TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Doel en aanleiding
Deze wijzigingsregeling voorziet in een wijziging van de subsidiemodule Innovatiekredieten
(titel 3.9) van de Regeling nationale EZ-subsidies, en omvat voorts de openstelling
van de subsidiemodule Eurostarsprojecten (titel 3.7 van de Regeling nationale EZ-subsidies).
1.1 Subsidiemodule Innovatiekredieten
In titel 3.9 van de Regeling nationale EZ-subsidies is de subsidiemodule Innovatiekredieten
opgenomen. Hiermee wordt subsidie verstrekt ten behoeve van de financiering van ontwikkelingsprojecten,
bestaande uit klinische ontwikkelingsprojecten of technische ontwikkelingsprojecten.
De subsidie wordt in de vorm van een krediet verstrekt aan een ondernemer, die het
desbetreffende ontwikkelingsproject uitvoert. Door middel van deze wijzigingsregeling
is het maximum budget voor een klinisch ontwikkelingsproject verlaagd naar € 5 miljoen,
het niveau vóór 2015.
1.2 Subsidiemodule Eurostarsprojecten
In titel 3.7 van de Regeling nationale EZ-subsidies is de subsidiemodule Eurostarsprojecten
opgenomen. Eurostars is een programma dat mogelijk wordt gemaakt door het Eureka-netwerk.
Eureka is een intergouvernementeel initiatief van 44 landen en de Europese Unie. De
belangrijkste ambitie is het bevorderen van productiviteit en concurrentiekracht van
de industrie door grensoverschrijdende technologische R&D-samenwerking en innovatie.
Eurostars is een internationaal programma dat zich richt op het ondersteunen van internationale
R&D-samenwerkingsprojecten door met name het MKB. Eurostars is een generiek instrument
dat open staat voor R&D-samenwerkingsprojecten uit alle sectoren. Doordat de subsidiemodule
van titel 3.7 van de Regeling nationale EZ-subsidies met deze wijzigingsregeling wordt
opengesteld, wordt het mogelijk gemaakt dat Nederlandse partijen kunnen deelnemen
aan de Eurostarsprojecten in het jaar 2018. Voor deze tender is een budget van € 9.500.000
beschikbaar.
2. Staatssteun
2.1 Subsidiemodule Innovatiekredieten
De subsidie voor Innovatiekredieten wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van de algemene
groepsvrijstellingsverordening. Conform dit artikel wordt de subsidie verleend voor
ontwikkelingsprojecten. Daarbij zorgen de gestelde eisen in titel 3.9 van de Regeling
nationale EZ-subsidies, alsook de algemene eisen uit het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies
(hierna: Kaderbesluit), ervoor dat de subsidie verleend wordt in overeenstemming met
de eisen met betrekking tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijft
de subsidiemodule Innovatiekredieten binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding
van de steun en maximumsteunintensiteiten. Omdat voor de subsidiemodule Innovatiekredieten
slechts het maximum subsidiebedrag voor klinische ontwikkelingsprojecten verlaagd
wordt, verandert er niks in de steunintensiteit.
2.2 Subsidiemodule Eurostarsprojecten
De subsidie voor Eurostarsprojecten wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van de algemene
groepsvrijstellingsverordening. Conform dit artikel wordt de subsidie in het kader
van het Eurostarsproject verleend voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Daarbij
zorgen de gestelde eisen in titel 3.7 van de de Regeling nationale EZ-subsidies, alsook
de algemene eisen uit het Kaderbesluit, ervoor dat de subsidie verleend wordt in overeenstemming
met de eisen met betrekking tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook
blijft de subsidiemodule Eurostarsprojecten binnen de daarvoor geldende drempels voor
aanmelding van de steun en maximum steunintensiteiten. Omdat de subsidiemodule Eurostarsprojecten
ongewijzigd wordt opengesteld, verandert er niks in de steunintensiteit.
2.3 Transparantiemelding
De wijziging van de subsidiemodule Innovatiekredieten valt onder de reikwijdte van
een eerdere kennisgeving gedaan aan de Europese Commissie. Het nummer van de kennisgeving
is SA.47335.
De openstelling van de subsidiemodule Eurostarsprojecten zal separaat ter kennisneming
aan de Europese Commissie worden gemeld, conform artikel 11, onder a, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening. Indien een subsidie die op grond van deze subsidiemodules
wordt verleend, staatssteun bevat die door de algemene groepsvrijstellingsverordening
wordt gerechtvaardigd, maakt de minister op grond van artikel 1.8 van de Regeling
nationale EZ-subsidies binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende
gegevens bekend:
-
a. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening (beknopte informatie over de subsidieregeling), en
-
b. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de algemene groepsvrijstellingsverordening,
voor zover de individuele steun meer bedraagt dan € 500.000 (beknopte informatie over
het project).
4. Regeldruk
De openstelling van de subsidiemodule Eurostarsprojecten en wijziging van de subsidiemodule
Innovatiekredieten leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en derhalve
ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodules.
II. ARTIKELEN
Artikel I
Onderdeel A (artikel 3.9.2, eerste en tweede lid (nieuw) Regeling nationale EZ-subsidies)
Voor de subsidiemodule Innovatiekredieten werd in artikel 3.9.2 bepaald dat er ten
behoeve van de financiering van een ontwikkelingsproject subsidie verstrekt kan worden
aan een ondernemer, die een ontwikkelingsproject uitvoert. Om in de subsidiemodule
zelf duidelijker tot uitdrukking te laten komen dat het hierbij kan gaan om een klinisch
ontwikkelingsproject of een technisch ontwikkelingsproject, alsook dat het mogelijk
is om voor beide type projecten een afzonderlijk subsidieplafond te hanteren, is artikel
3.9.2 aangepast. Daarbij is dit onderscheid ook van belang voor het maximum subsidiebedrag
dat ten aanzien van dit type projecten in artikel 3.9.4 gehanteerd wordt.
Onderdeel B (artikel 3.9.4, eerste en tweede lid, Regeling nationale EZ-subsidies)
Voor de subsidiemodule Innovatiekredieten werd in het eerste lid van artikel 3.9.4
bepaald dat het maximum subsidiebedrag € 10.000.000 per subsidieontvanger bedroeg.
Omdat de verwachting is dat het aantal subsidieaanvragen ten behoeve van klinische
ontwikkelingsprojecten zal toenemen, is het subsidiebedrag voor deze projecten verlaagd
naar € 5.000.000 per subsidieontvanger. Op deze wijze kunnen meer projecten gebruik
maken van het desbetreffende subsidieplafond dat voor klinische ontwikkelingsprojecten
vastgesteld wordt. Het maximum subsidiebedrag voor een technisch ontwikkelingsproject
blijft ongewijzigd € 10.000.000 per subsidieontvanger.
Ook is het tweede lid van artikel 3.9.4 aangepast. Hierin wordt bepaald welk subsidiebedrag
maximaal wordt verleend, indien door een ondernemer, dan wel door ondernemers die
behoren tot eenzelfde groep, meer dan één ontwikkelingsproject wordt uitgevoerd. Voor
dit maximumbedrag werd verwezen naar het eerste lid. Deze verwijzing naar het eerste
lid is vervangen door een bedrag van € 10.000.000 (het maximumbedrag per subsidieontvanger
dat voorheen voor beide type ontwikkelingsprojecten in het eerste lid vermeld stond).
Er is in het tweede lid slechts voor één maximumsubsidiebedrag gekozen ten aanzien
van ondernemingen of één groep van ondernemingen die meerdere ontwikkelingsprojecten
uitvoeren, omdat binnen één onderneming of groep zowel klinische ontwikkelingsprojecten
als technische ontwikkelingsprojecten uitgevoerd zouden kunnen worden.
Artikel II (artikel 1 Regeling openstelling EZ-subsidies 2017)
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies 2017 is aangegeven
in welke periode de diverse subsidiemodules in 2017 zijn opengesteld en wat het subsidieplafond
bedraagt. Met artikel II is de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies
2017 aangepast. In de tabel is aangegeven welk type projecten, welke openstellingsperiodes
en welke subsidieplafonds bij de openstelling van de subsidiemodule Eurostars wordt
gehanteerd en in welk artikel de subsidiabele activiteiten te vinden zijn.
Artikel III (inwerkingtreding)
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van
artikel II dat in werking treedt op de dag volgend op de datum waarop de regeling
in de Staatscourant wordt geplaatst.
Met de bekendmaking en inwerkingtreding van artikel I van deze regeling, dat betrekking
heeft op de subsidiemodule Innovatiekredieten, wordt aangesloten bij de systematiek
van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van
de eerste dag van een kwartaal in werking treden. Wel wordt afgeweken van de regel
dat er minimaal twee maanden moeten zitten tussen het moment van publicatie en de
inwerkingtreding van de regeling. Dat kan voor de subsidiemodule Innovatiekredieten
in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.
Vasthouden aan de systematiek van de vaste verandermomenten zou hebben betekend dat
subsidieaanvragen pas zouden kunnen worden ingediend vanaf het eerstvolgende vaste
verandermoment van 1 april 2018. Omdat de subsidiemodule Innovatiekredieten slechts
beperkt (en mede op eerder verzoek van de doelgroep) gewijzigd wordt, zal de doelgroep
ook voldoende tijd hebben om subsidieaanvragen voor te bereiden en in te dienen.
Met de bekendmaking en inwerkingtreding van artikel II van deze regeling, dat betrekking
heeft op de subsidiemodule Eurostarsprojecten, wordt eveneens afgeweken van de systematiek
van de vaste verandermomenten. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat
de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. De datum van inwerkingtreding
zorgt ervoor dat deze subsidiemodule op 21 december 2017 opengesteld kan worden. Hierdoor
sluit het begin van de openstellingsperiode aan op de afronding en publicatie op 21 december
2017 van de beoordeling en rangschikking van de internationale Eurostarsprojecten
door een internationale jury. De Nederlandse organisaties die deelnemen aan projecten
die door deze jury positief zijn beoordeeld, zouden via de subsidiemodule Eurostarsprojecten
voor nationale subsidie in aanmerking kunnen komen. Om ervoor te zorgen dat voormelde
projecten spoedig van start kunnen gaan, kunnen de subsidieaanvragen direct op 21 december
2017 worden ingediend. Vasthouden aan de systematiek van de vaste verandermomenten
zou hebben betekend dat subsidieaanvragen pas zouden kunnen worden ingediend vanaf
het eerstvolgende vaste verandermoment van 1 januari.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes