De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste lid, onderdeel d, van de Kaderwet
overige BZK-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling Stichting VSO 2013 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, derde lid, wordt ‘31 december 2016’ telkens vervangen door ‘31 december
2018’ en wordt ‘1 maart 2017’ vervangen door: 1 maart 2019.
B
In artikel 8 wordt ‘1 januari 2018’ vervangen door: 1 januari 2019.
ARTIKEL II
In artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling SVO 2015 wordt ‘1 januari 2018’
vervangen door: 1 januari 2019.
ARTIKEL III
In artikel 8 van de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013 wordt ‘1 januari
2018’ vervangen door: 1 januari 2019.
ARTIKEL IV
In artikel 10 van de Subsidieregeling Stichting A en O-fonds Rijk wordt ‘1 januari
2018’ vervangen door: 1 januari 2019.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van artikel 24a, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 worden subsidieregelingen
in een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling voorzien van een
horizonbepaling. De in deze regeling genoemde ministeriële regelingen van de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn alle voorzien van de einddatum
1 januari 2018. Met deze regeling worden deze regelingen verlengd. Het voorstel tot
verlenging is bij brief van 7 november 2017 overeenkomstig artikel 24a, vierde lid,
van de Comptabiliteitswet 2001 aan de Tweede Kamer voorgehangen. De Tweede Kamer heeft
niet te kennen gegeven over deze verlenging nadere inlichtingen te verlangen, zodat
bijgevoegde regeling is vastgesteld.
Artikelsgewijs
Artikel I Subsidieregeling Stichting VSO 2013 en artikel II Subsidieregeling SVO 2015
In de Stichting Verbond Sectorwerkgevers (VSO) en de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen
(SVO) zijn respectievelijk de overheidswerkgevers en de vakorganisaties van overheidswerknemers
verenigd. Met de Subsidieregeling Stichting VSO 2013 en de Subsidieregeling SVO 2015
wordt aan beide stichtingen subsidie verleend ten behoeve van het in stand houden
van een adequaat overlegstelsel inzake arbeidsmarktbeleid. De evaluaties van deze
subsidieregelingen zijn op 28 augustus 2017 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken
II 2016/17, 34 550 VIII, nr. 144). De uitkomsten van deze evaluaties worden meegenomen in de besluitvorming over de
toekomstige subsidiëring van de stichting VSO en de SVO. In afwachting van deze besluitvorming
worden beide subsidieregelingen met een jaar verlengd. De activiteiten die worden
gesubsidieerd en de criteria waaronder die subsidiëring plaatsvindt, blijven ongewijzigd.
In artikel 6, derde lid, van de Subsidieregeling Stichting VSO 2013 is geregeld welke
egalisatiereserve de stichting VSO mag hebben op het moment dat de subsidieregeling
vervalt. Deze bepaling is aangepast aan de nieuwe vervaldatum van de subsidieregeling
(1 januari 2019).
Artikel III Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt aan de Oorlogsgravenstichting
een subsidie met het oog op de vijf doelen die in de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting
2013 worden genoemd. Het gaat hierbij om het aanleggen en in stand houden van de in
de subsidieregeling bedoelde graven en erevelden, bezoeken van nabestaanden aan graven
en erevelden die zich buiten Nederland bevinden, het verstrekken van informatie en
geven van voorlichting, het doen van necrologisch onderzoek en het verzorgen van bloemleggingen
op Nederlandse oorlogsgraven en bij de door de stichting in stand gehouden gedenkstenen
van Nederlandse oorlogsslachtoffers. In 2016 is de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting
2013 geëvalueerd. De gesprekken met de Oorlogsgravenstichting over de verwerking van
de evaluatieresultaten lopen nog. Om de continuïteit van de subsidieverlening ook
in 2018 te waarborgen wordt de subsidieregeling met een jaar ongewijzigd verlengd.
Artikel IV Subsidieregeling Stichting A en O-fonds Rijk
De Stichting A en O-fonds Rijk is op 6 april 1994 opgericht voor onbepaalde tijd.
Het vermogen van de stichting wordt overwegend gevormd door bijdragen voortvloeiend
uit afspraken gemaakt in het Sectoroverleg Rijk (SOR). Deze bijdragen zijn geformaliseerd
in de Bijdragebeschikking Stichting Arbeids- en Opleidingsfonds Rijk van 1 februari
2008. De subsidieregeling is afgeleid van dit besluit.
Op 24 september 2015 hebben de onderhandelaars in het SOR een uitvoeringsakkoord afgesloten,
waarin is herbevestigd dat het A en O-fonds Rijk een belangrijke bijdrage levert aan
de uitvoering van het personeelsbeleid van het Rijk op het gebied van de arbeidsmarkt,
werkgelegenheid en scholingsbeleid. Voor het uitvoeren van haar taken ontvangt het
A en O-fonds jaarlijks een bedrag via de begroting van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties in de vorm van een subsidie. Partijen hebben vastgesteld
dat deze bijdrage in het verleden expliciet uit de arbeidsvoorwaardenruimte beschikbaar
is gesteld en dat daar een paritair besluit aan ten grondslag lag. Zonder overeenstemming
met de partijen in het sectoroverleg is een wijziging van de hoogte van de bijdrage
niet mogelijk. Bovendien is in artikel 2, derde lid, van de subsidieregeling bepaald
dat bij een besluit om de subsidie niet meer te verstrekken een termijn van drie jaar
in acht moet worden genomen.
In 2017 is gestart met de evaluatie van de subsidieregeling. In afwachting van de
uitkomsten van deze evaluatie wordt de subsidieregeling met een jaar ongewijzigd verlengd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren