Verkeersbesluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 30 november 2017 kenmerk 2017/0412228, voor de provinciale weg N741, ter hoogte van aansluitingen met de N346 en de Molenstraat (km. 0.5 t/m 0.9) in de gemeente Hof van Twente.

Logo Overijssel

 

1 AANLEIDING

De provinciale weg N741 vormt een noord-zuidverbinding tussen Delden en Almelo. Deze weg is gecategoriseerd als een Gebiedsontsluitingsweg. De maximum toegestane snelheid bedraagt 80 km/h. Het betreffende deel van de N741 loopt buiten de bebouwde kom van Delden. De lengte van het wegvak waar wijzigingen plaatsvinden is ongeveer 500 meter. In de huidige situatie sluiten de noordelijke en de zuidelijke toe-/afrit N346 op de N741 aan.

Tussen deze twee aantakkingen ligt het viaduct over de N346, viaduct Molenes. Dit viaduct biedt tevens ruimte voor een noordelijke lus van de Molenstraat, op deze locatie de enige verbindingsweg met Delden. Verkeer dat vanaf de zuidelijke toe-/afrit van de N346 via de Molenstraat naar Delden rijdt, moet dus twee keer over het viaduct rijden. De betreffende omrijdlengte is circa 400 meter. De Molenstraat heeft de functie van een Erftoegangsweg, maar is niet als zodanig ingericht. Aanliggend aan de rijbaan liggen fietsstroken voor het (brom)fietsverkeer.

In mei 2016 is een planstudie uitgevoerd naar dit gedeelte van de provinciale weg N741 en de aansluitingen met de N346 en de Molenstraat. Op basis van deze planstudie is een reconstructie voorgesteld waarbij een rotonde wordt gerealiseerd ter plaatse van de aantakking van de zuidelijk toe-/afrit van de N346 op de N741. Bij de reconstructie wordt tevens de Molenstraat rechtstreeks aangesloten op deze rotonde, als vierde tak, en wordt een (brom)fietspad in twee richtingen gerealiseerd parallel aan en ten oosten van de N741. Met deze reconstructie zullen bebording en wegmarkering worden verwijderd en aangebracht waardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Hiervoor is een verkeersbesluit nodig.

De huidige situatie en de situatie na reconstructie zijn schematisch weergegeven in afbeelding 1.1.

Afbeelding 1.1. Schematische weergave huidige situatie (boven) en toekomstige situatie (onder)

 

 

2 NOODZAAK EN DOELSTELLING

Wettelijke grondslag

Op grond van:

artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet de veiligheid op de weg worden verzekerd;

artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

artikel 18, lid 1, onder b, van de Wegenverkeersweg 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen door Gedeputeerde Staten wanneer de maatregelen betrekking hebben op het verkeer op de wegen onder beheer van een provincie;

artikel 12, uit het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), moet een verkeersbesluit worden genomen voor plaatsing of verwijdering van de genoemde verkeersborden en verkeerstekens in lid a en b.

De doelstelling van dit verkeersbesluit is het zoveel mogelijk waarborgen van de veiligheid op de weg, de bruikbaarheid ervan en het waarborgen van doorstroming van het verkeer. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet.

 

3 MAATREGELEN

Gedeputeerde Staten van Overijssel nemen een verkeersbesluit voor het instellen van het volgende:

- een rotonde met verplichte rijrichting en het wijzigen van de voorrangsregeling op het kruispunt N741-zuidelijke toe-/afrit N346 te Delden, in de gemeente Hof van Twente (hectometer 0,5 t/m 0,6);

- een reconstructie van de Molenstraat, waarbij het gedeelte parallel aan de N741 komt te vervallen en de Molenstraat wordt aangesloten op de nieuwe rotonde;

- een verplicht fiets-/bromfietspad en een voetpad parallel aan de N741 op de huidige locatie van de Molenstraat.

 

4 VERPLICHT OVERLEG

Over een verkeersbesluit moet op grond van artikel 24 van het BABW overleg worden gevoerd met de korpschef van de politie. De daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van politie-eenheid Oost Nederland, district Twente, heeft ingestemd met de maatregelen.

Over een verkeersbesluit moet op grond van artikel 25 van het BABW overleg gevoerd worden met de desbetreffende gemeente(n). Er heeft overleg plaatsgevonden met de Gemeente Hof van Twente.

 

5 BELEID

Het landelijke Duurzaam Veilig beleid is gericht op het voorkomen van verkeersonveiligheid. Volgens de Duurzaam Veilig-gedachte wordt een weg afgestemd en zichtbaar ingericht op het dagelijkse en gewenste gebruik van de weg, waarbij deze zorgvuldig wordt ingepast in de omgeving. Grondbeginselen voor een Duurzaam Veilig wegennet zijn:

- het voorkomen van onbedoeld gebruik van de weg;

- het voorkomen van grote verschillen in snelheid, richting en massa;

- het voorkomen van onzeker gedrag bij de gebruikers van de weg.

Hiervoor dient het wegbeeld eenduidig en uniform te zijn. Dit kan slechts bereikt worden door te streven naar een beperkt aantal functies. Bij het toekennen van functies aan wegen wordt (conform het landelijk beleid) een driedeling onderkend, namelijk stromen (stroomweg), ontsluiten (gebiedsontsluitingsweg) en toegang bieden (erftoegangsweg).

De provinciale wegen N741 en N346 hebben de functie Gebiedsontsluitingsweg. Een gebiedsontsluitings-weg voorziet zowel in het doorstromen als in het uitwisselen van verkeer. Op de wegvakken staat het doorstromen van het verkeer centraal, uitwisseling van verkeer vindt voornamelijk plaats op de kruispunten.

De Molenstraat heeft de functie van erftoegangsweg. Een erftoegangsweg is gericht op het toegankelijk maken van (door gebiedsontsluitingswegen) omsloten gebieden en de daarbinnen gelegen particuliere en openbare percelen. Op Erftoegangswegen kan zowel op de wegvakken als de kruispunten sprake zijn van uitwisseling van verkeer.

 

6 AFWEGING BELANGEN

De aanleg van een rotonde zorgt voor enige snelheidsverlaging op de toeleidende wegvakken. In de huidige situatie wordt de snelheid van het verkeer op de N741 niet of nauwelijks afgeremd. Dit wordt mede veroorzaakt door het vrije doorzicht over relatief lange afstand. Daarnaast is de gehanteerde boogstraat in de N741 dusdanig groot dat verkeer geen snelheid hoeft te minderen. Met een rotonde op het kruispunt ter hoogte van de zuidelijke toe-/afrit van de N346 wordt het doorzicht voor verkeer op de N741 beperkt en wordt de snelheid over langere afstand gereduceerd. Bij nadering van de rotonde neemt de snelheid af tot een minimum, omdat voorrang moet worden verleend aan verkeer op de rotonde. Indien geen verkeer op de rotonde aanwezig is, moet het verkeer ook snelheid minderen, omdat men op het kruispunt niet rechtdoor kan rijden.

Tevens wordt door het toepassen van een rotonde het aantal aanwezige conflictpunten verminderd, ondanks het toevoegen van een extra toeleidende weg (Molenstraat). Het verminderen van het aantal conflictpunten komt de verkeersveiligheid ten goede. Iedere locatie waar voertuigstromen kruisen is een conflictpunt. Een rotonde heeft maximaal vier conflictpunten. In de huidige situatie zijn er zes conflictpunten (zie afbeelding 6.1).

Afbeelding 6.1 Aantal conflictpunten per kruispunttype

 

 

Met een rotonde op het kruispunt blijft de doorstroming voor verkeer op de provinciale weg goed (doorstoomfunctie provinciale weg). De rotonde heeft voldoende capaciteit om het verkeer uit alle richtingen vlot af te wikkelen (uitwisselfunctie provinciale weg). De wachttijden zijn op alle richtingen beperkt.

Het aansluiten van de Molenstraat op de rotonde vergroot de begrijpelijkheid van de verkeerssituatie. Wanneer weggebruikers een verkeerssituatie herkennen en begrijpen, zullen ze minder snel onzeker gedrag vertonen. De huidige situatie is voor weggebruikers onlogisch, omdat ze eerst richting het noorden rijden en vervolgens weer richting het zuiden. Het is aannemelijk dat weggebruikers zich momenteel niet goed kunnen oriënteren. Het verleggen van de Molenstraat sluit beter aan bij de verwachting van de weggebruikers en draagt bij aan de verkeersveiligheid. Tevens draagt het bij aan de verkeersafwikkeling, omdat deze route directer is en verkeer niet meer hoeft om te rijden.

Voor fietsers en bromfietsers wordt een vrijliggend (brom)fietspad op de locatie van de huidige Molenstraat gerealiseerd. Daarnaast wordt een aparte oversteekvoorziening getroffen ter hoogte van de rotonde en de noordelijke toe-/afrit van de N346. Door het realiseren van het vrijliggende (brom)fietspad rijden (brom)fietsers niet meer op dezelfde rijbaan als gemotoriseerd verkeer. (Brom)fietsers zijn kwetsbare verkeersdeelnemers en wanneer een conflict ontstaat met een gemotoriseerd voertuig is de kans op ernstige letselongevallen groot, dit komt met name door het grote verschil in snelheid en massa. Door het realiseren van een vrijliggend (brom)fietspad wordt de kans op letselongevallen tot het minimum gereduceerd. Overstekende (brom)fietsers moeten voorrang verlenen aan het verkeer op de Molenstraat en de noordelijke toe-/afrit van de N346. Door de aanwezige brede middengeleiders kunnen (brom)fietsers in twee fasen (per rijrichting) oversteken. Omdat het verkeer van en naar de rotonde langzaam rijdt of zelfs stil staat, kan de oversteek veilig plaatsvinden. Voor de oversteekplaats bij de noordelijke toe-/afrit van de N346 geldt hetzelfde. Ook daar moet gemotoriseerd verkeer afremmen, omdat ze een voorrangskruispunt naderen. Daar komt bij dat de oversteeklengtes op beide oversteeklocaties klein zijn, zodat de oversteekbaarheid optimaal is.

Naast een vrijliggend (brom)fietspad in twee richtingen wordt ook een voetpad aangelegd. Deze ligt parallel aan het (brom)fietspad. Ook de realisatie van het voetpad komt de verkeersveiligheid ten goede, omdat voetgangers zich niet meer op dezelfde rijbaan bevinden als gemotoriseerd verkeer. Ook hiermee wordt het verschil in snelheid en massa tussen voetgangers en gemotoriseerd verkeer beperkt.

7 BEVOEGDHEDEN

Het weggedeelte waar de maatregelen worden getroffen, is in beheer bij de provincie Overijssel. Daarom zijn wij (Gedeputeerde Staten van Overijssel) op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegd bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.

 

8 BESLUIT

Gelet op het voorgaande besluiten wij:

A1: Door het verwijderen van de verkeersborden model B1 en B6 van het RVV 1990, alsmede door het verwijderen van de haaientanden, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990, de huidige voorrangsregeling op het kruispunt van de hoofdrijbaan N741 met de toe-/afrit van de N346 op te heffen en eerdere besluiten hierover in te trekken.

A2: Door het verwijderen van de borden model C9 van het RVV1990 de geslotenheidsverklaring ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen, alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen op de toe-/afrit van de N346 op te heffen en eerdere besluiten hierover in te trekken.

A3: Door het verwijderen van de borden model C15 van het RVV1990 de geslotenheidsverklaring voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen op de N741 op te heffen en eerdere besluiten hierover in te trekken.

A4: Door het verwijderen van de verkeersborden model D02ro van het RVV1990 op middengeleider van de toe-/afrit van de N346 en middenberm van de hoofdrijbaan van de N741 de verplichte rijrichting (rechts langs de middengeleider) op te heffen en eerdere besluiten hierover in te trekken.

A5: Door het plaatsen van verkeersborden model D01_BB12r van het RVV 1990 op het middeneiland van de te realiseren rotonde, tegenover de toeleidende wegen, een rotonde met verplichte rijrichting (tegen de klok in) in te stellen voor het gemotoriseerd verkeer.

A6: Door het plaatsen van verkeersborden model D02ro van het RVV 1990 op de koppen van de te realiseren middengeleiders op de toe-/afrit van de N346 en Molenstraat vóór de aansluiting op de rotonde, een gebod in te stellen voor alle bestuurders om het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (rechts langs de middengeleider).

A7: Door het plaatsen van verkeersborden model B6 van het RVV 1990 en door het aanbrengen van haaientanden, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990, op de toeleidende wegen bij de aansluiting op de rotonde, een voorrangsregeling in te stellen waarbij het gemotoriseerd verkeer op de aansluitende wegen voorrang moet verlenen aan bestuurders op de kruisende weg (rotonde).

A8: Door het plaatsen van verkeersborden model G12a van het RVV 1990 bij de te realiseren wegverbindingen ten oosten van de rotonde en bij het kruispunt met de noordelijke toe-/afrit N346, op de te realiseren wegverbinding en de toeleidende (brom)fietspaden naar deze wegverbinding, de nieuwe wegverbinding in te stellen als fiets-/bromfietspad in twee richtingen.

A9: Door het plaatsen van verkeersbord model G07 van het RVV 1990 bij de verbinding parallel gelegen aan het nieuwe bromfietspad, de nieuwe verbinding in te stellen als voetpad.

A10: Door het plaatsen van verkeersborden model B6 van het RVV 1990 en door het aanbrengen van haaientanden, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990, bij de (brom)fietsoversteek¬plaatsen ter hoogte van de rotonde en bij de aansluiting op de noordelijke toe-/afrit N346, een voorrangsregeling in te stellen waarbij verkeer op het fiets-/bromfietspad voorrang moet verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.

A11: Door het plaatsen van verkeersbord model C9 (gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen) van het RVV 1990, de zuidelijke toe-/afrit N346 gesloten te verklaren ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25  km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.

A12: Door het plaatsen van verkeersborden model B01 van het RVV 1990 op de hoofdrijbaan van de N741 direct ten noorden en zuiden van de rotonde, de N741 als voorrangsweg in te stellen.

Voorts besluiten wij:

B: Dat dit verkeersbesluit in werking treedt na realisatie van de rotonde N741-zuidelijke toe-/afrit N346-Molenstraat en het vrijliggende verplichte (brom)fietspad tussen de nieuwe rotonde en de aansluiting met de noordelijke toe-/afrit van de N346. Een overzichtstekening van de te verwijderen  en nieuw aan te brengen verkeersborden is bijgevoegd in de ontwerptekening ‘bestaande en nieuwe bebording’ met tekeningnummer ‘N741/ZL505-65-9060-MB-01’.

C: Van dit besluit mededeling te doen in De Staatscourant;

D: Een afschrift van dit besluit te zenden aan:

1 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hof van Twente;

2 Politie Oost Nederland, district Twente, t.a.v. de heer B. van Lubek.

 

Zwolle, 30 november 2017,

Gedeputeerde Staten van Overijssel,

namens dezen,

 

J.W.R. Grotenhuis,

teamleider Ontwikkeling en Expertise,

eenheid Wegen en Kanalen

 

9 MEDEDELINGEN

Als u belanghebbende bent kunt u binnen 6 weken na de publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Overijssel ter attentie van het team Juridische Zaken, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 499 9305). U kunt het bezwaarschrift desgewenst ook per fax verzenden. Het faxnummer van het Team Juridische Zaken is: 038 - 425 48 02.

Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

d. de gronden van het bezwaar.

Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd.

Voor inlichtingen over de bezwaarschriftprocedure kunt u zich wenden tot de eenheid Wegen en Kanalen, team Ontwikkeling en Expertise te Zwolle (telefoon 038-499 70 00).

Indien onverwijlde spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzieningenrechter van de Sector Bestuursrecht Rechtbank Overijssel (telefoon 088-361 55 55). In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

 

Naar boven