2051

89

2051

90

2079

91

2066

92

2048

93

2061

94

2048

95

2025

96

2050

97

2066

98

2059

99

2060

101

2045

102

2043

105

2052

106

2060

107

2022

108

2078

109

2068

110

2044

111

2027

112

2073

113

2047

114

2058

115

2051

116

2031

117

2045

119

2076

123

2064

124

2042

125

2070

126

2063

127

2051

128

2055

129

2070

130

2083

131

2069

132

2048

133

2056

134

2037

135

2060

136

2058

140

2068

141

2064

142

2066

143

2083

145

2072

146

2072

147

2059

151

2062

152

2047

153

2050

154

2031

155

2047

156

2066

157

2043

158

2066

159

2068

160

2046

161

2029

162

2072

164

2056

166

2081

167

2053

168

2070

169

2083

170

2043

171

2081

172

2076

173

2042

174

2022

175

2051

176

2048

177

2084

178

2059

179

2053

180

2084

181

2085

182

2030

183

2048

184

2054

185

2035

186

2061

187

2047

188

2069

189

2062

190

2064

191

2070

192

2048

193

2058

194

2053

195

2082

196

2024

Artikel 2

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemeen rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 3

Het vervaardigen van reproducties van documenten geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemeen rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit wordt als bijlage gevoegd bij de ‘Verklaring van overbrenging van het archief van de Hoofdvlootaalmoezenier (1914) 1921-1997 (2009)’.

Den Haag, 10 november 2017

De Minister van Defensie, voor deze, De Secretaris-generaal, W.J.P. Geerts

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij de desbetreffende bezwaarinstantie.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING

Beperkt openbaar op grond van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De in artikel 1 genoemde inventarisnummers zijn beperkt openbaar op grond van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De beperkingen en de termijnen zijn gebaseerd op het voorkomen van bijzondere persoonsgegevens van (Hoofd) vlootaalmoezeniers in dossiers, maar ook om de personen met wie zij hebben gecorrespondeerd of over wie zij hebben geschreven. Aangezien het zeer waarschijnlijk is dat de vlootaalmoezeniers spraken en schreven met personen die (aanzienlijk) jonger waren dan zij zelf is een termijn van 75 jaar na afsluiting van het correspondentiedossier, ongeacht de vraag of de betreffende vlootaalmoezenier inmiddels is overleden of langer dan honderd jaar geleden is geboren, aangehouden.

Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat de geestelijke verzorging bij de krijgsmacht vaak het karakter zal hebben van maatschappelijk werk en dat de inhoud van de correspondentie vaak erg persoonlijk van aard zal zijn. Bovendien betreft het per definitie de religie van betrokkenen, wat behoort tot de bijzondere persoonsgegevens in de zin van de WPB.

De aard van de informatie in de dossiers maakt dat voor het aanvragen nodig is vooraf een onderzoeksopzet in te dienen. De persoonsgegevens in de dossiers zijn, afgezien van de betreffende vlootaalmoezenier, niet op naam doorzoekbaar.

Dit houdt in dat deze archiefbescheiden niet openbaar zijn, behoudens enkele uitzonderingsgevallen (de archiefbescheiden zijn immer niet niet-openbaar, maar slechts beperkt openbaar).

Dit betekent dat wanneer een verzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op hem- of haarzelf, de desbetreffende archiefbescheiden door verzoeker kunnen worden geraadpleegd.

Raadpleging is ook mogelijk indien degene die inzage vraagt kan aantonen dat de persoon in wiens dossier hij inzage wil hebben is overleden danwel een verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat de persoon op wie het dossier betrekking heeft ondubbelzinnig toestemming geeft voor inzage.

Bijzondere persoonsgegevens

Voor wie archiefstukken of dossiers wil inzien waarin bijzondere persoonsgegevens (seksuele geaardheid, religieuze overtuiging, medische en strafrechtelijke gegevens) zitten, gelden strengere voorwaarden. Men moet een schriftelijk gemotiveerd verzoek doen, waarin men aantoont dat

  • degene wiens bijzondere persoonsgegevens men wil raadplegen is overleden of

  • men de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene heeft of

  • raadpleging noodzakelijk is als juridisch bewijsstuk of

  • raadpleging noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting of

raadpleging plaatsvindt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek.

In dit laatste geval gelden er ook voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen. De aanvrager moet:

  • aantonen dat het onderzoek een algemeen belang dient

  • aantonen dat de verwerking van persoonsgegevens voor het betreffende onderzoek of statistiek noodzakelijk is

  • berichten van overlijden of een uitdrukkelijke toestemming overhandigen (alleen wanneer de onderzoeker kan aantonen dat het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost, vervalt deze eis)

  • aantonen dat bij de uitvoering in zodanige waarborgen is voorzien dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet wordt geschaad.

De beperkingsgrond eerbiediging persoonlijke levenssfeer eindigt bij het overlijden van de betrokkene.

Naar boven