Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 december 2017, kenmerk 1266788-171007-LZ, houdende een wijziging van de Regeling langdurige zorg inzake de verdiscontering van de vakantiebijslag in het maximumtarief voor langdurige zorg die wordt bekostigd met het persoonsgebonden budget

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3.6.5, eerste lid, van het Besluit langdurige zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 5.22 van de Regeling langdurige zorg wordt, onder vernummering van het vierde naar het vijfde lid, na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. In het te betalen bruto loon of de vergoeding per uur of per dagdeel, bedoeld in het eerste en tweede lid, is, indien van toepassing krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, vakantiebijslag verdisconteerd als bedoeld in die wet.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2018 wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Zorgverleners die met een overeenkomst van opdracht, niet vanuit een beroep of bedrijf, zorg verlenen krijgen dan minimaal recht op 8% van hun loon aan vakantiebijslag. Voor de overige overeenkomsten van opdracht en arbeidsovereenkomsten geldt dat de Wml niet van toepassing is of dat in de overeenkomst is geregeld dat de vakantiebijslag niet afzonderlijk wordt uitgekeerd, maar reeds als opslag in het uurloon is verrekend.

Deze regeling heeft tot doel om vast te leggen dat de minimumvakantiebijslag, waarop men recht heeft op grond van de Wml, waar van toepassing is verdisconteerd in het in de Regeling langdurige zorg voorgeschreven maximumloon of maximumvergoeding voor betalingen uit het persoonsgebonden budget. Dat betekent dat in artikel 5.22 van de Regeling langdurige zorg de genoemde bedragen per uur of per dagdeel tot het totale loon inclusief (minimum)vakantiebijslag per uur optelt. Dit sluit aan bij te tot nu toe vigerende werkwijze van de Svb.

In de zorgovereenkomst, de collectieve arbeidsovereenkomst of de in artikel 6 van de Wet op de loonvorming bedoelde publieke regeling kan worden bepaald (of en) wanneer de vakantiebijslag wordt uitbetaald. Die kan worden verdisconteerd in het uurloon of bijvoorbeeld eens per jaar worden uitgekeerd voor 1 juni (zie artikel 15 e.v. van de Wml).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven